Klinisch Multidisciplinair onderzoek Pro Justitia Observatieafdeling Teylingereind Voornaam ACHTERNAAM 20 april 1996 Parketnummer(s): XX/XXXXXX-XX Datum: d.d. maand 2015 De observatieafdeling is een initiatief van het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA) Forensisch Centrum Teylingereind Postbus 193, 2170 AD Sassenheim Betreffende Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit Laatste adres : : : : : Raadsonderzoeker : (Jeugd)reclassering (Gezins)voogd : : Parketnummers Aanvrager onderzoek : : GZ-psycholoog : Kinder- en Jeugdpsychiater : (NRGD:) (NRGD:) Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 2 INHOUDSOPGAVE Tenlastelegging blz. 4 Vraagstelling blz. 7 Ter inzage ontvangen en geraadpleegde stukken blz. 7 1 Opzet en uitvoering van het onderzoek blz. 9 2 Milieuonderzoek blz. 11 3 Rapportage leefgroep blz. 28 4 Onderwijs blz. 35 5 Vaktherapie blz. 40 6 Psychologisch onderzoek blz. 43 7 Psychiatrisch onderzoek blz. 49 8 Risicotaxatie blz. 55 9 Forensische beschouwing blz. 56 10 Beantwoording van de vraagstelling blz. 58 11 Bespreking onderzoeksresultaten en advies blz. 60 Ondertekening Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 3 TENLASTELEGGING Toelichting op het ten laste gelegde op basis van de gerechtelijke stukken VRAAGSTELLING 1. 2. 3. 4. 5a. 5b. 5c. 6. 7. 8. 9. 10. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde? b. In welke mate het geschiedde? c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? Welke factoren, voortkomend uit de eventuele stoornis of gebrekkige ontwikkeling van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s) of de groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Aan de deskundigen wordt verzocht daarbij de reeds voorwaardelijk opgelegde PIJ-maatregel te betrekken. Indien u adviseert tot een gedragsbeïnvloedende maatregel, kunt u dan aangeven: a. Welke problematiek van de verdachte hiertoe aanleiding geeft? b. Waarom deze maatregel in het belang kan worden geacht van de verdere ontwikkeling van de verdachte? c. Welke vorm van zorg of hulpverlening aangewezen is? Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: a. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte? b. Welke inrichting de voorkeur heeft? Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen? In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen? TER INZAGE ONTVANGEN EN GERAADPLEEGDE STUKKEN Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 4 1 OPZET EN UITVOERING ONDERZOEK a. Indicatie opname b. Datum bevel + datum opname Op <datum> heeft rechter-commissaris mr. van de rechtbank <invullen> opdracht gegeven <invullen jeugdige> ter klinische observatie op te nemen binnen Teylingereind voor de termijn van zeven weken. Op <datum> is <jeugdige> in Teylingereind gerealiseerd. c.Observatieteam/proces De observatieperiode binnen Teylingereind duurt zeven weken. Voor elke jongere wordt een multidisciplinair team samengesteld onder leiding van een onderzoeksleider. Deze draagt zorg voor het verloop van het onderzoek gedurende de onderzoeksperiode en ziet ook toe op de kwaliteit van het onderzoek. Tijdens deze zeven weken zien en spreken de verschillende disciplines, de psychiater, de psycholoog, de testassistent en de vaktherapeut, de jongere. De milieuonderzoeker brengt het systeem en de levensgeschiedenis van de jongere in kaart. Daarnaast vormen het groep- en schoolprogramma een onderdeel van het totale observatieproces. De rapporterend pedagogisch medewerker(s) en docent van school verkrijgen informatie over de jongere uit eigen observaties en gesprekken, alsmede van hun collega’s. De rapporterend psychiater en psycholoog verkrijgen informatie over de jongere uit eigen gesprekken, alsmede uit de beschikbare stukken, het forensisch milieuonderzoek en de observaties van de groepsleiding en onderwijs. Eventueel: Ook werd neuropsychologisch onderzoek gedaan door (naam en functie). Eventueel: Ten slotte werd door het onderzoekend team (naam), cultureel antropoloog van (instelling) geraadpleegd. In het observatieproces zijn drie multidisciplinaire besprekingen opgenomen. Tijdens de eerste twee besprekingen wordt informatie uitgewisseld en worden observatiepunten vastgesteld. Tijdens de eindbespreking komt de vraagstelling aan bod en wordt het advies geformuleerd. Aansluitend wordt het advies met de jongere besproken. De besprekingen vonden plaats op <invullen data>. d. onderzoeksteam Het onderzoeksteam bestond uit de volgende personen: De onderzoeksbevindingen en de daaruit getrokken conclusies zijn weergegeven in onderstaand rapport. De jongere is in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de verschillende rapportonderdelen en werd na de eindbespreking op de hoogte gesteld van de conclusies van het onderzoek. Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 5 2 MILIEUONDERZOEK Door: Personalia (De gegevens zijn afkomstig uit beschikbare rapportage.) Betrokkene Naam Voorna(a)m(en) Geboorteplaats Geboortedatum Nationaliteit Adres Postcode en woonplaats : : : : : : : Vader Naam Voorna(a) m(en) Geboorteplaats Geboortedatum Nationaliteit Adres Postcode en woonplaats : : : : : : : Moeder Naam Voorna(a)m(en) Geboorteplaats Geboortedatum Nationaliteit Adres Postcode en woonplaats : : : : : : : Huwelijk Kinderen (binnen en buiten gezinsverband) Kinderen : Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 6 2.1 Verantwoording en bronvermelding Voor de samenstelling van dit rapport sprak onderzoeker met de volgende referenten: Onderzoeker had inzage in de stukken zoals vermeld op pagina 7 en 8 van dit rapport. 2.2 Observaties en bijzonderheden 2.3 Familiegeschiedenis tot aan de geboorte van de jongere 2.4 Huidige gezinssituatie 2.5 Levensloop betrokkene Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 7 3 RAPPORTAGE LEEFGROEP Door: 3.1 Specifieke informatie over de observatieperiode 3.2 Eerste indrukken 3.3 Persoonlijk en sociaal functioneren 3.4 Culturele kenmerken 3.5 Toekomst 3.6 Laatste indrukken Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 8 4 ONDERWIJS Door: Mevr. S. Akerboom, docent verbonden aan de observatieafdeling 4.1 Onderwijsintake 4.2 Didactisch niveau jeugdige 4.2 Werkhouding en stijl 4.3 Gedrag op school 4.4 Samenvatting en advies over scholingsmogelijkheden Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 9 5 VAKTHERAPIE Door: 5.1 Medewerking 5.2 Algemeen 5.3 Observatievragen voor vaktherapie 5.4 Reactie jongere op het verslag Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 10 6 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK Door: 6.1 Eerste indrukken en contactverloop 6.2 Gespreksonderzoek 6.3 Klinisch psychologisch onderzoek 6.4 Testonderzoek 6.5 Onderzoek naar het ten laste gelegde 6.6 Differentiaal diagnostische overwegingen a) Gedragskundige beschouwing van de levensgeschiedenis b) Gedragskundige beschouwing van de observatiegegevens c) Diagnostische beschouwing Classificatie DSM-IV-TR (Classificatiesysteem psychische stoornissen) As I (Klinische stoornissen of reden van zorg) As II (Persoonlijkheidsstoornissen; verstandelijke handicaps) As III (Somatische aandoeningen) As IV (Psychosociale en omgevingsproblemen) As V (Algehele beoordeling van het functioneren) Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 11 7 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK Door: 7.1 Eerste indrukken en contactverloop 7.2 Gespreksonderzoek 7.3 Psychiatrisch onderzoek 7.3.1 Speciële psychiatrische anamnese 7.3.2 Psychiatrisch onderzoek in engere zin 7.4 Aanvullend onderzoek 7.5 Onderzoek naar het ten laste gelegde 7.6 Differentiaal diagnostische overwegingen a) Gedragskundige beschouwing van de levensgeschiedenis b) Gedragskundige beschouwing van de observatiegegevens c) Diagnostische beschouwing Classificatie DSM-IV-TR (Classificatiesysteem psychische stoornissen) As I (Klinische stoornissen of reden van zorg) As II (Persoonlijkheidsstoornissen; verstandelijke handicaps) As III (Somatische aandoeningen) As IV (Psychosociale en omgevingsproblemen) As V (Algehele beoordeling van het functioneren) Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 12 8 RISICOTAXATIE Door: Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 13 9 FORENSISCHE BESCHOUWING Door: Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 14 10 BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING 1. Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? 2. Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? 3. Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? 4. Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde? b. In welke mate het geschiedde? c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is?1 5a. Welke factoren, voortkomend uit de eventuele stoornis of gebrekkige ontwikkeling van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? 5b. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s) of de groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? 5c. Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? 6 Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Aan de deskundigen wordt verzocht daarbij de reeds voorwaardelijk opgelegde PIJ-maatregel te betrekken. 7. Indien u adviseert tot een gedragsbeïnvloedende maatregel, kunt u dan aangeven: a. Welke problematiek van de verdachte hiertoe aanleiding geeft? b. Waarom deze maatregel in het belang kan worden geacht van de verdere ontwikkeling van de verdachte? c. Welke vorm van zorg of hulpverlening aangewezen is? 8. Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: a. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte? b. Welke inrichting de voorkeur heeft? 9. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen? 1 1) ondergetekenden maken bij de beantwoording van deze deelvraag gebruik van de NIFP-handreiking: toerekenen - in een verminderde mate toerekenen – niet toerekenen. of: 2) ondergetekende maken bij de beantwoording van deze deelvraag gebruik van de range: toerekeningsvatbaar – licht verminderd toerekeningsvatbaar – verminderd toerekeningsvatbaar – sterk verminderd toerekeningsvatbaar - ontoerekeningsvatbaar. Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 15 10. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen? 11 BESPREKING ONDERZOEKSRESULTATEN EN ADVIES Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 16 ONDERTEKENING Ondergetekenden verklaren bij het onderzoek de door hen onderschreven gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in acht te hebben genomen en dit verslag naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgemaakt. Datum: Plaats: Sassenheim GZ-psycholoog Kinder- en jeugdpsychiater Klinisch multidisciplinaire rapportage PJ 17