Onze Huisartsen regio Arnhem/internisten Rijnstate ziekenhuis REGIONALE TRANSMURALE AFSPRAAK GLP1 analogen REGIO ARNHEM standpunt voorschrijven GLP1 analoog en de toepasbaarheid in de huisartsenpraktijk Onze Huisartsen, maart 2016 Aanleiding voor dit standpunt: De laatste jaren is er een toenemend aantal patiënten met een sterk verhoogd BMI en een moeilijk te reguleren DIABETES MELLITUS TYPE 2, die ondanks maximale behandeling middels metformine en een SU-derivaat, naar de tweede lijn worden verwezen voor het instellen op een GLP1 analoog. Patiënten die met de toevoeging van een GLP1 analoog goed gereguleerd zijn worden steeds vaker terugverwezen naar de eerste lijn. Aangezien de ervaring in de eerste lijn met een GLP1 analoog beperkt is geeft dit standpunt nadere informatie hierover. Als zorggroep krijgen wij hier steeds meer vragen over. Opgemerkt moet worden dat de keuze voor een GLP1 analoog valt buiten het standaard-stappenplan (metformine > SU (gliclazide) > insuline), NHG standaard Diabetes Mellitus type 2 oktober 2013. De standaard geeft aan dat als er DESONDANKS DWINGENDE REDENEN bestaan om een van de overige glucoseverlagende middelen (waaronder GLP1 analogen) voor te schrijven, dan kan bij het maken van de keuze de gegevens uit de tabel OVERIGE MIDDELEN worden gebruikt. Met de 2e lijn (internisten Rijnstate Arnhem) is er een protocol (en flowchart) opgesteld aangaande het verwijsbeleid GLP1 analogen. Met deze flowchart wordt u geleid langs de verschillende stappen die u kunt zetten mocht u een patiënt hebben die voor GLP1 therapie in aanmerking komt. Ook is er een flowchart welke u kunt volgen mocht de therapie in een later stadium van de behandeling falen. VERWIJSPROTOCOL STARTEN BEHANDELING MET GLP1ANALOGEN ONZE HUISARTSEN/INTERNISTEN RIJNSTATE huidige voorwaarden voor vergoeding van een GLP1 analoog T2DM (type 2 diabetes mellitus), EN BMI 35 of hoger, EN onvoldoende glucoseregulatie met maximaal verdraagbare doseringen van metformine en su-derivaat eerste voorschrift GLP1 analoog door internist opmerkingen: 1. zoals eerder aangegeven, in de NHG standaard oktober 2013 valt de behandeling met een GLP1 analoog buiten het standaard stappenplan bij de behandeling van T2DM (zie ook bijlage 3). De veiligheid op lange termijn is nog onvoldoende bekend (informed consent, zie bijlage 5). Hoge kosten. 2. indien de patiënt niet aan bovenstaande vergoedings-criteria voldoet en/ of de patiënt reeds met insuline wordt behandeld, dan dient de patiënt bereid te zijn de behandeling op eigen kosten te willen starten ( Victoza®, Byetta® en Bydureon® ongeveer 100 euro per maand in de gangbare dosering; Victoza® in maximale dosering ongeveer 150 euro per maand) 3. verwijs via ZorgDomein met gerichte verwijsindicatie. Geeft daarbij ook aan of u zelf de eventueel geïndiceerde insulinetherapie in de 1e lijn gaat starten indien blijkt dat bij betreffende patiënt GLP1 niet haalbaar is of bij falen van deze behandeling HUISARTS (met POH) - Als in de interactie met de patiënt (na goede voorlichting) gekozen wordt voor optie starten met GLP1 analoog, dan checkt de huisarts (samen met POH) of de patiënt aan voorwaarden voldoet - Huisarts verwijst via zorgdomein met een gerichte verwijsindicatie - Geeft overzicht mee van de actuele medicatie en bijwerkingen bij eerdere bloedglucose-verlagende medicatie - Stuurt recent Lab mee: HbA1c/kreatinine/eGFR/(micro)albuminurie INTERNIST Internist beoordeelt indicatie voor starten GLP analoog; doet eventueel aanvullend Lab (bijv C-Peptide); bij vaststelling geen indicatie voor GLP1, dan overlegt internist met de huisarts Bij indicatie voor starten GLP1 analoog: - Internist bespreekt met de patiënt behandeldoel en mogelijke bijwerkingen (+ informed consent, zie bijlage 5) - Schrijft medicatie voor en vult machtiging in voor vergoeding - Verwijst naar diabetesverpleegkundige (DVK) in ziekenhuis, < 2 weken - Tweede consult bij internist na 3 maanden, gecombineerd met DVK: beoordelen behandelresultaat, gewicht en HbA1c - Na 3-6 maanden is meestal duidelijk of er met GLP1 een stabiele instelling van de diabetes kan worden verkregen of dat het effect van GLP1 onvoldoende is - De internist neemt contact op met de huisarts om terugverwijzing te bespreken (en stuurt brief) DIABETESVERPLEEGKUNDIGE 2e lijn - Herhaalt uitleg medicatie - Aanvraag machtiging (tijdelijke) zelfcontrole en instructie zelfcontrole Toedieningsinstructie Telefonische- of mailcontacten in de eerste weken Na 6 weken herhaalconsult: wegen, glucoseregulatie, bijwerkingen, spuitplaatsen - Na 3 maanden herhaalconsult, gecombineerd met internist - Rapporteert terug aan POH BIJLAGEN: Bijlage 1: flowchart verwijzing en terugverwijzing 1e/2e lijn GLP1-analoog Bijlage 2: flowchart falen behandeling met GLP1-analooog in de huisartspraktijk Bijlage 3: plaatsbepaling GLP1-analogen Bijlage 4: informatie over GLP1-analogen (welke middelen zijn op de markt, marktaandeel, werking, bijwerkingen, toediening) Bijlage 5: informed consent