Mariekerke tijdens de eerste wereldoorlog Voor de oorlog Mariekerke is vooral een vissersdorp waar de inwoners hun brood verdienen door op de Schelde te gaan vissen. 4 augustus 1914 : ten oorlog ! Mariekerke staat in rep en roer : het is oorlog ! De noodklokken luiden, en iedereen komt op straat. De volgende dagen moeten jonge dienstplichtigen vertrekken en zich aanmelden in de kazerne te Dendermonde of Antwerpen. In plaats van bakker of visser worden ze van de ene dag op de andere soldaat. 65 jonge Mariekerkenaars moeten naar het leger. 2 bieden zich als vrijwilligers aan. Gepakt en gezakt vertrekken ze. Niemand weet voor hoe lang . Versterkte forten tegen de vijand In heel Klein-Brabant worden forten gebouwd om klaar te zijn tegen vijandelijke aanvallen; Ook in Bornem moeten boeren hun grond afstaan voor het leger die er een fort bouwt. Met paard en kar, per trein of met schepen worden bouwmaterialen aangevoerd. Er wordt een spoorlijn tussen Branst en Bornem aangelegd om cement en stenen te leveren. Tussen alle forten worden prikkeldraden en loopgrachten aangelegd met op regelmatige afstand versterkte kazematten om mitrailleurs te plaatsen. Mannen tussen 17 en 60 jaar worden opgeëist om bomen te kappen en huizen af te breken zodat onze soldaten een goed schootsveld hebben voor hun kanonnen. Op de vlucht Eind augustus zijn er al Duitse verkenningstroepen opgemerkt in de buurgemeenten. Op 5 september wordt Dendermonde - niet zo ver van mariekerke - plat gebrand. Wanneer de kanonnen vanaf fort Bornem naar de Duitse legers schieten en komt ook Mariekerke en Sint-Amands onder vuur komt te liggen. De meeste mensen vluchten in paniek weg, naar Branst, Weert of Bornem. Slechts enkele mannen blijven in het dorp en kunnen de brandende huizen gelukkig blussen. In september marcheren vele Belgische troepen voorbij. Verslagen of moe gestreden bij de eerste gevechten in Luik of rond Leuven, vluchten ze naar het Westen. Nieuwe jonge soldaten proberen de streek te verdedigen. Niet alleen paarden, maar ook honden worden ingeschakeld om de kanonnen en mitrailleurs te verplaatsen. Overal oorlogsschade ! Rond het fort van Bornem worden bijna 300 huizen afgebroken. Windmolens en kerktorens konden dienst doen als uitkijkpost voor vijandelijke troepen . De Belgische soldaten wilden dit verhinderen en staken zelf de kerk van Mariekerke in brand. De windmolen van Mariekerke werd dan op haar beurt door Duitse soldaten gesaboteerd. Aan het sas van Weert werden de sasdeuren opengezet zodat een groot deel van de streek onder water stond. Heel het dorp van Weert en de bossen van Branst tot aan het kasteel van graaf de Marnix werd op die manier verdedigd. De arme burgers moesten zichzelf maar redden en met een roeibootje hun huizen proberen te bereiken. Klein-Brabant geeft zich over De Duitse legers bleken snel oppermachtig en beschikten over heel zwaar geschut, de zogenaamde Dikke Bertha’s. Het kon doelen treffen op meer dan 10 kilometer afstand, een eind verder dan de zwaarste Belgische kanonnen. Op 10 oktober 1914 moeten de soldaten op de Klein-Brabantse forten zich over geven. De meesten zijn met hun compagnies de dagen ervoor al over de Temsebrug naar Oost- en West-Vlaanderen getrokken. Onderweg hebben ze de brug gesaboteerd zodat de Duitsers ze niet meer kon gebruiken. Voedselhulp om te overleven In Mariekerke wordt voedselhulp geboden. De Duitse bezetters plunderen de lokale bevolking en eisen voortdurend zaken op, zodat de mensen armer worden. Hulpcomité’s bieden graan, of meel aan en in de scholen krijgen de kinderen soep. Deze hulp wordt gefinancierd door Amerika en Canada. Als bedanking voor de steun worden na de oorlog vele klasfoto’s getrokken met hierop een dankwoordje en een Amerikaanse vlag. Hier poseren de schoolkinderen uit Weert met een boodschap voor de kinderen uit Indianapolis Strijden of sterven Soldaten die niet op tijd naar West-Vlaanderen waren getrokken, werden krijgsgevangen genomen en naar werkkampen in Duitsland gestuurd. Sommigen waren gevlucht naar Nederland maar kwamen ook daar in streng bewaakte opvangkampen terecht en werden behandeld als deserteurs. Ook Mariekerkse soldaten verblijven soms maandenlang aan een stuk aan het front zonder naar huis te kunnen. Alphons Maes onderscheidt zich tijdens gevaarlijke aanvallen tegen Duitse troepen en verdient 6 frontstrepen. Maar tijdens een van die raids wordt hij zelf getroffen door een obus in de borst. In het veldhospitaal te Vinkem komt de hulp te laat en sterft hij in oktober 1918 aan zijn verwondingen. Gestorven voor het vaderland Een aantal Mariekerkse soldaten komen niet terug van het front. Zij zijn gestorven op het slagveld of in de veldhospitalen overleden ten gevolge van hun verwondingen Alexis Pauwels Leo Van den Eede Pieter Vergauwen Frans Van de Moortel Henri Smet Alphons Maes +Calais 9 juli 1915 +Hoogstade 11 juli 1915 +Ramskapelle 28 oktober 1915 +Steenkerke 20 september 1918 +Sedan 16 oktober 1918 +Vinkem 24 oktober 1918 Pieter Antoon Vergauwen Aan de kerk werd een herdenkingsmonument opgericht. De gesneuvelde Belgische soldaten staan erop vermeld. Ook de namen van de 2 burgerslachtoffers staan in de herdenkingssteen gegrift. Petrus Van de Moortel en zijn schoonzoon Philippus Van Lent waren met hun boot gaan vissen op de Schelde. Duitse soldaten zagen hen als smokkelaars en openden het vuur. Met éénzelfde kogel werden beide Mariekerkse vissers gedood. Zoek het eens op ! 1. Op de voorpagina zie een oude prentkaart van Mariekerke. Herken je de straat en hoe noemt deze nu ? Wat merk je nog op aan gebouwen of bij de mensen ? 2. Mariekerke was een toen zelfstandige gemeente (nu deelgemeente van Bornem). Hoeveel mensen woonden in het dorp begin 20e eeuw ? 3. Als je door je dorp wandelt, zal het er ongetwijfeld anders uitzien dan voor Wereldoorlog I. Wat zou er allemaal veranderd zijn, en wat is nog herkenbaar ? Vergelijk de straten en gebouwen eens via oude prentkaarten. 4. Op het oorlogsmonument staan verschillende namen gegrift. Kan je ze nog lezen ? Schrijf ze op en zoek er iets over op. 5. Als je het ereperk van de oud-strijders op de begraafplaats bezoekt, dan ligt er vooraan een heel andere grafsteen dan die andere eenvoudige rechtstaande zerken. Wie zou daar begraven liggen en waarom ?