Broer, De Leest - Gemeente Alphen aan den Rijn

advertisement
Verslag
Onderwerp
Datum overleg
Tijdstip
Locatie
Milieu
:
:
:
:
verslag overleg ISV2/bodemmodule met Provincie Zuid-Holland
10-12-2005
11.00 uur tot 12.30 uur
Stadhuis Alphen aan den Rijn, vergaderkamer 10
Aanwezig:
Dhr J.D. Dijkstra (Provincie Zuid-Holland), Dhr L.A. Hartholt (Provincie Zuid-Holland), Dhr A.
Boomsma, mevr. K. Castelijn, dhr. J. Voogd, dhr. H. Groen in 't Wout
De aanleiding voor dit overleg zijn de beschikbare budgetten voor de uitvoer van het ISV2programma voor de periode 2005-2009. De gemeente heeft in deze ISV- periode te maken
met de nazorg van de Coupépolder en de 2e fase van de sanering van het NAF-terrein aan
de Prins Hendrikstraat. Beide projecten zouden betaald moeten worden uit de ISV
budgetten. Het indicatieve bodembudget is echter niet toereikend.
Op 5 november heeft over dit onderwerp reeds een bestuurlijk overleg plaatsgevonden
tussen de gemeente Alphen aan den Rijn en de Provincie Zuid-Holland.
Dhr Voogd opent de vergadering met de mededeling dat de gemeente Alphen aan den Rijn
gemengde gevoelens heeft met het overnemen van de provinciale bodemsaneringsproject
NAF en de nazorg van de Coupépolder nu daar niet voldoende financiële middelen
tegenover lijken te staan. Dhr. Voogd geeft aan dat het belangrijk is dat er sprake is van
wederzijdse herkenning en erkenning van het probleem.
Dhr. Hartholt van de Provincie geeft aan dat deze situatie ook speelt in alle andere
programma-gemeentes in de provincie Zuid-Holland. Alphen heeft echter wel het grootste
probleem in financiële zin. Om tot een oplossing te komen stelt hij de volgende drie acties
voor:
1. De programmagemeenten in Zuid-Holland zullen i.s.m. de provincie Zuid-Holland een
gemeenschappelijke actie richting VROM ondernemen m.b.t. de nazorgprojecten. De
programmagemeenten hebben namelijk allemaal in meer of mindere mate hetzelfde
probleem. De Provincie heeft dit ook al voorgesteld aan de gemeente Delft.
2. De Provincie Zuid-Holland is de totale nazorgproblematiek binnen de provincie aan het
inventariseren. Vervolgens zal er worden gezocht of er binnen de provincie nog andere
middelen aangewend kunnen worden.
3. De provincie stelt voor om nadere afspraken te maken voor de 2e fase van de sanering
van het NAF-terrein. Er zijn mogelijkheden om de kosten van de sanering deze periode
te beperken door te kiezen voor het beheersen van de verontreiniging.
Dhr. Voogd stelt dat het ISV2 en de sanering van het NAF-terrein ontkoppeld zouden moeten
worden. De sanering van het NAF terrein kan mogelijk worden gefaseerd. Wel dient de
daadwerkelijke sanering op korte termijn te starten. Mede omdat hierover in de verleden
toezeggingen zijn gedaan aan bewoners. De beheersmaatregelen die de provincie bedoelt
moeten dus wel uitzicht bieden op en aansluiten bij een daadwerkelijke sanering.
Op ambtelijk niveau zullen daarom op korte termijn nadere afspraken gemaakt worden over
de sanering van het NAF-terrein. Vanuit de gemeente zijn dhr. Boomsma en mvr. Castelijn
het aanspreekpunt, vanuit de provincie is dit dhr. Kester. Hij neemt volgende week contact
op voor een afspraak.
Mevr. Castelijn vraagt de provincie hoe het komt dat de bestaande nazorgverplichtingen nu
niet meer apart in het ISV2 zijn opgenomen. Bij overdracht van het beheer van de
Coupépolder is destijds, aan het begin van de eerste ISV periode, aangegeven dat binnen
1
ISV-bodem eerst de nazorg werd gefinancieerd en dan pas de overige
bodemsaneringsprojecten. Dhr Dijkstra van de provincie legt uit dat in de eerste ISV periode
naast de bijdrage van VROM er ook nog sprake was van overheveling van provinciale wbbgelden. Deze gelden zijn toen allereerst gebruikt om aan de bestaande nazorgverplichtingen
te voldoen. In de ISV2- periode vind de financiering alleen plaats vanuit VROM. Dit geld
wordt verdeeld op basis van de werkvoorraad bodemsanering. VROM maakt geen apart
onderscheid in nazorgverplichtingen omdat dit door hen niet als een substantieel probleem
wordt gezien.
Het gevolg hiervan is volgens dhr. Groen in ’t Wout dat het geld wat bestemd is voor
stedelijke vernieuwing nu wordt opgeslokt door nazorgverplichtingen. Er wordt op deze
manier alleen geld gestopt in oude projecten. Zowel de provincie als de gemeente geven aan
dat dit niet gewenst is. De provincie benadrukt daarom dat het aan te bevelen is om met
andere programmagemeenten een gezamenlijk actie richting VROM te ondernemen.
Dhr Groen in ’t Wout geeft aan dat externe partijen, zoals Wonen Centraal een substantiële
bijdrage leveren voor de stedelijke vernieuwing in het MOP2 (ca 11 miljoen). De gemeente
levert op basis van het huidige MOP en het ISV budget maar een relatief kleine bijdrage. Als
deze relatief kleine bijdrage vermindert omdat dit geld moet worden besteed aan
bodemsanering en nazorg, dan heeft dat mogelijk ook consequenties voor de deelname van
de ander partijen. De uiteindelijke afweging zal overigens nog ter goedkeuring moeten
worden voorgelegd aan de gemeenteraad. De bodemmodule is nu nog een concept en
maakt nog geen deel uit van het MOP. De onzekerheden m.b.t. de bodemmodule mogen de
besluitvorming van het MOP niet frustreren. Dhr. Groen in ’t Wout zegt toe dat de
bodemmodule wel zal worden opgenomen in het MOP. Omdat de financiële onderbouwing
van de bodemmodule afhankelijk is van de in dit overleg besproken acties zal het verslag
van dit overleg als bijlage bij het MOP worden gevoegd.
Mevr. Castelijn merkt op dat de besproken acties een lang traject lijken te worden. De
gemeente heeft op korte termijn te maken met verplichtingen die met name betrekking
hebben op beheersen van de nu ontstane situatie tussen twee saneringsfasen in. Volgens
Hans Dijkstra duren de acties van de programmagemeenten richting VROM waarschijnlijk
enkele maanden. Met betrekking tot de keuze voor een eventuele nadere saneringsvariant
voor het NAF terrein denkt de provincie in januari uitsluitsel te kunnen geven. Het technischinhoudelijk overleg kan op zeer korte termijn starten.
Mevr. Castelijn vraagt of het zinvol is om met rechtstreekse gemeenten te overleggen over
de budgetten van VROM. Volgens Hans Dijkstra is dit niet zinvol omdat de Provincie hierover
met deze gemeenten geen contact heeft. Deze gemeenten hebben hierover rechtstreeks
met VROM contact. De programmagemeenten zijn via de Provincie Zuid-Holland
vertegenwoordigd.
Het overleg wordt afgesloten met een bezoek aan het NAF-terrein en de Coupépolder.
2
Download