Vakblad Onder Glas augustus 2016

advertisement
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn
OPKWEEK
REPORTAGE
Wim in ‘t Groen: “We zien bij komkommers de vraag naar getopte planten ontstaan en bij tomaat naar driekoppers.”
Teeltmanager Wim in ’t Groen:
‘Het substraat verandert mee met
de wensen van de plant’
Het vak van plantenkweker verandert
voortdurend door schaalvergroting bij
de telers, teeltspreiding en de wens naar
‘andere’ planten. De ontwikkelingen vanuit de teelt worden vertaald naar verzoeken aan het opkweekbedrijf. Dat betekent onder andere de vraag naar grotere
planten om weer snel in productie te
kunnen zijn en verschillende teeltblokmaten. Tegelijkertijd zijn er vanuit
milieuoogpunt strengere eisen en moet
de plantenkweker zijn restwaterstroom
beperken.
Wim in ‘t Groen is teeltmanager bij de strategische partners Westlandse Plantenkwekerij
(WPK) en Plantenkwekerij Van der Lugt. Drie
jaar geleden hebben deze opkweekbedrijven
ervoor gekozen om vanwege de verschillende
ontwikkelingen in de markt met elkaar te gaan
18
ONDER GLAS NR 8 AUGUSTUS 2016
samenwerken. De voornaamste drijfveren
waren de behoefte aan extra ruimte, optimalisatie, het maken van efficiëntieslagen en de
inkoop bij leveranciers.
houden, is een lastige opgave voor de plantenkweker. Voor de telers heeft het voordelen.
De derde scheut produceert sneller. De teler
heeft sneller meer koppen per vierkante
meter en minder planten per hectare nodig.”
Meer koppen, minder planten
De opkweekbedrijven groeien mee met de ontwikkelingen. Niet alleen vragen klanten om
steeds grotere aantallen, ook de plantwensen
wisselen sterk als het gaat om het opkweken
van de beste plant.
Hans van Herk, opkweekspecialist bij Grodan, ziet de ontwikkelingen vooral bij komkommer en tomaat snel gaan. De komkommerplanten worden alleen in de tweede en derde
teelt getopt vanwege het licht. Bij tomaat,
waar twee scheuten per plant de standaard is,
ziet hij een ontwikkeling naar drie scheuten
en in zonnige landen zelfs naar vier scheuten
per plant. “Een balans tussen de scheuten aan-
Meer vormen en maten
In ‘t Groen herkent de ervaringen van de opkweekspecialist. “We zien bij komkommers
eveneens de vraag naar getopte planten ontstaan, dus twee koppen per plant en bij tomaat
naar driekoppers. Dat is bij sommige rassen
zeker een grote uitdaging. Bovendien is er in
bepaalde periodes vraag naar grotere (bloeiende) planten. De klant berekent wanneer hij
in productie wil zijn en stemt daarop de gewenste plantontwikkeling af.”
Naarmate het volume van de planten groter is, met meer koppen per plant, moet volgens Van Herk ook het blokvolume toenemen.
Een te klein blokvolume werkt tegendraads.
Toch wil de plantenkweker hier niet teveel
variatie in. Vier maten, zoals de steenwolleverancier ze standaard kan leveren, vindt In
‘t Groen voorlopig voldoende.
Lastig punt vindt hij de timing vanuit
telerszijde. Doordat de orders steeds groter
worden, hebben ze steeds meer impact. “Het
liefst zouden we de planning een half jaar tot
een jaar van tevoren hebben. In werkelijkheid
horen we het vaak pas later. Bijvoorbeeld wanneer de teelt van planten voor het tussenplanten ineens toch vier tot acht weken eerder
nodig zijn.”
Uniforme opkweekblokken
Om te kunnen voldoen aan de klantwensen
stelt de plantenkweker steeds hogere eisen
aan zijn teeltblokken. De teeltmanager werkt
graag met blokken die uniform zijn qua materiaal en ook onderling, zodat ze gelijkmatig
reageren op de watergift. “Als je een goede,
uniforme basis hebt, dan kun je de planten
gemakkelijker sturen. De foutkans bij ons
neemt dan af.”
Voor de substraatfabrikanten op hun beurt
is het de uitdaging om continu de substraten
te optimaliseren om de plant zo goed mogelijk
gebruik te laten maken van water en voeding
in het totale substraatvolume. Nieuwe technologieën dragen bij om dit mogelijk te maken.
Zo introduceert de substraatleverancier de
nieuwe NG2.0 technologie.
Het proces begint met het nat maken van
de blokken. “Het is van belang dat alle blokken snel en gelijkmatig nat worden. Daarnaast is het vanuit milieuoogpunt noodzakelijk dat dit met minder water gebeurt”, vertelt
Eelke Hempenius, productontwikkelaar bij
Grodan. Dit was een van de aandachtspunten
bij de ontwikkeling van de producten met de
nieuwe technologie.
Generatieve planten
Ook om goed te kunnen sturen naar een
bepaald planttype is het van belang dat de
blokken onderling hetzelfde reageren en de
juiste eigenschappen hebben. Denk aan het
goed interen, tot 40 à 45% bij tomaat en weer
herverzadigen. Ook een gelijkmatige verdeling
van water plus voedingsstoffen en lucht in
het substraatvolume zijn van belang, zodat de
wortels zich mooi homogeen verdelen.
“Klanten van de plantenkweker willen graag
een generatieve plant. Watergeven is, zeker in
de zomerteelten, een belangrijk instrument
om de planten hierin te sturen”, zegt Van Herk.
In ‘t Groen: “Minder water betekent minder
groei, dus een meer generatieve plant. De
nieuwe generatie steenwolblokken houdt het
water beter vast. Als de blokken onderling
gelijker zijn, ook bij een laag watergehalte,
kun je langer wachten met water geven om de
planten te sturen. We geven water op het
droogste blok. Je kunt dan één à twee beurten
Wim in ‘t Groen laat aan Eelke Hempenius (links) en Hans van Herk (rechts) zien hoe de wortels mooi verdeeld door het teeltblok groeien.
overslaan. Bij tomaat gaan we verder terug in
blokgewicht dan bij komkommer. Het voordeel van het droger kunnen telen bij tomaat
is vooral het net iets scherper wegzetten. Bij
komkommer betekent de gelijkheid van het
blok dat bijvoorbeeld de kans op Pythium
kleiner wordt.”
Kwaliteit voorop
Voor de teeltmanager staat de kwaliteit van
de planten altijd voorop. Wanneer hij, zoals
nu, overstapt op een ander teeltblok gaat hij
niet over één nacht ijs. Zo’n introductie begint
met proeven bij telers. Zo deed hij in 2014 ook
eerst proeven bij telers met steenwolblokken
met de nieuwe technologie. Toen bleek dat
het natmaken uniform en snel verliep, de
blokken mooi stevig bleven en de planten
positief reageerden, heeft hij de proef de
afgelopen winter verder uitgebreid met hele
partijen. “Afgelopen najaar zijn we bij steeds
meer partijen komkommers overgegaan en
komende winter gaan we helemaal over. Voor
de tomaten gaan we ook voor een groot deel
om naar de vernieuwde blokken.”
Minder lozen
In het hele plaatje van beter inspelen op de
vragen van telers, speelt tevens de verplichting voor de plantenkwekers zelf om te voldoen aan de verschillende milieueisen. In
2027 moet de emissie vanuit de glastuinbouw
naar nul volgens de doelstelling van de Kaderrichtlijn Water. Dat geldt ook voor opkweekbedrijven. Drainwater mag in de toekomst
bijna niet meer worden geloosd op de sloot of
riolering. De emissienormen van water worden
sinds 2013 in fasen steeds een beetje strenger.
Per 1 januari 2018 worden de normen weer
iets verder aangescherpt. De nieuwe generatie
steenwol zorgt op twee manieren voor een
verbeterde kwaliteit van het gerecirculeerde
water. De nieuwe steenwol is zuiverder. “Hoe
zuiverder de steenwol is, des te minder water
we hoeven te lozen vanwege hulpstoffen.
Maar bij twijfel ververs ik het water”, legt In
‘t Groen uit.
Waterstroom beperken
Door de watergeefstrategie zo optimaal
mogelijk op het gewas af te stemmen, kan de
teeltmanager het totale volume aan water dat
in omloop is op het bedrijf verminderen. Ook
hierbij is het weer belangrijk dat de blokken
onderling zo gelijk mogelijk zijn, omdat de
teeltmanager op het droogste blok water
geeft. Op dit moment zit hij op ongeveer 1,5
maal het blokvolume dat hij aan water nodig
heeft. Het zou mooi zijn als dit af zou kunnen
nemen tot 1,3 maal het blokvolume. “Reken
maar uit over hoeveel bedrijfswater het gaat
als je in een week een miljoen blokken hebt
staan. Alles wat je kunt reduceren is positief.
Water dat niet uitdraineert, hoef je niet te
ontsmetten. En als je minder water van een
hoge EC op hoeft te slaan, heb je meer speelruimte.”
Samenvatting
Plantenkwekers krijgen te maken met
schaalvergroting van hun klanten en
de wens naar ‘andere’ planten. De
mogelijkheid om andere planten te
kunnen leveren, hangt samen met de
ontwikkelingen op substraatgebied.
De nieuwe generatie steenwol is
gelijkmatiger en presteert beter, zodat
bij de opkweek de planten beter zijn
te sturen naar het gewenste type
plant. Tegelijkertijd zijn er vanuit
milieuoogpunt strengere eisen en
moeten ook de opkweekbedrijven
hun restwaterstroom beperken.
ONDER GLAS NR 8 AUGUSTUS 2016
19
Download