Kreupelheid Algemeen Kreupelheid is een klacht die op alle leeftijden en bij alle rassen kan voorkomen. Het kan heel plotseling beginnen, soms duidelijk na trauma (vechten, aanrijding, iets scherps in voetzooltje), maar soms ook heel langzaam ontstaan. De kreupelheid kan heel duidelijk zijn als de hond niet meer op het pootje wil staan, maar soms ook alleen een iets onregelmatige gang veroorzaken. Kreupelheid kan de hele dag aanhouden of juist alleen na liggen of na veel beweging optreden. Kreupelheid is in de meeste gevallen een teken van pijn, ondanks dat maar weinig honden daarbij zullen piepen of janken. De hond probeert namelijk zijn pijnlijke poot te ontlasten, door hier geen of minder gewicht op te zetten. Vergeet niet dat het voor een hond vrij simpel is om een van zijn 4 poten te ontlasten! Hij heeft er dan immers nog steeds 3 over, waarmee hij letterlijk vaak ook goed uit de voeten kan… Een enkele keer kan een hond kreupel lopen als gevolg van een mechanische belemmering. Denk hierbij aan bv een gezwel onder de oksel of een verminderde stabiliteit van de knie door een ruptuur van de kruisband. Ook uitval van een zenuw kan tot kreupelheid lijden (bv na een aanrijding of een val). In dat geval zal de hond vaak ook geen reflexen meer vertonen in het verlamde pootje. Wat kunt U zelf doen? Loopt uw hond plotseling kreupel en is hij verder levendig, kijk dan even een paar uur aan hoe het gaat. In veel gevallen zal kreupelheid die ontstaan is na trauma vanzelf weer verminderen. Geef uw hond dan wel aangepaste beweging. Loopt uw hond kreupel en likt hij aan zijn ondervoetje, controleer dan of er niks in een voetzooltje of tussen de teentjes zit. Een paar keer per dag het ondervoetje in verdunde badedas weken, kan een goed effect hebben bij vervuilde verwondingen of als er bv een doorntje in het voetje zit. Geef uw hond in ieder geval NOOIT PARACETAMOL of ASPIRINE!! Dit kan dodelijk zijn voor uw hond. Wanneer naar de dierenarts? • Als uw hond acuut kreupel loopt en U ziet duidelijke verwondingen of een veranderde stand of verdikking van de poot. • Als uw hond acuut op 3 poten loopt en dit niet binnen 24 uur iets verbetert. • Als uw hond niet meer wil lopen. • Als de kreupelheid verergert. • Als uw jonge hond kreupel blijft lopen. • Als uw jonge hond vaker kreupel loopt. • Als uw hond verlamd lijkt. Veelvoorkomende kreupelheden Kreupelheden bij de jonge hond Groeipijn of enostosis Groeipijn komt voor bij snelgroeiende honden van de grotere rassen (vooral Duitse Herders), maar ook bij Engelse en Franse buldoggen. De leeftijd waarop het op kan treden is vanaf 4 maanden tot 18 maanden. De klachten variëren van milde tot heftige pijn met koorts en niet willen eten. Kenmerkend is dat de kreupelheid steeds wisselt van poot. Bij het onderzoek in onze kliniek is vaak vast te stellen dat de pijn vooral zit halverwege de lange botten. Met een röntgenfoto is de diagnose te bevestigen. De behandeling zal dan bestaan uit een aangepast bewegingsregime gecombineerd met ontstekingsremmers. Indien nodig zal het dieet van uw hond aangepast moeten worden. Er blijkt namelijk een rechtstreekse relatie te bestaan tussen enostosis en voeding met een verkeerde verhouding calcium en vitamine D. Preventief is het dus heel belangrijk om kwalitatief goede voeding te geven die speciaal afgestemd is op de grootte en groeisnelheid van uw hond. Wij kunnen u helpen bij een verantwoorde keuze(zie preventie groeistoornissen). Elleboogdysplasie(ED) Algemeen Elleboogdysplasie of kortweg ED is in feite een verzamelnaam voor een viertal aandoeningen die afzonderlijk of gecombineerd in het ellebooggewricht voor kunnen komen bij met name snelgroeiende honden van de grotere rassen. Het gaat dan om LPC, LPA, OC(D) en incongruentie van de elleboog. Deze vier aandoeningen hebben een erfelijke basis en kunnen op de lange termijn slijtage ofwel artrose aan het ellebooggewricht veroorzaken. Vaak ook zijn zowel linker als rechter elleboog aangetast, al kan de mate waarin er klachten optreden erg verschillen. In de meeste gevallen beginnen de klachten vanaf 4 maanden leeftijd. Soms kunnen echter klachten pas op latere leeftijd voor het eerst zichtbaar worden. Factoren die naast erfelijkheid een rol spelen zijn overgewicht en voeding(zie preventie groeistoornissen). LPC LPC staat voor Los Processus Coronoideus en betekent dat er een klein botje dat deel uitmaakt van de binnenzijde van het ellebooggewricht los zit. De kreupelheid aan een of aan beide voorpoten begint vaak rond de 5 maanden. De aandoening komt veel voor bij Berner Sennenhonden, Labrador en Golden Retrievers, Duitse Herders en Rottweilers. Soms kan een LPC ontstaan secundair aan een incongruente elleboog (zie incongruente elleboog). In de kliniek kunnen wij vaststellen dat de elleboog verdikt is en pijnlijk is bij bepaalde bewegingen. Om de diagnose te bevestigen worden vervolgens röntgenfoto’s van beide ellebogen gemaakt. De aandoening komt namelijk vaak beiderzijds voor. In onze kliniek verwijderen we operatief het losse botfragment. In de preventie van LPC speelt de voeding ook een cruciale rol (zie preventie groeistoornissen). LPA LPA staat voor Los Processus Anconeus en is een los deel van de ellepijp. Een LPA is in veel gevallen erfelijk en kan secundair zijn aan een incongruente elleboog. Een LPA kan echter ook ontstaan na trauma. Rassen waarbij LPA vaak voorkomt zijn de Duitse Herder, Duitse Dog en bassets. De klachten zien we vaak al vanaf 4 a 5 maanden leeftijd. Bij het onderzoek vinden we een verdikte en pijnlijke elleboog, die met name erg gevoelig is bij overstrekken. Op röntgenfoto’s is een LPA en vaak ook de oorzaak goed vast te stellen. De behandeling verschilt afhankelijk van de oorzaak, maar is vrijwel altijd operatief. OC(D) OC ofwel osteochondritis is een ontwikkelingsstoornis van het kraakbeen bij de jonge hond. Hierbij beschadigt het kraakbeen en volgt op den duur artrose ofwel gewrichtsslijtage. OCD ofwel osteochondritis dissecans kan ontstaan als er bij OC een losse kraakbeenflap in het gewricht ontstaat. Ook OCD leidt uiteindelijk tot artrose (zie artrose). Klachten t.g.v. OC of OCD ontstaan meestal tussen 4 en 8 maanden leeftijd. Rassen waarbij het veel voorkomt zijn Retrievers en Rottweilers. De aandoening is deels erfelijk bepaald, maar snelle groei en overgewicht spelen ook hier weer een rol. OC(D) is vaak beiderzijds en kan ook in andere gewrichten voorkomen, zoals de schouder, de hak en de knie. Bij het onderzoek blijkt het gewricht pijnlijk en verdikt. Op röntgenfoto’s zijn de afwijkingen vast te stellen. De behandeling,die we in onze kliniek uitvoeren, zal bestaan uit het operatief verwijderen van het losse stuk kraakbeen. Voeding speelt een grote rol bij de preventie van OC.(zie preventie groeistoornissen). Incongruente elleboog Het ellebooggewricht bestaat uit twee botten van de onderarm, de ellepijp en het spaakbeen, en het opperarmbeen. Incongruentie van het ellebooggewricht betekent dat de elleboog niet goed past, doordat ellepijp en spaakbeen niet even snel groeien. Dit kan komen door erfelijke oorzaken of door beschadiging van een van beide groeischijven. Problemen worden gezien vanaf 6 maanden en vooral bij Berner Sennenhonden, Duitse Herders, Retrievers, bassets en Engelse buldoggen. Bij het onderzoek in de kliniek blijkt de elleboog verdikt en pijnlijk. Op röntgenfoto’s kunnen naast een incongruente elleboog ook LPC of LPA vastgesteld worden. De behandeling is in alle gevallen operatief en zal door een orthopeed uitgevoerd worden. Na de operatie zal nog een periode van minimaal 6 weken revalidatie volgen. Schouderkreupelheid Schouderkreupelheid zien we vooral bij de grotere rassen. Bij de jonge hond is het veelal het gevolg van OC(D) (zie OC(D)). Daarnaast zijn er natuurlijk ook andere oorzaken voor een pijnlijke schouder, zoals bijvoorbeeld trauma t.g.v. stoten of overbelasting van de schouderpees. Preventie groeistoornissen Om de kans op groeistoornissen zoveel mogelijk te verkleinen, is het belangrijk dat een pup kwalitatief goede voeding krijgt. Pups van grote rassen vertonen een andere groeipiek dan pups van kleine rassen. Overmatige groei kan voorkomen worden door uw hond voer te geven dat afgestemd is op de specifieke behoeftes. Wij adviseren voor pups met een volwassen gewicht van 25 tot 40kg Royal Canin Large Dog Junior, omdat dit de optimale hoeveelheden energie en calcium bevat en tevens extra chondroitine en glucosamine voor gezonde gewrichten. Pups van rassen met een volwassen gewicht groter dan 40kg kunnen tot de leeftijd van 8 maanden ook gevoerd worden met Large Dog Junior van Royal Canin. Vanaf 8 maanden leeftijd adviseren wij Giant Dog Junior van Royal Canin, omdat dit voer een optimale spierontwikkeling bevordert. Heupdysplasie bij de jonge hond Algemeen Heupdysplasie of kortweg HD is een slecht ontwikkeld heupgewricht. Een normaal heupgewricht bestaat uit een ronde heupkop die draait in een passende heupkom. Hieromheen bevindt zich strak bindweefsel dat de twee botten tegen elkaar aan drukt, het gewrichtskapsel. Bij HD kan de heupkom te ondiep zijn, de heupkop niet mooi rond zijn, het gewrichtskapsel te slap zijn of een combinatie hiervan. Het gevolg hiervan is dat de heupkop deels uit de kom kan schieten. Dit is pijnlijk en zorgt op den duur voor gewrichtsslijtage (zie artrose). HD is deels erfelijk en deels afhankelijk van andere factoren als voeding en beweging (zie preventie HD). Rassen waarbij HD veel voorkomt zijn o.a. Retrievers, Bouviers, Duitse Herders en Duitse Staanders. De klachten kunnen al op jonge leeftijd ontstaan, maar zijn vaak beiderzijds en daarom voor een leek soms moeilijk te herkennen. De hond loopt namelijk vaak niet kreupel, maar kan bijvoorbeeld wel een waggelende gang hebben, of te korte pasjes maken met de achterhand. Ook kan het opvallen dat de hond snel gaat zitten of liggen en stijf is als hij gelegen heeft. Ook is er een enkele keer een knappend geluid te horen tijdens het lopen. Tijdens het onderzoek in de kliniek kunnen wij vaststellen dat de heupen gevoelig zijn bij het strekken. En bij het spreiden van de achterpoten kan soms ook een klik gevoeld worden als de heupkop uit de kom schiet. Bij het vermoeden van HD kan m.b.v. een röntgenfoto van de heupen beoordeeld worden in welke mate de heupen afwijkend zijn en of er al slijtage is opgetreden. In tegenstelling tot wat vaak nog gedacht of door sommige fokkers zelfs gezegd wordt, kan een röntgenfoto op elke leeftijd gemaakt worden. Het is zelfs zo dat als HD vroegtijdig vastgesteld wordt, het effect van de behandeling veel beter is. De meest toegepaste behandelingen zijn bij minder ernstige vormen:aangepaste beweging,speciale voeding en medicijnen. In ernstige gevallen is een operatieve bekkenkanteling noodzakelijk.(zie bekkenkanteling). Een andere chirurgische aanpak is de symphysiodese (zie symphysiodese). Bekkenkanteling Honden met ernstige klachten t.g.v. HD worden veelal operatief behandeld d.m.v. een bekkenkanteling. Hierbij verbetert de aansluiting van de heupkop in de heupkom, waardoor deze minder snel uit de kom schiet. Het voordeel is dat de pijn vermindert en dat er minder snel slijtage van het heupgewricht zal optreden. De operatie heeft de meest gunstige prognose bij de jonge hond, waarbij op de röntgenfoto nog geen slijtage te zien is. De hond moet wel minimaal 6 maanden oud zijn, omdat anders het bot nog te zacht is voor de operatie. Na de operatie moet de hond nog minimaal 4 weken revalideren. Heeft de hond beiderzijds problemen, dan zal eerst de slechtste heup geopereerd worden en bij een goed herstel na 4 weken de andere heup. Een bekkenkanteling wordt bij ons in de kliniek uitgevoerd worden. Symphysiodese Honden die nog geen klachten van HD hebben, maar wel behoren tot een ras met een verhoogd risico op HD kunnen op een leeftijd van 12 tot 16 weken gescreend worden. Hierbij worden röntgenfoto’s van de heupen gemaakt en er wordt getest of de heupbanden strak genoeg zijn door middel van de ortholanietest. Op basis van de uitkomsten van het screeningsonderzoek kan besloten worden tot een vroegtijdige operatie, d.w.z. uiterlijk op 16 weken leeftijd,de symphysiodese. Hierbij wordt een deel van de groeicapaciteit van het bekken uitgeschakeld. Dit heeft tot gevolg dat de heupkoppen als het ware gekanteld worden. Voordeel van deze vroege ingreep is dat de heupen zich normaal kunnen ontwikkelen en er geen artrose ontstaat. Preventie HD en ED De basis voor honden zonder HD en ED is goed fokmateriaal. Om het aantal honden met HD en ED terug te dringen hebben diverse rasverenigingen besloten dat de reu en de teef waarmee gefokt wordt beiden gescreend moeten worden op HD en ED. Dit houdt in dat er officiële röntgenfoto’s gemaakt worden van de heupen en van de ellebogen van potentiële fokhonden die beoordeeld worden door een panel van deskundigen. Voor deze officiële foto’s, die wij in onze kliniek maken, moeten de honden minimaal 12 maanden oud zijn en voor een aantal grote rassen is de minimumleeftijd zelfs 18 maanden. Indien u van plan bent om een hond aan te schaffen van een ras met een verhoogd risico op HD en ED, dan is het aan te bevelen om een hond met stamboom aan te schaffen, omdat van deze dieren beide ouders gescreend zijn. Omdat HD en ED factorenziekten zijn, is de aanschaf van een pup met HD- en ED vrije ouders geen garantie dat uw pup geen van deze aandoeningen zal ontwikkelen. Tenslotte hebben de groeisnelheid (en indirect dus de voeding) en de mate van beweging tijdens de groeiperiode ook veel invloed. Het is belangrijk dat een pup de kans krijgt om zijn spieren goed te ontwikkelen door regelmatig gedoseerde beweging te krijgen. Overmatige en onverwachtse bewegingen (denk aan spelen met een bal of stok, trap lopen, op de bank springen, etc.) leiden tot overbelasting van de gewrichten en uitrekking van de gewrichtskapsels en kunnen beter voorkomen worden bij de groeiende hond. Pups van grote rassen vertonen een andere groeipiek dan pups van kleine rassen. Overmatige groei kan voorkomen worden door uw hond voer te geven dat afgestemd is op de specifieke behoeftes. Wij adviseren voor pups met een volwassen gewicht van 25 tot 40kg Royal Canin Large Dog Junior, omdat dit de optimale hoeveelheden energie en calcium bevat en tevens extra chondroitine en glucosamine voor gezonde gewrichten. Pups van rassen met een volwassen gewicht groter dan 40kg kunnen tot de leeftijd van 8 maanden ook gevoerd worden met Large Dog Junior van Royal Canin. Vanaf 8 maanden leeftijd adviseren wij Giant Dog Junior van Royal Canin, omdat dit voer een optimale spierontwikkeling bevordert. Kreupelheden bij de volwassen hond Knieproblemen Patella-luxatie Dit is een abnormale beweeglijkheid van de knieschijf (patella). Bij honden met deze aandoening kan de knieschijf voor kortere of langere tijd uit de kom schieten en naast het gewricht komen te liggen. Het is erfelijk en komt vooral veel voor bij de kleinere rassen. Op jonge leeftijd kan het al opvallen dat de hond af en toe een van de achterpootjes niet gebruikt met lopen. Dit is meestal niet pijnlijk en gaat vaak vanzelf weer over. Zoniet, dan helpt het vaak om het pootje even te strekken en weer te buigen, zodat de knieschijf weer op zijn plaats kan schieten. Het steeds maar weer uit de kom schieten van de knieschijf kan op den duur wel slijtage van het gewricht veroorzaken (zie artrose). Dit kan op oudere leeftijd blijvende kreupelheid veroorzaken. In sommige gevallen is het dus beter om een hond met patella-luxatie te laten opereren om gewrichtsslijtage op latere leeftijd te beperken. Of een hond hiervoor in aanmerking komt, hangt af van verschillende factoren. In onze kliniek kunnen wij na een lichamelijk onderzoek met u bespreken wat de beste optie voor uw hond is. Wij voeren deze operatie zelf uit. Kruisband letsels De kruisbanden zijn pezen in het kniegewricht die zorgen voor stabiliteit van de knie. Vooral letsels van de voorste kruisband komen vaak voor bij honden. Deze letsels ontstaan vooral na trauma, maar kunnen ook het gevolg zijn van verzwakking van de kruisbanden. In de meeste gevallen is de hond van het ene op het andere moment kreupel in een van de achterpoten. Hij wil en kan deze achterpoot dan niet of nauwelijks meer belasten. Het onderzoek om vast te stellen of er sprake is van kruisbandletsel moet soms onder een roesje gebeuren. Röntgenfoto’s vormen een onderdeel van het onderzoek. De behandeling is in het algemeen operatief. Er zijn vele operatietechnieken ontwikkeld de laatste jaren en de meest gebruikelijke techniek voeren we uit in onze kliniek. Heupdysplasie bij de oudere hond Heupdysplasie of kortweg HD is een slecht ontwikkeld heupgewricht. Een normaal heupgewricht bestaat uit een ronde heupkop die draait in een passende heupkom. Hieromheen bevindt zich strak bindweefsel dat de twee botten tegen elkaar aan drukt, het gewrichtskapsel. Bij HD kan de heupkom te ondiep zijn, de heupkop niet mooi rond zijn, het gewrichtskapsel te slap zijn of een combinatie hiervan. Het gevolg hiervan is dat de heupkop uit de kom kan schieten. Dit is pijnlijk en zorgt op den duur voor gewrichtsslijtage (zie artrose). HD is deels erfelijk en deels afhankelijk van andere factoren als voeding en beweging (zie preventie HD). Rassen waarbij HD veel voorkomt zijn o.a. Retrievers, Bouviers, Duitse Herders en Duitse Staanders. De klachten kunnen al op jonge leeftijd ontstaan, maar zijn vaak beiderzijds en daarom voor een leek soms moeilijk te herkennen. De hond loopt namelijk vaak niet kreupel, maar kan bijvoorbeeld wel een waggelende gang hebben, of heel korte pasjes maken met de achterhand. Ook kan het opvallen dat de hond snel gaat zitten of liggen en stijf is als hij gelegen heeft. Deze klachten zullen naarmate de hond ouder wordt verergeren door de toenemende gewrichtsslijtage. Vaak zal de bespiering van de achterhand afnemen door de verminderde beweging. Bij onderzoek in de praktijk zal het opvallen dat de hond stijve heupen heeft, die minder ver gestrekt en naar buiten gebogen kunnen worden. Op een röntgenfoto zal vooral de gewrichtsslijtage opvallen. Afhankelijk van de leeftijd, de klachten en het onderzoek zijn er een aantal behandelingsmogelijkheden. De niet-chirurgische behandeling richt zich op het verbeteren van de levenskwaliteit door het onder controle houden van de pijn en het beperken van een verergering van de artrose (zie artroseregime). Daarnaast is er voor een beperkt aantal patiënten nog een drietal chirurgische mogelijkheden, waaronder een heupkopprothese. Artrose Algemeen Artrose ofwel gewrichtsslijtage is een aandoening die voor kan komen in alle gewrichten. De aandoening staat niet op zichzelf, maar kan ontstaan ten gevolge van andere gewrichtsproblemen. In meer of mindere mate zal altijd artrose optreden na trauma, ontsteking of operatie van een gewricht. Hierbij raakt namelijk het kraakbeen beschadigd en door de daaropvolgende ontsteking zal er gewrichtsvloeistof van minder goede kwaliteit geproduceerd worden. Hierdoor krijgt het kraakbeen weer te weinig voeding en zal het kraakbeen nog verder beschadigen. Ook een afwijkende belasting van het gewricht bij o.a. HD of ED leidt tot kraakbeenbeschadiging evenals de ouderdomsslijtage. Tengevolge van de steeds slechtere kwaliteit van het kraakbeen zal het gewrichtskapsel verdikt raken en uiteindelijk verkalken. Deze verkalkingen zijn op een röntgenfoto te zien. Ook zal het gewricht dikker aanvoelen door deze botnieuwvormingen enerzijds en door overproductie van een slechtere kwaliteit gewrichtsvloeistof anderzijds. Als het proces van artrose eenmaal in gang gezet is, is dit onomkeerbaar. Met andere woorden: artrose is niet te genezen. Wel is de voortgang ervan te vertragen en is de levenskwaliteit van uw hond aanzienlijk te verbeteren met een artroseregime (zie artroseregime). Symptomen Hoewel artrose meestal optreedt bij oudere honden, kan het ook bij jonge honden voorkomen na bovengenoemde oorzaken. De artrose kan dan vrij snel na de gewrichtsbeschadiging optreden. De ouderdomsartrose zien we meestal pas vanaf 7 jaar leeftijd en de verschijnselen beginnen vaak heel geleidelijk. Vaak zijn dan meerdere gewrichten aan slijtage onderhevig, waardoor het herkennen van de symptomen lastig kan zijn. Uw hond kan wat trager worden, achterblijven bij de wandeling, stijf zijn als hij uit de mand komt, geen trappen meer willen lopen, wat kortere pasjes gaan maken etc. In een wat verder gevorderd stadium kan uw hond duidelijker kreupel worden aan een of meerdere poten. Bij beiderzijdse elleboogartrose valt het op dat een hond kortere pasjes gaat maken. Bij beiderzijdse heupartrose kan het zijn dat uw hond afwisselend op zijn ene en dan weer op zijn andere achterpoot gaat staan of juist heel snel gaat zitten. Artroseklachten worden helaas vaak verward met ouderdom, daarom is er een checklist ontwikkeld waarmee u snel kunt zien of het verstandig is om met uw hond langs te komen op de kliniek (zie artrose checklist). Artrose checklist • Is uw hond ’s morgens stijf? • Ligt uw hond opvallend veel? • Blijft uw hond achter bij de wandeling? • Wil uw hond eerder terug naar huis tijdens de wandeling? • Aarzelt uw hond voordat hij de auto in springt? • Springt uw hond mis of moet hij een tweede poging doen voor hij op de bank beland? • Durft uw hond de trap niet meer op of af? • Speelt uw hond niet meer met zijn favoriete speeltje? • Is uw hond minder enthousiast dan vroeger? Kunt u een of meerdere van deze vragen met “ja” beantwoorden, maak dan eens een afspraak in onze kliniek. Wellicht heeft uw hond last van artrose en kunnen wij met de juiste behandeling de levenskwaliteit van uw hond aanzienlijk verbeteren. Belangrijk om te beseffen is dat de artrose niet zal verdwijnen, maar dat de klachten ervan af zullen nemen en dat de verergering ervan geremd kan worden met het artroseregime. Artroseregime Aangepaste beweging: Regelmatige beweging is erg belangrijk voor honden met artrose. Dus frequente korte wandelingen zijn beter dan eenmalig een lange wandeling. Tijdens zo’n lange wandeling zal een hond met artrose niet altijd protesteren, maar de dag erna zal hij wel extra stijf zijn. Helemaal niet meer bewegen zal ook lijden tot meer stijfheid. Ook plotselinge bewegingen en snelle wendingen geven veel belasting van de gewrichten. Dus met een bal of stok gooien is niet meer aan te raden. Beter is het om regelmatig een stukje rustig te fietsen met uw hond of hem met mooi weer te laten zwemmen. Lichaamsgewicht: Bij overgewicht zal de belasting van de gewrichten groter zijn dan bij een gezond gewicht. Hierdoor zal de hond meer last hebben van de artrose en minder willen bewegen. Door de verminderde beweging zullen de gewrichten stijver worden en tevens zal er door verminderd energieverbruik een verdere toename van het lichaamsgewicht zijn. Zo komt uw hond in een vicieuze cirkel terecht. Voor honden met artrose is een gezond gewicht dus zeer belangrijk. Wilt u uw hond verantwoord af laten vallen, dan kunt u hiervoor tips krijgen in onze kliniek (zie overgewicht). Wij hebben ook speciaal voer voor honden met artrose en overgewicht. Dit voer bevat voedingssupplementen om de gewrichten soepel te houden (zie voedingssupplementen) en een beperkte hoeveelheid energie. Voedingssupplementen: Om het gewrichtskraakbeen zo gezond mogelijk te houden adviseren wij voedingssupplementen die dit gewrichtskraakbeen van extra voedingsstoffen voorzien. Deze extra voedingsstoffen (chondroitine en glucosaminen) zijn veelal afkomstig van de groenlipmossel en zijn verkrijgbaar als tablet of als poeder. Daarnaast is er Doils artrosis dat omega-3 vetzuren bevat die een ontstekingsremmende werking in het gewricht hebben. Beide categorieën voedingssupplementen beperken een verdere slijtage van het gewricht en kunnen naast elkaar gegeven worden. Voor alle voedingssupplementen geldt overigens dat het effect pas na enkele weken te merken zal zijn. Er is ook speciaal voer van Royal Canin en van Hill’s voor honden met gewrichtsklachten. Hierin zitten zowel de groenlipmossel als de omega-3 vetzuren. Ook heeft Hill’s het J/D reduced calorie, speciaal voor honden met gewrichtsklachten en overgewicht (zie lichaamsgewicht). Ontstekingsremmers/pijnstillers: Medicatie met zowel een pijnstillende als ontstekingsremmende werking heeft een tweeledig effect op uw hond. Ten eerste zal de pijn afnemen. Dit merkt u doordat uw hond weer vrolijker en vlotter wordt. De stijfheid of kreupelheid zal afnemen en uw hond zal weer meer gaan bewegen. Ten tweede wordt de ontstekingsreactie in het gewricht geremd, waardoor dit minder dik zal zijn en waardoor ook de verergering van de artrose geremd zal worden. De huidige generatie pijnstillers voor honden zijn veilig voor langdurig gebruik. Er is tegenwoordig zelfs een ontstekingsremmer in tabletvorm die maar 1 x per maand gegeven hoeft te worden. Fysiotherapie/hydrotherapie: Met behulp van fysiotherapie wordt de bespiering van uw hond beter, zodat een relatieve overbelasting opgevangen kan worden door de spieren in plaats van door het gewricht. Bij hydrotherapie wordt de hond in het water getraind, waardoor er tijdens de training nog minder belasting van de gewrichten is. Voor meer informatie kunt u ook terecht in onze kliniek. Rug- en nekproblemen Algemeen Rug- en nekproblemen kunnen zich op verschillende manieren uiten. Er kan sprake zijn van pijn, stijfheid, verlamming, algemeen ziek zijn, incontinentie. Ook kreupelheid aan een voor- of achterpoot kan veroorzaakt worden door rug- of nekklachten. Rug- en nekklachten kunnen veroorzaakt worden door trauma, bv na vallen, stoten of ongecontroleerd of te wild bewegen. Er is echter ook een aantal aandoeningen van de wervelkolom bekend. Rug- of nekhernia Dit is een aandoening van de tussenwervelschijven. Deze kraakbenige structuren liggen tussen de wervels en fungeren als schokbrekers en maken de normale bewegingen van de wervelkolom mogelijk. Bij een hernia drukt een deel van zo’n tussenwervelschijf tegen het ruggenmerg en/of zenuwen. Dit veroorzaakt pijn en vertraagde reflexen van de ledematen. In ernstigere gevallen kan er ook sprake zijn van zwakte of zelfs verlamming. Nekhernia’s kunnen uitstralingspijn in een van de voorpootjes veroorzaken, waarbij de hond dan vaak dat voorpootje omhoog houdt. Rughernia’s kunnen in ernstige gevallen ook incontinentie veroorzaken. De oorzaak voor een hernia kan trauma zijn, maar bepaalde rassen zoals Teckels, Jack Russel terriërs en Bassets lopen meer risico. De aandoening kan op alle leeftijden optreden, maar wordt het meest gezien bij honden tussen 2 en 10 jaar oud. Op een röntgenfoto kan vaak een goede indruk gekregen worden of er aanwijzingen zijn voor een of meerdere hernia’s, maar de diagnose kan pas bevestigd worden met contrastonderzoek of een MRI. Bij verdenking op rughernia is bewegingsbeperking van essentieel belang. De behandeling bestaat in de meeste gevallen aanvankelijk uit 6 weken hokrust soms gecombineerd met pijnstillers. Daarbij is een intensieve verzorging erg belangrijk. Er moet dagelijks gecontroleerd worden of de hond kan poepen en plassen. Bevuilt uw hond zichzelf, dan moet hij voorzichtig gewassen worden. In de zomer is het dan ook erg belangrijk om ongedierte weg te houden. Indien de pijn niet verminderd, of indien de klachten verergeren, is een operatie vaak de enige oplossing. Deze operatie is erg complex en wordt uitgevoerd door een specialist. Na de operatie is er een langdurige en soms intensieve revalidatieperiode nodig. Wervelinstabiliteit en spondylose Wervelinstabiliteit is een instabiliteit tussen 2 wervels die een beknelling van de zenuwen in de rug kan veroorzaken. Deze wervelinstabiliteit zien we bij jonge Dobermanns en Duitse doggen in de nek. Dit veroorzaakt vaak een typische waggelende gang en wordt daarom ook wel Wobbler syndroom genoemd. In een later stadium kan de hond zelfs gedeeltelijk tot volledig verlamd raken. Bij andere grote rassen zien we de wervelinstabiliteit op oudere leeftijd en meestal in de onderrug. Dan zien we vaak rugpijn, stijve rug, moeite met traplopen en springen en kreupelheid aan een achterpoot. Een enkele keer kan er wat verlies aan spieren en kracht van die achterpoot optreden. Beide aandoeningen worden vaak behandeld met rust en pijnstillers, maar kunnen ook operatief behandeld worden. Spondylose is eigenlijk een vorm van artrose aan de onderzijde van de wervels. Kenmerkend is de vorming van extra botweefsel. Dit treedt op bij instabiliteit van de wervels en in een vergevorderd stadium kunnen die wervels zelfs aan elkaar groeien. Zijn de wervels eenmaal vergroeid, dan is het proces meestal niet meer pijnlijk, maar uiteraard zal de rug wel stijver zijn. Pijnstillers bij rugklachten Omdat rugklachten vaak gepaard gaan met pijn, worden in veel gevallen pijnstillers voorgeschreven. Het is daarbij wel heel belangrijk om uw hond ook de door ons voorgeschreven rust te geven. Pijn is namelijk een natuurlijke reactie om het lichaam te beschermen tegen overbelasting en zodra uw hond minder pijn voelt, zal hij misschien weer de neiging hebben om in beweging te komen. Vooral bij verdenking op herniaklachten is het belangrijk dat uw hond toch hokrust krijgt om te voorkomen dat er ernstige schade aan het ruggenmerg zal ontstaan.