Regel Voorbeelden van woorden

advertisement
Regel
Bij de f/v leg je vinger op je keel.
Bij de v voel je iets trillen.
Bij de f niet.
Voorbeelden van woorden
film, flink, feest, vraag, vloer
Bij de s/z leg je vinger op je keel.
Bij de z voel je iets trillen.
Bij de s niet.
stoel, stil, zwart, zweep
De ng wat klinkt dat raar.
De n en de g horen bij elkaar.
De n en k zitten samen op een bank.
Er mag niemand tussen, anders kunnen ze
niet kussen.
Hoor je na een s een g,
dan schrijf je sch.
In woorden met be-, ge- en ver-,
hoor je een u , maar schrijf je een e
tong, slang, sprong
moeilijk is dat woorden vaak verkeerd worden
uitgesproken.
moeilijk is dat woorden vaak verkeerd worden
uitgesproken.
klank, schenk, links
school, schroef, schram, schrift
bezoek, gesprek, verdriet
be, ge, en ver noemen we kopstukken (kop v/h
woord)
Ken je de woorden uit het ei-verhaal?
Die schrijf je met ei .
De andere schrijf je met een ij.
Ken je de woorden uit het au-verhaal?
Die schrijf je met au.
De andere schrijf je met een ou.
Hoor je aai, ooi of oei in een woord?
Schrijf dan nooit de j die je hoort.
reis, eiland, wei, partij, gordijn
saus, koud, lauw, gebouw
groei, nooit, draai
Pas op voor de plaagletter r .
De ee, de oo en de eu klinken er
anders door.
Hoor je een t aan het eind van een woord?
Maak dan het woord langer,
zodat je d of t hoort.
Als ik aan het eind van een woord een lange
klank hoor, dan gebruik ik daar maar één
letter voor.
Alleen de ee, die doet niet mee. In plaats van
één letter schrijf ik er dan toch twee.
Alle woorden eindigen op een g behalve ach,
och, pech, joch, zich, lach, toch, kuch.
heer, kantoor, voordeur
Hoor je na een korte klank –gt, dan schrijf je
cht. Behalve bij werkwoorden. (Bij ligt en
zegt)
Verkleinwoorden: (43abcde)
zucht, knecht, licht, klacht
Zoek eerst het grondwoord.
Eindigt het woord op r-n-w-i-l, dan komt er
-tje achter.
Eindigt het woord op een m, dan komt er
-pje achter
hond, gezond, strand, beet
twee, na, stro, nu
zeg, weg, pech, joch
Bij werkwoorden eindigt hij vaak op een g.
tong – tongetje
lepel – lepeltje
boom – boompje
kooi – kooitje
 Eindigt het woord op een ng, dan eindigt
het verkleinwoord op -nkje of -etje.
Eindigt het woord niet op deze letters, dan
komt er -je achter.
Bij uw, eeuw en ieuw,
staat voor de w een u
Lange klanken op een hoek hebben pech, ik
haal gewoon een letter weg.
Korte klanken op een hoek,
krijgen 2 medeklinkers op bezoek.
leeuw, nieuws, duw
loten, laken, kopen, dame
lappen, mannen, kloppen
Download