Inhoudsopgave Format Zorgcontinuïteitsplan

advertisement
LOGO van de instelling
Format ZORGCONTINUÏTEITSPLAN
NAAM ZORGINSTELLING
Korte informatie over de instelling (verzorg / verpleeg, aantal bewoners)
Missie / visie instelling
Locatie(s)
Bereikbaarheid
Naam
Adres
Postcode Plaats
Tel
Fax
Crisisnummer (crisiscoördinator)
Foto van de instelling
(voor de herkenbaarheid)
Auteur:
………………………
Opdrachtgever:
………………………
Zorginstelling:
……………………..
Functie:
………………………
Namens: VERANTWOORDELIJKE
………………………
Functie:
………………………
Plaats:
………………………
Datum:
………………………
Status: CONCEPT / DEFINITIEF
.......................
Dit document is een product van de GHOR regio Zeeland, onderdeel van
de Veiligheidsregio Zeeland
Contactpersoon: Chantal Smolenaers, beleidsmedewerker zorgcontinuïteit
[email protected]
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
Format Zorgcontinuïteitsplan ................................................................................................................ 3
Belangrijke gegevens.............................................................................................................................. 4
Zorgcontinuïteit...................................................................................................................................... 6
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
3.5.
3.6.
3.7.
3.8.
3.9.
4.
Procedure prioriteren van zorg
Procedure prioriteren van bedrijfscontinuïteit
Vitale (zorg)processen NAAM ZORGINSTELLING
19
19
Toename fysiek aantal cliënten
Checklist noodopvang
Omgang cliëntgegevens
Toename van zorgvraag
21
21
23
23
Verplaatsen van cliënten...................................................................................................................... 24
8.1.
8.2.
8.3.
8.4.
8.5.
9.
16
17
17
18
18
18
Groot aanbod van cliënten / toename zorgvraag ................................................................................ 21
7.1.
7.2.
7.3.
7.4.
8.
13
13
13
Zeven gevolgen van een calamiteit ...................................................................................................... 15
Sluiting van (delen van) de locatie ....................................................................................................... 16
6.1. Ontruiming / evacuatie
6.2. Interne opvangcapaciteit
6.3. Externe opvangcapaciteit
6.4. Extra bedden
6.5. Cliëntgegevens en zorgdossiers
6.6. Personele inzet bij een evacuatie
6.7. Hulpmiddelen VERDERE AANPASSING DOOR ZORGINSTELLING VAAK HORIZONTAAL ONTRUIMEN (ZIE
OOK ONTRUIMTINGSPLAN)
6.8. Checklist noodopvang
7.
6
6
6
6
6
7
8
9
11
Prioriteren van zorg en vitale processen ............................................................................................. 13
4.1.
4.2.
4.3.
5.
6.
Wettelijke verplichtingen
Kwaliteitswet zorginstellingen
Veiligheid
Bedrijfshulpverlening
Definities
Andere termen die hulpdiensten vaak gebruiken
Kenmerken van een ramp
Betrokkenen partijen bij de voorbereiding
Niveaus in omvang van calamiteiten
Mobiliteitslijsten
Taken / verantwoordelijkheden personeel
Eigen vervoersmiddelen NAAM ZORGINSTELLING
Vervoersmaatschappijen
Extra hulpmiddelen
24
25
26
26
26
Tekort aan personeel en andere personele gevolgen ......................................................................... 27
9.1.
9.2.
9.3.
9.4.
9.5.
9.6.
Taken en verantwoordelijkheden personeel
Prioriteren van werkzaamheden
Alarmering en bereikbaarheid van personeel
Contactpersonen extern voor extra personeel
(Overschot aan) vrijwilligers / personeel tijdens ramp
Psychologische ondersteuning aan personeel en cliënten na ramp
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
27
27
28
28
29
29
1
10. Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen ...................................................................... 30
10.1.
10.2.
10.3.
10.4.
Elektriciteit
Water
Gas
ICT
30
31
32
33
11. Logistieke stagnatie .............................................................................................................................. 35
11.1. Intramuraal
11.2. Extramuraal
35
35
12. Uitbraak infectieziekten ....................................................................................................................... 37
12.1.
12.2.
12.3.
12.4.
Infectiebeleid
GGD
Voorraad middelen
Afspraken met NAAM OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING
37
37
37
37
13. De crisisorganisatie van NAAM ORGANISATIE ..................................................................................... 40
13.1. De crisisorganisatie op centraal niveau
13.2. Alarmering en bereikbaarheid crisisteam
40
41
14. Implementatie, beheer en opleiden, trainen en oefenen zorgcontinuïteitsplan ................................ 44
14.1.
14.2.
14.3.
14.4.
Beheer van het zorgcontinuïteitsplan
Opleiden Trainen en Oefenen
Vergroten zelfredzaamheid van cliënten
Evaluatie
44
44
45
45
15. Communicatie ...................................................................................................................................... 46
15.1. Communicatie
15.2. Communicatie in de crisisorganisatie
46
46
Bijlage 1: Bereikbaarheidsgegevens GHOR m.b.t. zorgcontinuïteit in Zeeland ......................................... 48
Bijlage 2: Procedure prioriteren van zorg ................................................................................................... 50
Bijlage 3: Procedure prioriteren van bedrijfscontinuïteit ........................................................................... 51
Bijlage 4: Indeling ruimten interne opvangcapaciteit ................................................................................. 52
Bijlage 5: Taakkaarten ................................................................................................................................. 53
Bijlage 6: Bereikbaarheidsgegevens eigen personeel ................................................................................. 62
Bijlage 7: Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden leidinggevenden op tactisch niveau ............ 63
Bijlage 8: Jaarplan Opleiden, Trainen en Oefenen ...................................................................................... 64
Bijlage 9: Lijst te informeren externe partijen ............................................................................................ 65
Bijlage 10: Overzicht recent houden ........................................................................................................... 66
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
2
1.
Format Zorgcontinuïteitsplan
Voor u ligt het format zorgcontinuïteitsplan. Dit format is de praktische vertaling van de Leidraad COBRA
Zeeland.
In dit zorgcontinuïteitsplan beschrijft u wat uw organisatie heeft geregeld in geval de zorgcontinuïteit
bedreigd wordt.
Onderhoudsprocedure
Versiebeheer
Versienummer
2012
Opleverdatum
Verantwoordelijke
Versie
Verantwoordelijke
Relatie met andere plannen
Plan
BHV-plan
Calamiteitenplan / crisisplan /
bedrijfsnoodplan
OTO-plan (opleiden / trainen /
oefenen)
Crisiscommunicatieplan
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
3
2.
Belangrijke gegevens
Koepelorganisatie
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Website:
Directie, portefeuillehouder Zorgcontinuïteit
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Crisiscoördinator
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Coördinator zorgcontinuïteitsplan
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Hoofd BHV
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Gemeente
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Website:
Brandweer
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Website:
Politie
Adres:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Website:
GHOR
Adres:
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
4
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Website:
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
5
3.
Zorgcontinuïteit
3.1. Wettelijke verplichtingen
NAAM ZORGINSTELLING heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de veiligheid en gezondheid
van haar cliënten. Er zijn verschillende wettelijke regelingen die verwijzen naar voorzieningen die
zorginstellingen moeten treffen bij calamiteiten en rampen en de voorbereiding hierop. Belangrijker dan
de wettelijke plicht is dat NAAM ZORGINSTELLING in de praktijk calamiteiten en rampen zoveel mogelijk
voorkomt en de risico’s vermindert wanneer zich een ramp voordoet.
3.2. Kwaliteitswet zorginstellingen
NAAM ZORGINSTELLING heeft een bij de wet opgedragen zorgplicht. Er dient verantwoorde zorg te
worden aangeboden. Hieronder wordt verstaan zorg van goed niveau die in ieder geval doeltreffend,
doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de cliënt.
Verantwoorde zorg heeft niet alleen betrekking op de dagelijkse gang van zaken, maar geldt ook in
bijzondere omstandigheden zoals bij een ramp.
3.3. Veiligheid
Er zijn ook wettelijke regelingen die meer ingaan op de technische kant van veiligheid zoals
veiligheidseisen, brandveiligheid, ontruimingen, vluchtwegen etc.
Wetten die hierop aansluiten zijn: de Woningwet, het Bouwbesluit, de Gemeentelijke Bouwverordening,
de Wet op de medische hulpmiddelen, de Arbeidsomstandighedenwet en het
Arbeidsomstandighedenbesluit.
3.4. Bedrijfshulpverlening
De bedrijfshulpverlening (BHV) speelt een belangrijke rol in het voorkomen en bestrijden van
calamiteiten en rampen. De verplichting om de BHV te organiseren en de wettelijke eisen die aan de
organisatie van de BHV worden gesteld, zijn opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet en het
Arbeidsomstandighedenbesluit.
De BHV’ers worden vaak als eerste geconfronteerd met een ramp en de gevolgen ervan.
Bedrijfshulpverlening is bedoeld om, in de periode die de professionele hulpverlening nodig heeft om ter
plaatse te komen, de ramp zo goed mogelijk te beheersen. De BHV maakt het mogelijk dat de
professionele hulpverlening de hulpverlening zo snel mogelijk overneemt. Een zorginstelling voor
verpleging en verzorging moet bij de inrichting van de bedrijfshulpverlening rekening houden met het
aantal personen dat niet zelfredzaam is.
3.5. Definities
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
6
Hieronder volgt een aantal belangrijke definities van begrippen die vaak terug zullen komen in dit plan.

Calamiteit: Een incident waarbij sprake is van overlast of schade. Een calamiteit in een zorginstelling
zal in eerste instantie door de BHV-organisatie worden opgepakt en indien nodig zullen de
hulpverleningsdiensten hieraan bijdragen. Een calamiteit kan uitmonden in een ramp. Voorbeelden
van een calamiteit zijn een brand in een prullenbak maar ook ernstige (verkeers)ongevallen.

Ramp: Volgens de Wet op de veiligheidsregio’s is een ramp: een zwaar ongeval of een andere
gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële
belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet
van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of
de schadelijke gevolgen te beperken.
Een ramp is dus een ernstig incident met veel slachtoffers en/of grote schade waarvan de gevolgen zo
groot zijn dat de hulpdiensten (zoals politie, brandweer en ambulances) het incident niet af kunnen
handelen met de normale middelen en organisatiestructuur. Er moeten dus extra middelen worden
ingezet en een speciale coördinatiestructuur worden opgezet. De Bijlmerramp en de vuurwerkramp in
Enschede zijn voorbeelden van rampen in Nederland.

Crisis: Volgens de Wet op de veiligheidsregio’s is een crisis: een situatie waarin een vitaal belang van
de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast. Bij een crisis gaat het meestal om een
serie gebeurtenissen of rampen en treft vaak een groot gebied. Een crisis vraagt om een zware
bestuurlijke coördinatie, waaronder maatregelen om de crisis te beheersen (bijvoorbeeld het
isoleren van een groot gebied, grootschalige evacuatie en noodopvang) en de voorlichting te
coördineren. Een crisis tast de economie of de openbare orde ernstig aan.
3.6. Andere termen die hulpdiensten vaak gebruiken

Koude fase: de fase waarin sprake is van risicoreductie. In deze fase houden de verschillende
hulpverleningsdiensten zich bezig met:
o Proactie: het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid, ter voorkoming en het
ontstaan ervan. Denk hierbij aan het in acht nemen van veiligheidsaspecten in bouw van
openbare gebouwen etc.
o Preventie: risico’s zo veel mogelijk op voorhand beperken. Denk hierbij aan vergunningverlening,
bewustwordingscampagnes, etc.
o Preparatie: de voorbereiding op de bestrijding van rampen. Het opstellen van een
zorgcontinuïteitsplan is een voorbeeld van preparatie.

Warme fase: het moment van de ramp en de onmiddellijke afwerking hiervan. In deze fase houden
de hulpdiensten zich bezig met de:
o repressie: het daadwerkelijk bestrijden van onveiligheid door zoveel mogelijk de schadelijke
effecten van de ramp weg te nemen dan wel te beperken;
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
7
o
nazorg: de afwikkeling van de ramp op langere termijn. Dit kan op verschillende vlakken spelen
zoals schade afwikkeling maar ook psychosociale hulpverlening en de evaluatie en
verantwoording van de rampbestrijding.

Opschalen: opbouw van bestuurlijke en uitvoerende diensten (brandweer, gemeente, politie,
geneeskundige hulpverlening) naar gelang de behoeften m.b.t. operationeel, tactisch en/of
bestuurlijk / strategische afstemming betreffende de bestrijding van (de gevolgen) van een incident.

Crisisorganisatie: een tijdelijke structuur die door een organisatie wordt ingezet om de ramp en/of
gevolgen ervan te bestrijden. De crisisorganisatie bestaat uit de drie niveaus: bestuurlijk /
strategisch, tactisch en operationeel.

Piketfunctionaris: medewerker die regelmatig 24-uurs bereikbaarheidsdiensten draait.

Crisiscoördinator: de dienstdoende medewerker binnen de zorginstelling die 24 per dag bereikbaar is
om in het geval van een ramp het strategisch / bestuurlijk crisisteam van de zorginstelling te
voorzien van informatie betreffende het zorgcontinuïteitsplan, bijbehorende procedures en de stand
van zaken op tactisch en operationeel niveau. Deze persoon is tevens het eerste aanspreekpunt voor
de hulpdiensten.

ZCP -coördinator / ROP-coördinator: in deze leidraad introduceren wij de nieuwe term ZCPcoördinator. De ZCP-coördinator staat gelijk aan wat in veel zorginstellingen ook wel de ROP
(Rampen Opvang Plan) coördinator wordt genoemd. ZCP staat hier voor ZorgContinuïteitsPlan. De
ZCP-coördinator is verantwoordelijk voor het opstellen en borgen van het zorgcontinuïteitsplan
binnen de zorginstelling. Dit is dus niet automatisch dezelfde persoon als de hierboven genoemde
crisiscoördinator.

Niet / minder zelfredzamen: individuen die in bepaalde situaties afhankelijk zijn van derden om te
kunnen overleven. Denk hier bijvoorbeeld aan: zuigelingen, kinderen, ouderen, verpleegden,
thuiszorgpatiënten en ziekenhuispatiënten.
3.7. Kenmerken van een ramp
Kenmerken van een ramp of calamiteit:
 er is altijd sprake van ernstige verstoring van de openbare veiligheid;
 er is altijd sprake van bedreiging van gezondheid of milieu;
 er is altijd sprake van schade, zowel in materiële als in immateriële zin;
 er is een massaliteit van aanbod;
 er is sprake van een disbalans tussen aanbod en verwerking;
 vaak is de veiligheid van de hulpverleners in het geding;
 er moet (heel) snel worden gehandeld of beslist;
 als er niets gedaan wordt heeft dat ernstige gevolgen;
 elke beslissing kan vergaande gevolgen hebben;
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
8



er zijn weinig tot geen keuzemogelijkheden;
een ramp is nieuws voor de media;
de informatie over de ramp is vaak gebrekkig en diffuus.
Voorbereiding op een dergelijke situatie is noodzakelijk. Een goede voorbereiding en een flexibele
crisisorganisatie zorgen ervoor dat NAAM ZORGINSTELLING bij een ramp op een goede manier omgaat
met de gevolgen ervan en zorgt voor de veiligheid van haar medewerkers en cliënten.
3.8. Betrokkenen partijen bij de voorbereiding
Voor het opstellen van een zorgcontinuïteitsplan zijn er meerdere personen of instellingen betrokken.
Hieronder een opsomming van de verschillende betrokkenen die hun bijdrage zullen leveren aan een
goede invulling van het zorgcontinuïteitsplan.
 NAAM ZORGINSTELLING
 OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING
 GEMEENTE ………………….
 Veiligheidsregio Zeeland, afdeling GHOR
NAAM ZORGINSTELLING
Afhankelijk van de grootte van de calamiteit zal NAAM ZORGINSTELLING zelf de leiding voor de eigen
organisatie houden en hiervoor ook verantwoordelijk zijn. Uiteindelijk valt NAAM ZORGINSTELLING
onder OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING, maar in eerste instantie is de MANAGER ZORG
verantwoordelijk voor NAAM ZORGINSTELLING. Bij kleine incidenten zal alles intern afgehandeld kunnen
worden, maar zodra er een crisisteam moet worden opgezet zal het opgeschaald worden naar
OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING.
Zo zal de MANAGER ZORG beslissen wanneer er naar een opvanglocatie moet worden uitgeweken,
welke voorzieningen direct geregeld moeten worden en alle andere zaken die zorgen voor
zorgcontinuïteit. De MANAGER ZORG neemt hierover de beslissingen, waarna anderen dit kunnen gaan
uitvoeren.
(Aan te passen aan de mandaatregeling binnen de zorginstelling)
OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING
Wanneer er bij een calamiteit in NAAM ZORGINSTELLING een crisisteam moet worden ingesteld, dan is
de calamiteit aardig groot. Het crisisteam wordt opgezet op NIVEAU OVERKOEPELDE ZORGINSTELLING,
in dit crisisteam zal ook de MANAGER ZORG van NAAM ZORGINSTELLING plaatsnemen. Het crisisteam
bepaalt wat er allemaal moet gebeuren; zij neemt hierover beslissingen, zij communiceert dit en is
verantwoordelijk voor de hele gang van zaken. De beslissingen die genomen worden in het crisisteam,
worden dan gecommuniceerd naar het managementteam en anderen van NAAM ZORGINSTELLING,
zodat zij kunnen overleggen hoe er invulling wordt gegeven aan deze beslissingen en de strategie wordt
bepaald. (Zie hoofdstuk 13: de crisisorganisatie.)
Gemeente NAAM GEMEENTE(N)
In wetten, zoals de Wet op de veiligheidsregio’s en de Gemeentewet, zijn de verantwoordelijkheden en
bevoegdheden vastgelegd bij de bestrijding van rampen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
9
Het college van burgemeester en wethouders is belast met de voorbereiding van de bestrijding van
rampen en zware ongevallen in de gemeente. De burgemeester heeft bij een ramp of zwaar ongeval het
opperbevel, dat wil zeggen dat de burgemeester de leiding heeft over de rampenbestrijding en dat hij of
zij bevoegd is allerlei maatregelen te treffen, zoals het vorderen van een gebouw of het besluiten tot
evacuatie.
De uitvoering van de rampenbestrijding ligt bij de hulpdiensten en de overheid. De organisatie en
structuur van de rampenbestrijding voor de regio Zeeland is beschreven in het Regionaal Crisisplan
Zeeland (zie
http://www.vrzeeland.nl/uploads/publicaties/Publicaties%20plannen%20RCP%20RBPNI/20110928_crisi
splan_vrzeeland_v3.0.pdf)
Tijdens een ramp is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende deelprocessen:
 voorlichten en informeren
 opvangen en verzorgen
 uitvaarverzorging
 registratie van slachtoffers
 voorzien in primaire levensbehoeften
 registratie van schade en afhandeling
 milieuzorg
 nazorg
Veiligheidsregio Zeeland (VRZ)
De VRZ is onder andere verantwoordelijk voor de brandweerzorg en Geneeskundige
Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).
Tijdens een ramp binnen de regio Zeeland is de VRZ dan ook verantwoordelijk voor de uitvoer van de
volgende rampenbestrijdingsprocessen:
Brandweer: bron- en effectbestrijding:
 bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen
 redden en technische hulpverlening
 ontsmetten van mens en dier
 ontsmetten voertuigen en infrastructuur
 waarnemen en meten
 waarschuwen van de bevolking
 toegankelijk maken en opruimen
De brandweer is tijdens de ramp de enige die het onveilige terrein mag betreden. De andere diensten,
zoals ambulancehulpverleners, de politie en de gemeente, betreden het rampterrein pas nadat de
brandweer het terrein veilig heeft verklaard.
GHOR: coördinatie en regie op de geneeskundige hulpverlening in de regio
 Spoedeisende Medische Hulpverlening
 Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR)
 Publieke Gezondheidszorg (o.a. gezondheidsonderzoek bij rampen, infectieziektebestrijding, ongeval
met gevaarlijke stoffen)
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
10
Bij een ramp geeft de directeur Publieke Gezondheid operationeel leiding aan de coördinatie van de
geneeskundige hulpverlening. De GHOR adviseert de zorgzorginstelling(en) in de continuering van de
zorgverlening. Zo kan de GHOR haar rol vervullen door bijvoorbeeld voor opvang van cliënten andere
instellingen te benaderen.
Voor geneeskundige en psychosociale zaken is de Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg het
aanspreekpunt voor de zorginstelling in nood. (Zie BIJLAGE 1, BEREIKBAARHEIDSGEGEVENS GHOR M.B.T.
ZORGCONTINUÏTEIT IN ZEELAND.)
Naast de coördinatietaak binnen de geneeskundige hulpverleningsketen heeft de GHOR ook een rol in
de afstemming tussen zorginstelling(en) en andere hulpverleningsdiensten.
Politie
De politie in Nederland is als overheidsinstantie belast met het handhaven van de wetten en regels van
het land, het bewaren van de openbare orde en het verlenen van hulp.
De politie is tijdens een ramp of groot ongeval verantwoordelijk voor de volgende deelprocessen in de
rampenbestrijding:
 ontruimen en evacueren
 afzetten en afschermen
 verkeer regelen (verkeerscirculatie)
 handhaven openbare rechtsorde
 identificeren slachtoffers
 begidsen
 strafrechtelijk onderzoek
De politie houdt zich bezig met ordehandhaving, zodat de hulpverleningsactiviteiten ongestoord kunnen
verlopen. Hierdoor blijven de schadelijke gevolgen van een ramp voor de cliënten en het personeel
zoveel mogelijk beperkt.
3.9. Niveaus in omvang van calamiteiten
Een calamiteit kan in grote en in kleine vorm voorkomen. In dit hoofdstuk wordt er een prioritering
gegeven n.a.v. de omvang van calamiteiten. (Dient door de instelling ingevuld te worden.) Hierbij wordt
rekening gehouden met wie hiervoor worden ingezet en wat voor impact de calamiteit voor de
bewoners heeft. Hierbij is het belangrijk of de calamiteit intern kan wordt opgelost of dat er externe
partijen bij moeten worden betrokken. De verschillen qua omvang van calamiteiten zullen worden
ingedeeld in niveaus, waarbij niveau 1 een heel kleinschalige calamiteit is.
Sommige organisaties gebruiken kleurcoderingen om fasering in de procedure / niveaus aan te brengen.
Bijvoorbeeld bij fase rood gaat het crisisteam aan de slag.
Niveau
Omvang calamiteit
Niveau 1
Klein, 1 kamer
Effect voor NAAM
ORGANISATIE
Geen, kleine schade
Niveau 2
Klein, 1 kamer
Ontruiming 1 kamer,
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Bestrijding calamiteit
Verzorgend personeel, technische
dienst of eventueel een BHV’er
BHV’er(s)
11
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
kleine schade
Klein, 1 kamer
Ontruiming compartiment,
middel / grote schade
Middelmatig, meerdere Ontruiming afdeling,
kamers
middelgrote schade
Groot, gehele gebouw
Gehele ontruiming, grote
schade
BHV’ers, brandweer
crisisteam
BHV’ers, brandweer
crisisteam
BHV’ers brandweer
crisisteam
Naast de BHV’ers en de brandweer zullen er natuurlijk nog meer instanties ingeschakeld worden, maar
niet om de calamiteit zelf te bestrijden. Hierbij valt te denken aan ambulances, politie en gemeente. De
gemeente zal er pas bij niveau 4 en 5 bij komen kijken. Bij niveau 4 omdat zij kunnen helpen een
vervangende locatie te zoeken. Bij niveau 5 omdat het gehele gebouw ontruimd is zal er ook gevaar
kunnen zijn voor de omgeving, het is dan een externe calamiteit geworden, waardoor de gemeente zich
hiermee zal bemoeien. Bij niveau 4/5 en gevolgen voor de zorgcontinuïteit zal er ook contact zijn met de
GHOR.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
12
4.
Prioriteren van zorg en vitale processen
4.1. Procedure prioriteren van zorg
NAAM INSTELLING hanteert de volgende procedure voor het prioriteren van zorg (ZIE BIJLAGE 2,
PROCEDURE PRIORITEREN VAN ZORG).
Afdeling / functionaris
Verantwoordelijk voor
Afstemming met
Het crisisteam van naam van Instelling / locatie houdt op centraal (door organisatie in te vullen)
niveau toezicht op de actuele zorgvraag en het aanbod van zorg dat geleverd kan worden.
4.2. Procedure prioriteren van bedrijfscontinuïteit
NAAM INSTELLING hanteert de volgende procedure voor het prioriteren van bedrijfscontinuïteit (ZIE
BIJLAGE 3, PROCEDURE PRIORITEREN VAN BEDRIJFSCONTINUÏTEIT).
Afdeling / functionaris
Verantwoordelijk voor
Afstemming met
4.3. Vitale (zorg)processen NAAM ZORGINSTELLING
Hieronder staan alle vitale processen van de zorginstelling beschreven. Dit zijn niet enkel zorgprocessen
maar ook processen die van belang zijn voor het voortbestaan van de zorginstelling tijdens en na de
ramp.
Zorgprocessen
Prioritering
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Verantwoordelijke afdeling /
functionaris
13
Persoonlijke verzorging
Medicatie
Voeding
Zorgprocessen
Prioritering
Verantwoordelijke afdeling /
functionaris
Financiële administratie
Schoonmaak
ICT-processen
Registratie / administratie
cliënten
Beveiliging
Informatie en communicatie
Gebouwen en faciliteiten
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
14
5.
Zeven gevolgen van een calamiteit
Hoe kan een organisatie zich goed voorbereiden op een crisis? Een manier om dit te doen is de
organisatie voor te bereiden op risico’s voor een organisatie die tot een crisis kunnen leiden. Elke
crisissituatie heeft, ongeacht het type of de omvang ervan, bepaalde gevolgen die vaak in combinatie
met elkaar optreden.
De praktijk wijst uit dat er zeven gevolgen zijn waarmee een organisatie bij een crisis te maken kan
krijgen:
• sluiting van (delen van) een locatie (als gevolg van een uitbraak brand, instorting gebouw, windhoos,
enz.);
• groot aanbod van cliënten (als gevolg van een calamiteit, uitval van een andere instelling,
griepepidemie, enz.);
• verplaatsen van cliënten intern of extern (als gevolg van een brand, infectieziekte enz.);
• tekort aan personeel (als gevolg van een grieppandemie of infectieziekte-uitbraak onder
medewerkers);
• uitval apparatuur (als gevolg van uitval nutsvoorzieningen, zoals elektriciteit / gas,
telecommunicatievoorzieningen, enz.);
• logistieke stagnatie (als gevolg van het niet leveren van goederen zoals brandstof, medicatie,
voedsel, drinkwater, enz.);
• uitbraak infectieziekten (salmonella, legionella, MRSA-bacterie, influenza, enz.).
Deze 7 gevolgen van een crisis kunnen tot een bedreiging van de continuïteit van zorg leiden,
bijvoorbeeld door een grotere vraag naar zorg. Wanneer een organisatie goed om kan gaan met de 7
gevolgen van een ramp, is de kans groot dat de continuïteit van zorg aan de cliënten bij een ramp op
verantwoorde wijze gecontinueerd kan worden. Elke zorginstelling moet voorbereidingen treffen voor
elk van deze 7 gevolgen van een ramp.
In de volgende hoofdstukken wordt beschreven hoe hieraan invulling wordt gegeven.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
15
6.
Sluiting van (delen van) de locatie
6.1. Ontruiming / evacuatie
Hieronder staat het schema ontruimingscenario (tot 8 uur), het schema evacuatie tot 36 uur en het
schema langdurige evacuatie (langer dan 36 uur). Deze schema’s geven de vitale processen aan die in
deze scenario’s onder druk komen te staan en welke middelen, materialen en maatregelen nodig zijn
voor het continueren van verantwoorde zorg aan de cliënten.
Zorgprocessen
Prioritering
Verantwoordelijke afdeling /
functionaris
Financiële administratie
Schoonmaak
ICT-processen
Registratie / administratie
cliënten
Beveiliging
Informatie en communicatie
Gebouwen en faciliteiten
Zorgproces
(8 uur)
Intramuraal
Maatregelen
Middelen
Verantwoordelijke afdeling
/ functionaris
Maatregelen
Middelen
Verantwoordelijke afdeling
/ functionaris
Extramuraal
Zorgproces
(8- 36 uur)
Intramuraal
Extramuraal
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
16
Zorgproces
(> 36 uur)
Intramuraal
Maatregelen
Middelen
Verantwoordelijke afdeling
/ functionaris
Extramuraal
6.2. Interne opvangcapaciteit
Interne opvangcapaciteit NAAM ZORGINSTELLING
Beschikbare Ruimte
Maximaal aantal
personen (bedden)
Zorg (die geleverd kan
worden)
Maximale
opvangduur
Totaal
Deze ruimtes zijn allemaal opvangplekken voor de korte termijn. Aangezien deze ruimtes dagelijks
gebruikt worden voor activiteiten. Hiermee kan natuurlijk wel geschoven worden, waardoor de opvang
voor MAXIMAAL TWEE WEKEN is.
Indeling van de ruimten (per cliënt 10 m2) is te vinden in BIJLAGE 4.
6.3. Externe opvangcapaciteit
Instelling
Contactpersoon +
telefoonnummer
Opvangcapaciteit
Zorg (die geleverd
kan worden)
Maximale
opvangduur
Naam instelling
Totaal
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
17
6.4. Extra bedden
Indien een instelling wel ruimte heeft (intern of extern) maar bijvoorbeeld onvoldoende bedden om de
ruimte in te richten kan de instelling een beroep doen op de GHOR.
Organisatie
Veiligheidsregio Zeeland
Meldkamer Ambulancezorg
Bereikbaar op
ZIE BIJLAGE 1, BEREIKBAARHEIDSGEGEVENS GHOR
112
Aantal bedden
(via rode kruis of andere contacten)
6.5. Cliëntgegevens en zorgdossiers
BESCHRIJVEN VAN BACK-UP SYSTEMEN VAN CLIENTGEGEVENS EN ZORGDOSSIERS
Per afdeling zijn NAAM, FUNCTIE ervoor verantwoordelijk dat de ZORGDOSSIERS ten tijde van een
calamiteit worden meegenomen.
Op elke kamer is het zorgdossier van de desbetreffende bewoner aanwezig. (CHECK)
Het is NAAM, FUNKTIE of bij diens afwezigheid de eerst-verantwoordelijk-verzorgende, (CHECK)
(telefoondragers per gang) die de verantwoordelijkheid voor de zorgdossiers hebben.
Iedereen die telefoondrager is, is hierover geïnformeerd door het HOOFD ZORG. De werknemer die een
telefoon bij zich heeft weet dus dat wanneer er iets gebeurt binnen NAAM INSTELLING dat zij dan
moeten denken aan het meenemen van de zorgdossiers.
 Telefoondrager (CHECK) per afdeling / gang  verantwoordelijk voor de zorgdossiers
NAAM APOTHEEK bereikbaar op GEGEVENS
Met de apotheek is de afspraak gemaakt dat zij bij een calamiteit 24/7 een lijst kunnen aanleveren van
medicatie van onze cliënten.
NAAM APOTHEEK
24/7 bereikbaar op:
6.6. Personele inzet bij een evacuatie
Vanaf het bestuur tot aan de medewerkers op de werkvloer zijn er taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden vastgelegd bij een evacuatie of ontruiming (zie ook de BHV-plannen).
Deze taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd middels taakkaarten per
functionaris, ZIE BIJLAGE 5.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
18
Personele inzet bij evacuatie
Taak
Functionaris
Telefoonnummer
extramuraal
6.7. Hulpmiddelen VERDERE AANPASSING DOOR ZORGINSTELLING VAAK
HORIZONTAAL ONTRUIMEN (ZIE OOK ONTRUIMTINGSPLAN)
Beschikbare hulpmiddelen intramuraal
Hulpmiddel
Evac-chairs
Evacuatie matrassen
Polsbandjes cliënten
Zaklampen
Cellofaandekens
Aantal
Locatie
Beheer door
Aantal
Locatie
Beheer door
Beschikbare hulpmiddelen extramuraal
Hulpmiddel
Evac-chairs
Evacuatie matrassen
Polsbandjes cliënten
Zaklampen
Cellofaandekens
- matrassen van de bedden van bewoners kunnen zo nodig gebruikt worden ten tijde van een evacuatie.
(CHECK)
VERDERE AANPASSING DOOR ZORGINSTELLING VAAK HORIZONTAAL ONTRUIMEN (ZIE OOK
ONTRUIMINGSPLAN)
6.8. Checklist noodopvang
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
19
Taken en verantwoordelijkheden bij noodopvang binnen NAAM ZORGINSTELLING en daarbuiten.
Voorwaarde: de zorginstelling in nood neemt eigen medewerkers mee, ook ’s nachts.
Mensen van buiten (externen) kunnen in de daarvoor aangewezen ruimtes worden opgevangen.
Wanneer er binnen (intern) een calamiteit is geweest, kan deze checklist ook meegenomen worden naar
de opvanglocatie.
Een checklist noodopvang is terug te vinden onder hoofdstuk 7.2.
Indeling ruimten van NAAM ZORGINSTELLING
Zie voor plattegronden BIJLAGE 4.
NAAM FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het nemen van contact met leveranciers over eventuele
levering op opvanglocatie (medicatie, voeding, hulpmiddelen, etc.).
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
20
7.
Groot aanbod van cliënten / toename zorgvraag
7.1. Toename fysiek aantal cliënten
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van personeel tijdens een fysieke toename van het
aantal cliënten staan in de taakkaarten beschreven, zie BIJLAGE 5.
Alles wat met huisvesting te maken heeft valt onder NAAM ZORGINSTELLING. Dit zijn dus de mensen van
de instellingen waar de opvang geregeld is, die zich bezig houden met bijvoorbeeld facilitaire zaken e.d.
Dit komt omdat NAAM ZORGINSTELLING zelf verantwoordelijk is voor wat er binnen de instelling
gebeurt, dus voor alle niet zorggerelateerde zaken.
Het verzorgende personeel wat meekomt met de mensen die opgevangen worden blijven qua
verantwoordelijkheid en aansturing vallen onder hun eigen zorginstelling.
Het verzorgende aspect valt dus onder de leiding van de instelling die opgevangen wordt, omdat ze zelf
verantwoordelijk zijn voor hun eigen cliënten. Binnen de muren van NAAM ZORGINSTELLING verandert
hier dus niets aan.
AFDELING / FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het wegwijs maken van de medewerkers van de
instelling in nood die mee komen met hun cliënten naar NAAM ZORGINSTELLING. Om de zorg aan de
cliënten van de instelling in nood verantwoord te kunnen continueren
Organisatiestructuur
Voor de externe organisatie die wordt opgevangen
Verzorgend personeel  valt onder de op te vangen instelling
Alles wat met huisvesting en Facilitaire Dienst te maken heeft

valt onder de ontvangende NAAM INSTELLING
7.2. Checklist noodopvang
Taken en verantwoordelijkheden bij noodopvang binnen NAAM ZORGINSTELLING en daarbuiten.
Voorwaarde: de zorginstelling in nood neemt eigen medewerkers mee; ook ’s nachts.
Mensen van buiten NAAM ZORGINSTELLING worden opgevangen in de daarvoor aangewezen ruimtes,
zoals beschreven in het schema in hoofdstuk 6.3 Interne opvangcapaciteit.
Introductie externe medewerkers binnen ontvangende organisatie
Onderdeel
Toegang
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Verantwoordelijke
21
Zorgdossiers
Medicatie
Communicatie
Bezoek
Verder aanvullen
De facilitaire zorg wordt geleverd door de ontvangende instelling
Taak
Aanstellen aanspreekpunt
Aanstellen zorginstelling in nood / noodopvang
Bewoners informeren
Verzekering informeren
Familie informeren (2 à 3 personen bij telefoon)
Bedden regelen
Bedschermen regelen
Keuken informeren
Leveranciers informeren (medicijnen / voeding)
Aangeven dat bezoekers / personeel zich moeten melden bij de
Verantwoordelijke
Wat gebeurt er met de vuilnis / afval
Wat gebeurt er met het wasgoed
Schoonmaak opvangruimte (zelf of zorginstelling in nood)
Vervoer van / naar NAAM ZORGINSTELLING / opvanglocatie
Activiteiten in div. ruimtes uitstellen
Extra personeel / vrijwilligers inschakelen (wanneer nodig)
Nieuwe bewoners voorzien van sticker met naam en geboortedatum
Zorginstelling in nood wegwijs maken + helpen in zorg
Regelen van extra tilliften, douchebrancard,
po-stoelen e.d.
Medicatie aanwezig
Opbergruimte medicatie creëren
Regelen extra verbandmateriaal / incontinentiematerialen
Genoeg begeleiding
Tijdelijke bewonerslijst
Hulpmiddelen (zoals po, tilliften, etc….)
Zorgdossiers
Huisartsen informeren
Door organisatie aan te vullen
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
22
7.3. Omgang cliëntgegevens
Onderdeel
NAW -egevens
Medische gegevens
Verwanten informatie
Door organisatie aan te vullen
Verantwoordelijke
7.4. Toename van zorgvraag
Hieronder staan de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het personeel beschreven voor
de situatie van een plotselinge toename van zorgvraag.
Taken
Verantwoordelijke afdeling
/ functionaris
Onderhoud contacten met GHOR / gemeenten / pers
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
23
8.
Verplaatsen van cliënten
8.1. Mobiliteitslijsten
De beslismatrix aan de hand waarvan TEAMLEIDERS kunnen bepalen welk soort vervoer bij welke cliënt
past.
Kan bewoner langer
dan 1 uur zitten?
Zittend vervoer naar de gemeentelijke
opvanglocatie
Ja
Nee
Voldoet bewoner aan 1 of meer van de volgende
kenmerken?
 Verlaagd bewustzijn
 Afhankelijk van beademingsapparatuur
 Terminale zorg (overlijden verwacht < 36uur)
 Verhoogde kans op overlijden t.g.v.
verplaatsing
Per ambulance
naar ziekenhuis
Ja
Nee
Liggend vervoer naar
opvanglocatie waar medische
zorg binnen 60 minuten na
aankomst aanwezig is
Vervoersmiddel
Aantal cliënten tijdens
kantooruren (%)
Aantal cliënten buiten
kantooruren (%)
Rolstoelvervoer
Liggend vervoer
Regulier personen vervoer (bus / taxi /
auto)
..
Op basis van bovenstaand schema 1e inschatting maken
voor het aantal benodigde vervoersmiddelen.
Er is per afdeling een mobiliteitslijst van bewoners in de rode BHV-kast. (CHECK)
Op deze lijst staat de volgende informatie:
- naam bewoner
- zorgdossiernummer
- geboortedatum
- soort vervoer (zittend of liggend etc.)
- soort begeleiding
- hulpmiddelen (zoals zuurstof etc.)
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
24
- medicijngebruik (ja of nee)
Deze lijsten worden maandelijks qua zorggegevens - als er iets verandert - bijgewerkt door de
TEAMLEIDERS (CHECK FUNCTIE) van de zorg,. Op deze manier is er altijd een redelijk actuele lijst in de
rode BHV-kast.
8.2. Taken / verantwoordelijkheden personeel
In onderstaand overzicht is beschreven wie waarvoor, tijdens het verplaatsen van de cliënten intern en
extern, verantwoordelijk is.
Afdeling functionaris
Taken / verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Wat is er intern al geregeld ? Inventariseer wat er al aan
voorbereiding is gedaan.
Zoek een geschikte opvanglocatie Maak afspraken, leg
schriftelijk vast.
Regel vervoer voor het verplaatsen. Maak afspraken, leg
schriftelijk vast.
Welke informatie van cliënt moet mee bij evacuatie ?
Waar is die informatie ? Wie neemt mee ? En hoe ?
Registratie van cliënten en medewerkers NAWgegevens, telefoon, etc.
Opzetten van registratie van verplaatsing. Vastleggen
wie gaat waar heen ?
Controle op aanwezigheid van alle cliënten.
Controle op aanwezigheid van alle medewerkers.
Medewerkers begeleiden tijdens vervoer.
Medewerkers aanwezig op opvangplek.
Medicijnen en hulpmiddelen mee transporteren.
Afstemming met hulpdiensten door crisisteam.
Controleer of het gebouw echt leeg is.
Sluit de nutsvoorzieningen af.
Neem contact op met verzekeraar inzake calamiteit.
Door organisatie zelf aan te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
25
Dagelijks worden er door de medewerker van de receptie de noodzakelijke aanpassingen m.b.t. aan- /
afwezigheid op deze lijst bijgehouden. (doorgekregen op het ochtendoverleg)
Bijv.: bewoner overleden, of nieuwe bewoner; bewoner met vakantie t/m…….. of: bewoner in het
ziekenhuis, of weer terug uit het ziekenhuis etc.
Verantwoordelijk voor het actueel houden hiervan is de medewerker van de receptie. (CHECK)
8.3. Eigen vervoersmiddelen NAAM ZORGINSTELLING
Vervoersmiddel
Aantal personen
Bus
8 zittende personen of 2 rolstoelen en 6
zittende personen
Locatie
8.4. Vervoersmaatschappijen
Naam
Telefoonnummer (24/7)
Gemaakte afspraken
Taxibedrijf …………………………. heeft aangegeven (CHECK) dat zij ten tijde van een calamiteit bij NAAM
ZORGINSTELLING er alles aan zullen doen om vervoer te regelen voor hen.
Gedurende 24 uur per dag bereikbaar. Op dit bedrijf kan men dus altijd terugvallen.
8.5. Extra hulpmiddelen
In hoofdstuk 6.7 staat beschreven welke HULPMIDDELEN men kan inzetten tijdens de verplaatsing van
de cliënten.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
26
9.
Tekort aan personeel en andere personele gevolgen
Uitgangspunt: bij een calamiteit zo lang mogelijk het primaire proces handhaven. Basiszorg moet
geleverd worden.
9.1. Taken en verantwoordelijkheden personeel
De MANAGER ZORG is eindverantwoordelijk.
HOOFD FACILITAIRE ZAKEN en HOOFD ZORG geven opdrachten in de lijn.
Extra personeel inzetten
Maatregelen
Het aanwezige personeel langer laten werken (tot maximaal 12 uur
aaneengesloten).
Keuzes maken in de zorgverlening: Noodzakelijke basiszorg wordt geleverd +
medische zorg of keuze maken in uitstelbare en niet uitstelbare processen.
Inzetten van medewerkers die vrij zijn.
Inzetten van mantelzorg.
Medewerkers terughalen van vakantie.
Overleg met koepelorganisatie wat mogelijkheden zijn.
Bepaal welke organisatie(s) kunnen worden benaderd voor extra personeel.
Uitzendbureaus inschakelen.
Scholen bellen om leerlingen in te zetten in de zorgverlening.
Extra vrijwilligers inschakelen voor bijvoorbeeld: koffie schenken, maaltijden
verstrekken, klein onderhoud en hand- en spandiensten.
Bepaal het minimale bewakingsniveau / zorg per locatie.
Verantwoordelijke
Door organisatie aan te vullen.
9.2. Prioriteren van werkzaamheden
Wanneer door bovenstaande maatregelen het personeelstekort nog niet is opgelost of niet kan worden
opgelost dan dienen de werkzaamheden geprioriteerd te worden.
Maatregelen
Activiteiten worden stopgezet: vrijwilligers worden eventueel ingezet voor
ondersteunende diensten.
Schoonmaakwerkzaamheden: medewerkers huishouding worden eventueel
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Verantwoordelijke
27
ingezet voor hand- en spandiensten.
Warme maaltijden worden verstrek middels dagmenukeuze. Bewoners hoeven
geen weekkaart meer in te vullen.
Uitbesteden van maaltijdverzorging.
Uitsluitend meest noodzakelijke technische werkzaamheden uitvoeren.
Teamleiders en het MT worden ingezet voor ondersteunende diensten.
Basiszorg prioriteren.
Taken categoriseren in wel of niet medische bekwaamheid voor nodig.
Aan te vullen door organisatie
9.3. Alarmering en bereikbaarheid van personeel
FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het actueel houden van de bereikbaarheidsgegevens van het
personeel.
Bereikbaarheidsgegevens zijn tijdens een ramp digitaal en op papier inzichtelijk. De hard copy versie is
BIJLAGE 6.
Alarmering van de medewerkers bij een personeelstekort gaat middels:
 telefoonboom / cirkel
 automatisch oproepsysteem
 sms-service

9.4. Contactpersonen extern voor extra personeel
Eventueel kunnen onderstaande personen ook nog geïnformeerd worden over het personeelstekort
binnen NAAM ZORGINSTELLING. Misschien kunnen zij hierin nok nog wat betekenen.
In te zetten
OVERKOEPELENDE
ZORGINSTELLING
Contactpersoon Wanneer beschikbaar
………………
Is afhankelijk van hoe druk zij het zelf hebben. In voorziene
omstandigheden (dus vroegtijdig) kan er in overleg altijd wat
geregeld worden. Een plotseling personeelstekort is moeilijk,
maar altijd te proberen. (CHECK)
Scholen: mogelijkheden om leerlingen in te zetten die een zorgopleiding doen; contactpersoon hiervoor
binnen NAAM ZORGINSTELLING is het HOOFD ZORG.
Uitzendbureaus: mogelijkheden om medewerkers van een uitzendbureau in te zetten; contactpersoon
hiervoor binnen NAAM ZORGINSTELLING is ook het HOOFD ZORG.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
28
9.5.
(Overschot aan) vrijwilligers / personeel tijdens ramp
Bij overschot aan personeel / vrijwilligers bij een ramp is FUNCTIONARIS ervoor verantwoordelijk dat het
personeel efficiënt wordt ingezet en overbodig personeel en vrijwilligers naar huis worden gestuurd.
FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het kunnen beschikken over voldoende personeel / vrijwilligers
die kunnen zorg dragen voor een eventuele aflossing van personeel / vrijwilligers tijdens een ramp.
9.6. Psychologische ondersteuning aan personeel en cliënten na ramp
NAAM EN GEGEVENS VAN ADVISEUR kan 24/7 benaderd worden voor advies over het omgaan met
psychosociale klachten bij personeel en/of cliënten n.a.v. een ramp.
FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het inwinnen van dergelijk advies en overlegt beleid met
MANAGEMENT / DIRECTIE.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
29
10. Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen
10.1. Elektriciteit
Wanneer er in NAAM ORGANISATIE de stroom uitvalt, dan is er ……………… (ZELF INVULLEN) geregeld
m.b.t. noodstroomvoorziening.
ZELF BESCHRIJVEN (HOE EN WAT) VAN ORGANISATIE RONDOM NOODSTROOMVOORZIENING.
Uitval elektriciteit
Voorziening
Elektriciteit
Noodstroom
Door organisatie zelf aan te vullen.
Leverancier
Bereikbaarheidsgegevens 24/7
Maatregelen
Contact opnemen leverancier
Basiszorg prioriteren
Locatiebeschrijving noodvoorziening
Toegang tot patiënt / cliënt dossiers
Noodprocedure zusteroproepsysteem
Controle alarmsysteem
Door organisatie aan te vullen.
Checklist stroomuitval
Verantwoordelijke
Problemen na
… uur
Verantwoordelijke
Automatische deuren
Apparatuur beademing bewoners
Bedden hoog / laag
BHV alarmering
Camerabewaking
Cliëntgegevens
CV-installatie
Dagbehandeling
Diepvries
ECD bewoners registratie
Elektronische driepuntsloten
Elektronische sloten PG bewoners
Garagedeur installatie
ICT-voorziening
Inbraaksysteem
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
30
Keukenapparatuur
Keuken kookapparatuur
Keuken kookapparatuur centraal (restaurant)
Koelkasten
Koffiezetapparatuur (afdeling)
Koffiezetapparatuur (centraal)
Koudwaterinstallatie
Liftinstallatie
Luchtbehandeling
Maaltijd regenereerwagen
Medische apparatuur, uitzuig / voedingspomp e.d.
Noodverlichting
Radio informatie
Sondevoedingspompen
Telefooncentrale Extern
Telefooncentrale Intern
Terreinverlichting
Toegangscontrolesysteem
Transport / logistiek materiaal
TV voorziening CAI
Vaatwasmachine (afdeling)
Vaatwasmachine (centraal)
Verlichting algemeen
Warmwaterinstallatie
Wasmachines (afdeling)
Wasmachines (centraal)
Waterdruk op leidingwerk Hydrofoor installatie
Werkzaamheden voor personeel
Zonwering installatie
Zusteroproep installatie
Zuurstof concentrator
Door organisatie zelf aan te vullen
10.2. Water
Bij een (langdurige) waterstoring neemt FUNCTIONARIS contact op met de leverancier over de aard en
duur van de storing.
Uitval water
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
31
Voorziening
Drinkwater
Door organisatie zelf aan te
vullen.
Leverancier
Landelijk storingsnummer
Bereikbaarheidsgegevens 24/7
0800-0202013
Maatregelen
Contact opnemen met leverancier over aard en duur storing.
Contact opnemen bij storing langer dan 24 uur met gemeente.
Noodvoorziening / afspraken m.b.t. drinkwater.
Informatievoorziening naar personeel en cliënten zuinig om te gaan
met water.
Door organisatie zelf aan te vullen.
Verantwoordelijke
Checklist wateruitval
Verantwoordelijke
Problemen na
… uur
Toiletspoeling
Koffiezetapparatuur (afdeling)
Koffiezetapparatuur (centraal)
Koud water installatie
Vaatwasmachine (afdeling)
Vaatwasmachine (centraal)
Warmwater installatie
Wasmachines (afdeling)
Wasmachines (centraal)
Douchen
Interieurverzorging
Eten voorbereiding
Door organisatie aan te vullen.
10.3. Gas
Uitval gas
Voorziening
Gas
Door organisatie zelf aan te
vullen.
Leverancier
Landelijk storingsnummer
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Bereikbaarheidsgegevens 24/7
32
Maatregelen
Contact opnemen met leverancier over aard en duur storing.
Contact opnemen bij storing langer dan 24 uur met gemeente.
Informatievoorziening naar personeel en cliënten zuinig om te gaan
met water.
Door organisatie zelf aan te vullen.
Verantwoordelijke
Checklist uitval gas
Verantwoordelijke
Problemen na
… uur
CV installatie
Drogers op gas
Keukenapparatuur
Restaurant
Warmwater installatie
Door organisatie aan te vullen.
10.4. ICT
Uitval ICT
Voorziening
Door organisatie zelf aan te
vullen.
Leverancier
Bereikbaarheidsgegevens 24/7
Maatregelen
Contact opnemen met leverancier over aard en duur storing.
Contact opnemen bij storing langer dan 24 uur met gemeente.
Informatievoorziening naar personeel en cliënten zuinig om te gaan
met water.
Door organisatie zelf aan te vullen.
Verantwoordelijke
Checklist uitval ICT
Verantwoordelijke
Problemen na
… uur
Cliëntgegevens
Door organisatie zelf aan te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
33
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
34
11. Logistieke stagnatie
11.1. Intramuraal
Zorgprocessen
Interne / externe leverancier +
bereikbaarheid
Problemen Verantwoordelijke
na … uur
afdeling / functionaris
Interne / externe leverancier
Problemen Verantwoordelijke
na …uur
afdeling / functionaris
Interne / externe leverancier
Problemen Verantwoordelijke
na … uur
afdeling / functionaris
Persoonlijke verzorging
Medicatieprocessen
Voeding
Middelen en materialen
Door organisatie zelf in te
vullen.
11.2. Extramuraal
Zorgprocessen
Persoonlijke verzorging
Medicatieprocessen
Voeding
Middelen en materialen
Door organisatie zelf in te
vullen.
Algemene organisatorische
processen instelling
Financiële administratie
Schoonmaak
ICT processen
Registratie / administratie
cliënten
Beveiliging
Door organisatie zelf in te
vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
35
Prioriteringsmaatregelen
Vergroten medicijnvoorraden (voor minimaal 1 week aanwezig).
Vergroten voorraden DKW (voor 1 week aanwezig).
Maak afspraak met de gemeente als er belemmeringen zijn voor de locatie
door bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, zorg dat de omleiding duidelijk is
voor de leveranciers.
Vraag na of de leverancier / keuken / cateraar een noodprocedure heeft
(levert men ook op de opvanglocatie, als er een calamiteit bij de leverancier is
hebben zij een noodprocedure).
Ga na of de apotheek een duidelijke noodprocedure heeft als daar een
calamiteit plaatsvindt.
Maak een onderverdeling van uitstelbare en niet uitstelbare logistiek.
Door organisatie zelf in te vullen.
Verantwoordelijke
Leverancier
Groothandel DKW
Bereikbaarheid
Apotheek
Afspraken
Levering op opvanglocatie.
Leverancier geeft zorginstelling prioriteit.
Indien zij niet kunnen leveren organiseren zij dat
andere leveranciers alsnog leveren.
Levering op opvanglocatie.
Leverancier geeft zorginstelling prioriteit.
Indien zij niet kunnen leveren organiseren zij dat
andere leveranciers alsnog leveren.
Cateringbedrijf
Door organisatie zelf in te
vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
36
12. Uitbraak infectieziekten
12.1. Infectiebeleid
Binnen NAAM ZORGINSTELLING is een goed beleid op infectieziekten.
In het handboek ISO-HKZ (CHECKEN) worden diverse infectieziekten duidelijk beschreven. Ook wordt
hierbij beschreven hoe het personeel dient om te gaan met deze verschillende ziekten. Vooral op het
gebied van hygiëne wordt veel aandacht besteed. Ook met name welke maatregelen moeten de
werknemers nemen als er een bepaalde infectieziekte of bacterie in NAAM ZORGINSTELLING is om
besmetting en uitbreiding te voorkomen.
12.2. GGD
Een infectieziekte-uitbraak dient volgens de Wet publieke gezondheid bij de GGD gemeld te worden.
GGD
GGD Zeeland
24/7 bereikbaarheid
Tijdens kantooruren via de receptie van de GGD
Zeeland: 0113-249400
Na kantooruren: 0900-3676767
12.3. Voorraad middelen
Hieronder staat een overzicht van middelen die bij een infectieziekte-uitbraak extra snel opraken.
FUNCTIONARIS is ervoor verantwoordelijk dat een extra voorraad van deze (hulp)middelen wordt
ingeslagen bij een infectieziekte-uitbraak.




Schoon beddengoed
Washandjes
Luiers
12.4. Afspraken met NAAM OVERKOEPELENDE ZORGINSTELLING
NAAM COLLEGA LOCATIE kan … middelen aan ons bieden op het moment dat NAAM EIGEN LOCATIE
getroffen wordt door een infectieziekte uitbraak.
Bij een infectieziekte-uitbraak dienen ook de procedures en afspraken horende bij HOOFDSTUK 7
(GROOT AANBOD VAN CLIËNTEN, TOENAME ZORGVRAAG) te worden ingezet.
Infectiepreventie maatregelen
Voorbereiding van (een plan met) preventieve en reactieve maatregelen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Verantwoordelijke
37
Inventariseren welke activiteiten essentieel zijn voor het blijven functioneren
van de organisatie tijdens een grieppandemie. Maak onderscheid naar:
 activiteiten die niet mogen worden onderbroken;
 activiteiten die twee weken mogen worden onderbroken;
 activiteiten die gedurende negen tot twaalf weken mogen worden
onderbroken.
Maatregelen treffen om te voorkomen dat mensen ziek worden.
Achtervang regelen voor mensen die kritieke taken in uw organisatie
uitvoeren.
Eén of meer functionarissen aanwijzen die tijdens een uitbraak van een
infectieziekte verantwoordelijk zijn voor de coördinatie + vervangers regelen
voor deze personen.
Bepalen volgens welke procedures en op welk moment de maatregelen van
kracht worden en stopgezet worden.
Nadenken over de terugkeer naar een normale bedrijfsvoering na een
uitbraak infectieziekte.
Door organisatie aan te vullen.
Maatregelen om het personeel te beschermen
Inventariseren welk personeel tijdens het werk verhoogd risico loopt op een
besmetting.
Persoonlijke hygiëne aanmoedigen:
 Een plan ontwikkelen voor het gebruik van hygiënische hulpmiddelen
in geval van een uitbraak infectieziekte.
 Hygiënische hulpmiddelen inkopen die in uw organisatie nodig zijn
voor de bescherming van alle werknemers.
Maatregelen treffen dat het gebouw bij een uitbraak infectieziekte voldoende
schoongemaakt wordt.
Door organisatie aan te vullen.
Verantwoordelijke
Isolatie maatregelen
Door organisatie aan te vullen.
Verantwoordelijke
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
38
Vaccinatiebeleid eigen personeel
Door organisatie aan te vullen.
Tekort aan (hulp)middelen
Leveranciers
Apotheek
Door organisatie aan te vullen.
Verantwoordelijke
Contactpersoon
Communicatie
Contactpersoon GGD
Interne communicatie
Ziekmeldingsbeleid
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Verantwoordelijke
24/7 bereikbaarheid
39
13. De crisisorganisatie van NAAM ORGANISATIE
13.1. De crisisorganisatie op centraal niveau
NAAM INSTELLING hanteert tijdens een ramp de volgende crisisorganisatie op strategisch, tactisch en
operationeel niveau. De NAAM INSTELLING draagt zorg voor de vulling van het strategisch crisisteam. De
NAAM LOCATIE opereert op tactisch en operationeel niveau.
Het crisisteam van NAAM INSTELLING komt bij elkaar bij een ramp vanaf niveau …, zie HOOFDSTUK 3.9.
De tactische en operationele medewerkers komen bij elkaar bij een ramp vanaf niveau, zie HOOFDSTUK
3.9.
Samenstelling crisisteam
Functie
Reguliere functie
Portefeuillehouder
Crisiscoördinator
Lid
Directie
Lid
Leidinggevende zorg
Lid
Leidinggevende
facilitair
Lid
Leidinggevende
financiën
Hoofd BHV
Hoofd BHV
Hoofd Communicatie
Leidinggevende P&O
Taken i.v.m.
crisisbeheersing
Voorzitter, voorlichting
Algehele coördinatie
Opvang Personeel en
Nazorg
Herhuisvesting cliënten,
roostering personeel
Coördinatie en
operationele inzet,
logistiek, vervoer en
catering
Kosten, verzekering
Waarneming door
Ontruimen pand
Communicatie intern /
extern
Secretariële
ondersteuning
Door organisatie zelf
aan te vullen.
De crisiscoördinator is 24/7 bereikbaar.
De leidinggevenden / hoofden geven tijdens de ramp leiding aan de verschillende afdelingen. De
crisiscoördinator zorgt voor afstemming tussen operationeel / tactisch en het crisisteam op strategisch
niveau.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
40
De verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de leidinggevenden op tactisch niveau staan
beschreven in BIJLAGE 7.
13.2. Alarmering en bereikbaarheid crisisteam
AFDELING is verantwoordelijk voor het beheer van de bereikbaarheidsgegevens van het personeel
binnen crisisorganisatie.
Bereikbaarheid leden crisisteam en hun waarnemers
Naam
Telefoonnummer
Mobiel nummer
Voorzieningen crisisteam
Vergaderruimte
Beamer / smartbord
Computer met internet
Telefoon
Faxnummer
Catering
Pieper etc.
Uitwijkmogelijkheid
Vergadering crisisteam
Standaardagenda
Beeldvorming Oordeelsvorming en Besluitvorming.
Vergadercyclus van 20 minuten vergaderen en 40 minuten last en ruggespraak houden met tactisch
niveau.
1.
2.
3.
4.
Opening
Vaststellen Agenda
Mededelingen
Beeldvorming
Brongebied
 Aard, omvang en exacte locatie incident
 Status opschaling crisisorganisatie
 Slachtofferbeeld
 Bewoners, cliënten
 Gezondheidsrisico’s (korte en lange termijn)
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
41
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
 Knelpunten / beslispunten
Effect / gevolgen
 Aard en omvang van de gevolgen
 Slachtofferbeeld
 Bewoners, cliënten
 Gezondheidsrisico’s (korte en lange termijn)
 Knelpunten / beslispunten
Omgeving
 Knelpunten / beslispunten
Oordeelsvorming
 Incidentanalyse; welke scenario’s kunnen (ook nog) optreden?
 Wat kunnen wij nu voorbereiden voor die gevallen?
Besluitvorming
 Welke beslissingen passen bij het incident / scenario
 Welke beslissingen hebben wij voor de tactische- en operationele functionarissen
 Welke beslissingen hebben wij voor de hulpdiensten
 Voorgang van ingezette acties (a.d.h.v. actielijst)
Bespreking nieuwe beslispunten / knelpunten en formuleren
Afspraken over voorlichting (intern en extern)
Rondvraag
Vaststellen tijdstip volgende vergadermoment
Sluiting
Tactische en operationele niveau
De FUNCTIONARIS (CRISISCOÖRDINATOR) is verantwoordelijk voor de alarmering van de verschillende
niveaus.
Bereikbaarheidsgegevens medewerkers
Naam
Functie
Telefoonnummer
Naam
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Mobiele nummer
Taken i.v.m. crisisbeheersing
Vervanger directeur bij
afwezigheid
Medische zorg aan cliënten
Salvage
Technische assistentie
Media te woord staan
Pieper etc.
Waarneming door
42
Systeembeheer en
informatievoorziening
Regelen vervoer naar
alternatieve locatie
Coördinatie cliëntendossiers /
contacten
Vervangen bij afwezigheid
Ondersteunen sectormanager
wonen in crisissituaties
Financieel-administratieve
dienstverlening en advisering
Secretariële ondersteuning
crisisteam
Algehele advisering
calamiteiten
Door organisatie zelf aan te
vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
43
14. Implementatie, beheer en opleiden, trainen en oefenen
zorgcontinuïteitsplan
14.1. Beheer van het zorgcontinuïteitsplan
DE KWALITEITSFUNCTIONARIS EN ZCP COÖRDINATOR zijn verantwoordelijk voor het beheer van het
zorgcontinuïteitsplan. Het zorgcontinuïteitsplan van NAAM INSTELLING is opgenomen in het
kwaliteitssysteem en wordt jaarlijks herzien. Bijlagen die snel verouderen worden 2 tot 4 maal per jaar
herzien (alarmeringsgegevens, bereikbaarheidsgegevens etc.).
Beheer zorgcontinuïteitsplan
Onderdeel
Verantwoordelijke
14.2. Opleiden Trainen en Oefenen
AFDELING / FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het OTO (Opleiden,
Trainen en Oefenen) jaarplan en het opleiden, trainen en oefenen van het personeel op strategisch,
tactisch en operationeel niveau.
BIJLAGE 8 geeft het OTO jaarplan.
Het crisisteam wordt door de organisatie opgeleid getraind en geoefend op
 De regionale crisisstructuur
 De interne crisisstructuur en planvorming
 Het nemen van besluiten tijdens druk
 De manier van besluitvorming
 Communicatie met extern en intern

Het personeel op tactisch niveau wordt opgeleid, getraind en geoefend op
 De regionale crisisstructuur
 De interne crisisstructuur en planvorm
 Het uitvoer geven aan de planvorming
 Leidinggeven onder druk
 Communicatie met collega’s en externen
 Functioneren onder druk
Het personeel op operationeel niveau wordt opgeleid getraind en geoefend op
 De regionale crisisstructuur
 De interne crisisstructuur en planvorm
 Het uitvoer geven aan de planvorming
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
44



Communicatie met elkaar
Functioneren onder druk
14.3. Vergroten zelfredzaamheid van cliënten
AFDELING / FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het vergroten van de kennis van de cliënten i.h.k.v.
hun eigen veiligheid en zelfredzaamheid. De relaties van de cliënten worden hier indien gewenst bij
betrokken.
Hierbij komen de volgende thema’s aan bod:
 Risico’s
 Wat doet de zorginstelling preventief
 Wat doet de zorginstelling bij een calamiteit / ramp
 Wat kan de cliënt doen tijdens een calamiteit ramp i.h.k.v. de eigen veiligheid.
14.4. Evaluatie
AFDELING / FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van een evaluatie na een
calamiteit. Hierbij worden de medewerkers en eventueel de cliënten betrokken.
De volgende thema’s kunnen aan bod komen:
 Beschrijving van de inzet van deze persoon.
 Was de voorbereiding adequaat?
 Waren de opdrachten uitvoerbaar?
 Was de communicatie binnen het team duidelijk?
 Was er overzicht over de totale rampsituatie? Was het doel van de opdrachten duidelijk?
 Leverde het geheel veel stress op?
 Werden er gevaarlijke situaties gesignaleerd?
 Was de voorziening voor eten en drinken adequaat?
 Was de aflossing en de overdracht van informatie voldoende?
 Ervaart de persoon nog psychische klachten en is er behoefte aan een nagesprek?
 De termijn waarop een reactie zal volgen dient vermeld te worden alsmede het doel van het invullen
van het formulier.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
45
15. Communicatie
15.1. Communicatie
AFDELING / FUNCTIONARIS is verantwoordelijk voor de communicatie naar cliënten, personeel en
relaties van cliënten, tijdens en na een calamiteit of ramp ongeacht wat voor soort calamiteit of ramp.
De AFDELING / FUNCTIONARIS / GEMEENTE draagt zorg voor communicatie met de pers.
Voorlichter AFDELING / GEMEENTE 24/7 bereikbaar via:
…
AFDELING / FUNCTIONARIS heeft een lijst van externe partijen (familie van cliënten, cliënten, pers,
leveranciers, etc.) die men dient te informeren, beschikbaar. Deze is openomen als BIJLAGE 9.
Taken communicatie tijdens calamiteit
Verhelderen informatiestromen en communicatiestromen.
Organiseren van voorlichting aan medewerkers, cliënten, familieleden en
betrokkenen.
Afstemmen communicatie en voorlichting naar betrokkenen en de pers met
de voorlichter van de gemeente.
Verantwoordelijke
Door organisatie aan te vullen.
Communicatie
Doelgroep
Medewerkers instelling in nood
Medewerkers ontvangende instelling
Cliënten instelling in nood
Cliënten ontvangende instelling
Verwanten instelling nood
Verwanten ontvangende instelling
Pers
Verantwoordelijke
Gemeente
Door organisatie aan te vullen.
15.2. Communicatie in de crisisorganisatie
Tijdens een ramp hanteert NAAM INSTELLING / LOCATIE de volgende communicatielijnen.
STRATEGISCH  TACTISCH VIA DE CRISISCOÖRDINATOR
TACTISCH  OPERATIONEEL RECHTSTREEKS
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
46
HET CRISISTEAM HANTEERT EEN VERGADERKLOK VAN ..
Het strategische niveau stemt met elkaar af via TELEFOON / OVERLEG ETC.
NAAM AFDELING is verantwoordelijk voor de communicatie naar cliënten en relaties van cliënten.
Niet aanwezig personeel wordt ingelicht door NAAM AFDELING / FUNCTIONARIS.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
47
Bijlage 1: Bereikbaarheidsgegevens GHOR m.b.t. zorgcontinuïteit in
Zeeland
Bereikbaarheidsgegevens
Veiligheidsregio Zeeland / Bureau GHOR
Opsteller
E. van Noorden
Bestemd voor ketenpartners GHOR Zeeland
Versie 4.0
10 september 2012
Veiligheidsregio Zeeland
Segeerssingel 10
4337 LG Middelburg
Postbus 8016
4330 EA Middelburg
Tel: 0118 - 42 11 00
Fax: 0118 - 42 11 01
E-mail: [email protected]
Internet: www.vrzeeland.nl
Directie
Mevrouw G.J.M. Ruijs, Regionaal Commandant / Directeur Veiligheidsregio Zeeland
De heer Drs. R. de Meij, Directeur Publieke Gezondheid
Bij opschaling (vanaf GRIP 2)
Sectie GHOR is vanaf GRIP 2 bereikbaar en wordt geactiveerd op aanwijzing van de Algemeen
Commandant Geneeskundige Zorg.
Sectie GHOR
Tel: 0118 – 42 12 90
E-mail: [email protected]
Noodnetnummer GHOR:
Tel: 11802
Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg
Tel. 0118 – 42 12 92 (7 x 24 uur bereikbaarheidsdienst)
Meldkamer
Spoednummer meldkamer
Tel. 0118 – 41 44 44
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
48
Bureau GHOR
Secretariaat GHOR
Inge van Dam, Ondersteunend medewerker
Tel: 0118 – 42 11 90
Edith van Noorden, Ondersteunend medewerker
Tel: 0118 – 42 11 92
Zorgcontinuïteit
Chantal Smolenaers, Beleidsmedewerker en coördinerend relatiebeheerder Zorgcontinuïteit
Tel: 0118 – 42 11 91
Mobiel: 06 - 12 89 33 81
E-mailadres: [email protected]
Relatiebeheerder:
Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg beneden de Westerschelde, Slachtofferhulp, AMW,
Revalidatiecentrum Revant, Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg, Ziekenhuizen
Kraamzorg en Verloskundigenzorg
Jan Rotte, Teamleider GHOR
Tel: 0118 – 42 11 64
Mobiel: 06 - 22 55 72 01
E-mailadres: [email protected]
Relatiebeheerder:
Ambulancezorg, Nederlandse Rode Kruis (NRK), Traumacentra, GGD, jeugdzorg, mondzorg, contacten
GHOR-regio’s en landelijke GHOR
Ton de Klerk, Beleidsmedewerker
Tel: 0118 – 42 11 96
Mobiel: 06 - 53 68 06 17
E-mailadres: [email protected]
Relatiebeheerder:
Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg boven de Westerschelde, Huisartsen, Huisartsenkringen en
Huisartsenposten Zeeland, apotheken en Belgische partners
Inge van Dam, ondersteunend medewerker
Tel: 0118 – 42 11 90
E-mailadres: [email protected]
E-mailadres algemeen inzake Zorgcontinuïteit: zorgcontinuï[email protected]
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
49
Bijlage 2: Procedure prioriteren van zorg
Door organisatie in te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
50
Bijlage 3: Procedure prioriteren van bedrijfscontinuïteit
Door organisatie in te vullen
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
51
Bijlage 4: Indeling ruimten interne opvangcapaciteit
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
52
Bijlage 5: Taakkaarten
1.
Crisisteam
1. Functie:
2. Uitvoering door:
3. Algemeen (doel functie)
4. Alarmering
(oproepprocedure)
5. Taken en activiteiten
6. Bereikbaarheid
7. Verantwoordelijkheid
8. Plaats
9. Rapporteert aan /
registreert
9. Aandachtspunten
10. Middelen &
voorwaarden
(incl. medewerkers /
functies)
11. Afschaling
12. Benodigde kennis en
kunde (competenties)
Coördinator crisisteam / crisiscoördinator
Afdelings- of sectormanager of een speciaal hiertoe aangestelde
functionaris (in dat geval is de crisiscoördinator niet per definitie degene
die voorzitter is van het crisisteam. Dit is dan de afdelings- of
sectormanager).
De crisiscoördinator heeft zitting in het crisisteam en stemt daar de in- en
externe samenwerking op strategisch en tactisch niveau af. De
crisiscoördinator is vanuit het (strategisch) crisisteam de ‘primus inter
parus’ in het eventueel aanwezige operationele crisisteam.
Door organisatie in te vullen.
Zie onderstaand kwalificatieprofiel .
Door organisatie in te vullen.
Is verantwoordelijk voor de uitvoering van het crisisplan /
zorgcontinuïteitsplan en coördineert in opgeschaalde situatie de
processen in de organisatie waar het crisisplan / zorgcontinuïteitsplan in
werking is getreden en draagt in opgeschaalde situatie zorg voor
afstemming met de GHOR in de betreffende regio.
Door organisatie in te vullen.
De crisiscoördinator staat onder directe, functionele leiding van de
voorzitter van de directie en adviseert de voorzitter van het crisisteam
over te nemen strategische beleidsbeslissingen.
Door organisatie in te vullen.
Door organisatie in te vullen.
Zie verder onderstaand kwalificatieprofiel.
Indien besluit tot afschaling door crisiscoördinator genomen is.
Zie onderstaand kwalificatieprofiel.
1.1
Typering van de functie
De crisiscoördinator heeft zitting in het crisisteam en stemt daar de in- en externe
samenwerking op strategisch en tactisch niveau af. De crisiscoördinator staat onder directe, functionele
leiding van de voorzitter van de directie en adviseert de voorzitter van het crisisteam over te nemen
strategische beleidsbeslissingen. De crisiscoördinator is vanuit het (strategisch) crisisteam de ‘primus
inter parus’ in het eventueel aanwezige operationele crisisteam.
1.2
Kerntaken
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
53
I. Coördinatie van de primaire- en overige bedrijfsprocessen.
II. Het onderhouden van contacten en samenwerken met externe (keten)partners.
III. Rapporteren en adviseren en verantwoording.
1.3
Nadere uitwerking kerntaken
I. Coördinatie van de primaire- en overige bedrijfsprocessen.
Werkzaamheden
 Coördineert gedurende een ramp / crisis de uitvoering van de processen.
 Rekening houdend met de locale, regionale en landelijke plannen.
 Analyseert en beoordeelt crisissituaties op basis van aangeleverde en gevraagde.
 Treft maatregelen betreffend de processen binnen de organisatie.
 Zorgt ervoor dat tactische besluitvorming plaatsvindt.
 Coördineert opschaling en afschaling en informeert project- en procesleiders hierover en draagt zorg
voor de aflossing en debriefing.
 Alarmering en bijeenroepen crisisteam in daarvoor ingerichte locatie.
o Belegt de eerste vergadering.
o Laat medewerkers oproepen.
 Adviseert en faciliteert welke processen (ondersteunende processen) moeten worden opgestart
binnen de organisatie.
 Wijst verantwoordelijkheden aan.
 Bewaakt de voortgang van de uitvoering van de processen binnen de organisatie en stemt daartoe af
met directeur en GHOR (indien nodig).
 Draagt zorg voor de uitvoering van de opdrachten van de directeur.
 Vertaalt tactische besluiten van de directeur naar operationele opdrachten.
 Geeft opdrachten aan de procesleiders.
 Geeft opdrachten aan de overige deelnemers (ondersteunende functionarissen) van het crisisteam.
 De crisiscoördinator is een aanspreekpunt vanuit en voor de ketenpartners maar is niet in plaats van
de reguliere contacten die o.a. de procesleiders hebben met de ketenpartners.
Beoordelingscriteria
 Maakt een juiste inschatting van de duur en de consequenties van de crisissituatie.
 Heeft voortdurend overzicht van de activiteiten binnen de processen.
 Kan strategische beleidsbeslissingen vertalen naar operationele opdrachten.
 Monitort de uitvoering van opdrachten.
 Zorgt voor de aansturing, het informeren en het adviseren van het crisisteam.
 Zorgt dat de veiligheid en welzijn van het personeel optimaal is gewaarborgd.
Uitdagingen
 De crisiscoördinator moet in staat zijn om vertrouwen te stellen in de procesleiders: operationele
beslissingen binnen de processen moeten aan de procesleiders worden overgelaten.
 De crisiscoördinator moet niet gekleurd zijn door proces (moet alle processen kunnen aansturen).
 De crisiscoördinator moet zich vrij kunnen maken van zijn reguliere taken.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
54
II. Het onderhouden van contacten en samenwerken met externe (keten)partners
Werkzaamheden
 Vormt samen met de procesleiders en ondersteunende functionarissen het crisisteam.
 Analyseert en beoordeelt crisissituaties op basis van aangeleverde en gevraagde.
 Vormt met de deelnemers aan het crisisteam een gemeenschappelijk beeld van de situatie.
 Adviseert - indien mogelijk / van toepassing - aan de directeur over opschaling en afschaling.
 Adviseert de directeur over tactische beleidsvraagstukken.
 Stemt op tactisch / uitvoerend niveau af met de (GHOR-)ketenpartners en andere betrokken
partijen.
Beoordelingscriteria
 Heeft voortdurend overzicht van de activiteiten binnen de processen.
 Verstrekt op basis van de beschikbare informatie gestructureerd, eenduidig en kernachtig
(mondelinge) informatie.
 Kan uit operationele informatie tactische vraagstukken formuleren en van een advies voorzien.
Uitdagingen
 De crisiscoördinator moet zich een zo juist mogelijk beeld vormen van het incident en de effecten
daarvan, terwijl hij / zij op afstand zit en de informatie uit veel verschillende bronnen
gefragmenteerd op hem / haar af komen.
III. Rapporteren en adviseren en verantwoording.
Werkzaamheden
 Rapporteert over de voortgang van de uitvoering van de processen o.a. middels Sitraps.
 Informeert en adviseert de directeur omtrent zaken die een beleidsbeslissing vergen (o.a.
verstrekkende maatregelen aangaande de bevolking of met politieke lading).
 Informeert, rapporteert en adviseert de directeur en overige deskundigen over het verloop van het
incident en genomen relevante beleidsbeslissingen.
 Laat zich, door de procesleiders en andere deskundigen informeren en rapporteren over de
voortgang van de situatie, opdrachten en knelpunten.
 Ziet toe op het loggen en verslagleggen van de uitgevoerde werkzaamheden, ontvangen informatie
en verstrekte opdrachten.
 Organiseert de informatiestromen.
 Verzamelt alle geregistreerde informatie (logboeken en sitraps) en draagt deze over voor evaluatie.
 Faciliteert besluitvorming over prioritering van kritische processen.
Beoordelingscriteria
 Verstrekt alle relevante informatie tijdig aan de deelnemers aan het crisisteam en betrokken
ketenpartners.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
55

Heeft overzicht van de van leden crisisteam en ketenpartners ontvangen informatie, uitgevoerde
werkzaamheden en opdrachten, en van de verstrekte informatie aan de betrokken crisisteamleden,
ketenpartners en externen (pers, bevolking etc.).
Uitdagingen
 De crisiscoördinator moet in staat zijn om er vertrouwen in te hebben dat de directeur zich af zal
houden van het operationele niveau.
 De crisiscoördinator kan dwingende aanwijzingen geven aan de teamleden, maar de teamleden
blijven zelf verantwoordelijk voor het eigen proces.
 De crisiscoördinator moet in staat zijn na afloop van de crisissituatie uit de gelogde en in
verslaglegging vastgelegde informatie een evaluatie op te maken en aanbevelingen te doen t.a.v.
aanpassing van (regionale) plannen en procedures.
 De crisiscoördinator moet hoofd- en bijzaken goed kunnen scheiden.
 De crisiscoördinator moet in staat zijn om knelpunten tijdig te rapporteren.
1.4
Uitwerking competenties en niveaus
Gedragskenmerken
(Operationeel) management
Aansturen en tot uitvoering brengen van diverse uitvoerende activiteiten. Taken en
verantwoordelijkheden toewijzen. Activiteiten coördineren en zo nodig knelpunten wegnemen. In
organisatorische zin randvoorwaarden creëren.
Gedragsvoorbeelden:
 Stelt prioriteiten voor zichzelf en voor anderen.
 Formuleert doelstellingen voor zichzelf en voor anderen.
 Verdeelt taken over medewerkers en wijst middelen toe, (bevelsstructuur).
 Maakt afspraken over te nemen acties (wie doet wat en wanneer).
 Maakt planningen.
 Levert werk voor anderen op gestructureerde wijze aan.
 Stelt vast welke output wanneer en van wie wordt verwacht.
 Zorgt ervoor, dat er voldoende hulpmiddelen en ondersteuning aanwezig zijn om taken en
activiteiten te kunnen uitvoeren.
Leidinggeven
Richting en sturing geven aan anderen in het kader van hun taakvervulling; stijl en methode aanpassen
aan betrokken individuen, taken en situatie.
Gedragsvoorbeelden:
 Geeft duidelijk instructies aan medewerkers (bevelsstructuur).
 Geeft duidelijk aan wat de doelstelling is voor een bepaalde periode of m.b.t. een bepaalde taak.
 Kiest de juiste stijl voor elke medewerker.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
56





Herkent het moment waarop stellend en directief moet worden gehandeld. Handelt vervolgens als
zodanig.
Geeft indien mogelijk ruimte voor ideeën van anderen.
Geeft duidelijk aan wat zijn verwachtingen van een medewerker zijn.
Levert toegevoegde waarde tijdens mono- en multidisciplinaire overleggen.
Versterkt het zelfvertrouwen van de medewerkers en creëert een vertrouwensband met hen.
Voortgangsbewaking
Opstellen en bewaken van procedures om de voortgang van de taken en activiteiten van medewerkers en
van de eigen taken en verantwoordelijkheden te bewaken en zeker te stellen.
Gedragsvoorbeelden:
 Maakt zo mogelijk gebruik van checklists en planningsoverzichten.
 Rappelleert uit zichzelf wanneer bepaalde informatie achterwege blijft.
 Vraagt uit zichzelf om terugmelding of rapportage van anderen.
 Maakt aan het eind van mono- en multidisciplinaire overleggen duidelijke vervolgafspraken en voert
deze uit.
Probleemanalyse
Signaleren van problemen, herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens.
Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doende gegevens.
Gedragsvoorbeelden:
 Herkent dat er sprake is van een bepaald probleem (in een vroeg stadium).
 Verzamelt informatie (mondeling en schriftelijk) over achtergronden en oorzaken van het probleem,
voordat hij een besluit neemt. Diept het probleem uit.
 Integreert nieuw gevonden informatie met bestaande informatie.
 Legt verbanden tussen de verschillende soorten informatie.
 Weet symptomen van oorzaken te onderscheiden.
 Maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties / veronderstellingen.
Oordeelsvorming
Gegevens en mogelijke alternatieve handelswijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar
afwegen en tot realistische beoordelingen komen.
Gedragsvoorbeelden:
 Houdt in zijn afweging rekening met meerdere factoren.
 Benoemt de consequenties van verschillende handelswijzen / acties.
 Schat de capaciteiten en mogelijkheden van medewerkers en anderen goed in.
 Komt in geval van problemen aantoonbaar tot de juiste oplossing of het juiste oordeel.
 Zijn meningen zijn logisch herleidbaar tot, en afleidbaar uit een bepaalde hoeveelheid informatie en
feitelijke gegevens.
 Kan duidelijk aangeven op basis waarvan hij tot een oordeel is gekomen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
57
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer de samenwerking niet direct van eigen belang is.
Gedragsvoorbeelden:
 Komt met voorstellen hoe een gezamenlijk resultaat behaald kan worden.
 Blijft meedenken en mee discussiëren, ook wanneer hij daar geen direct eigen belang meer bij heeft.
 Komt niet zozeer met eigen voorstellen maar steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop
voort om zodoende het gezamenlijke doel te bereiken.
 Stelt het belang van het team boven het eigen belang.
 Helpt collega’s wanneer zij daar behoefte aan hebben.
 Biedt hulp aan in geval van problemen of conflicten.
Stressbestendigheid
Effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag en onder extreme fysieke en psychische
omstandigheden.
Gedragsvoorbeelden:
 Blijft constante prestaties leveren ondanks tegenslag en extreme omstandigheden.
 Blijft voortgangscontrole en planning en bewaking doen.
 Blijft vasthoudendheid tonen.
 Blijft rustig en gedisciplineerd werken.
Organisatiesensitiviteit
Onderkennen van invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere onderdelen van de
organisatie; onderkennen van belangen van andere onderdelen van de organisatie.
Gedragsvoorbeelden:
 Houdt in geval van beslissingen en acties rekening met de effecten op andere onderdelen van de
ketenorganisatie.
 Heeft zicht op de verhouding tussen de eigen belangen en de belangen van anderen en houdt
daarbij rekening in de besluitvorming.
 Houdt bij het uitoefenen van de functie rekening met de bedrijfscultuur.
 Zorgt ervoor dat hij beslissingen aan alle belanghebbenden communiceert.
 Neemt geen beslissingen zonder het effect daarvan op de rest van de organisatie vooraf te hebben
onderzocht en ingeschat.
 Heeft zicht op organisatorische belemmeringen die medewerkers bij hun functioneren hebben en
probeert deze belemmeringen weg te nemen.
Organisatiecompetenties
Organisatie en processen op tactisch niveau
Ontwikkelingen in de structuur en processen van de rampenorganisaties in het algemeen en de
organisatie in het bijzonder.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
58
Is en houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen m.b.t. de rampenorganisaties en inhoudelijke
processen en procedures. Kent de relevante sleutelfiguren in het uitvoeringsveld.
Vaktechnische competenties
Bestuurlijke en operationele omgeving / positionering
Kent de bestuurlijke en operationele omgeving en zijn positie daarin.
Niveau: op hoofdlijnen.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Heeft inzicht in verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Niveau: op detailniveau.
Processen en taken
Beschikt over de benodigde kennis, inzicht en vaardigheden om processen en hieruit voortvloeiende
taken te vervullen.
Niveau: op gemiddeld niveau.
Richtlijnen, protocollen en procedures
Kent het crisisplan / zorgcontinuïteitsplan en de GHOR structuur en GHOR processen en kan deze
toepassen en waar nodig bijstellen.
Niveau: op gemiddeld niveau.
(Technische) hulpmiddelen
Heeft kennis van en kan gebruik maken van de beschikbare (technische) hulpmiddelen.
Niveau: op detail niveau.
Juridische aspecten
Kent de juridische aspecten die van invloed zijn op de functies binnen de operationele GHOR organisatie.
Niveau: op hoofdlijnen.
1. Functie:
2. Uitvoering door:
3. Algemeen (doel functie)
4. Alarmering
(oproepprocedure)
5. Taken en activiteiten
6. Bereikbaarheid
7. Verantwoordelijkheid
8. Plaats
9. Rapporteert aan /
registreert
10. Aandachtspunten
11. Middelen &
In te vullen door organisatie
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
59
voorwaarden
(incl. medewerkers /
functies)
12. Afschaling
13. Benodigde kennis en
kunde (competenties)
1. Functie:
2. Uitvoering door:
3. Algemeen (doel functie)
4. Alarmering
(oproepprocedure)
5. Taken en activiteiten
6. Bereikbaarheid
7. Verantwoordelijkheid
8. Plaats
9. Rapporteert aan /
registreert
10. Aandachtspunten
11. Middelen &
voorwaarden
(incl. medewerkers /
functies)
12. Afschaling
13. Benodigde kennis en
kunde (competenties)
2.
In te vullen door organisatie
Secretariële ondersteuning
1. Functie:
2. Uitvoering door:
3. Algemeen (doel functie)
4. Alarmering
(oproepprocedure)
5. Taken en activiteiten
Secretarieel / administratief medewerker
In te vullen door organisatie
De medewerkers verrichten op verzoek van de coördinator crisisteam
administratieve taken.
Via de procesleider worden medewerkers aangewezen op verzoek van
coördinator crisisteam.
T.b.v. het crisisteam
Registratie van activiteiten en besluiten van het crisisteam t.b.v. latere
rapportage en evaluatie van de inzet.
Zorg dragen voor de verslaglegging en rapportage naar derden.
T.b.v. processen (mailings, registratie, kopiëren e.d.)
- communicatie
-
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
60
6. Bereikbaarheid
7. Verantwoordelijkheid
8. Plaats
9. Rapporteert aan /
registreert
9. Aandachtspunten
10. Middelen &
voorwaarden
(incl. medewerkers /
functies)
11. Afschaling
12. Benodigde kennis en
kunde (competenties)
Telefonisch bereikbaar via speciale nummers in geval van een ramp of
crisis.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor registratie en
verslaglegging.
Rapporteert aan coördinator crisisteam en registreert activiteiten en
besluiten.
Voldoende computers met toegang tot het systeemnetwerk.
Medewerkers aanwijzen die ingezet moeten gaan worden tijdens de
ramp / crisis.
Evaluatie met coördinator, ontbrekende gegevens alsnog invoeren.
Goede beheersing van kantoorautomatiseringsoftware, uitstekende
beheersing van de Nederlandse taal, omgevingsgerichtheid, flexibiliteit
samenwerkingsgerichtheid.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
61
Bijlage 6: Bereikbaarheidsgegevens eigen personeel
Door organisatie in te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
62
Bijlage 7: Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden
leidinggevenden op tactisch niveau
Door organisatie in te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
63
Bijlage 8: Jaarplan Opleiden, Trainen en Oefenen
Door organisatie in te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
64
Bijlage 9: Lijst te informeren externe partijen
Door organisatie in te vullen.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
65
Bijlage 10: Overzicht recent houden
Hieronder puntsgewijs de verschillende zaken uit het zorgcontinuïteitsplan die elke jaar gecontroleerd
moeten worden met erachter de persoon die hiervoor verantwoordelijk is.
Zorgcontinuïteitsplan.
Paragraaf
6.2
6.3
6.5
6.7
8.1
8.4
CHECKEN
Wat te doen
Opvangcapaciteit NAAM ORGANISATIE
controleren.
Externe opvanglocaties controleren op
contactgegevens en afspraken. Contactgegevens
voorzieningen controleren.
Contactgegevens en afspraken controleren omtrent
cliëntgegevens en zorgdossiers.
Hulpmiddelen controleren op functioneren.
Mobiliteitslijsten moeten in 4.1 ingevoegd worden
en dagelijks worden bijgehouden door medewerker
receptie in de BHV-kast.
Contactgegevens en afspraken vervoersbedrijven
controleren.
9.4
Contactgegevens controleren voor extra personeel.
10.1 t/m
10.3
Contactgegevens controleren van
nutsvoorzieningen.
ICT-contactgegevens controleren en de afspraken
voor werkplekken op andere locaties.
Contactgegevens van voedingleveranciers
controleren en bij veranderende contracten de
leveringsvoorwaarden controleren.
10.4
11
11.2
Contactgegevens en afspraken met apotheek
controleren en bij veranderende contracten de
leveringsvoorwaarden controleren.
Format Zorgcontinuïteitsplan, versie 1.0 d.d. 20 juli 2017
Wie verantwoordelijk
Paraaf /
datum
Facilitair Manager
Facilitair Manager
Zorgmanager
Technische dienst
Zorgmanager
Facilitair Manager
Facilitair Manager en
Zorgmanager
Facilitair Manager
Facilitair Manager
Facilitair Manager
Zorgmanager
66
Download