B&W.nr. 11.0016., d.d. 11-1- 2011 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Afhandeling raadsmotie mw. van Gruting bij RB nr. 09.0063 d.d. 16-62009 inzake UWV-claim aangaande verbouwing Stationsplein 107 (vergoeden van bouwleges als tegenprestatie voor het intrekken van een claim van UWV i.v.m. vergeefs gemaakte plankosten) BESLUITEN 1. kennis te nemen van het feit dat het UWV in beginsel bereid is tot het intrekken van een factuur van UWV ad € 196.610,95 i.v.m. vergeefs gemaakte plankosten voor de verbouwing van Stationsplein 107; 2. als verlangde tegenprestatie de factuur gericht aan het UWV voor de bouwleges ad. € 65.712 d.d. 8 dec. 2008 inzake de naderhand ingetrokken aanvraag bouwvergunning te vergoeden aan het UWV; 3. middels deze wijze van afhandeling van de claim van UWV de raadsmotie ingediend bij RB nr. 09.0063 d.d. 16-6-2009 betr. verlening aanvullend krediet voor de verbouwing van het v.m. Belastingkantoor als afgehandeld te beschouwen en 4. de Raad conform bijgaande concept-brief te informeren. Samenvatting Nadat de gemeente eind 2007 het v.m. Belastingkantoor had aangekocht was het de bedoeling daar mede een locatie voor werk en inkomen onder te brengen, een samenwerking met UWV. Er werd afgesproken dat het UWV de planvorming voor de verbouwing trok. Eind 2008/begin 2009 het project stuk op de kostenraming voor die verbouwing. Door het UWV zijn daarna kosten van het ontwerp op de gemeente verhaald. UWV is bereid gebleken de factuur in te trekken, nu wij besloten hebben onze factuur voor de bouwleges te vergoeden. Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Aan de Raad van de gemeente Leiden Datum Januari 2011 Ons kenmerk Onderwerp Afhandeling UWV-claim inzake verbouwing Stationsplein 107 Gemeente Leiden Bezoekadres Stadhuis Stadhuisplein 1 Postadres Postbus 9100 2300 PC Leiden Telefoon 071-5165165 E-Mail [email protected] Website www.leiden.nl/gemeente Contactpersoon Jan Landkroon Doorkiesnummer 5838 Geachte leden van de Raad, Bij uw besluit RB nr. 09.0063 d.d. 16-6-2009 betreffende de verlening aanvullend krediet voor de verbouwing van het v.m. Belastingkantoor heeft uw Raad een motie aangenomen, waarbij werd uitgesproken: ‘niet bereid te zijn om over te gaan tot het voldoen van enige door het UWV in te dienen claim’. Over deze zaak melden wij u het volgende. Nadat de gemeente het v.m. Belastingkantoor aan het Stationsplein eind 2007 had gekocht van Domeinen, was een projectgroep belast met het maken van een verbouwingsplan waarbij het kantoor bestemd werd voor de locatie voor werk en inkomen (LWI) en daarnaast (voor ca. 85 %) voor huisvesting van het gemeentelijk ambtelijk apparaat; dat laatste zou men name gaan om medewerkers van de afdeling werk en inkomen, welke als back office samen met de LWI onder een dak zouden komen. Aangezien het UWV reeds de aanbesteding van de verbouwingen van LWI’s in den lande geregeld had, trok zij het ontwerp-traject, met de afspraak van latere verrekening van gemaakte kosten. Eind 2008/begin 2009 besloten UWV en de gemeente het samenwerkingsproject te beëindigen. Tegelijkertijd werd toen het overleg opgestart over de planvorming in het Stadsbouwhuis. Het UWV stuurde daarna naar de gemeente een brief d.d. 20 april 2009 met een factuur vanwege de vergoeding van door UWV verrichte uitgaven resp. gemaakte kosten; deze factuur bedroeg € 196.610,95 (berekend met inachtname van evenredigheid van het geplande gebruik van de samenwerkingspartners). Daarnaast was er nog een claim vanwege de aangevraagde, doch later ingetrokken aanvraag voor een bouwvergunning, waarvoor de gemeente leges in rekening had gebracht bij UWV ten bedrage van € 65.712. In recentelijk gehouden overleg is het UWV erop gewezen dat de mislukking van het project ook bij de gemeente tot grote verliezen heeft geleid. Toen besloten werd het gebouw geheel te bestemmen voor het gemeentelijk ambtelijk apparaat moesten de verbouwingsplannen worden herzien. Dat ging uiteraard gepaard met nieuwe plankosten, maar ook moesten de wel geplande, maar niet gerealiseerde opbrengsten tijdens de langere leegstandsperiode worden verantwoord. In het PRIL 2008 en 2009 zijn deze verliezen geregeld ten laste van de Vereveningsreserve. Het UWV heeft zich als gevolg daarvan bereid getoond de eerdergenoemde factuur in te trekken. Deze bereidheid geldt onder voorwaarde dat de gemeente de factuur voor de bouwleges compenseert. Wij menen dat een dergelijke uitkomst voor de gemeente aantrekkelijk is. Wij menen dat wij als gemeente niet het standpunt kunnen innemen dat wij op geen enkele wijze een bijdrage moeten geven in de voorbereidingskosten die het UWV heeft gemaakt; het treffen van een schikking verdient o.i. de voorkeur. De compensatie wordt in de vorm gegoten van een vergoeding aan UWV ter grootte van hetzelfde bedrag. Deze (om)weg wordt gekozen in plaats van kwijting te verlenen, hetgeen de legesverordening zich daartegen verzet. Het vergoeden van de factuur gericht aan het UWV voor de bouwleges leidt ertoe dat UWV geen claim meer bij de gemeente indient. Derhalve ontstaat formeel een situatie die beoogd werd bij de motie. Echter, het betekent wel dat de gemeente een aderlating lijdt en de bedoeling van de motie in het gedrang komt. Gezien evenwel de juridische positie van de gemeente menen wij dat het volledig bereiken van het in de motie beoogde doel niet haalbaar is en dat het nu bereikte akkoord als best haalbare moet worden aangemerkt. Met deze regeling van de UWV-claim beschouwen wij de bovenbedoelde motie als afgehandeld. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, bijlage 1 RV 09.0063 Aanvullend krediet voor de verbouwing voormalig Belastingkantoor t.b.v. huisvesting deel van de ambtelijke organisatie Motie: M090063/3 Onderwerp: Claim UWV De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 16 juni 2009, constaterende dat: - het college van B&W melding maakt van een risico aangezien het UWV een claim bij de gemeente heeft neergelegd voor de plan- en ontwerpkosten voor de verbouwing van het voormalig belastingkantoor; - het college van B&W de hoogte van dit risico als p.m.-post opvoert; overwegende dat: - het UWV bekend had kunnen en moeten zijn van het door de raad gevoteerde bedrag voor de verbouwing; spreekt haar mening uit: - niet bereid te zijn om over te gaan tot het voldoen van enige door het UWV in te dienen claim; Greetje van Gruting (VVD) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dat de motie is aangenomen met dien verstande dat de fractie van GL wordt geacht tegen te hebben gestemd.