Als tweede is er het reproductief kloneren. Hierbij

advertisement
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding
Deelvragen:
- Wat is kloneren?
- Wat zijn de nuttige doeleinden van kloneren?
- Wat zijn de voor- en nadelen van kloneren?
- Wat zijn de gevolgen van kloneren op lange termijn?
- Wat mag momenteel wel en niet qua kloneren?
Hoofdvraag:
- Wat voor invloed kan kloneren hebben op ons leven in de toekomst?
Bronnenlijst
Nawoord
2
2
3
4
5
8
9
11
13
13
Inleiding
Momenteel is het een veel besproken onderwerp in
het parlement én onder de Nederlandse bevolking;
kloneren. Wat kunnen we ermee en wat kunnen we er
van verwachten in de toekomst? Dit zijn vragen die bij
ons het eerst opkwamen toen we dachten aan
kloneren. Wat men meestal denkt van kloneren is dat
er een kopie wordt gemaakt van een individu. Maar is
dat eigenlijk wel zo? Spelen er niet meer factoren mee in het proces van kloneren?
Wij hebben allebei een profiel gekozen met biologie erin, wat automatisch betekent
dat dit onderwerp ons aanspreekt. Het onderwerp ‘kloneren’ heeft een mooie balans
tussen het biologische gedeelte, het proces, en het maatschappelijke gedeelte, wat
doen we ermee? Dat is ook voornamelijk waarom wij dit onderwerp hebben gekozen.
Terwijl wij bezig waren met onze praktische opdracht, hebben wij uiteraard een
tussentijdse rapportage geleverd. We hebben onze vorderingen goed bijgehouden.
Op dit moment hebben we de 1e en 2e deelvragen af. Deze zijn: ‘Wat is kloneren?’
én ‘Wat zijn de nuttige doeleinden van kloneren?’. Het maken van de deelvragen is
tot nu toe erg goed gegaan. Hier zijn we ongeveer 4 uur mee bezig geweest. De
samenwerking gaat ook erg goed.
De deelvragen die we nu hebben zijn een goed middel om de hoofdvraag te kunnen
beantwoorden. De bronnen die we tot nu toe hebben, hebben goede informatie
opgeleverd, om de deelvragen te kunnen beantwoorden.
1
Wat is kloneren?
‘Kloneren is een kunstmatige manier van voortplanting waarbij een genetisch
identieke kopie van één ouder wordt gemaakt. Naast complete organismen is het ook
mogelijk om losse genen of cellen te klonen.’ (Kloneren (z.d.), Geraadpleegd op 14
mei 2014, http://www.allesoverdna.nl/woordenboek/kloneren.html )
Er zijn echter naast kunstmatige manieren, ook natuurlijke manieren waarbij de
nakomelingen genetisch identiek zijn aan hun enige ouder. Een voorbeeld daarvan is
ongeslachtelijke voortplanting. Sommige planten planten zich ongeslachtelijk voort,
bijvoorbeeld met uitlopers. De nakomelingen van ongeslachtelijke voortplanting
worden ook wel klonen genoemd. Bij celdeling zijn de zogeheten dochtercellen
genetisch gezien gelijk aan hun moedercel. Deze processen worden echter niet
bedoeld met kloneren. (Kloneren (z.d.), Geraadpleegd op 14 mei 2014,
http://www.allesoverdna.nl/ woordenboek/kloneren.html )
Om te begrijpen hoe klonen werkt is het handig om eerst wat
meer te weten over DNA. DNA is een lange combinatie van
verschillende, zogeheten nucleotiden. Die volgorde van die
nucleotiden heet de DNA-sequentie. De DNA-sequentie codeert
voor de aanmaak van eiwitten, wat weer belangrijk is voor het
in stand houden van een organisme. DNA wordt opgeslagen in
de celkern van een cel. Elke lichaamscel bevat de genetische
informatie, het DNA, van een individu. DNA wordt opgerold tot
een chromosoom. Een lichaamscel bevat 46 van die
chromosomen. Gameten, de zaadcellen en de eicellen,
bevatten 23 chromosomen. Bij de bevruchting smelten een zaadcel en een eicel
samen, waardoor de cel 46 chromosomen heeft. 23 chromosomen komen van de
vader, en 23 chromosomen van de moeder, waardoor je op deels op je vader en
deels op je moeder lijkt. (Bos, A.; Kalverda, O.; Passier, R.; Smits, G.; Waas, B. &
Westra, R. (2012) Biologie voor Jou Leeropdrachtenboek 4VWOa. Malmberg, ’s
Hertogen Bosch.)
Voor kloneren heb je twee ‘ingrediënten’ nodig, een eicel en een normale
lichaamscel. Als je vanuit een cel een heel organisme wil maken, moet de eerste cel
een stamcel zijn. Een stamcel is een cel die nog geen bepaalde functie heeft. Een
hersencel of een rode bloedcel zijn voorbeelden van cellen met een functie. Als een
cel met een functie wordt gebruikt voor kloneren, krijg je alleen een orgaan, zoals
een lever. Dat is logisch, aangezien je alleen maar cellen krijgt met dezelfde functie.
Daarom heb je voor klonen een stamcel nodig, in de meeste gevallen is dat een
eicel. (Evalp (2011), Klonen: Allemaal gelijk? Geraadpleegd op 14 mei 2014,
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/81169-klonen-allemaal-gelijk.html )
2
Uit de eicel wordt de celkern gehaald. In de celkern zit het DNA. Aangezien de
celkern verwijderd wordt kan de eicel als ‘leeg’ beschouwd worden. De eicel is echter
niet leeg, omdat er nog organellen inzitten.
Ook uit de stamcel wordt de celkern verwijderd. Deze wordt echter niet weggegooid,
maar wordt in de lege eicel geplaatst. Hierdoor krijgen we een eicel met 46
chromosomen, en is er een soort bevruchting nagedaan. De ‘bevruchte’ eicel bevat
echter geen informatie van een vader en een moeder, maar van een persoon en dus
is de ‘bevruchte’ eicel genetisch identiek aan zijn ouder. Er is een kunstmatige kloon
gemaakt.
(Evalp (2011), Klonen: Allemaal gelijk? Geraadpleegd op 20 mei 2014,
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/81169-klonen-allemaal-gelijk.html )
Wat zijn de nuttige doeleinden van kloneren?
Kloneren is te verdelen in verschillende groepen. Die verdeling wordt gemaakt op het
doeleinde of de doeleinden waarmee het proces wordt uitgevoerd. Die indeling is
makkelijk te maken nu we weten hoe kloneren werkt.
Als eerste is er het natuurlijk kloneren. Deze methode wordt
al eeuwen lang gebruikt om betere gewassen te maken. Een
voorbeeld hiervan is enten. Bij enten wordt er gebruikt
gemaakt van verschillende planten die allemaal een
specifieke, best bruikbare eigenschap hebben. Als één plant
een goede wortel heeft en één plant een mooie bloem,
kunnen deze eigenschappen ‘samengevoegd’ worden door
middel van enten. Het bovenste deel van de plant met de
mooie bloem en het onderste deel van de plant met de
sterke wortel worden eerst losgesneden en daarna ‘aan elkaar geplakt’. Hierdoor
ontstaat er een nieuwe plant die twee goede eigenschappen heeft in plaats van een.
(Enten (z.d.) Geraadpleegd op 20 mei 2014, http://nl.wikipedia.org/wiki/Enten )
Als tweede is er het reproductief kloneren. Hierbij is de bedoeling om van een
organisme met goede genetische eigenschappen een identieke kloon te maken,
waardoor de ‘voordelige’ organismen door blijven leven en zich vermenigvuldigen,
wat goed is voor de soort.
De meest klassieke manier van reproductief klonen is embryosplitsing. Vlak na de
bevruchting wordt de embryo gesplitst, waardoor je eigenlijk hetzelfde effect krijgt als
bij een eeneiige tweeling. De embryo wordt gesplitst in twee ‘kleinere’ embryo’s, die
onafhankelijk allebei uitgroeien tot een nieuw organisme. De twee embryo’s zijn in dit
geval genetisch identiek aan elkaar, wat voordelen kan hebben. ( Klonen (biologie)
(z.d.), Geraadpleegd op 20 mei 2014,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klonen_%28biologie%29#Soorten_klonen)
3
Als laatste behandelen we ook nog het therapeutisch klonen. Bij therapeutisch
klonen worden cellen gemaakt die kunnen bijdragen aan de genezing van een
bepaalde ziekte. Hierbij is het gebruik van stamcellen essentieel, aangezien die
cellen zich nog kunnen ontwikkelen tot elke specifieke soort cel. Het proces van
therapeutisch klonen gaat echter wel wat verder dan het ‘normale’ klonen.
‘Bij therapeutisch klonen wordt met behulp van kerntransplantatie een embryo
gekweekt dat genetisch identiek is aan de patiënt. Als het embryo ongeveer honderd
cellen groot is dan worden stamcellen verwijderd en in kweek gebracht. Door de
kweekomstandigheden te manipuleren kunnen de stamcellen uitgroeien tot ieder
gewenst celtype. Deze nieuw ontstane weefsels worden vervolgens bij de patiënt
geïmplanteerd om deze te genezen van zijn ziekte. Het voordeel van deze techniek
is dat de patiënt cellen ontvangt die genetisch identiek zijn aan zijn eigen
lichaamscellen, waardoor een afweerreactie van het lichaam wordt voorkomen.’
(Klonen (biologie) (z.d.), Geraadpleegd op 3 juni 2014,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klonen_%28biologie%29#Soorten_klonen )
Wat zijn de voor- en nadelen van kloneren?
Een belangrijk onderdeel bij het ‘beoordelen’ van klonen is een afweging maken
tussen de voor- en nadelen ervan. Misschien wel het belangrijkste voordeel is dat je
een groep organismen van dezelfde soort binnen een
ecosysteem, ook wel een populatie genoemd, immuun kan
maken voor een bepaalde ziekte. Als een populatie immuun
is voor de ziekte, wordt dat groepsimmuniteit genoemd.
Door klonen kan dat bereikt worden omdat er natuurlijke
selectie plaatsvindt. Als één organisme immuun is geworden
voor deze ziekte, bijvoorbeeld omdat de eigenschappen
kunstmatig bewerkt zijn (gekloneerd), heeft hij een grotere
kans op overleving. Dit organisme plant zich voort, terwijl
organismen die niet immuun zijn voor de ziekte zich niet
voortplanten en overlijden. Naarmate de tijd vordert,
verandert de verhouding tussen organismen die
immuun zijn en organismen die dit niet zijn. In theorie
zullen op een gegeven moment alle organismen binnen de populatie immuun zijn
voor de ziekte
Het klonen van planten zou ook goed voor het milieu zijn. Zoals eerder gezegd, kan
door kloneren een groot deel, of zelfs de hele populatie immuun zijn voor een ziekte.
Hierdoor worden vanzelfsprekend minder organismen ziek, waardoor er automatisch
ook minder bestrijdings- of geneesmiddelen toegepast hoeven te worden. Dit
bevordert ten eerste de kwaliteit van de gewassen, maar het brengt ook nog een
ander voordeel met zich mee. Andere dieren in het ecosysteem waar de gewassen
deel van uit maken, bijvoorbeeld vogels en insecten, hebben geen last van de
middelen die ter bescherming van de planten worden gebruikt. Hierdoor hoeven er
4
ook voor die dieren weer geen middelen gebruikt te worden, waardoor het
ecosysteem in balans blijft en de omgeving schoon blijft. (Dvdbogart (2009), Klonen;
de wet, ethiek & techniek, Geraadpleegd op 29 mei 2014, http://educatie-enschool.infonu.nl/werkstuk/38721-klonen-de-wet-ethiek-techniek.html )
Het eerdergenoemde groepsimmuniteit, dat is ontstaan door kloneren, kan ook grote
gevolgen met zich meebrengen. Binnen de voedselketen van een ecosysteem kan
een belangrijke schakel wegvallen. Een gewassensoort kan bijvoorbeeld immuun
worden tegen een bepaalde soort kever. De gewassen kunnen zich hierdoor beter
voortplanten, omdat een natuurlijke predator wegvalt, terwijl de kever-populatie
langzaam maar zeker uitsterft.
Hierdoor krijgen de dieren die leven van de kevers, zoals vogels, eerst een grote
‘hoeveelheid boost’ omdat de kevers een makkelijkere
prooi worden. Maar uiteindelijk sterft de kever-populatie
uit waardoor ook de vogels geen voedsel meer hebben.
Dit is een proces wat zo door en door kan gaan, alleen
maar door het toedoen van de mens. In feite zou er dus
door het immuun maken van een bepaalde gewassoort
een heel ecosysteem verloren kunnen gaan. Dit is
uiteraard een groot nadeel van kloneren.
Ook kan het kloneren van bepaalde bacteriën naast een
voordeel ook een nadeel voor de mens opleveren. Het
voordeel zou kunnen zijn dat door het kloneren van
bacteriën er makkelijker vaccins voor een bepaalde ziekte gemaakt kunnen worden.
De ‘sterkte’ van de bacterie kan precies bepaald worden, waardoor de bacterie
gebruikt kan worden voor een vaccin waar weer groepsimmuniteit door kan worden
behaald. Echter, kan de mogelijkheid om bacteriën aan te passen ook tegen de
mens worden gebruikt. Terroristen of criminelen in het algemeen kunnen een
bepaald bacterie maken wat voor een verschrikkelijke ziekte zorgt, allemaal door
middel van kloneren. De bacteriën kunnen ook als eigenschap krijgen dat ze zich
makkelijk verspreiden, waardoor een bepaalde ziekte zich nog makkelijker verspreidt.
Dit kan natuurlijk allemaal gebruikt worden om een nieuw soort wapen te maken,
waarbij een hele bevolking kan worden uitgeroeid. (Dvdbogart (2009), Klonen; de
wet, ethiek & techniek, Geraadpleegd op 3 juni 2014, http://educatie-enschool.infonu.nl/werkstuk/38721-klonen-de-wet-ethiek-techniek.html )
Ook is kloneren niet zo makkelijk en efficiënt als dat aanvankelijk gedacht wordt. ’s
Werelds bekendste gekloonde organisme is schaap Dolly. Voordat er één geslaagd
gekloond organisme, in dit geval Dolly, behaald werd, moesten er eerst 277 eicellen
bij een draagmoeder ingebracht worden. Het rendement wat uiteindelijk behaald is, is
vrij klein.
5
Nu is het natuurlijk logisch dat er gedacht wordt dat naar mate de tijd vordert, de
efficiëntie toeneemt. Dit is echter op korte termijn niet het geval. (Sander Voormolen
(2001), Klonen lijkt alleen eenvoudig , Geraadpleegd op 3 juni 2014,
http://retro.nrc.nl/W2/Lab/DNA/010313-b.html )
Misschien wel het grootste, maar in ieder geval het meest besproken nadeel van
kloneren is de ethische discussie. Deze discussie rust op de basis van de ethiek. De
grootste vraag bij de ethiek is of iemand zich bezig houdt met de juiste handelingen.
Een belangrijke, veel gestelde vraag bij het kloneren is: ‘Hoever kan je gaan?’ en
‘Wat vinden we wel kunnen en wat niet?’. (Ethiek (z.d.), Geraadpleegd op 3 juni
2014, http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethiek )
Binnen deze ethische discussie is er natuurlijk ook een plekje voor het klonen. Er is
veel te zeggen over het konen, maar de belangrijkste vragen hebben we op een rijtje
gezet:
-
Kan een kloon, de nakomeling
ontstaan door kloneren, een
gelukkig leven lijden? Wordt een
kind dat ontstaan door kloneren
niet gepest op school, omdat hij
anders is dan de rest? Een
gekloneerd kind kan natuurlijk een
gevoel krijgen dat hij ‘gemaakt’ is
en misschien wel een experiment is, dat hij niet bedoeld was als kind maar als
proefkonijn.
- Als het ooit zover komt dat een consument zichzelf kan laten klonen, kost dit
waarschijnlijk een heleboel geld. Wie betaalt dat? En als de consument dat
betaalt, heeft iedereen dan een eerlijke kans? Gekloneerde kinderen hebben
waarschijnlijk betere eigenschappen, fysiek en mentaal, dan de ‘normale
kinderen’, is dit hetgene wat we willen?
- Kloneren kan ook plaatsvinden voor eugenetische redenen. Eugenetica
betekent dat men dingen doet om de eigenschappen van de populatie te
bevorderen. De mens wordt hierdoor nog machtiger ten opzichte van andere
organismen dan dat het al is.
- Kloneren gaat niet zonder slag of stoot. Zoals eerder verteld zijn er vóór
schaap Dolly 277 pogingen gedaan tot kloneren. Het kloneren vereist dus veel
embryo’s die niet geboren worden, waardoor je eigenlijk op dezelfde soort
discussie stuit als bij abortus; ‘Zijn embryo’s mensen?’. Het kloneren kost dus
veel ‘levens’. Ook zijn er veel draagmoeders nodig. Bij dieren hoeft dit geen
probleem te zijn, maar bij mensen wordt het al veel moeilijker. Je moet
bijvoorbeeld denken aan het verwerken van het effect van een miskraam.
(Klonen (biologie) (z.d.), Geraadpleegd op 3 juni 2014,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klonen_%28biologie%29#Soorten_klonen )
6
Wat zijn de gevolgen van klonen op lange termijn?
De bedoeling van klonen is om van één individu een genetisch exact hetzelfde kopie
te maken. Daarbij is het voordelig als het individu dat gekloond wordt eigenschappen
heeft de een voordeel hebben ten opzichte van de rest. Dat is meteen een nuttig
doeleinde van klonen; het maken van een kopie van een ‘voordelig’ individu.
Maar wat voor gevolg heeft het maken van voordelige individuen op lange termijn?
Het is logisch dat door kloneren de evolutie van de mens een zetje in de rug zou
kunnen krijgen. De ‘slechte’ eigenschappen van de mens worden echter
weggecijferd tegenover de voordelige eigenschappen. Op een gegeven moment zijn
er alleen nog maar mensen met goede eigenschappen; een goede fysieke bouw,
een hoog intelligentie niveau en bijvoorbeeld mooi haar.
Dit kan naast alleen bij mensen, ook bij dieren gebeuren. Een dier dat de bovenlaag
van een voedingspiramide vormt, bijvoorbeeld een havik, wordt nog beter gemaakt
dan dat het al is. De havik kan bijvoorbeeld lager vliegen, heeft een grotere snavel en
heeft grotere vleugels. Dit heeft echter wel cruciale gevolgen voor het ecosysteem
waar de havik in leeft. De dieren die een prooi zijn voor de havik, bijvoorbeeld een
muis, worden makkelijker opgegeten en zouden uiteindelijk niet meer voorkomen in
het ecosysteem. De dieren die dan weer een prooi zijn voor de muizen, bijvoorbeeld
kakkerlakken, krijgen weer een voordeel omdat ze geen natuurlijke vijanden meer
hebben. Zo wordt het evenwicht in het ecosysteem verstoort door de ingreep van de
mens.
Ook heeft het kloneren economische gevolgen. Kloneren kan beschouwd worden als
een revolutionair middel op de economische markt. Als men zichzelf zou willen
klonen, kost dat waarschijnlijk veel geld. Particuliere bedrijven die zich bezig houden
met biotechnologie kunnen op deze manier veel winst maken.
7
Wat mag momenteel wél en niet qua kloneren?
Over het klonen zijn er in Nederland verschillende standpunten binnen de fracties
van het parlement. Toch is er in 2010 een brochure opgesteld en gepubliceerd over
het klonen in Nederland. In deze brochure staat precies beschreven wat momenteel
wel en niet mag qua klonen.
‘2.1 Nederlandse Regelgeving
Op basis van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (GWWD) (en het daarop
gebaseerde Besluit Biotechnologie bij Dieren) is het niet toegestaan om zonder
vergunning biotechnologische handelingen bij dieren uit te
voeren. De Minister kan per individueel geval een vergunning
verlenen. Hiervoor dient een advies ingewonnen te worden bij
de Commissie Biotechnologie voor dieren.
Op basis van de GWWD is vastgelegd dat het verboden is om
handelingen met betrekking tot dieren of dierlijke embryo’s te
verrichten als de handelingen of toepassingen niet gericht zijn
op doeleinden van algemeen maatschappelijk belang. Er is
geen specifieke Nederlandse regelgeving op het gebied van import van klonen,
nakomelingen of producten ervan.’ (Klonen van Dieren (2010), Geraadpleegd op 4
juni 2014, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2011/03/18/klonen-en-dieren.html )
Hieruit kan worden opgemaakt dat de Nederlandse regelgeving niet erg soepel is.
Besluiten over klonen worden op een hoog niveau genomen, namelijk het ministerie.
Een minister moet het besluit nemen naar aanleiding van een advies de Commissie
Biotechnologie voor dieren. Ook moet het klonen uitgevoerd worden in
maatschappelijk belang.
‘2.2 Europese Regelgeving
In Europees verband is de Novel Food verordening 1997 van kracht. In deze
verordening wordt alleen getoetst op de voedselveiligheid. Ethische-, dierenwelzijn-,
diergezondheids-, sociaaleconomische- en milieuaspecten worden in die procedure
niet meegenomen.
Ten aanzien van klonen bepaalt deze verordening dat producten van klonen die in
het voedselcircuit terecht komen alvorens ze op de markt worden gebracht, een
veiligheidsprocedure moeten ondergaan. Producten van nakomelingen van klonen,
import van sperma, eicellen en embryo’s en het klonen van dieren voor non-food
doeleinden vallen niet onder deze verordening.
8
Voor de import van sperma, eicellen en embryo’s of
nakomelingen van kloondieren, zijn eisen vastgelegd in
zoötechnische-, dierenwelzijns- en
diergezondheidsregelgeving.
Er is geen specifieke Europese regelgeving voor het klonen
van dieren voor andere doeleinden, zoals bijvoorbeeld
medicijnproductie, voorkomen van uitsterven van bedreigde
diersoorten, sport en vermaak, et cetera.’ (Klonen van Dieren (2010), Geraadpleegd
op 4 juni 2014, http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2011/03/18/klonen-en-dieren.html)
De Europese regelgeving is minder streng dan de regelgeving van Nederland zelf.
De Europese regelgeving kan gezien worden als een aanvulling op het huidige
beleid. Ook wordt vanuit Europa de nadruk gelegd op voedsel, en minder op het
welzijn van dieren en de ethiek.
‘3. Europees (en overig internationaal) beleid
De EC heeft op 19 oktober 2010 een rapport uitgebracht over verschillende aspecten
van het klonen van dieren. Hieruit blijkt dat de EC de volgende lijn aanhoudt:
1. Het klonen van dieren alleen toestaan voor wetenschappelijk onderzoek en
voor de bescherming van met uitsterven bedreigde diersoorten.
2. Uit welzijns- en ethische overweging een tijdelijke ban van 5 jaar voor alle
andere doeleinden.
3. Een tijdelijk mortuarium voor de import van levende kloondieren en
voedselproducten van kloondieren.
4. Herziening van de tijdelijk mortuarium als de ‘techniek volwassen is en de
problemen gedeeltelijk of geheel zijn opgelost.’
5. Significante gezondheidsproblemen bij kloondieren en ethische argumenten
geven de EC voldoende basis om speciale regelgeving op het gebied van
klonen te initiëren.
6. De tracering van importen van reproductiemateriaal van kloondieren moet
mogelijk worden gemaakt door aanpassing van de veterinaire en
zoötechnische regelgeving, waardoor de Europese agrarische industrie en
boeren in staat worden gesteld om databanken van nakomelingen in de EU
vast te leggen.
7. Als alleen wordt gevraagd om op certificaten aan te geven of
reproductiemateriaal al dan niet afkomstig is van klonen, dan zijn de
administratieve lasten laag en is de kans op een WTO panel onwaarschijnlijk.’
(Klonen van Dieren (2010), Geraadpleegd op 4 juni 2014,
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2011/03/18/klonenen-dieren.html )
9
Hieruit blijkt, vooral uit punt 5, dat de EC probeert om de gezondheid en het welzijn
van de klonen te waarborgen. Ook wordt de nadruk van alle doeleinden, behalve
wetenschappelijk onderzoek en voor bescherming van uitstervende diersoorten, de
werkzaamheden met klonen tijdelijk stil gelegd zouden moeten worden. Ook wordt de
tracering op kloonmateriaal strenger, wat blijkt uit punt 6 en 7.
Binnen het Nederlandse parlement is er een verdeling, zoals eerder gezegd, over de
doeleinden en het gebruik van klonen. Hierbij worden ethische en welzijnsbelangen
voorop gesteld boven de wetenschap en technologie.
Tegen het klonen
Tegen het klonen, tenzij.....
Partij voor de dieren (PvdD)
Democraten 66 (D’66)
Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
(VVD)
ChristenUnie (CU)
Christelijk Democratisch Appel (CDA)
GroenLinks (GL)
mogelijk Partij voor de Vrijheid (PVV)
Sociale Partij (SP)
Partij voor de Vrijheid (PVV)
Wat voor invloed kan kloneren hebben op ons leven in de toekomst?
Al met al kunnen we concluderen dat momenteel de speelruimte die de
biotechnologie qua kloneren krijgt niet erg groot is. Het kloneren mag alleen
uitgevoerd worden als het in maatschappelijk belang is, dan nog zijn de regels zwaar
en is de controleprocedure erg lang. Momenteel wordt het welzijn, en dus ook de
gezondheid, van het gekloonde dier boven de vooruitgang in de technologie gesteld.
De hoofdrol binnen de hele ontwikkeling van het kloneren wordt ‘gespeeld’ door de
ethiek. De vraag is niet of we het kunnen, maar of we het willen kunnen. De
technologie zou überhaupt nog een grote sprong moeten maken om het kloneren op
grote schaal van mens of dier te kunnen uitvoeren. De efficiëntie van het kloneren is
nog der mate laag dat er weinig discussie in te brengen is tegen de ethiek.
Daarbij komen we meteen bij het probleempunt van het kloneren; de efficiëntie.
Voordat kloneren op grote schaal zou kunnen gebeuren, moet eerst de efficiëntie
omhoog. Het kloneren op dit moment kost nog teveel moeite en is te duur om op
grote schaal uit te voeren. Als er, door de Europese Unie of het parlement, meer geld
wordt geïnvesteerd in het kloneren, kan in de toekomst kloneren een grote rol spelen
in de maatschappij.
10
Wij zijn er van overtuigd dat het kloneren nog een dergelijke ontwikkeling kan maken
dat het een grote rol speelt in de maatschappij. Ook kan door het kloneren de
kwaliteit van het biologisch voedsel omhoog. Dieren met gunstige eigenschappen
worden gekloneerd. Hierdoor komen er meer vee, groenten, fruit en andere
natuurlijke voedingssoorten met bijvoorbeeld een goede smaak en kleur.
Met de dieren komt echter wel weer de ethische discussie bovendrijven. Aan de ene
kant hoeft er minder bio-industrie plaats te vinden waardoor de dieren een beter
leven krijgen, maar krijgen de gekloonde dieren wel zo’n goed leven?
Al met al kunnen we concluderen dat het kloneren veel invloed kan hebben op ons
leven in de toekomst. Maar de vraag is of het in positieve of in negatieve zin is.
Willen we wel dat we wel dieren eten die gemaakt zijn in een laboratorium? Willen we
dat onze kinderen gemaakt zijn in een reageerbuisje? Dat zijn de vragen die een
belangrijke rol spelen in het proces. De vraag is niet of we het kunnen, maar of we
het willen.
11
Bronnenlijst
-
-
Kloneren (z.d.), Geraadpleegd op 14 mei 2014,
http://www.allesoverdna.nl/woordenboek/kloneren.html
Evalp (2011), Klonen: Allemaal gelijk? Geraadpleegd op 14 mei 2014,
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/81169-klonen-allemaal-gelijk.html
Enten (z.d.) Geraadpleegd op 20 mei 2014, http://nl.wikipedia.org/wiki/Enten
Klonen (biologie) (z.d.), Geraadpleegd op 20 mei 2014,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klonen_%28biologie%29#Soorten_klonen
Klonen (biologie) (z.d.), Geraadpleegd op 3 juni 2014,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Klonen_%28biologie%29#Soorten_klonen
Dvdbogart (2009), Klonen; de wet, ethiek & techniek, Geraadpleegd op 29 mei
2014, http://educatie-en-school.infonu.nl/werkstuk/38721-klonen-de-wetethiek-techniek.html
Sander Voormolen (2001), Klonen lijkt alleen eenvoudig , Geraadpleegd op 3
juni 2014, http://retro.nrc.nl/W2/Lab/DNA/010313-b.html
Ethiek (z.d.), Geraadpleegd op 3 juni 2014, http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethiek
Klonen van Dieren (2010), Geraadpleegd op 4 juni 2014,
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/brochures/2011/03/18/klonen-en-dieren.html
Nawoord
Al met al denken we dat wij kunnen terug kijken op een zeer geslaagde praktische
opdracht. We hebben een goede en prettige samenwerking gehad wat ook wel terug
komt in ons verslag. Eerst waren wij een beetje angstig voor deze opdracht,
aangezien wij allebei dyslectisch zijn en daardoor niet erg goed zijn in verslagen
schrijven. Desalniettemin hebben we een goed eindresultaat geleverd.
Het onderwerp sprak ons allebei aan. We hebben veel gehad aan onze deelvragen,
waardoor het maken van het verslag makkelijk verliep. Onze kennis over het
onderwerp is door dit verslag zeer verbreed. De opdracht verliep erg soepel zonder
grote problemen.
12
Download