Controleprotocol controle ter plaatse Draft controleprotocol Eerstelijnscontrole Interreg V-programma 2014-2020 Grensregio VlaanderenNederland Controle ter plaatse Versie 7 augustus 2015 1 Controleprotocol controle ter plaatse 1. DOEL VAN DE CONTROLE Het doel van de controle bestaat erin de wettigheid en de rechtmatigheid van de uitgaven die worden gedeclareerd door elke projectpartner na te kijken binnen de reikwijdte van dit controleprotocol (het doel van de controle geldt zowel voor controle op stukken als voor controle ter plaatse). 2. REIKWIJDTE VAN DE CONTROLE DOOR DE EXTERNE ACCOUNTANT 2.1. Wet- en regelgeving De controles zijn gebaseerd op het Beheers- en controlehandboek versie 1 voor de uitvoering van het Interreg V-programma 2014-2020 Grensregio Vlaanderen-Nederland (of de meest recente versie van dit handboek dat aan de Externe Accountant is aangeleverd) alsook op de verwijzingen naar andere documenten waarin in het Beheers- en controlehandboek verwezen werd (voor zover van toepassing). Verder wordt ook rekening gehouden met de interpretatiefiches waarin antwoord gegeven wordt op interpretatievraagstukken. De externe accountant verbindt zich ertoe rekening te houden met alle wettelijke, reglementaire en administratieve, nationale of communautaire voorschriften die van toepassing zijn op de eerstelijnscontrole voor het programma, met name de Verordening (EU) nr. 1299/2013 en 1303/2013, Verordening (EU) nr. 480/2014, Verordening (EU) nr. 481/2014, Cocof_13_9527 (financiële correcties), Guidance on simplified cost options dd. 06/10/2014, en aanpassingen. Relevante regelgeving op het gebied van staatsteun, overheidsopdrachten, inkomsten, lonen, publiciteitsverplichtingen, afschrijvingen, boekhoudkundige verwerking van uitgaven en inkomsten moet concreet worden toegepast. 2.2. Controletolerantie Er wordt gecontroleerd of de gedeclareerde goederen en diensten zijn geleverd, juist zijn en of die uitgaven en daarmee samenhangende projecten of delen van projecten in overeenstemming zijn met nationale en Europese regels. De hierbij behorende tolerantie bedraagt 1% van de totale subsidiabele uitgaven, met een betrouwbaarheid van 95%. 3. MOMENT VAN CONTROLE TER PLAATSE EN SELECTIE VAN DE PARTNER Binnen het programma zijn er twee soorten controles ter plaatse: tussentijdse controles en controles na de laatste declaratie van het project. De controle ter plaatse focust zich in hoofdzaak op die controlewerkzaamheden die niet op stukken in het e-loket kunnen uitgevoerd worden: gelijke kansen, duurzaamheid van de investeringen, leefmilieu, volledigheid van dossiers voor overheidsopdrachten of marktbevraging, werkelijke realisatie, publiciteitsverplichtingen, financiering, projectadministratie, naleven voorwaarden bij goedkeuring en netto-inkomsten. - De tussentijdse controle ter plaatse wordt bij een selectie van projectpartners of projectpartners light uitgevoerd. De projectpartners en projectpartners light worden geselecteerd door programma, die bij de selectie rekening zal houden met de aanvaarde uitgaven en de nog te controleren gedeclareerde uitgaven die nog niet gecertificeerd zijn. Bij de selectie wordt rekening gehouden met de risicoscreening (kan hoger of lager aantal te controleren partners opleveren) uitgevoerd door het programma. 2 Controleprotocol controle ter plaatse Daarnaast zijn er projectpartners en projectpartners light waar sowieso controles ter plaatse moeten plaatsvinden omwille van beslissingen vastgelegd in interpretatiefiches of omwille van beslissingen van Comité van Toezicht of een andere programmabeslissing. Van elk project worden elk projectjaar minstens één projectpartner en/of projectpartner light ter plaatse bezocht door de externe accountant of door het programma. Projectpartners kunnen worden vrijgesteld van een tussentijdse controle indien ze recent een tweedelijnscontrole kregen en dit geen aanleiding gaf voor een nieuwe controle. - De eindcontrole ter plaatse zal altijd plaatsvinden bij de projectverantwoordelijke. Daarnaast zal bij een selectie van projectpartners eveneens een eindcontrole ter plaatse worden uitgevoerd. In het kader van de eindafrekening zal de externe accountant controle ter plaatse uitvoeren voor een selectie van projectpartners en projectpartners light, waarop ze een controle op stukken en tussentijds ter plaatse heeft uitgevoerd. De projectpartners en projectpartners light worden geselecteerd door het programma rekening houdend met de risicoscreening en de eerdere controles ter plaatse. Indien er bij de controles onregelmatigheden ontdekt worden die mogelijk een transversale aard hebben, wordt dit gemeld aan het programma. Op basis hiervan kan het programma bepalen of het aantal te controleren partners binnen het project moet worden uitgebreid. 4. UIT TE VOEREN CONTROLEWERKZAAMHEDEN Ter voorbereiding van de controle ter plaatse wordt via het e-loket het inhoudelijke en financiële projectdossier doorgenomen. De te bezoeken projectpartner zal vervolgens door het programma gecontacteerd worden om een afspraak vast te leggen. Bij dit contact worden het doel van de controle en de voor te bereiden werkzaamheden toegelicht. 4.1. Algemeen De externe accountant gaat bij de start van de controle ter plaatse via een interview na of wat in de inhoudelijke en financiële rapporten is neergeschreven, effectief is uitgevoerd. Het is aan de betrokken projectpartner om hiervoor de nodige bewijslast te leveren.(b.v. effectieve aanwezigheid infrastructuur, publiciteit, etc.). Er volgt een controle op de bijkomende goedkeuringsvoorwaarden opgenomen bij de goedkeuring of wijziging van het project. De projectpartner wordt gevraagd aan te geven op welke wijze de voorwaarden werden ingevuld, waarna deze elementen worden geverifieerd door de controleur. 4.2. Projectadministratie en projectboekhouding Er wordt nagegaan of de projectpartner maatregelen trof zodat de verplichting wordt nagekomen om de projectadministratie (inclusief de originele exemplaren van de bewijsstukken) te bewaren. De projectpartner moet er voor zorgen dat de complete projectadministratie raadpleegbaar en controleerbaar is tot het einde van een periode van twee kalenderjaren volgend op het jaar waarin de laatste uitgaven van het project werden gecertifieerd. 3 Controleprotocol controle ter plaatse 4. 2. 1. P ROJ EC TA D MIN I STRA TIE De projectadministratie moet aansluiten bij de projectboekhouding. Er moet worden gecontroleerd of voor alle gedeclareerde transacties een afzonderlijk boekhoudsysteem is gebruikt. Interne afspraken moeten ervoor zorgen dat risico’s op administratieve fouten worden vermeden. De workflow voor bestellingen en betalingen van kosten (handtekeningbevoegdheid, stempels, …), opvolging van aanbestedingen, aansluiting tussen de financiële projectadministratie en de inhoudelijke projectopvolging moeten duidelijk zijn. Elk projectpartner moet ten minstenvolgende bewijsstukken kunnen voorleggen: de ondertekende overeenkomst tussen projectverantwoordelijke en projectpartners; de correspondentie met de bij de uitvoering van het programma betrokken instanties die niet in het e-loket vervat zit; de relevante bewijslast met documenten betreffende overheidsopdrachten, marktbevragingen, BTW-status, vergunningen, bewijs van activiteiten, bewijs betreffende promotie en publiciteit, …. 4. 2. 2. P ROJ EC TB OEK H OUD ING De controle ter plaatse heeft tot doel om de kwaliteit van de projectboekhouding na te gaan. Er wordt nagegaan of de projectboekhouding zodanig is ingericht dat op een eenvoudige en duidelijke wijze alle projectkosten, gespecificeerd overeenkomstig de subsidiabele kostencategorieën en kostensoorten, kunnen worden afgelezen. Verder wordt nagegaan of de begunstigde en de andere, bij de uitvoering van concrete acties betrokken instanties, voor alle transacties betreffende de concrete acties hetzij een afzonderlijk boekhoudsysteem, hetzij een passende boekhoudkundige code gebruiken, zonder afbreuk te doen aan nationale boekhoudregels. Elke projectpartner voert een eigen boekhouding. Bij de projectpartners, waarbij controle ter plaatse wordt uitgevoerd, zullen onder meer de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: Voor een sampling van de gecontroleerde stukken tijdens de controle ter plaatse, wordt nagegaan of de originelen zich bij de projectpartner bevinden. De in het e-loket ingelezen documenten worden vergeleken met de originele stukken. Het voorwerp van de factuur, de geadresseerde, factuurdatum en factuurbedrag dienen overeen te stemmen met de ingelezen versie. Daarenboven moet het bewijs van betaling kunnen worden voorgelegd (rekeninguittreksel). De sampling is erop gericht om bewijsstukken die 25% van de ingebrachte kosten onderbouwen te controleren met een maximum van 50 kostenlijnen. Deze steekproef zal op de onderstaande manier genomen worden. Tijdens de tussentijdse controle zal er worden overgegaan tot een controle van facturen, betaalbewijzen, etc, die representatief zijn voor de partner in de te controleren periode (nog niet gecertificeerde uitgaven die aanvaard zijn na controle op stukken): die die die die gespreid gespreid gespreid gespreid zijn zijn zijn zijn over over over over de verschillende declaratiemomenten; de verschillende kostenrubrieken; verschillende leveranciers; verschillende contracten. Tijdens de eindcontrole ter plaatse zal er worden overgegaan tot controle van facturen, betaalbewijzen, etc. die representatief zijn voor het volledige project: die gespreid zijn over de hele duur van het project; die gespreid zijn over de verschillende kostenrubrieken; die gespreid zijn over verschillende leveranciers; 4 Controleprotocol controle ter plaatse die gespreid zijn over verschillende contracten. Volgende aandachtpunten moeten in acht worden genomen: personeelskosten: kwaliteit en plausibiliteit van de urenstaten (nagaan link met projectuitvoering en met uren registratiesysteem van de organisatie); zijn het betaalde uren, zijn het gewerkte uren, zij het voor het project gewerkte uren, is de urenstaat conform de vereisten; reiskosten: detailstaten nakijken, controle achterliggende bewijstukken, effectieve betaling en aansluiting met projectuitvoering; externe expertise, diensten en uitrusting: logo-gebruik/plaquette, verdeelsleutels, nagaan realisatie en aansluiting bij project, controleren op creditnota’(s (leveranciersfiches), alternatieve inkomsten nagaan, effectieve betaling facturen controleren; infrastructuur en bouwwerken: aanvullend op bovenvermelde aandachtspunten, het werfbord en eigendomsdocumenten; inkomsten: onderbouwing en alternatieve inkomsten nagaan; cofinanciering: werkelijk ontvangen bedrag vergelijken met het financieringsplan, via financiering gelinkt aan projectuitgaven; Met betrekking tot naleving aanbestedingsregels; controle of het betaald bedrag t.o.v. gegund bedrag en toetsing aan wetgeving van eventuele afwijkingen, bewijslast controleren die niet bij controle op stukken diende opgeladen te worden; met betrekking tot interne toelevering wordt nagegaan of de boekhoudkundige verschuivingen correct zijn gebeurd en of de verschuivingen voor de interne toelevering volledig werden gedeclareerd; Het door de projectpartner gedeclareerde BTW-percentage en BTW-regeling wordt gecontroleerd. er moet een beoordeling plaatsvinden van de redelijkheid van de verdeelsleutel die wordt gehanteerd. Dit gebeurt op basis van vaststellingen ter plaatse en de motivering van de verdeelsleutel zoals deze door de partner is gegeven; bij de projectverantwoordelijke wordt in het bijzonder gekeken of de integrale doorstorting van EFRO-geld kan worden bewezen. De externe accountant gaat bij een controle ter plaatse van een gewone projectpartner na of de EFRO-steun integraal ontvangen wordt (steekproef). Indien er bij de steekproef onvolkomenheden worden vastgesteld, is een meer diepgaande en uitgebreide steekproef vereist. De controleur zal beslissen (op basis van ‘professional judgement’) in welke mate de steekproef wordt uitgebreid. Gebreken of onjuistheden resulteren in een gedeeltelijke of gehele onaanvaardbaarheid van de factuur. Niet aantoonbare originele stukken komen niet in aanmerking voor subsidiëring. Controle op subsidiabiliteit: op basis van hoger vermelde sampling wordt nagegaan of er geen fouten (inhoudelijke interpretatiefouten of rekenfouten) gemaakt zijn bij de controle op de subsidiabiliteit in het kader van controle op stukken. Controle op dubbele financiering en op overfinanciering: controle op dubbele financiering gebeurt vanuit bevraging van de projectpartner over de wijze waarop de partner de projectkosten van verschillende Europese projecten gescheiden houdt. De controle op overfinanciering gebeurt door inzage in de (project)boekhouding en door na te gaan of alle toegezegde cofinancieringen ook opgenomen zijn in het financieringsplan. 5 Controleprotocol controle ter plaatse 4.3. Controle op behoud van de bestemming (cf.art.71 Verordening (EU) nr. 1303/2013) Door kritische vraagstelling en beschouwing van het project wordt op het ogenblik van de controle ter plaatse een controle uitgevoerd op behoud van de bestemming. De EFRO-bijdrage voor een project wordt enkel gehandhaafd als het project gedurende vijf jaar na de eindbetaling aan het project of in voorkomend geval binnen en in de voorschriften betreffende staatssteun gestelde termijn geen van volgende gebeurtenissen zich voltrekken: een productieactiviteit wordt beëindigd of verplaatst naar een locatie buiten het programmagebied; een verandering in de eigendom van een infrastructuurvoorziening vindt plaats waardoor een onderneming of een overheidsinstantie een onrechtmatig voordeel behaalt; een substantiële verandering vindt plaats in de aard, de doelstellingen of de uitvoeringsvoorwaarden waardoor de oorspronkelijke doelstellingen worden ondermijnd. Als een project een investering in infrastructuur of een productieve investering omvat, wordt de EFRO-bijdrage terugbetaald wanneer de productieactiviteit binnen tien jaar na de eindbetaling aan de begunstigde wordt verplaatst naar een locatie buiten de Unie, behalve indien de begunstigde een KMO/MKB is (indien het om een vorm van staatsteun gaat, zijn de termijnen inzake staatssteun van toepassing). 4.4. Inkomsten (cf. art.61 en 65 lid 8 Verordening (EU) 1303/2013) De controle van mogelijke inkomsten gebeurt op basis van het stroomschema uit het Beheers- en Controlehandboek voor de uitvoering van het samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020, versie 1 en verdere aanvullingen. De externe accountant gaat de correcte verwerking van de (eventuele) netto-inkomsten na. Uit de toepassing van het stroomschema kan volgend resultaat voortkomen: In het geval enkel netto-inkomsten gegenereerd tijdens de projectuitvoering moeten worden verrekend, dan moeten de effectief gegenereerde inkomsten op een correcte wijze in de financiële declaratie zijn opgenomen. In het geval netto-inkomsten worden verrekend via ex-post monitoring, dan moet de in de periode tussen de start van het project en 3 jaar na voltooiing ervan effectief gegenereerde netto-inkomsten ex-post in mindering worden gebracht van de subsidiabele uitgaven en moet dit conform het afzonderlijk controleprotocol gecontroleerd worden. Indien er bij de controle onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt dit gemeld aan het programma. Er kan worden beslist dat moet overgegaan worden op een ex post inkomstenmonitoring zoals beschreven in het protocol ex post inkomstenmonitoring. 4.5. Realisatie Vooraleer over te gaan tot de vaststelling van de subsidiabele uitgaven dienen er een aantal vragen gesteld worden in verband met de realisatie van de projectaanvraag en (inclusief goedgekeurde projectwijzigingen). Verder wordt nagegaan of de realisaties en de inhoudelijke bewijsstukken materieel zijn ten opzichte van de ingediende kosten, zodat de realiteit van de projectkosten kan worden vastgesteld. Volgende informatie is nuttig bij de controle van het dossier: omschrijving van het gerealiseerde project; toetsing van het gerealiseerde project aan het initieel vooropgestelde project: Werd dit volledig gerealiseerd zoals gepland? Zo niet, welke redenen kunnen worden aangehaald en wat is de impact op de financiering van het project; 6 Controleprotocol controle ter plaatse werden alle doelstellingen bereikt? Zo niet, de redenen hiervan en de verdere vooruitzichten; eventuele onvoorziene problemen bij de uitvoering van het project. In dit kader worden ook de inhoudelijke voortgangsrapporteringen en de eindrapportage geraadpleegd via het e-loket. Wanneer deze niet zouden stroken met de vaststellingen die ter plaatse werden gedaan, zal dit worden gemeld. Tenslotte dient bij elk onderzoek ter plaatse een visuele controle van het gerealiseerde project (investeringen en producten) te worden uitgevoerd. Opmerking: soms zijn op het ogenblik van de controle de beoogde doelstellingen nog niet verwezenlijkt (vb. het onderbrengen van een aantal ondernemingen op een bouwrijp gemaakt industrieterrein). De controle zal zich in dergelijke gevallen beperken tot het vaststellen van wat er op het ogenblik van de controle is verwezenlijkt en eventueel informeren naar de vooruitzichten op (korte) termijn. 4.6. Publiciteitsvoorschriften (annex XII Verordening (EU) nr.1303/2013 en art.4 Uitvoeringsverordening nr.821/2014) Er wordt nagegaan of het gecontroleerde project de publiciteitsvoorschriften gevolgd heeft. Ook de opvolging van de specifieke richtlijnen die de partner kreeg van het programma over de publiciteitsvoorschriften, wordt gecontroleerd. Het gaat met name om het gebruik van het logo (correcte logo van voldoende grootte, verplichte vermeldingen op de website van de projectpartner, de projectaffiche, de publiciteit bij evenementen, tijdelijke borden en permanente plaquettes) 4.7. Melding onregelmatigheden Wanneer onregelmatigheden worden vastgesteld zoals beschreven in punt 2.4 a van het Beheers- & Controlehandboek, wordt het programma onmiddellijk op de hoogte gesteld. De externe accountant rapporteert over de onregelmatigheid, welke inbreuk er op de wet- en regelgeving gedaan werd en de acties die de projectverantwoordelijke zelf al nam naar aanleiding van de onregelmatigheden. 5. HELDER AUDITSPOOR EN WERKPAPIEREN Indien bij de controle ter plaatse wordt vastgesteld dat uitgaven (bijkomend) verworpen moeten worden, wordt deze verwerping via het e-loket maximaal op de individuele kostenlijn ingevoerd met de reden van verwerping. Daarnaast worden een verslag van de uitgevoerde controle ter plaatse en de werkpapieren worden overgemaakt aan het programma met het oog op kwaliteitscontrole en audit. In de werkpapieren dan wel in het e-loket moet een duidelijk spoor zijn van: - De gecontroleerde en bijkomend verworpen bedragen. - De uitgevoerde werkzaamheden met verwijzing naar stukken voor de details. - De gevonden onregelmatigheden met een beschrijving van welke inbreuk er op de wet- en regelgeving plaatsvond, de frequentie waarmee deze plaatsvonden en de genomen corrigerende maatregel. Deze beschrijving en de details van de genomen corrigerende maatregel. - Desgevallend de verwerking van bevindingen van het programma (bijvoorbeeld uit voortgangsrapporten, eindrapporten of werkbezoeken) of van vaststellingen in verband met de ex post inkomstenmonitoring. - De datum waarop controle is uitgevoerd en de namen van de betrokkenen (zowel van de externe accountant als van de projectpartner) 7