patiëntenbrochure dvt

advertisement
infobrochure
diep veneuze trombose
Wat is een diep veneuze trombose? Bij een diepe veneuze trombose ontstaat er een bloedstolsel in de grotere
aders van benen, armen of bekken. Het bloedstolsel zet zich vast aan de wand van een bloedvat, het belemmert
de bloedstroom en kan de wand van het bloedvat beschadigen. Door de trombose kan de ader gedeeltelijk of
volledig verstopt worden.
Wat zijn de risico’s van een diep veneuze trombose?
Longembolen : in ongeveer één op de vijf patiënten leidt een diepe veneuze trombose tot een longembool. Diepe
veneuze trombose van de beenvenen wordt beschouwd als de meest frequente oorzaak van longembolen. Bij een
trombose die zich beperkt tot de kuitaders is de kans op een longembool kleiner.
Beschadiging van de aderkleppen (posttrombotisch syndroom) : de kleppen in de aders kunnen door een
trombose beschadigd raken. Deze kleppen zorgen normaal voor de terugvoer van bloed vanuit de voeten naar het
hart. Als deze kleppen beschadigd zijn, functioneert de bloedterugvoer minder goed. Dit leidt tot pijn,
huidveranderingen, oedeem van de benen en wonden die moeilijk genezen (veneuze ulcera). De kans op het
ontstaan van een post-trombotisch syndroom is afhankelijk van de uitgebreidheid, lokalisatie en duur van de
trombose.
Wat zijn de oorzaken van een diep veneuze trombose? De oorzaak van een diepe veneuze trombose is meestal
een combinatie van verschillende factoren: een trage bloedstroom door een ader, een verhoogde
bloedstollingsneiging en een beschadiging van de aderwand.



verminderde of vertraagde bloeddoorstroming door langdurige bedrust, immobilisatie (bvb
gipsbehandeling), een periode van weinig bewegen (bvb tijdens een lange vlieg- of autoreis), uitdroging.
verhoogde blootstollingsneiging door aangeboren of verworven stollingsstoornissen.
beschadiging van een aderwand door een wonde, een infuus, een ontsteking of een recente operatie
(vooral aan de onderste ledematen, heup, rug en zware algemene operaties).
Andere risicofactoren zijn roken, overgewicht, anticonceptiepil, hormonen voor de menopauze, zwangerschap,
een eerdere trombose en kanker.
Symptomen De klachten variëren naargelang de grootte en de lokalisatie van de klonter. De klachten ontstaan
meestal in het onderbenen. Typische klachten zijn zwelling, pijn of een zwaar gevoel die toeneemt bij het
stappen, rode of blauwpaarse verkleuring en/of warmte van de huid op de plaats waar het stolsel zich bevindt,
een glanzende huid of opgezette aders onder de huid.
Hoe wordt u onderzocht? Een trombose wordt in beeld gebracht met behulp van een duplexonderzoek op de
consultatie. Het duplexonderzoek combineert een echografie en een doppleronderzoek in 1 toestel. Echografie
brengt de bloedvaten en daarmee ook het bloedstolsel in beeld met behulp van geluidsgolven. Doppler meet de
snelheid en de richting van de bloedstroom. Bij het vermoeden van een longembolie wordt een angio CT scan van
de longen of een longperfusie scintigrafie uitgevoerd.
dr. Bram Balduyck
M 0479 / 858733
T 03 / 8901798
www.dokterbalduyck.be
Behandeling Uw arts vertelt u tijdens de raadpleging welke mogelijke behandelingen er zijn, de voor- en nadelen
daarvan en de resultaten die u kunt verwachten. De behandeling bestaat uit een combinatie van
antistollingstherapie, compressietherapie en voldoende beweging. In uitzonderlijke gevallen dient chirurgisch
ingegrepen te worden.
Antistollingstherapie: binnen de 24 uur wordt er gestart met een antistollingstherapie om het samenklonteren van
het bloed tegen te gaan. Bij een beperkte trombose kan de behandeling ambulant gebeuren. Bij een uitgebreide
diepe veneuze trombose of in geval van longembolie is een opname in het ziekenhuis aangewezen. De
antistollingsbehandeling wordt doorgaans minstens drie maanden gegeven. In geval van een erfelijke oorzaak of
weerderkerende tromboses of longembolen wordt de behandeling verlengd.
Compressietherapie: bij compressietherapie wordt de diepe veneuze trombose behandeld met een
compressieverband of therapeutische elastische compressiekous. Het dragen van een compressiekous is
aangeraden de eerste 12 maanden. Door het dragen van de compressiekous wordt het risico op een nieuwe
trombose of op een post-trombotisch syndroom gehalveerd.
Bedrust versus beweging: patiënten met een trombose moeten voldoende bewegen. Immobiliteit en strikte
bedrust zijn uit den boze. Vroegtijdige beweging is aangewezen, zodra het mogelijk is. Als de DVT zich heeft uitbreid
tot de bekkenaders is bedrust wel aangeraden en het been kan beste een beetje hoger gelegd worden. Door deze
houding zal de zwelling en pijn in het been minder worden.
Gespecialiseerde trombose behandelingen In specifieke gevallen wordt een veneuze trombolyse, veneuze stenting
en/of vena cava filter plaatsing uitgevoerd.
Veneuze trombolyse : Bij een veneuze trombolyse wordt het stolsel opgelost via een stolselafbrekend
medicament, dat via een katheter in het stolsel van het verstopte bloedvat wordt gebracht. Dit medicament lost
het stolsel op, zodat de normale bloeddoorstroming hersteld wordt en een longembolie kan worden vermeden.
De trombolyse wordt opgestart in de operatiezaal onder lokale of algemene verdoving. Trombolyse duurt
doorgaans 2 tot 3 dagen. Dagelijks wordt in het operatiekwartier gecontroleerd of het stolsel oplost. Tijdens de
trombolyse verblijft de patiënt op de afdeling intensieve zorgen.
Veneuze stenting : Indien een diep veneuze tromboze wordt veroorzaakt door een lokale vernauwing van de
ader, kan in sommige gevallen geopteerd worden voor het plaatsen van een veneuze stent.
Vena cava filter : indien patiënten niet in aanmerking komen voor antistollingstherapie, dient er een klein
parapluutje geplaatst te worden ter preventie van longembolen. Dit parapluutje wordt geplaatst via een prik in de
lies. Deze ingreep gebeurt in het operatiekwartier onder lokale verdoving. De ingreep duurt ongeveer ½ uur. Na
de behandeling verblijft de patiënt één nacht op de dienst vaatheelkunde ter observatie. Na een aantal weken
wordt het parapluutje verwijderd via een kleine ingreep.
Opvolging patiënten met een diep veneuze trombose worden opgevolgd op de raadpleging vaatheelkunde. Een
eerste controle is voorzien na 3 maanden. Een controle bestaat uit een lichamelijk onderzoek en een echografie
van de benen.
dr. Bram Balduyck
M 0479 / 858733
T 03 / 8901798
www.dokterbalduyck.be
Download