Lesontwerp Portaelschool schilderkunst - Volwassenen-DKO Titel Verdeel en heers met blauw en bruin Opdrachtomschrijving De leerlingen maken het schilderij af door de toets van Cezanne uit te proberen, dit gebeurt vanuit de opdeling van het beeld in verschillende kleurenvlakken. Deze schilderstijl wordt vergeleken met de opdeling van een digitaal beeld door middel van pixels en hun grootte. In een nieuw opdracht voor een schilderij maken ze kennis met de kunstenaar Paul Klee. In dit schilderij leren ze het beeld imaginair op te delen in een bepaald rasterpatroon die ze invullen met de juiste toonwaardes. Ze gaan tewerk net zoals een beeld wordt opgedeeld in pixels. Beginsituatie Volwassenen maken kennis met allerlei schildermediums. Sommige hebben al reeds ervaring met verf en schilderstechnieken. De groep varieert in leeftijden. Doelstellingen Kunnen het beeld opdelen volgens de verschillende kleurenvlakken. Zien het verband in tussen lijntekening en schilderij. Gebruiken de toonwaardes van blauw of bruin in hun schilderij. Bekijken een beeld enkel op vlak van kleurvlakken. Kunnen kleurvlakken omlijnen met potlood. Kunnen de kleuren omzetten in toonwaardes van blauw of bruin Gebruiken een schilderstoets bij het schilderen. Zien in dat rechtstaand schilderen een andere manier van schilderen bied. Nemen afstand van hun schilderswerk. Vullen het beeld op met toetsen verf Brengen met een bepaald ritme de verftoetsen aan. Zien in dat het beeld opdelen in pixels, een vereenvoudiging is van toonwaardes. Maken een vereenvoudigd landschapsbeeld door enkel de kleurenvlakken uit te beelden. Spelen met variabele indelingen van het vlak. Didactisch materiaal Boek over repertoire van Cezanne en boek over de schetsten en aquarellen van Cezanne, boek over repertoire van Paul Klee en een boek over de tekeningen van Paul Klee. Afbeeldingen van pixels door digitaal beeld te verkleinen in resolutie. Afbeeldingen van landschappen (geknipt uit ‘Europa’s wondere schoonheid’) Gereedschappen en materialen Gouache, water, borstels, kalkpapier, schildersoppervlak, potlood en gom, houte panelen, schilderspaletten (karton). Klasorganisatie Drie tafels in het midden van lokkaal (gebruik schildersmateriaal en afbeeldingen van landschap), tekentafels in cirkel rond de materialentafel. Leerinhoud Vanuit het lichaam schilderen: Door rechtstaand te schilderen wordt het onmogelijk om een schildertechniek uit te oefenen waar je heel precies aan de slag gaat. Rechtstaand schilderen breekt met de gewoonte op je penseel vast te houden zoals een potlood. Je breekt met de gewoonte om vanuit een tekening te schilderen. Het biedt nieuwe invalshoeken om met kleurenvlakken te schilderen. De contrasten bestaan hier niet via een scheiding door een lijn, maar door een kleurcontrast. Rechtstaand schilderen is ideaal om een schildertoets te gebruiken. Er wordt niet meer vanuit de pols geschilderd, zoals bij gebruik potlood, maar vanuit de arm. Vanuit de arm kan je vele dynamischer je schildersoppervlak invullen. Afstand nemen van je schilderij: Omdat je vele sneller je schildersoppervlak kan invullen is het nodig om je actief van op een afstand te bekijken. Door je schilderij kleiner te zien, krijg je beter overzicht van je schilderij. Op die manier kan je werken aan de juiste composities binnen je vlak. Schilderen met een ritme: Met een bepaald ritme schilderen, brengt men aan door een consequentie te brengen in hoe je de verftoets aanbrengt. Door over het ganse oppervlakte hetzelfde ritme aan te houden krijgt men een homogeniteit in het beeld. Gebruik van een schilderspalet: Een palet is een dunne houten plank, meestal goed in de lak waarop een kunstschilder de verf kan mengen. In het palet zit meestal een gat waar de kunstschilder zijn of haar duim doorheen kan steken. De vorm is traditioneel rond, maar tegenwoordig ook vaak rechthoekig. De verf uit de tube wordt in hoopjes op het palet aangebracht. Daarna zullen over het algemeen verschillende kleuren door elkaar gemengd worden met een kwast of met een paletmes. Een rechtshandige schilder laat het palet op zijn linkerarm rusten, zodat de rechterhand vrij gebruikt kan worden om de verf op te nemen en op het kunstwerk aan te brengen. CEZANNE: Kunstschilder Cézanne wordt gerekend tot het postimpressionisme, de stijlperiode die volgt op het impressionisme. Zonder Cézanne had het werk van Pablo Picasso en Georges Braque - de vernieuwende kunstenaars van het latere kubisme - er beslist anders uitgezien dan zoals we het nu kennen. In zijn vroege periode schildert Cézanne met grote gebaren en donkere kleuren met hier en daar een licht accent. Zijn schilderstijl verandert echter ingrijpend als hij de impressionisten leert kennen, daarin beïnvloed door zijn vriend Camille Pissarro. Hij sluit zich bij hen aan samen met Édouard Manet en Auguste Renoir in het Café Guerbois. Het gevolg is dat hij vanaf 1870 in lichtere kleuren schildert en ‘en plein air’, in de buitenlucht. Op zoek naar de innerlijke wetmatigheid der dingen In tegenstelling tot de impressionisten zoekt hij niet de vluchtige impressie weer te geven, maar keert zijn aandacht naar het nuchtere voorwerp en wil door de kennis van vorm, opbouw en kleur tot de kern van een object doordringen. Hij wil de wet der dingen achterhalen, de oerbeweging waaruit ze zijn ontstaan. Bijvoorkeur schildert hij stillevens, figuren en naaktstudies, evenals landschappen, vooral de Montagne Sainte-Victoire, waarvan hij meerdere varianten maakt. Volgens hem kan men dit slechts uitbeelden wanneer men de natuurwet en de structuur, die dit bergmassief vormden, aanwezig voelt. Het schilderij wordt een geordend beeld De wet die de natuur ordent, moet vertaald worden in de wet die het schilderij ordent. Hij gebruikt geen lijnen meer voor de contour van zijn vlakken, geen schaduwnabootsing voor reliëf en modelé, maar bij schept vormen en diepte door volle kleurvlakken van verschillende intensiteit naast elkaar te plaatsen. Vorm is kleur, beweert hij, en men moet de vormen oproepen door de harmonie van de kleuren. De kleur is constructief. Voor hem is het doek een geometrisch vlak en de bouwstenen ervan zijn eenvoudige geometrische vormen. 'Men behandeld de natuur naar cilinders, bollen en kegels en brenge het geheel in een juist perspectief, zodat elke zijde, van een voorwerp, elk vlak naar een centraal punt van het schilderij voert.' Sinds de renaissance lag het centrale punt van waaruit een schilderij werd gezien, buiten dit schilderij. Nu ligt het binnen het doek en vanuit dat centrale punt worden kleurmassa's en vlakken geordend en harmonisch tegen elkaar afgewogen. Met deze nieuwe visie is Cézanne het vertrekpunt geworden voor een groot gedeelte van de moderne kunst, zowel voor het fauvisme, kubisme, expressionisme en zeker voor constructivisme en geometrische abstractie. Bij ons zijn o.m. Rik Wouters en Jean Brusselmans direct door hem beïnvloed. PAUL KLEE: Paul Klee is tot in 1910 vooral tekenaar en lijnfantasieën zijn z'n geliefkoosde uitdrukking. Sedert 1912 door innige vriendschap met Kandinsky verbonden, schenkt hij de kleur een voorname plaats. Ook zijn werk geeft zielstoestanden weer. Zijn innerlijke ervaringen en dromen geeft hij niet abstract weer zoals Kandinsky, maar zij blijven gebonden aan allerlei herinneringselementen uit de werkelijkheid, vrij en onafhankelijk gebruikt. Daardoor verenigt zijn werk de vormvrijheid van de abstracte kunst met de werelden van het surrealisme en met de fantasie van de droom, die gaat van de verrukte blijheid van de kinderdroom tot de demonische dreiging van de hallucinatie. Reeds in 1920 wordt hij leraar aan het Bauhaus. Lesverloop 1. Afwerken schilderij: Jullie zijn vorige les aan een schilderij begonnen, door het blad eerst op te delen in verschillende vlakken en deze in te vullen met de juiste toonwaardes in de kleur blauw of bruin. De focus vandaag zal liggen in de toets waarmee je de verf aanbrengt. Jullie gaan verder werken aan het schilderij door het te bewerken met de befaamde toets van Cézanne. Jullie gaan een schildersezel gebruiken om de toetsen te kunnen aanbrengen. OPDRACHT: kies elk een ezel en breng deze op de plek waar je wil staan. Maak een schilderspalet met de kleuren van je schilderij. Plaats op je ezel een plank en plaats daarop je schilderij. 2.Toets Een toets brengt men aan vanuit de arm en niet vanuit de pols. Omdat je rechtstaat kan je nu ook voldoende afstand nemen van je werk om een overzicht te krijgen van je schilderij. Dit helpt in het bepalen van een juiste compositie in kleuren. Voor de toets werkt je eerst met de donkerste kleur en dan pas met lichtere kleuren tot dat je afwerkt met enkel de witte kleurentoetsen. Een toets maakt de vorm van de omtrek van je penseel, dus is het onmogelijk om de lijnen die je getekend hebt, in te vullen. Deze oefening is niet een naar waarneming, maar een oefening in de schildertoets aanbrengen en de juiste toonwaardes aan te brengen. De lijnen dienen als hulpmiddel om de verschillende toonwaardes uit elkaar te houden. Bij de afbeelding die verdeeld is met Pixels heb je al een mooi voorbeeld van hoe jij zal werken met de toonwaardes. In de afbeelding van pixels zie je ook geen lijnen meer, enkel vlakjes van dezelfde grootte. Zo zal jou schilderij er ook uitzien. OPDRACHT: Deel jou schilderij in allerlei kleurvlakken doormiddel van de toets van je penseel en gebruik je onderlaag als hulpmiddel om de juiste toonwaarde aan te halen. 3. Boeken -Cezanne Als je de landschapschilderijen bekijken van Cezanne, zien we dat hij het beeld opbouwd met verschillende kleurenvlakjes. In tegenstelling tot de impressionisten, die het licht probeerde te vatten in een vluchtige impressie, probeerde Cezanne de ware vormen der dingen te achterhalen. Hij werkte met overlappende toetsen en probeerde zo de diepte in het landschap te vatten. Hij deelt als het ware zijn beeld op in verschillende kleurenvlakken, die hier niet naast elkaar, zoals bij Paul Klee in een surrealistische setting, maar over elkaar worden aangebracht, vanuit een geordende wetmatigheid zo de realiteit probeert te vatten. 4. Imaginair landschap Voor diegene die hun schilderij af is werken aan een volgend schilderij en gebruiken daarvoor dezelfde afbeelding. Net zoals de vorige opdracht breng je de toonwaardes over in een schilderij. Het is de bedoeling dat je de afbeelding van het landschap vereenvoudigd weergeeft in een soort rasterpatroon. Gebruik hiervoor je verbeelding. 5. Boeken -Paul Klee Deze artiest brengt voornamelijk een eigen droombeeld van het landschap. Hij abstraheert het landschap door de kleuren op te delen en te begrenzen in vlakken. De schilderijen evolueren vanuit een abstracte taal waarbij er niet meer getoetst wordt naar de directe werkelijkheid. Zo is de lucht hier bijna niet meer te onderscheiden met het aardse gedeelte. Zijn abstracte schilderstijl is geëvolueerd vanuit zijn tekeningen. De vereenvoudiging van het landschap neemt plaats door het schilderij op te bouwen vanuit zijn lijntekeningen. In de lijntekening wordt alles in platte vlakken weergegeven waardoor er makkelijker een onderzoek gedaan kan worden naar de verschillende kleurencombinaties. Hij gaf ook les over vormleer in Bauhaus. -Pixel Deze geordende schilderstijl deed mij denken aan het rasterpatroon die pixels brengen in een digitaal beeld met een lage resolutie. Vanuit dit raster wordt het beeld in kwestie opgedeeld in verschillende kleurenvlakken. Jullie gaan straks ook jullie beeld opdelen in de kleurenvlakken naar keuze. Je kan net zoals bij een digitaal beeld, je beeld proberen op te delen in allemaal vierkantjes. Focus je enkel op de verschillende kleurvlakken die de opdeling van je beeld zal bepalen. 6. Verdelen en vergeten de vorige oefening heb je de verschillende toonwaardes uit je afbeelding gehaald echter in 1 kleur. Voor deze oefening mogen jullie 2 kleuren naar keuze gebruiken en de toonwaardes er terug uithalen. Deze keer vertrek je niet vanuit een lijntekening maar ga je direct op je groot blad te werk. Je brengt de verschillende toonwaardes aan in een bepaald rasterpatroon. Je probeert het landschap te benaderen in enkel vierkantige vlakken. OPDRACHT: Maak een imaginair landschap dat bestaat uit allerlei kleurenvlakken. Gebruik de verschillende toonwaardes die verscholen zitten in je afbeelding en breng deze in je schilderij in een bepaald rasterpatroon. Deel je afbeelding imaginair op en schilder dit ingebeelde rasterpatroon naar de juiste toonwaardes.