MW product FLP 2 1A

advertisement
PREVENTIEPLAN
Vaatlijden
Naam studenten:
Klas:
Docent:
Datum:
Lotte Bais
Brenda Beers
Lotte Hopman
Dennis Hulsman
Dave Landwaart
Jeroen Koekkoek
Gino van Veldhuizen
Maureen Vos
121
Henny van de Koekelt
18-12-2015
500731121
500728250
500680330
500732906
500732533
500730094
500733517
500733260
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Inzicht in ziektebeeld
4
Voorlichting
6
Multidisciplinariteit
7
Basis van een behandelplan
9
Risico en prognostische factoren
10
Veiligheid en medicatie
11
Kosten
12
Evaluatie
13
Bronnenlijst
14
2
Inleiding
In dit product werkt de werkgroep de tweede opdracht, het vervaardigen van een specifiek
preventieprogramma, voor één van de patiëntencategorieën waar Fysiocare/-fit zicht op richt,
uit. Er is gekozen voor een tertiaire preventieprogramma met als patiëntengroep mensen die
lijden aan vaataandoeningen. Het doel is het voorkomen dat de aandoening verergert. De
vorm die u zult terugvinden in dit preventieprogramma is zorg gerelateerde preventie. Dit is
een vorm die gericht is op het ondersteunen van een patiënt met gezondheidsproblemen.
Een voorwaarde om met dit preventieplan in aanraking te komen is in een verwijzing van uw
arts. In de verwijzing moet duidelijk naar voren komen dat u lijdt aan deze aandoening en dat
dit preventieprogramma effectief voor u kan zijn.
In dit product zijn de volgende kritische onderdelen van een preventieprogramma die gericht
zijn op vaataandoeningen te lezen. Welke dat zijn, komt in een volgend hoofdstuk naar
voren. De werkgroep heeft dit product opgesteld door middel van samenwerking in onze
methodisch werken groep. Veel vergelijken en informatie opzoeken over de desbetreffende
aandoening heeft de werkgroep ook geholpen bij het schrijven van dit product.
3
Inzicht in ziektebeeld
Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. In het bloed bevinden zich
voedingsstoffen en zuurstof voor organen en spieren. Dit wordt rond gepompt via de arteriën
en vene. Het hart bestaat uit 4 holle ruimtes, de linker ventrikel, linker atrium, rechter
ventrikel en rechter atrium. Normaal gesproken werkt het hart- en vaatstelsel goed samen,
maar bij hart- en vaatziekten is dit niet het geval.
Volgens gezondheidsplein is hart- en vaatziekten een verzamelnaam voor alle aandoeningen
die betrekking hebben op het hart en de bloedvaten. Het onderwerp is erg breed en zal dus
erg algemeen gehouden worden. Grofweg kunnen hart- en vaatziekten opgedeeld worden in
vier categorieën. Dit zijn:
- Aangeboren afwijkingen
- Aandoeningen door artherosclerose (slagadervernauwing)
- Infectie of ontsteking aan het hart
- Overige aandoeningen
Deze aandoeningen worden weer onderverdeeld in verschillende aandoeningen, ziekten en
afwijkingen. De informatie over de aandoeningen, ziekten en afwijkingen zijn verkregen bij de
hartstichting.
Aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen ontwikkelen zich in de embryonale fase, hierbij worden hart en/of
bloedvaten verkeerd gevormd. De oorzaak van embryonale afwijkingen kunnen komen door
verschillende factoren, zoals familiaire aanleg, giftige stoffen of injecties. Er zijn verschillende
afwijkingen, dit zijn:
- Ventrikel septumdefect (VSD, gaatje in de kamerwand)
- Atriumseptumdefect (ASD, gaatje in de boezemwand)
- Tetralogie van Fallot (VSD, vernauwing van de pulmonalisklep, scheef geplaatste
aorta en verdikte hartspier)
- Coarctatio van de aorta (vernauwing van de Aorta)
- Syndroom van Marfan (slechte aanmaak van bindweefsel)
Aandoeningen door artherosclerose
Dit is een aandoening waarbij de slagaders vernauwen of blokkeren. Door de vernauwing of
blokkering wordt er minder bloed naar de organen gepompt waardoor deze minder zuurstof
krijgen. Dit kan op verschillende plekken in het lichaam en heeft daarom ook verschil in
ernst. Voorbeelden zijn:
- Angina pectoris
- Hartinfarct
- Beroerte
- Trombose
- Claudicatio intermittens
4
Infectie of ontstekingen van het hart
Het hart kan infecties en ontstekingen oplopen. Het hart kan op verschillende manieren een
infectie of ontsteking oplopen. Dit kan komen door bacteriën, virussen, een hartinfarct of een
hartoperatie. Het hart wil dit herstellen en komt hierdoor in een ontstekingsfase. Doordat het
vaak gaat om een hardnekkig infectie of ontstekingsfactor kan het hart dit niet zelf oplossen
en ontstaat er pijn op de borst, koorts, kortademigheid en in sommige gevallen
vochtophoping in de buik, benen of longen. Voorbeelden zijn:
- Endocarditis
- Myocarditis
- Pericarditis
- Pantserhart
Overige aandoeningen
Tot deze categorie behoren de aandoeningen die bij meerdere categorieën passen of bij
geen van allen. Voorbeelden zijn:
- Cardiomyopathie
- Harttamponade
- Aneurysma
- Pulmonale arteriële hypertensie
- Hartalen
5
Voorlichting
Dit preventieprogramma is afgestemd op patiënten met vaataandoeningen. Zoals in de
inleiding genoemd, kunnen deze patiënten alleen terecht wanneer ze een verwijzing hebben
van een behandelend arts. Wij willen de patiënten informeren over hun aandoening zodat
deze patiënten inzicht krijgen in hun ziektebeeld. Deze informatie wordt verstreken in de
vorm van gesprekken in groepsverband of individuele gesprekken. Wanneer voorlichting in
groepsverband wordt gegeven kan dat zijn in de vorm van een presentatie. Deze informatie
gaat over wat hun aandoening inhoudt, de risico- en prognostische factoren, wat ze er zelf
aan kunnen doen en wat dit preventieprogramma voor hen kan betekenen. Wanneer er
nevenpathologie aanwezig is, kan de voorkeur uitgaan naar een individueel gesprek
aangezien de behandeling voor deze patiënt anders zal zijn dan voor iemand zonder
complicaties.
Voorlichting wordt niet alleen mondeling gegeven, maar kan ook worden gegeven door
middel van een brochure. Dit wordt tijdens de eerste kennismaking aangereikt aan de
patiënt. In deze brochure staat algemene informatie over vaataandoeningen, waaronder de
risico en prognostische factoren van hun aandoening. In de brochure staat hoe je het risico
kunt verlagen of hoe de klachten verminderd kunnen worden. De meeste brochures zijn
gericht op hart- en vaatziektes, omdat hart- en vaatziektes verband hebben met elkaar.
Natuurlijk gelden de gegeven adviezen niet voor iedereen, omdat er soms nevenpathologie
aanwezig is. Er kunnen filmpjes worden laten zien aan de desbetreffende patiënten om het
visueel te maken wat de aandoening inhoudt. Hierin wordt laten zien wat er binnenin het
lichaam gebeurd bij iemand met deze aandoening, vaak worden de gevolgen van het
doorgaan met roken laten zien zodat ze er hopelijk van bewust worden wat voor schade dat
aan hun lichaam aanbrengt.
Verder is het van belang om op de hoogte te zijn van de risico- en prognostische factoren
van de aandoening. Het is van belang dat de patiënten van deze factoren op de hoogte zijn
zodat ze op basis van deze kennis mogelijk hun levensstijl veranderen om verergeringen te
voorkomen. Deze factoren worden in dit product uitgewerkt, waarin naar aanleiding van deze
factoren adviezen worden gegeven. Om een beeld te krijgen van de mogelijke gevolgen van
het niet opvolgen van adviezen of door niet beïnvloedbare factoren, kan de patiënt in
aanraking worden gebracht met een patiënt in een verder stadium. Deze patiënt kan zijn
ervaringen delen in groepsverband of in een individueel gesprek. Ook kan een patiënt in
aanraking worden gebracht met een patiënt die het traject al heeft gevolgd of mee bezig is
zodat ze de voortgang kunnen zien.
6
Multidisciplinariteit
In de gezondheidszorg houdt multidisciplinariteit in dat professionals vanuit verschillende
disciplines, oftewel specialisten binnen verschillende gebieden, samenwerken om
gezamenlijk een goede diagnose en behandeling te kunnen bieden. Wanneer een
preventieprogramma voor een patiënt met een vaataandoeningen is, is dit niet anders. Bij
patiënten met vaataandoeningen is de doorbloeding dusdanig verstoord, dat dit leidt tot
patiënt specifieke klachten. De aard en ernst van deze klachten zijn per patiënt verschillend.
Echter leiden vaataandoeningen vrijwel altijd tot een minder kwaliteit van leven. De oorzaak
voor het krijgen van een vaataandoening is vaak niet eenduidig. Dit maakt het opstellen van
een effectief preventieprogramma dan ook zeer complex. Hierin staat het beïnvloeden van
risicofactoren en prognostische factoren centraal. Dit vergt dan ook inzicht op meerdere
gezondheidsvlakken. Om dit te bewerkstelligen wordt er in dit preventieprogramma met
meerdere disciplines binnen de gezondheidszorg samengewerkt.
In de richtlijn symptomatisch arterieel vaatlijden van de KNGF (2014) komen een aantal
punten naar voren. Hierin komt naar voren dat mensen met vaataandoeningen vaak leven
volgens een ongezonde levensstijl. Een onderdeel hiervan is het eetpatroon. Daarnaast ‘het
ontwikkelen en bevorderen van een gezond voedingspatroon bij de patiënt behoort strikt
genomen niet tot de fysiotherapeutische behandeling’. Bovendien wordt in de richtlijn
vermeld dat de fysiotherapeut de patiënt kan wijzen op het belang van gezonde voeding en
een regelmatig eetpatroon.
In de vorige alinea is beschreven dat mensen met vaataandoeningen vaak leven volgens
een ongezonde levensstijl. Naast het eetpatroon speelt een lichamelijk actieve levensstijl een
grote rol bij deze mensen. Zo voldoet het merendeel van mensen mat vaataandoeningen niet
aan de Nederlandse norm voor gezonde bewegen. Volgens de richtlijn van de KNGF (2014)
is het de taak van de fysiotherapeut om de patiënt te stimuleren om voldoende te bewegen.
Met als doel om het resultaat van de behandeling te behouden en de risicofactoren voor
atherosclerose te beïnvloeden. Het kan voor de fysiotherapeut lastig zijn om patiënten
optimaal te motiveren, dit aangezien men de patiënt gedurende de week maar een paar uur
ziet. Zo is het niet mogelijk om als fysiotherapeut patiënten te stimuleren wanneer ze aan het
sporten zijn in de sportschool. Echter, kan men wel gebruik kunnen maken van een personal
trainer. Om patiënten zo te motiveren om meer te gaan bewegen. Dit zal eerder behaald
worden wanneer men de beschikking heeft over een personal trainer. Een personal trainer
stimuleert, adviseert, motiveert en mensen begeleid in het proces. Bovendien heeft een
personal trainer de juiste kennis over de juiste trainingsmethodes en motiveert hij je om door
te gaan ook al zit je helemaal stuk. Zo kan bewegen met de juiste intensiteit, duur en
frequentie de kwaliteit van leven in hoge mate verbeteren.
Wanneer men aan hart- en vaataandoeningen denkt, denkt men al snel aan de hartstichting.
De hartstichting strijd tegen hartziekten. Het belang hiervan is groot. Dit aangezien er
volgens de hartstichting elke dag in Nederland meer dan 100 mensen overlijden aan hart- en
vaatziekten. Daarom finanziert de hartstichting onderzoek en geeft voorlichting en steun aan
patiënten. Met als doel om meer levens te redden en te zorgen voor een beter kwaliteit van
leven. Deze doelstelling komt overeen met die van dit preventieprogramma. Een
samenwerkingsverband met de hartstichting kan een grote bijdrage kunnen leveren als het
gaat om een preventieprogramma. Zo kan kennis en deskundigheid met elkaar gedeeld
worden. Daarnaast kunnen nieuwe inzichten kunnen ontwikkeld, doordat de patiënten nauw
gevolgd en gevaluteerd worden om de zoveel tijd. Op basis van de resultaten van een groter
groep kan men de effectiviteit van het behandelmethodes meetbaar kunnen maken. Dit kan
gedaan worden door middel van inspanningstesten of vragenlijsten.
7
Ten slotte, wil men een samenwerkingsverband aangaan met vaatchirurgen. Zo kan men
patiënten optimaal kunnen voorbereiden voorafgaand aan een operatie. Door samen te
werken met vaatchirurgen kan de ernst van de aandoening vroegtijdig worden vastgesteld.
Daarnaast kan men worden ingelicht over de aard van het probleem.
8
Basis van een behandelplan
Het doel van de behandeling is het vermindering van aanwezige klachten, vertraging van de
progressie en reductie van de risico's voor cardio- en cerebrovasculaire atherosclerose.
Er zijn vele testen voor patiënten met hart- en vaatlijden. De meest voorkomende testen zijn
de ‘six minute walk test’, de ‘shuttle walk test’ en de ‘loopbandtest’. Er wordt gebruik gemaakt
van deze testen om de maximale functionele loopafstand van de patiënten in kaart te
brengen. Tijdens deze testen wordt er gebruik gemaakt van een hartslagmeter voor de
veiligheid van de patiënt.
De materialen die nodig zijn voor de behandeling zijn een hometrainer, een loopband, een
timer, een meetlint, een hartslagmeter, een geluidsinstallatie en/of pionnen.
Er wordt in een behandeling, wat betreft trainingen, vooral gebruik gemaakt van
intervaltraining, duurtraining en weerstandstraining.
Bij intervaltraining zijn er twee soorten trainingen extensief en intensief. Extensief houdt in
dat er submaximaal belast wordt met een groot aantal herhalingen. Bij intensief trainen wordt
er getraind met een hoge snelheid en een beperkt aantal herhalingen. In beide gevallen is er
een actieve pauze waarbij gewandeld of gedribbeld wordt.
Tijdens duurtraining wordt er getraind op hetzelfde tempo zonder onderbrekingen, dit wordt
vaak gedaan op de hometrainer.
De weerstandstraining vereist maximale inspanning. Dit wordt gedaan om het maximale
inspanningsvermogen te testen van een patiënt, uiteraard pas in een verder stadia van de
behandeling.
De behandelduur is vaak een sessie van circa drie uur op één dag. Dit gebeurt één keer per
week.
De korte termijn doelstellingen zijn het informeren en het adviseren van de patiënten over
hun ziekte. Hierbij wordt gedacht aan de prognostische factoren en dagelijkse activiteiten
norm.
De lange termijn doelstelling is patiënt-specifiek en gebonden aan de hulpvraag. Vaak wordt
er gewerkt aan het vergroten van de functionele loopafstand.
In het algemeen wordt een revalidatietraining niet gegeven aan een patiënt met contraindicaties. Denk hierbij aan een medische instabiele fase of patiënten die onvoldoende
gemotiveerd zijn en ook niet overtuigd kunnen worden van het belang van de revalidatie.
9
Risico en prognostische factoren
In de richtlijn van Symptomatische perifeer arterieel vaatlijden (2014), komt naar voren dat
mensen tegenwoordig een hoop gewoontes hebben, die een slechte werking hebben op het
menselijke lichaam. Doormiddel van het langer aanhouden van deze slechte gewoontes
(risico factoren) zoals roken, verkeerd eten en inactieve leefstijl kan dit uitmonden in
aandoeningen aan de vaatlijden. Door een verkeerde leefstijl kan er een overgewicht
ontstaat waarbij dyslipidemie en hypertensie gepaard gaan. Uiteindelijk kan de mens in
aanraking komen met een probleem in de ADL.
Zodra de aandoening is vastgesteld door het ziekenhuis, zijn er factoren die aandoening
kunnen belemmeren of juist kunnen verbeteren. Hier wordt in multidisciplinaire
samenwerking hulp bij geboden, zodat de aandoening zo goed mogelijk wordt onderdrukt.
Hier zal in een later stukje verder op worden in gegaan.
Het blijkt uit de richtlijn van Symptomatische perifeer arterieel vaatlijden (2014) dat roken een
zeer slechte werking heeft op de vaatlijden. Door het roken wordt er een aanslag gedaan in
de vaten zelf, waardoor er atherosclerose ontstaat. Ook heeft roken een werking op het
verhogen van de bloeddruk. Volgens mens-en-gezondheid.infonu.nl zijn de slagaderen
flexibel, sterk en elastisch. Door de verhoogde bloeddruk staat er een constante spanning op
de slagaderen. Dit heeft als negatief gevolg dat de flexibiliteit en elasticiteit minder wordt.
Hierdoor komt er een grotere weerstand op de slagaderen te staan. Dit kan leiden tot
vaatlijden.
De inactieve leefstijl en ongezonde leefstijl zijn twee factoren die elkaar versterken. Bij een
inactieve leefstijl wordt er weinig tot niet bewogen. Vervolgens wordt daarbij ongezond
gegeten. Dit zorgt voor een steeds grotere ophoping van LDL. LDL wordt gezien als de
slechte cholesterol, deze LDL bindt zich in de slagaderen met als gevolg atherosclerose.
Door het verbeteren van het eetpatroon en veelvuldig bewegen, wordt dit onderdrukt.
10
Veiligheid en medicatie
De werking van een medicijn is niet voor iedereen gelijk. Soms is het even zoeken naar de
juiste dosering. Antistollingsmiddelen zijn medicijnen die de stolling van het bloed
verminderen of vertragen. Ze worden ook wel bloedverdunners
(trombocytenaggregatieremmers) genoemd. Iedereen kent het stollen van het bloed bij een
uitwendige wond. In een ader of slagader kunnen ook stolsels ontstaan, bijvoorbeeld door
beschadiging van een bloedvat. Deze stolsels kunnen losschieten, een bloedvat afsluiten en
zo een vaataandoening veroorzaken. Om dit te voorkomen kunnen artsen
antistollingsmiddelen voorschrijven. Met antistollingsmiddelen probeert de arts de juiste
balans te vinden: het bloed mag niet te veel stollen om trombose te voorkomen. Het mag ook
niet te weinig stollen, want dan kunnen ongewenste bloedingen ontstaan. Bloedplaatjes zijn
kleine cellen in het bloed die bij een beschadiging aan de wondranden en aan elkaar gaan
plakken. Bloedplaatjesremmers hebben niet veel bijwerkingen en zijn gemakkelijk in gebruik.
Maar er kunnen wel bijwerkingen optreden, de bijwerkingen verschillen per persoon.
Volgens Roquin in de hart- en vaatgroep zijn de meest voorkomende bijwerkingen:
- Sneller ontstaan van bloeduitstortingen en blauwe plekken
- Wondje stopt minder snel met bloeden
- Maag- of darmbloedingen
Door deze bijwerkingen zou het kunnen dat de patiënt angst krijgt voor het innemen van de
medicatie, informeer de patiënt. Zorg dat als de patiënt zich ziek, zwak of misselijk voelt dat
hij/zij dan rustig aan doet. De fysiotherapeut zorgt ervoor dat de bloeddruk en hartslag
gemeten is. Als dit te hoog is kan de patiënt zich benauwd of niet goed voelen, dus zorg dat
er genoeg rustperiodes zijn. Tevens wordt het saturatie gehalte gemeten. Het saturatie
gehalte is de hoeveelheid zuurstof dat wordt opgenomen door bepaalde delen van het
lichaam. Een normaal saturatie gehalte is rond de 98-99 %, maar bij mensen met een
vaataandoening kan dat snel verminderen. Zodra het richting de 80% gaat moet de patiënt
rusten en zorgen dat de saturatie weer op peil is. De patiënt moet goed opletten bij
bloedingen, door de bloedverdunners is het bloed 'dun' en het stolt minder snel, daardoor zal
het bloeden van een wond een stuk langer duren. Verder zegt de hartstichting dat
stollingsremmers krachtige antistollingsmiddelen zijn en ze remmen de werking van vitamine
K dat een belangrijke rol speelt bij de bloedstolling. Ze worden ook Vitamine K-antagonisten
genoemd (VKA)2. Directe Orale Anti Coagulantia (DOAC) zijn, net zoals VKA's, krachtige
antistollingsmiddelen. Ze worden ook wel NOAC, nieuwe antistollingsmiddelen, genoemd
omdat ze nog niet zo heel lang op de markt zijn. DOAC remmen een specifieke stap in het
stollingsproces. De bijwerkingen van een medicijn staan in de bijsluiter. Vaak zijn de
bijwerkingen in het begin het meest heftig en worden minder naarmate het lichaam beter
ingesteld raakt op de medicijnen. Bij bijwerkingen is het belangrijk de arts te raadplegen en
samen te zoeken naar een oplossing. Mogelijkheden zijn het verlagen van de dosering of
overstappen op een ander medicijn met een vergelijkbare werking.
11
Kosten
De kosten van de tertiaire preventie worden voornamelijk gesubsidieerd. De kosten gaan
vooral uit naar de betaling van de locatie, materiaal en de specialisten, bijvoorbeeld
lifestylecoaches en diëtisten. De betaling van de specialisten worden gesubsidieerd volgens
het Nationaal Kompas Volksgezondheid, het materiaal en de locatie worden zelf bekostigd.
Het materiaal dat vaak gebruikt wordt bij de tertiaire preventie van vaataandoeningen zijn:
een hometrainer, een loopband, de benodigdheden voor het uitvoeren van de ‘six minute
walk test’ en de ‘shuttle walk test’ dus een timer, een meetlint, een hartslagmeter, een
geluidsinstallatie en pionnen.
Kortom er zijn meer voordelen aan de tertiaire preventie dan nadelen qua kosten. Er kan dus
geconcludeerd worden dat de kosten baat hebben
12
Evaluatie
In de evaluatie wordt naar voren gebracht wat de goede- en verbeter punten zijn in de
werkgroep naar aanleiding van het maken van dit product en wat de werkgroep van de
opdracht geleerd heeft.
Volgens de werkgroep is er een goed beeld gevormd over het maken van een
preventieprogramma. Hierbij heeft de werkgroep de benodigde kennis verworven over een
preventieprogramma, hiermee is er voldaan aan de hoofddoelstelling.
Er zijn er veel ups en down geweest, maar de werkgroep heeft er alles aan gedaan om een
zo goed mogelijk product af te leveren. Er zijn flink wat irritatie punten geweest in de groep,
maar deze zijn door de open- en eerlijkheid van de groep besproken en opgelost.
De werkgroep heeft duidelijke regels opgesteld en wanneer er niet aan deze regels wordt
gehouden zal er een maatregel worden getroffen.
Over het algemeen is de samenwerking goed verlopen. De werkgroep heeft per week drie
bijeenkomsten gepland, om de voortgang van het product zo goed mogelijk te laten
verlopen. Er zijn deadlines gesteld voor de benodigde stukjes en iedereen heeft zich hier
netjes aan gehouden. Wanneer de werkgroep feedback over een concept kreeg, heeft de
werkgroep hier gezamenlijk werk van gemaakt.
Door de duidelijke regels en afspraken wist de werkgroep waar het aan toe was het konden
de mensen zich hier goed aan houden, voor een zo goed mogelijke samenwerking.
13
Bronnenlijst
Hartstichting. Bouw en werking van het hart - Vancouver Style [Internet]. Perth: Den Haag;
ca. 2011 [laatste update okt. 2011; geraadpleegd: 9 dec. 2015]. URL:
https://www.hartstichting.nl/bouw-werking-hart
Gezondheidsplein. Hart- en vaatziekten - Vancouver Style [Internet]. Perth: - ca. 2011
[laatste update jan. 2011; geraadpleegd 9 dec. 2015] URL:
http://www.gezondheidsplein.nl/aandoeningen/hart-en-vaatziekten/item34188
Mens en gezondheid. Hoge bloeddruk gevolgen: hart, nieren, ogen en hersenen - Vancouver
Style [Internet]. ca. 2014 [laatste update mrt. 2015; geraadpleegd 8 dec. 2015] URL:
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/141554-hoge-bloeddruk-gevolgen-hartnieren-ogen-en-hersenen.html
Rijksinstituut voor Volksgezondheid. Wat is de kosteneffectiviteit van een preventie Vancouver Style [Internet]. ca. 2011 [laatste update jun. 2014; geraadpleegd 8 dec. 2015]
URL: http://www.nationaalkompas.nl/preventie/kosten-van-preventie-nieuw/
14
Download