Dienen met daden (en zo Christus laten zien) Preek over Leerdienst Missionair thema IV lezen: 1 Petrus 2:11 - 3:2 Lelystad, 26 februari 2012 R.J.Vreugdenhil Het jaarthema is open harten, open ogen, open deuren. We denken na over onze houding naar andere mensen. We hebben het dan vaak over evangeliseren. Daarbij denk je vooral aan: het evangelie doorvertellen. Iemand vertellen over Jezus Christus. Maar práten over Jezus Christus is niet het enige, en zelfs niet het eerste. Kent u deze uitspraak van Franciscus van Assisi: ‘verkondig het evangelie, desnoods met woorden’? Verkondigen doe je vooral met daden. Laten zien wie je bent, wat je doet omdat je christen bent. Vanmiddag wil ik een paar lijnen trekken rond dit onderwerp: DIENEN MET DADEN (en zo Christus laten zien). 1. De bijbel is er duidelijk over. Door je daden, door hoe je je gedraagt, hoe je mens bent, laat je iets zien aan mensen om je heen. Onze Heer zegt dat aan het begin van de Bergrede, Matteüs 5:13-16. Jullie zijn het zout van de aarde, jullie zijn het licht in de wereld. Een lamp zet je op een standaard, zo moet jullie licht schijnen voor de mensen. Dat gaat niet over wat je zegt, maar over wat je doet. Want Jezus zegt: zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. Ik wil nog een keer apart preken over dit gedeelte, maar wel alvast dit: Jezus zegt dit aan het begin van zijn optreden. Later, in hoofdstuk 10, krijgen z’n leerlingen de opdracht: ga op weg en verkondig (10:7). Doe het met woorden. Dat staat hier, in Matteüs 5, nog niet. Zo ver zijn ze nog niet. Maar wel dit: wees nederig, wees zachtmoedig, geef barmhartigheid, werk aan vrede - laat je goede dáden zien. Eerst de daden. Later komt het evangeliseren met woorden. We lazen ook al 1 Petrus 2 en 3. De brief van Petrus is een brief aan christenen die verspreid leven, tussen niet-christenen. Toch schrijft Petrus niet veel over ‘vertel het evangelie’. Wel: leef vanuit het evangelie. Laat in je dáden zien dat je van Christus bent. Bijvoorbeeld als slaaf. Onverdiend leed verdragen (2:19). Dus niet alles bij elkaar schelden als je gestraft bent voor iets dat je niet gedaan hebt, maar het over je heen laten komen. Of als vrouw in je huwelijk, als je zelf tot geloof in Christus bent gekomen maar je man niet. Petrus schrijft: mannen zullen gewonnen worden voor het evangelie door het gedrag van hun vrouwen, zonder dat die iets hoeven te zeggen; alleen maar doordat ze zien hoe je leeft uit ontzag voor God. gebruik als leespreek graag melden per mail 1 Duidelijk bijbels onderwijs: laat je geloof zien door wat je dóet, om zo mensen voor Christus te winnen. Maar (ik noem het alvast, ik kom er aan het eind op terug): dienen met je daden, dat doe je niet alleen als een soort evangelisatie zonder woorden. Dienen met je daden is ook op zichzelf iets belangrijks. God wil dat je zo mens bent, nog los van de vraag of daardoor een ander Christus leert kennen. Je komt het namelijk al tegen in het Oude Testament. Leviticus 19:33-34, Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God. Niets van evangeliseren. Niet ‘vertel die vreemdeling over de HEER, jullie God’. Ook niet: wees vriendelijk, dan gaat hij de HEER vast ook wel dienen. Dat missionaire zit helemaal niet in de wetten van het Oude Testament. Maar wel: behandel hem vriendelijk. In Deuteronomium lees je: laat hem mee-eten van je oogst, net als weduwen en wezen. Dien met je daden. Daarvoor ben je mens van God. (Ik kom er straks op terug.) 2. De geschiedenis laat het zien. De geschiedenis van de christelijke kerk laat zien dat dáden van christenen vaak de sterkste manier waren waardoor niet-christenen tot geloof kwamen. Dat begint al bij Jezus zelf. Waardoor kwamen er zoveel mensen naar hem toe? Hij preekte èn hij hielp mensen. Zijn gedrag viel op. Niet alleen zijn wonderen, maar ook zijn liefde voor mensen in de achterbuurten, mensen aan de rand van de samenleving. Hij diende met daden. Dat trok mensen. En de kerk van de eerste eeuwen is vooral zo snel gegroeid doordat christenen opvielen door hun gedrag. Onder andere door hun grote liefde voor mensen. We kennen een uitspraak van een Romeinse keizer, keizer Julianus; hij probeerde de invloed van het christelijk geloof terug te dringen. Hij schrijft: Niets heeft de uitbreiding van het Christendom meer bevorderd, dan de humaniteit van Christenen tegenover vreemdelingen. Want christenen zorgden voor de armen (niet alleen de arme christenen!); christenen zorgden voor mensen met besmettelijke ziekte. Het gebeurde wel dat vanwege de pest heel veel mensen een stad uitvluchten, maar dat christenen bleven om de zieken te verzorgen. Omdat ze vanuit hun geloof niet bang waren om te sterven. De geschiedenis laat zien: dienen met de daad is een heel sterke manier om te laten zien wat het christelijk geloof betekent. Daden zeggen veel meer dan woorden. 3. Deze tijd vraagt er om. Even heel kort, wat typeringen over onze samenleving: - de tijd van de grote verhalen is voorbij. Dertig jaar terug had je socialisme, liberalisme, communisme, christendom. Allemaal met een boodschap. Daar werd naar geluisterd en mensen voelden zich daarmee verbonden. Dat is weg. Veel mensen hebben niets meer met een boodschap in woorden. gebruik als leespreek graag melden per mail 2 - er is zoveel informatie, zoveel media, met zo’n hoge snelheid en zo’n korte houdbaarheidsduur, dat woorden veel minder waarde hebben dan vroeger. De devaluatie van het woord. Mensen hebben geen vertrouwen meer in de politiek, want vandaag zeggen ze dit en morgen zeggen ze dat. Wat vandaag groot nieuws is, is morgen achterhaald. Woorden hebben veel minder betekenis en waarde dan vroeger. - Er is behoefte aan authenticiteit, echtheid. Mensen willen in hun hart geraakt worden. Daden zijn veel meer echt dan woorden. Iemand die authentiek anders durft te zijn, kan veel eerder rekenen op bewondering. Die dingen alleen al maken dat juist vandaag christelijke daden veel beter overkomen bij mensen dan christelijke woorden. Daar komt nog iets bij: in de christelijke levenshouding zitten heel veel dingen die je in onze samenleving steeds minder vindt. Verbondenheid, trouw, betrokkenheid, dienstbaar-zijn, zelfopoffering, inzet van tijd en energie - onze samenleving heeft het zo hard nodig. Dat zijn precies de dingen die Christus ons leert dóen. Daarin kun je dus ook als christen echt anders zijn dan veel niet-christenen. In onze tijd past dus heel goed het dienen met daden, om zo Christus te laten zien. Maar we moeten nog een stapje dieper. 4. Dienend doen is eigen aan christen-zijn. Wat is christen-zijn? Is dat: geloven dat God bestaat, erkennen dat je zondaar bent, geloven in vergeving door Jezus Christus en daarom rekenen op eeuwig leven? En verder gewoon fatsoenlijk leven als burger in deze maatschappij? Ik geloof dat wij het christen-zijn soms zo ontzettend beperken tot een paar grote lijnen: vergeving, eeuwig leven en bij de kerk horen. Maar in de bijbel gaat het over een radicale verandering. Over nieuwe mens zijn. Je bent niet vooral christen om straks in de hemel te komen, maar om nu merkbaar anders te zijn. Niet vooral in de bijzondere dingen van naar de kerk gaan en niet vloeken en geen seks voor het huwelijk. Maar anders zijn in je houding naar mensen. Anders in hoe je denkt over geld verdienen en uitgeven. Hoeveel je voor jezelf wilt hebben (hoeveel tijd voor jezelf, privé-leven). Daarin radicaal anders zijn. Zoals Jezus uw Heer zelf. Vanmorgen lazen we hoe hij het liet zien [preek over Johannes 13]: hij legde zijn bovenkleed af. De dingen die van jezelf zijn, waar je je lekker in voelt. Hij legde het af, deed een belachelijk handdoekje voor en ging voeten wassen. Dienend doen. De dingen doen waarvan anderen zeggen: ik zal me daar gek zijn... ik ben andermans slaafje niet. Uw Heer werd wel andermans slaafje. Christen-zijn is steeds meer op die Heer gaan lijken. Niet vooral een heleboel dingen van die Heer willen krijgen (vergeving, bemoediging, eeuwig leven - dank u wel); maar steeds meer op die Heer gaan lijken. gebruik als leespreek graag melden per mail 3 Met woorden van antwoord 86 van de Catechismus: door de Heilige Geest vernieuwd worden tot zijn beeld. Dus dat u en ik, door hoe we zijn, wat er in ons leeft, hoe we kijken naar mensen, hoe we ons inzetten voor mensen - dat we steeds meer lijken op het voorbeeld van de Heer Jezus Christus. Eén van de effecten kan dan zijn dat anderen het zien en erdoor geraakt worden en ook die Christus willen leren kennen. Zo zegt de Catechismus er achteraan: om door onze godvrezende levenswandel ook onze naasten voor Christus te winnen. Evangelisatie door daden. Maar dat is niet het enige en ook niet het eerste. Ga niet allerlei dienende dingen doen, ook niet als gemeente bijvoorbeeld een diaconaal project beginnen, om vooral daarmee mensen voor Christus te winnen. Nee, dienend doen, dat doe je omdat je als christen niet anders kunt. Omdat je door de Geest zo nieuw gemaakt wordt dat je steeds meer wilt lijken op je dienende Heer. Toch? Of kunt u christen zijn en tegelijk denken ‘ach, dat radicale, dat dienende, dat dingen van jezelf loslaten terwille van een ander - dat is niets voor mij...’? Mag ik dan, in naam van Christus, u vragen nog eens na te denken over uw christen-zijn? Want dienend doen is eigen aan christen-zijn. Nu kan ik heel makkelijk teruggrijpen naar wat ik net al zei: je kunt evangeliseren door te dienen, maar je moet ze ook gewoon naast elkaar laten staan: 5. Dienen náást evangeliseren Heel praktisch dichtbij. Wij hebben hier in Lelystad het IDO, met inloophuizen, voedselbank, schuldhulpverlening. En we hebben MeetingPoint, project voor kansarme jongeren. Schitterende voorbeelden van dienen. Is nu het uiteindelijke doel van dat dienen: evangeliseren? Gaat het er uiteindelijk om dat je het verhaal van Jezus Christus aan die mensen kunt brengen? Het is verleidelijk om dat zo te zeggen: dienen om te evangeliseren. En natuurlijk, uiteindelijk is je eeuwige redding belangrijker dan een krat eten van de voedselbank. Toch maak je dan zomaar een valse tegenstelling. En je komt zomaar in de fout terecht waar het vorige week over ging, over het docetisme, over de Zoon van God die niet echt mens werd; want je gaat zomaar een scheiding aanbrengen tussen het gewone leven en het geestelijk leven. Zoiets van ‘helpen in het aardse is goed, maar het gaat natuurlijk om het geestelijke’. Dus dien je met praktische hulp, maar het gaat om evangeliseren. Nee, iemand helpen in zijn leven als mens op deze wereld van God is op zichzelf waardevol. Ook zonder dat je er het evangelie bij vertelt. Dat zie je bijvoorbeeld in het Nieuwe Testament, de brieven van de apostelen aan jonge christenen. Daarin gaat het veel over die radicale verandering: een christen is iemand die totaal anders doet. En het grote doel is dan niet ‘aan iedereen het evangelie doorvertellen’. Maar ‘mens zijn in liefde voor medemensen’. Want daarvoor heeft God je gemaakt, daarvoor verlost hij je door Jezus Christus en daarvoor maakt hij je nieuw door zijn Geest. Dienen heeft dus een eigen plek naast evangeliseren. gebruik als leespreek graag melden per mail 4 Maar ik geloof dat je wel kunt zeggen: laat het christelijk dienen zijn, dus ook 6. Dienend doen waardoor Christus geëerd wordt Ik kan me herinneren uit een andere plaats dat de gezamenlijke kerken de mogelijkheid kregen om mensen met een bijstandsuitkering een kerstpakket te geven. Heel mooi. Maar één van de voorwaarden was: er mocht niet op staan dat het bij de kerk vandaan kwam. Het dienend geven moest volstrekt anoniem zijn. Ik snap best dat ze niet wilden dat het uitgelegd werd als ‘zieltjes winnen’. Inderdada, je doet zoiets niet om te evangeliseren, maar om te dienen. Maar past het bij de Heer om anoniem te dienen. En dan anoniem in de betekenis van: zonder zíjn naam te noemen? Ik denk weer aan Matteüs 5, de bergrede. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. Dienend doen waardoor God geëerd wordt. Niet: kijk eens hoe goed wij zijn, als christenen. Ook niet: kijk, dit doen we voor je, dus word ook christen. Dienen is geen evangelisatie-truc. Maar wel: herkenbaar christelijk dienen, opdat de naam van Christus geëerd wordt. Die dienende christenen uit de begintijd van de kerk: men wíst dat het christenen waren. En er werd positief over gesproken. En zo’n project als MeetingPoint - laat maar bekend zijn dat de kerken dat samen organiseren en laat er positief gesproken over de kerk van Christus. Maar ook in het klein, in je eigen gedrag. Als je dienend helpt, je inzet als vrijwilliger, aandacht geeft aan mensen: laat maar merken dat je het doet omdat je christen bent. Benoem je motivatie maar. Om daarmee Christus te eren. Wijs van jezelf af naar hem: de liefde van God motiveert me om dit te doen. Dat betekent wel dat we misschien nog erin moeten groeien om heel vanzelfsprekend de naam van Christus te noemen. Gewoon zeggen dat je het doet omdat je bij hem hoort. Dienend doen waardoor Christus geëerd wordt. En als er dan vragen gesteld worden, en je ziet mogelijkheden om meer te vertellen over je Heer voor wie je leeft en die je liefhebt - voeg dan het woord maar bij de daad en vertel over Christus. Dienen kán inderdaad ook een opstap zijn naar evangeliseren. Ik sluit af een tekst die we vanmorgen ook gelezen hebben. Johannes 13:15-17. Jezus heeft de voeten van zijn vrienden gewassen. Dienend. Slavenwerk. En dan zegt hij: ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. Amen gebruik als leespreek graag melden per mail 5 Liturgie in Lelystad votum zegen Gez.169:1,2,3 gebed lezen 1 Petrus 2:11-3:2 Gez.61 onderwijs Psalm 112:3,4 Gez.179a wisselzang gebed mededel. collecte LvK 481:1,3 gebruik als leespreek graag melden per mail 6