Zes nieuwe projecten van start in Interreg VlaanderenNederland Op 29 juli keurde Interreg Vlaanderen-Nederland maar liefst zes nieuwe projecten goed. ‘Leve(n) de Bodem’, ‘EnergyEfficiency (EnEf)’ en ‘CO2 voor energie opslag (EnOp)’ zijn de laatste drie projecten die zich aandienden voor oproep 1. ‘EnEf’ en ‘EnOp’ werken aan baanbrekende innovaties op vlak van energie, ‘Leve(n)de Bodem’ zet in op herstel en verbetering van bodemkwaliteit. ‘IMPAKT!’, SmartSediment en F2AGRI ontfermen zich in het bijzonder over waterbeheer in de grensregio. IMPAKT! wenst de waterkwaliteit bij waterlopen in de grensstreek te verbeteren, SmartSediment focust zich op sedimentbeheer in de delta en F2AGRI richt haar pijlen op het zuiveren van afvalwater voor de landbouw. Met deze goedkeuring wordt, inclusief cofinanciering, in totaal ruim 29.3 miljoen euro in de Vlaams-Nederlandse grensregio geïnvesteerd. Hiervan komt 14.4 miljoen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Ondertussen staat de teller op 25 goedkeuringen waarmee 62.4 miljoen euro vanuit het EFRO fonds werd geïnvesteerd in de grensregio. In het najaar plant het programma een derde oproep. EnergyEfficiency (EnEf) ‘EnEf’ zet in op het aanpakken van energiereductie en het inperken van CO2 uitstoot, een doel dat zich ontplooit in twee facetten. De eerste focus ligt op het reduceren van energiegebruik in glastoepassingen in onder andere solar, de tuinbouw en gebouwde omgeving. Het ontwikkelen van een multifunctionele coating op glas door middel van nanotechnologie zal bijdragen aan een efficiënt gebruik van zonne-energie. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door KMO/MKB bedrijven zoals Kriya Materials en Ducatt en kennisinstellingen als TNO, UHasselt en UGent. Hogescholen Zuyd en Fontys vervolledigen de grensoverschrijdende samenwerking en bieden op maat gemaakte opleidingen aan. De economische haalbaarheid van de prototypes wordt verkend in diverse testcases. Ten tweede richt ‘EnEf’ zich op een kosten- en energiebesparende methode voor de ontwikkeling van farmaceutische peptiden. Peptiden zijn binnen deze sector belangrijk voor de totstandkoming van nieuwe medicijnen voor bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en stofwisselingsziekten. Peptiden zijn er in lange en korte vorm. De korte peptiden worden op grote schaal geproduceerd via klassieke methoden. De huidige productietechnieken voor de lange – en meest efficiënte - versie is tot op heden een lastig, tijdrovend, inefficiënt en energieverslindend proces. Een nieuwe productietechnologie werd reeds ontwikkeld door onder andere Syncom en Enzypep. De eerste wetenschappelijke en technische resultaten tonen aan dat een besparing van het energieverbruik tot wel 70% in het productieproces gerealiseerd kan worden. Binnen ‘EnEf’ onderzoeken de twee eerder genoemde bedrijven, samen met UGent, een kosten- en energie-efficiënte methode. Ook hier zorgen de twee hogescholen Zuyd en Fontys voor een opleidingstraject. Thema: 2C – ENERGIE – duurzame groei Op een totaal budget van € 3.376.472,35 levert Interreg een bijdrage van € 1.688.236,18 (50%) Projectverantwoordelijke: NanoHouse CO2 voor energie opslag (EnOp) Eén van de grote uitdagingen voor Europa in de komende eeuw is het opbouwen van een koolstofarme economie waarbij een duurzame, betrouwbare en betaalbare toevoer van energie wordt gegarandeerd. Duurzame energiebronnen zoals zon en wind zijn onvoorspelbaar en dat zorgt ervoor dat aanpassingen binnen het bestaande elektriciteitsnet nodig zijn. Het fluctuerende aanbod loopt echter zelden gelijk met de vraag. Energieopslag kan vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en kan een oplossing bieden, maar het is (nog) geen evidentie. Naast maatschappelijke relevantie zijn energieopslagsystemen ook commercieel relevant: deze markt groeit jaarlijks met wel 40%. In de Verenigde Staten trad onder andere Tesla toe op deze markt. Elektrische, thermische en mechanische opslag worden stilaan meer onderzocht. De ambitie van ‘EnOp’ is de doorontwikkeling van chemische opslag en bijhorende CO2 omzettingstechnologieën. CO2 wordt beschouwd als een waardevolle alternatieve bron van koolstof aangezien het overvloedig beschikbaar is. ‘EnOp’ richt onderzoek op zowel directe als indirecte omzettingen. In functie van de directe methode worden drie technologieën ontwikkeld om zonlicht en CO2 om te zetten en op te slaan in de vorm van chemicaliën en brandstoffen: er wordt onderzoek verricht naar algen, nanodeeltjes en halfgeleiders om biomassa te produceren. De inspiratie komt uit de natuur: groene planten nemen CO2 op uit de lucht en zetten dit onder invloed van zonlicht om in biomassa, die ze later gebruiken als energiebron of als grondstof. Vier technologieën worden ontwikkeld om energie indirect (via elektriciteit) om te zetten. Hiervoor is energie in de vorm van elektriciteit nodig, afkomstig van zowel conventionele als duurzame bronnen. Thema: 2C – ENERGIE – duurzame groei Op een totaal budget van € 4.034.882,16levert Interreg een bijdrage van € 2.017.441,08 (50%) Projectverantwoordelijke: NanoHouse IMPAKT! op waterkwaliteit De grensoverschrijdende waterlopen Dommel en Warmbeek/Tongelreep vormen een grote uitdaging op gebied van waterkwaliteit. Een groot knelpunt is het huidige beheer van de afvalwaterketen: tijdens regenperiodes stort vervuild water vanuit de rioolstelsels over naar de waterlopen en werkt een klassieke rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) niet altijd optimaal. Ernstige verstoring van de zuurstofhuishouding en ammoniakvergiftiging in beeklopen tasten op die manier de aanwezige fauna en flora aan. Nabij gelegen bedrijventerreinen zijn tevens een aandachtspunt omdat milieugevaarlijke stoffen in de waterlopen kunnen terechtkomen. ‘IMPAKT!’ zet in op een innovatieve aanpak voor verbetering van de waterkwaliteit door middel van hydrobiologisch onderzoek naar vis, macrofauna en waterplanten. Daarnaast wil ze inzicht krijgen van de verschillende overstorten, lozingspunten en waterloopkwaliteit dankzij een nauwgezette meetcampagne en de ontwikkeling van verscheidene virtuele modellen van riolering, rioolwaterzuivering en waterloop. Overstorten wordt ingeperkt door de aanleg van bijvoorbeeld een rietveld, een filter of een open bufferbeken. Verder zal onder andere waterloop Stadsdommel voorzien worden van een installatie die voorziet in oppervlaktewaterbeluchting, wat als ‘vluchtplaats’ fungeert voor vissen tijdens momenten van overstorten. De resultaten dienen uiteindelijk als blauwdruk voor natuurherstel in de waterlopen van overige deelstroomgebieden in heel Vlaanderen en Nederland. Naast Waterschap De Dommel zijn de Vlaamse Milieumaatschappij, INFRAX en Aquafin nauw betrokken partijen. Het project kadert tevens binnen de Europese richtlijn ‘Kaderrichtlijn Water’ en het Europese netwerk van beschermende natuurgebieden ‘Natura2000’. Thema: 3A – MILIEU – duurzame groei (milieu en hulpbronnen) Op een totaal budget van € 5.924.998,77 levert Interreg een bijdrage van € 2.962.499,38 (50%) Projectverantwoordelijke: Waterschap De Dommel SmartSediment: slim sedimentbeheer als oplossing De delta van de Schelde kent een economisch sterke ontwikkeling met onder andere Antwerpen als wereldhaven. Het Schelde-estuarium en de Oosterschelde is beschermd als Natura2000 gebied en vormt een uniek natuurgebied voor de grensregio. Deze verschillende ‘zeearmen’ kunnen niet los van elkaar gezien worden en ze leveren een waaier aan waardevolle ecosystemen en biodiversiteit. Helaas staan beide de laatste jaren sterk onder druk. ‘SmartSediment’ streeft naar het opnieuw in evenwicht brengen van de biodiversiteit, de bodem en de ecosysteemdiensten in de delta door slim om te gaan met het beschikbare sediment en de waterbodem. Provincie Zeeland onderzoekt onder andere samen met de Vlaamse Overheid de effecten van baggeren, storten en verplaatsen van sediment op 15 locaties in de delta. De bodemecologie in de Beneden Zeeschelde en de Westerschelde wordt gemonitord met behulp van de Sediment Profile Imaging (SPI) techniek waarmee foto’s gemaakt worden van de bovenste 10 à 15 cm van de bodem. De grootste focus ligt op de Roggenplaat, een essentieel onderdeel van het intergetijdengebied in de monding van de Oosterschelde. De zandplaat wordt voor 200 hectare opgehoogd om verdere erosie tegen te gaan. Op die manier kunnen trekvogels én zeehonden blijvend gebruik maken van dit gebied om zich te voeden. Thema: 3A – MILIEU – duurzame groei (milieu en hulpbronnen) Op een totaal budget van € 7.582.687,68 levert Interreg een bijdrage van € 3.791.343,84 (50%) Projectverantwoordelijke: Provincie Zeeland Leve(n) de Bodem: herstel van landbouwgrond In de landbouw nam de productie per hectare enorm toe in de laatste decennia. Dat grote succes kent echter een keerzijde: het intensieve gebruik van de landbouwgrond zorgde voor een achteruitgang van de bodemkwaliteit. Deze teloorgang werd onder meer veroorzaakt door gebruik van zware machines, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Gevolg: de bodem verloor zijn bufferende werking. 'Leve(n) de Bodem’ wil zo’n 200 landbouwers aanmoedigen om aan herstel en verbetering te doen. Om de negatieve spiraal te doorbreken is een transitie in denken en doen van landbouwondernemers noodzakelijk. Dankzij nauwe samenwerking tussen o.a. Proefcentra Inagro, PCG, de Rusthoeve en de Hooibeekhoeve als kennis- en expertisecentrum voor land- en tuinbouw worden vernieuwende technieken en kennis ingezet. Zo wordt er in functie van de optimalisatie van de bodemgezondheid bijvoorbeeld geëxperimenteerd met plaatsspecifiek bekalken om een optimale bodem-pH te handhaven en kan de grond ‘ontsmet’ worden dankzij groenbemesters (biofumigatie). De deelnemende landbouwers implementeren de maatregelen en via een bodemscan wordt de effectiviteit hiervan gemonitord. Deze scan geeft een beeld van de bodemkwaliteit zodat er gestreefd kan worden naar een coherente samenhang tussen bodemchemie, bodembiologie en bodemfysica. Thema: 3C – MILIEU EN HULPBRONNEN - duurzame groei Op een totaal budget van € 2.092.300,54 levert Interreg een bijdrage van € 1.046.150,27 (50%) Projectverantwoordelijke: Inagro F2AGRI (effluent to agriculture): afvalwater 2.0 Water is een cruciale grondstof voor de landbouw. Verschillende landbouwgebieden kampen door de toenemende klimaatsverandering echter met een algemene verdrogingsproblematiek. Daarnaast werd grondwater jarenlang overmatig opgepompt waardoor zowel kwantiteit als kwaliteit bedreigd zijn. De schaarste aan gezond grondwater zorgt ervoor dat de land- en tuinbouwsector voor de nodige uitdagingen komt te staan. Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn landbouwers daarom pro-actief op zoek naar alternatieve waterbronnen. Ook voor de industrie is water onmisbaar: zowel in Nederland als Vlaanderen hebben bedrijven water nodig voor hun procesvoering waarna het wordt gezuiverd en geloosd op oppervlaktewater. ‘F2AGRI’ zet zich in om industrieel gezuiverd afvalwater – alias effluent - ter beschikking te stellen op de akkers van land- en tuinbouwers. Het is een duurzame benadering in termen van tijdsinvestering, energie, transport en waterhergebruik. Bierbrouwerij Bavaria (Lieshout, Nederland) en groenteverwerkend bedrijf Ardo (Ardooie, Vlaanderen) nemen deel aan dit traject. Hoewel beide familiebedrijven geen verplichtingen hebben omtrent het ter beschikking stellen van effluent en ook geen onmiddellijke return zullen krijgen, streven ze naar duurzaam watergebruik zowel binnen als buiten de fabriek. Bij Bavaria zal een waterverdeelsysteem geïnstalleerd worden, bij Ardo een irrigatienetwerk. Een 120tal landbouwers zullen uiteindelijk gebruik kunnen maken van het gezuiverde water. Thema: 3C – MILIEU – duurzame groei (milieu en hulpbronnen) Op een totaal budget van € 6.350.772,61 levert Interreg een bijdrage van € 2.960.516,13 (46,62%) Projectverantwoordelijke: VITO Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Sara Peeters +32 (0)3 240 69 31 [email protected] www.grensregio.eu