Reflectieverslag Daisy Hoedemaker VD2F2, gesprek met simulatiepatiënt Afgelopen blok heb ik het vak ‘dietistische vaardigheden’ gevolgd, dat ik vorige week heb afgesloten met een gesprek met een simulatiepatiënt. In dit verslag beschrijf ik hoe dat ging, welke groei ik heb doorgemaakt en wat ik nog verder kan verbeteren. Na het afgelopen jaar ben ik er achter gekomen dat ik nog niet voldoende open vragen stel, en dat ik hier nog moeite mee heb. Tijdens de lessen van het afgelopen blok heb ik geprobeerd hier op in te spelen en hiermee te oefenen. Dit ging wel aardig, want ik kreeg vaak feedback, dat ik wel voldoende open vragen stelde. Mijn simulatiepatiënt, mevr. Andriessen (60 jaar), is alleenstaand omdat haar partner een jaar geleden is overleden. Ze heeft een dochter waarmee ze regelmatig leuke dingen onderneemt. Ze heeft last van een opvlamming van haar COPD. Ze is kortademig en heeft weinig eetlust, ook heeft ze last van een droge mond, ze voelt zich zwak en moe. In 6 maanden tijd is zij 10 kg afgevallen. Ze krijgt te weinig energie binnen. Ik had me ruim van te voren goed voorbereid op het gesprek door bijvoorbeeld te zorgen dat ik mijn hulpmiddelen klaar had en het POR-formulier ingevuld was. Ook heb ik mij verdiept in de casus en probeerde ik voor mijzelf al een aantal doelen te bedenken en een aantal afspraken. Deze zouden natuurlijk tijdens het gesprek pas vastgesteld worden. Ook heb ik ervoor gezorgd dat ik de cliënt een goede uitleg kon geven over haar ziekte en het verband daarvan met het dieet. Het gesprek verliep naar mijn idee goed. Ik gaf een duidelijke dietistische diagnose, met daarin sociale, medische en voedingskundige gegevens van de cliënt. Vervolgens gaf ik uitleg over de relatie tussen het ziektebeeld en de voeding, en heb ik het dieetvoorschrift besproken. Ook liet ik een voorbeeldblad zien met eiwitrijke producten. Ik had hierna beter meteen door kunnen gaan naar de voeding, maar ik besloot eerst de cliënt zelf doelen te laten bedenken, voor de lange en de korte termijn. Vervolgens ben ik samen met de cliënt naar de voeding gaan kijken. Ik vroeg al eerste wat ze zelf zou kunnen aanpassen. Vervolgens merkte ik dat ik in tijdnood kwam dus ik besloot snel door te gaan met het gesprek waardoor ik dus vergat, open vragen te blijven stellen. Ik kreeg een teken dat ik aan de 15 minuten zat, dus ik besloot het gesprek af te sluiten met het hulpmiddel dat ik had meegenomen. Dit was een boekje met een aantal tips voor voeding bij COPD. Doordat ik het gesprek snel wilde afsluiten ben ik vergeten de uitvoeringsafspraken nog een keer te herhalen. Dit vond ik heel jammer want ik had de cliënt wel tussendoor gezegd dat ik dit zou doen. Het hulpmiddel dat ik gebruikt heb, was een stencil met een aantal plaatjes van eiwitrijke producten zoals noten, peulvruchten, zuivelproducten, vlees en vis. Dit hulpmiddel heb ik zelf gemaakt om duidelijk te laten zien waar eiwitten in zitten. Ook heb ik de cliënt een boekje gegeven met daarin tips over hoe zij kan omgaan met bepaalde klachten van COPD. Bijvoorbeeld; wanneer de cliënt last heeft van vermoeidheid, kan zij de maaltijd nuttigen wanneer zij zich het beste voelt of vaker kleinere porties eten. Ook staat in het boekje beschreven wat de aanbevolen hoeveelheid voedsel is en tips om de voeding energierijker te maken. Dit boekje heet “Voeding bij COPD” en wordt vrijgegeven door Rijnstate. Alle tips staan heel duidelijk en overzichtelijk beschreven en het is dus niet moeilijk om het boekje te begrijpen, vandaar dat ik voor deze hulpmiddelen gekozen heb. Om het gesprek af te sluiten vroeg ik of alles duidelijk was voor de cliënt en of zij nog vragen had. Ik maakte een vervolgafspraak en vertelde dat de cliënt tussendoor ook altijd nog telefonisch contact kon opnemen, als zij toch nog vragen mocht hebben. De cliënt zelf had als enige feedback, dat ik vergeten was een samenvatting te geven. Ze vertelde dat ze zich op haar gemak had gevoeld en dat ik een geïnteresseerde houding had. Ik kreeg als feedback van de docent en de 4ejaars student, dat ik inderdaad op een gegeven moment stopte met open vragen stellen en vooral suggestief werd. Ik heb het gesprek iets te laat afgesloten en ik vergat daarbij te samenvatten. Dit beaamde ik natuurlijk. SMART leerdoelen voor volgende gesprekken: 1) Het volgende blok ga ik verder met het oefenen van het stellen van open vragen door bijvoorbeeld een docent te laten meeluisteren en te vragen om feedback. 2) Het volgende blok ga ik oefenen met het tijdig en adequaat sluiten van een gesprek zonder daarbij in paniek te raken en vergeten samen te vatten. 3) Het volgende blok ga ik oefenen met een structuur aanbrengen in het gesprek door de gesprekken van te voren goed voor te bereiden