Discriminatie om seksuele oriëntatie in het mbo

advertisement
SEKSUELE DIVERSITEIT IN HET BEROEPSONDERWIJS
Naar een ‘veiliger’ schoolklimaat
Auteurs Laura Baams, postdoc Universiteit Utrecht
april 2016
Discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en gender is wettelijk verboden. Toch ervaren mbo-studenten die
lesbisch, homo, biseksueel of transgender (lhbt) zijn, nogal eens problemen. En datzelfde geldt voor lhbtdocenten en andere medewerkers. Wat kunnen onderwijsinstellingen doen om ook deze minderheidsgroepen
een (sociaal) veilige omgeving te bieden?
Discriminatie om seksuele oriëntatie in het mbo
Gelijke kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt zouden vanzelfsprekend moeten zijn. Het zijn bovendien
wettelijk verankerde grondrechten. De praktijk is anders. In het bijzonder op het mbo. Jongeren die lesbisch,
homo, biseksueel of transgender (lhbt) zijn, hebben het daar niet altijd makkelijk. Zij hebben te maken met
negatieve reacties op hun seksuele oriëntatie, vanuit medeleerlingen én personeel. En opmerkelijk: aanzienlijk
vaker – twee tot elf keer -- dan studenten op het hbo of de universiteit. Zo ervaart 23% van de mbo-studenten
afkeurende blikken (vs. 10% van wo-studenten), en wordt 11% van hen uitgescholden vanwege hun seksuele
voorkeur (vs. 2% van de hbo-studenten). Maar liefst 12% van de mbo-studenten die te maken kreeg met homonegativiteit geeft aan dat dit de studieprestaties heeft verslechterd (Kooiman & Keuzenkamp, 2012).
Over het algemeen beschrijven mbo-leerlingen hun studieomgeving dan ook vaker als homo-onvriendelijk dan
hbo- of universitaire studenten (Kooiman & Keuzenkamp, 2012). Niet-hetero en/of transgender zijn in het mbo is
lastig. De afwijzing en discriminatie die lhbt-jongeren ervaren is slecht voor hun gezondheid en welbevinden.
Hierdoor hebben zij vaker psychische klachten (Kuyper, 2015) en functioneren zij minder goed (Kooiman &
Pagina 1 van 3
Keuzenkamp, 2012). Discriminatie wegens seksuele oriëntatie blijft niet beperkt tot jongeren. Ook docenten die
lesbisch, biseksueel of homo zijn, hebben ermee te maken.
Dit blijkt uit de Sociale Veiligheidsmonitor uit 2011 (ecbo; Neuvel & Van den Dungen in Kooiman & Keuzenkamp,
2012). Daarnaast worden zij vaker dan heteroseksuele mbo-medewerkers geconfronteerd met verschillende
vormen van geweld. Door deze negatieve ervaringen functioneren zij minder goed, voelen zich gespannen, en
melden zich vaker ziek. De discriminatie die mbo-medewerkers meemaken, komt niet alleen van studenten,
maar ook van collega’s en leidinggevenden.
Maatschappij-breed groeit de acceptatie van seksuele diversiteit. Echter, tussen 2006 en 2011 blijken de
ervaringen met psychisch-fysiek geweld onder homo en lesbisch mbo-personeel te zijn toegenomen (Kooiman
& Keuzenkamp, 2012).
Sociale veiligheid en burgerschap
Sociale veiligheid en burgerschap Het mbo springt er negatief uit als het gaat om discriminatie wegen seksuele
oriëntatie. Daarmee is de sociale veiligheid in het geding. En die geldt als belangrijke voorwaarde voor goed
onderwijs. Wat valt daaraan te doen? Een belangrijke sleutel ligt in het (verplichte) burgerschapsonderwijs.
Onderdeel van dat onderwijs is de ‘sociaal-maatschappelijke dimensie’. Het gaat dan om zaken als leren
omgaan met waardendilemma’s, zoals seksuele diversiteit, en de acceptatie van verschillen en culturele
verscheidenheid. Aspecten die alle deel uitmaken van de kwalificatie-eisen Loopbaan en burgerschap. Om
mbo-studenten op te laten groeien tot participerende burgers én te voldoen aan de kwalificatie-eisen, is het dus
belangrijk dat jongeren zich bewust zijn van diversiteit, en daarmee om kunnen gaan.
Naar een grotere acceptatie van seksuele diversiteit
Jongeren op het mbo komen voor het overgrote deel van het voortgezet onderwijs. Zouden zij niet allang
vertrouwd moeten zijn met (acceptatie van) seksuele diversiteit? Immers, seksuele vorming is een verplicht
onderdeel van het lesprogramma in het voortgezet onderwijs. De invulling van deze lessen is echter zeer
verschillend; scholen bepalen die grotendeels zelf. Dit betekent dat studenten elk met een andere achtergrond
en eigen ervaringen het mbo binnenkomen.
Ook mbo-instellingen zullen daarom moeten werken aan acceptatie van seksuele diversiteit. Dat gebeurt ook. Zij
het niet overal in dezelfde mate. Verschillende methoden zetten roc’s daarbij in. Zo worden bijvoorbeeld
theatervoorstellingen gehouden over seksuele diversiteit. Eraan gekoppeld is dan een training voor docenten,
bedoeld om hen handvatten te geven waarmee seksuele diversiteit bespreekbaar kunnen maken. Theatergroep
Aanz bijvoorbeeld verzorgt zulke voorstellingen voor studenten en docenten (http://www.theater-aanz.nl/).
Verder zijn binnen inmiddels 40 mbo-instellingen Gay-Straight Alliances (GSA) actief en worden Paarse
Vrijdagen ondersteund (kamerbrief 2014a). Een GSA is een groep studenten met verschillende seksuele
oriëntaties (ook hetero) die samen werken aan een veiliger schoolklimaat. Paarse Vrijdag, een initiatief van COC
Nederland, kenmerkt zich eveneens door solidariteit. Die dag, één keer per jaar, worden studenten opgeroepen
om paars te dragen en zich daarmee uit te spreken voor de acceptatie van lhbt-jongeren. GSA’s zijn populair in
zowel Nederland als internationaal. Het Nederlands Jeugdinstituut beoordeelt de allianties als een ‘goed
onderbouwde’ interventie.
Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie
Stagiairs met een lhbt-achtergrond hebben eveneens te lijden onder discriminatie tijdens de bpv . Ook daarvoor
is aandacht nodig. Het betreft hier een vorm van arbeidsmarktdiscriminatie. Wat daar in algemene zin tegen te
doen is, staat in het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie, gepresenteerd in 2014. Het plan beschrijft vijf acties,
specifiek bedoeld om discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en gender op de arbeidsmarkt te bestrijden
(kamerbrief 2014b). Specifiek aandacht is er daarbij voor biseksuele personen. Deze categorie blijkt nog meer
Pagina 2 van 3
negatieve reacties en minder sociale steun te ervaren in vergelijking met homo, lesbische, en heteroseksuele
personen. Veel van de projecten die op basis van het Actieplan Arbeidsmarkt zijn gestart, lopen nog, maar de
voorlopige resultaten zijn positief (kamerbrief 2015).
Ook de Stichting van de Arbeid zet zich in om diversiteit binnen organisaties op een positieve wijze te bevorderen
(http://diversiteitinbedrijf.nl/). Er zijn inmiddels 43 organisaties die het ‘diversiteitscharter’ hebben getekend en
daarmee aangeven maatregelen te nemen gericht op een evenwichtige personeelssamenstelling en inclusieve
bedrijfscultuur. Tot deze organisaties behoren Gemeente Utrecht, Gemeente Rotterdam, Gemeente Amsterdam,
FNV en CNV. Ondanks de relatieve diversiteit van de sector bestuur en onderwijs (Kuyper, 2013), zijn er op dit
moment geen roc’s die het charter hebben getekend.
Tot slot
Veel scholen zijn zich bewust van de mogelijke problematiek rondom discriminatie. Toch wordt er in het
schoolbeleid vaak maar weinig aandacht besteed aan seksuele diversiteit. De nieuwe monitor Sociale
Veiligheid en LHBT Emancipatiemonitor zullen moeten uitwijzen of de genomen maatregelen zich hebben
vertaald naar een verbetering in schoolklimaat en acceptatie voor lhbt-studenten en medewerkers in mboinstellingen.
Deskundigen:
● Dr. Laura Baams, Postdoc, Ontwikkelingspsychologie, Universiteit Utrecht
● Dr. Lisette Kuyper, Wetenschappelijk medewerker, Sociaal en Cultureel Planbureau; Research Institute of
Child Development and Education, Universiteit van Amsterdam
● Prof. dr. Saskia Keuzenkamp, Bijzonder hoogleraar Emancipatie in internationaal vergelijkend perspectief,
Vrije Universiteit Amsterdam; teamleider Effectiviteit en Vakmanschap, Movisie
Bronnen:
● Diversiteit in Bedrijf
● Ministerie OCW 2014. Kamerbrief 2014a.
Kamerbrief met beleidsconclusies midterm review en beleidsdoorlichting emancipatie
● Ministerie OCW 2014. Kamerbrief 2014b.
Kamerbrief Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie en kabinetsreactie SER advies 'Discriminatie werkt niet!'
● Ministerie OCW 2015. Kamerbrief Voortgangsrapportage actieplan arbeidsmarktdiscriminatie
● Kooiman, N. en S. Keuzenkamp (2012). Onderwijs en werk. In: S. Keuzenkamp, N. Kooiman en J. van
Lisdonk (red.), Niet te ver uit de kast. Ervaringen van homo- en biseksuelen in Nederland (p. 42-57). Den
Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
● Kuyper, L. (2013). Seksuele oriëntatie en werk. Ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele, en
heteroseksuele werknemers. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
● Kuyper, L. (2015). Jongeren en seksuele oriëntatie. Ervaringen van en opvattingen over lesbische,
homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
● Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap
● Nederlands Jeugdinstituut Databank Effectieve Jeugdinterventies
● Theatergroep Aanz
Andere relevante websites
● Emancipatie monitor
● Gay-Straight Alliance en Paarse Vrijdag
● Monitor Sociale Veiligheid
Pagina 3 van 3
Download