14 Groot en klein in La Palma

advertisement
Groot en klein in La Palma
Sinds een paar weken staat op het Canarische eiland La Palma de grootste
optische telescoop ter wereld: de Gran Telescopio Canarias (GTC) overtreft met zijn
diameter van 10.4 meter de Amerikaanse Keck-tweeling op Hawaii met 4 procent en
zag, alhoewel pas in 2008 volledig operationeel, op 13 juli jongtsleden zijn primera
luz. Na een bouw die 7 jaar duurde, wordt de GTC de grote broer van het ‘kleinere’
arsenaal telescopen van het Observatorio del Roque de los Muchachos, waaronder de
3 telescopen van de Brits-Nederlandse Isaac Newton Group en de 1.2 meter ZwitsersBelgische Mercator-telescoop. Voor wie gewend is om te denken in dimensies van
gemiddelde amateur-instrumenten, dus met spiegeldiameters tussen ruwweg 10 en 50
centimeter, spreken de afmetingen van dit nieuwe lichtkanon tot de verbeelding. De
hele constructie – die op een azimutale montering rust – is in wezen een draaiende
kubus met een zijde van niet minder dan 27 meter ! De telescoop zelf is zoals de
meeste reuzentelescopen een Ritchey-Chrétien-reflector en heeft een primaire spiegel
bestaande uit 36 onafhankelijk aanstuurbare segmenten. Elk individueel segment is
een regelmatige zeshoek waarvan de diameter bijna 2 meter bedraagt, wat impliceert
dat de oppervlakte van één segment dubbel zo groot is als deze van de volledige
Mercator-telescoop… De secundaire spiegel, zelf ook meer dan 1 meter in diameter,
hangt maar liefst 15 meter boven de primaire spiegel. Voor de diverse detectors
(optisch en infrarood) kan, behalve het klassiek Cassegrain-brandpunt achter de
hoofdspiegel, desgewenst ook gebruik worden gemaakt van een aantal brandpunten
die zich boven de primaire spiegel bevinden. Hiervoor is er een constructie voorzien
(trouwens geleverd door het Belgische bedrijf AMOS) met een vlakke tertiaire spiegel
die de lichtbundel afleidt loodrecht op de optische as naar onder andere de twee
Nasmyth-brandpunten (die zich op de hoogte-as bevinden en die dus enkel azimutaal
hoeven te bewegen).
Figuur 1: De gigantische koepel van de Gran Telescopio Canarias (GTC) hoog boven
de Atlantische Oceaan. De koepel heeft een diameter van 33 meter ! (foto: Peter De
Schrijver)
Figuur 2 : Schematische voorstelling van de GTC.
Met de in gebruik name van deze reuzentelescoop wordt het Observatorio op
La Palma een van de belangrijkste sterrenwachten op het noordelijk halfrond.
Nochtans is dat van buitenaf nauwelijks of niet te merken: het geïnteresseerde publiek
dat er een paar uur bochtenwerk voor over heeft om de 2426 meter naar de Roque de
los Muchachos te beklimmen, loopt er wat verweesd bij op de rand van de Caldera de
Taburiente waar het telescopenpark gevestigd is en wordt volledig aan zijn lot
overgelaten. Dat er op de toegangswegen naar de diverse telescopen ‘staff only’ staat,
is natuurlijk te begrijpen, maar dat er nergens in de buurt nog maar enige informatie te
verkrijgen is, met wat er nu eigenlijk onder al die koepels staat en waarom, versterkt
alleen maar het beeld bij het grote publiek van de wereldvreemde astronoom die
vanop zijn ivoren toren naar de hemel staart. Zelfs de geringste aanduidingen bij de
koepels ontbreken, zodat honderden bezoekers dagelijks onwetend voorbij gaan aan
wat een van de paradepaardjes van Europese astronomische spitstechnologie zou
moeten zijn. Een gemiste kans om de interesse van jong en oud op te wekken voor
sterrenkunde in het bijzonder en wetenschappen in het algemeen. Een gemiste kans
1
om meer jonge talenten warm maken voor een wetenschappelijke studie en loopbaan.
Hoe kan men van een publiek (en zijn politici) belangstelling (en fondsen) verlangen
als er op geen enkele manier informatie naar buiten stroomt van wat er zich binnen in
de duistere koepels afspeelt ? Gelukkig dat ik dankzij internet op de hoogte was hoe
het gebouw waarin de Mercator-telescoop gevestigd is er langs de buitenkant uitziet,
anders kon ik mijn zonen van 9 en 10 enkel maar vertellen “dat ergens in een van de
koepels ginder in de verte een Belgische telescoop staat”. Dit gebrek aan
informatieverstrekking staat in schril contrast met hoe dit gebeurt aan de overkant van
de oceaan: meestal hebben de Amerikanen ons niet veel te leren, maar de manier
waarop zij aan wetenschapspopularisering doen, kan misschien wel inspirerend
werken. Aan de voet van Mauna Kea bijvoorbeeld waar onder andere de Kecktelescopen gevestigd zijn, is er een ‘Visitor Center’ dat 365 dagen per jaar geopend is
om het publiek warm te maken voor sterrenkunde en de onderzoeksactiviteiten van de
observatoria op de bergtop, aan de hand van begeleide tours, presentaties en
dagelijkse waarnemingsavonden. Geen mens kan Mauna Kea bezoeken zonder te
weten dat op de top astronomie van het hoogste niveau wordt bedreven. Bovendien,
als de Amerikanen in iets het grootst zijn, dan zal heel de wereld het geweten hebben,
zelfs al hebben ze het bij het verkeerde eind: op de website van Keck Observatory
staat nog altijd vol trots dat de Keck’s de grootste optische telescopen zijn.
Ongetwijfeld een ander uiterste van informatieverstrekking – de baseball-petjes en de
frisbeeschijven met het logo van Keck-Observatory zijn nét een brug te ver – maar in
dit geval misschien toch te verkiezen boven de Europese teruggetrokkenheid.
Evenwel, niet getreurd: als amateur-astronoom kan je natuurlijk niet naar La
Palma gaan zonder zelf de blik omhoog te richten, ook al is het niet vanop de Roque
de los Muchachos. En dus had ik mezelf gewapend met mijn eigen kleine en
eenvoudige versie van de GTC: een Vixen 15x80 verrekijker en een stevig statief. De
afmetingen spreken minder tot de verbeelding, met 80mm opening ben je beperkt tot
de helderste deepsky-objecten en natuurlijk kan je met een vergroting van 15x niet
veel detail verwachten, maar het brede beelveld van 3.5° zorgden dat de tochten die ik
ermee gemaakt heb langs de zomermelkweg een onvergetelijke ervaring waren en een
ware lust voor het oog. De schatkamer van Sagittarius staat er meer dan 20 graden
hòger boven de horizon dan in België en dat gecombineerd met een aardsdonkere
hemel zorgt voor een quasi eindeloze reeks van fraaie sterrenlandschappen. Behalve
de schitterende afwisseling van sterrenwolken en donkere stofbanden die de
zomermelkweg over de hele hemel boetseren, geflankeerd door Jupiter en Antares in
het zuiden, staan talloze deepsky-objecten als het ware te schreeuwen om te worden
waargenomen.
Figuur 3: Een klassiek beeld van het Observatorio del Roque de los Muchachos
bovenop de kleurrijke rand van de Caldera de Taburiente: links de 2.6m Nordic
Optical Telescope, midden de 4.2m William Herschel telescoop en uiterst rechts de
1m Jacobus Kapteyn telescoop. De 2.5m Isaac Newton en de 1.2m Mercator
telescoop zijn niet te zien op deze opname. (foto: Peter De Schrijver)
Met een bescheiden vergroting van 15x ga je bij voorkeur op zoek naar relaitef
grote deepsky-objecten of nauwe samenstanden van meerdere objecten zodat die
tegelijk kunnen worden waargenomen. Een van de meest opvallende deepsky
objecten in de buurt van Sagittarius is de open sterrenhoop M7, die gemakkelijk met
het blote oog onderscheiden wordt als een heldere concentratie sterlicht op een vijftal
2
graden van de staart van Scorpius ( Sco). Het is een 80’ minuten wijde sterrenhoop
met een behoorlijk aantal heldere sterren. Wat deze sterrenhoop een spectaculaire
aanblik verleent in de verrekijker, is het feit dat hij pal voor een heldere wolk van de
melkweg staat. Het geheel is bovendien bijzonder kleurrijk: waar de Pleiaden
bijvoorbeeld enkel bauwwit schijnen, glanzen deze sterren in een bonte verzameling
van subtiel rood, oranje, geel en wit.Het effect is dat het echt lijkt alsof je naar een
doos diamanten zit te kijken waarvan de grote heldere liggen te schitteren bovenop
een massa kleinere edelsteentjes. Iets poëtischer geformuleerd, zegt Stephen O’Meara
in zijn ‘Messier Objects’ over deze sterrenhoop: “M7 resembles a cosmic flower
opening in the morning mist of the Milky Way”.
Een tiental graden ten noorden van M7, is er met het blote oog nog een
opvallend vlekje in de melkweg zichtbaar: de befaamde Lagunenevel en de
bijhorende cluster (M8). Met een maximale hoogte van 15° is deze nevel vanuit
België eigenlijk nooit echt goed waarneembaar, maar hier op meer dan 35° hoogte
komt de ware schoonheid van dit gebied volledig tot zijn recht: 3 Messier-objecten
zijn in één oogopslag te zien in de kijker en vormen een van de meest
indrukwekkende vista’s uit de Messier-cataloog. De Lagunenevel die zich over meer
dan een halve graad uitstrekt rond de heldere cluster, daarboven de zeer subtiele
Trifidnevel (M20) en nog iets meer noordelijker het kleine open sterrenhoopje M21.
Ondanks het feit dat de typische stofbanen niet te zien zijn op 15x, is de gloed van de
Trifidnevel heel bijzonder: transparant en fragiel glanzend, heel anders dan
bijvoorbeeld de matte indruk die bolvormige sterrenhopen geven bij deze lage
vergroting.
Ook het bij ons heldere gedeelte van de melkweg in de Zwaan straalt hier
natuurlijk in volle glorie. Net ten zuiden van  Cyg (de zuidelijke vleugel van de
Zwaan), bevindt zich de Sluiernevel. Deze omspant bijna 3 graden en is dus perfect
op maat gesneden om mooi in het beeldveld van de verrekijker te passen. Langs de
oostelijke zijde zijn de heldere delen (NGC6992 en NGC 6995) heel mooi te zien als
een banaanvormige nevel met een dik gekromd uiteinde aan de ene kant. Helemaal
aan de andere zijde van het beeldveld ligt NGC6960, als een rechtlijnige nevel dwars
door de ster 52 Cyg, die met magnitude 4.2 veruit de helderste ster in beeld is.
Hierdoor lijkt dit deel wel op een komeet met een zeer heldere kern en een strakke
staart. De andere tussenliggende delen van de Sluiernevel waren niet waarneembaar,
maar de 3 simultaan zichtbare fragmenten suggereerden perfect de werkelijke
bolvorm van dit supernovarestant.
Figuur 4: De melkweg rijst loodrecht boven de Atlantische Oceaan: het centrum van
de melkweg nabij Sagittarius, met rechts Jupiter boven de kop van Scorpius. Behalve
een aantal bekende Messier-objecten is ook het donkere paard gemakkelijk
herkenbaar. (foto: Peter De Schrijver)
Mooi bolvormig is ook de grootste planetaire nevel aan het firmament: de
Helixnevel (NGC7293) is met zijn 16 boogminuten ongeveer half zo groot als de
volle maan of meer dan 10 keer zo groot als de ringnevel ! Ondanks een magnitude
van 7 is de oppervlaktehelderheid dan ook behoorlijk gering en door zijn lage
declinatie is de Helixnevel zeker geen eenvoudig verrekijker-object in België. Vanop
deze locatie echter is de nevel zeer gemakkijk te vinden door te starhoppen vanaf
Fomalhaut (Alpha Piscis Austrini), de enige heldere ster in de wijde omgeving. De
eerste keer dat de nevel in beeld komt, wordt je volledig verrast door de enorme
afmetingen omdat je planetaire nevels nu eenmaal veel kleiner verwacht. Hij ziet eruit
3
als een gigantische komeet, uniform bolvormig en in tegenstelling tot de meeste
fotografische opnamen, zonder verdonkering naar binnen toe. Anders dan kometen of
bolhopen, is de nevel wel behoorlijk scherp afgelijnd aan de buitenkant. Bovendien
zijn er aan de rand 5 zwakke sterretje te zien die de nevel bijna perfect omkaderen, als
het ware om aan te duiden hoe uitgestrekt de nevel wel is.
Met zo’n beelden door een kleine 80mm-verrekijker in het geheugen, keer je altijd
voldaan terug huiswaarts, zelfs al liep je bijna zonder het te weten voorbij de grootste
telescoop op aarde.
4
Download