Wereldvrouwenmars Manifesteren zolang niet alle vrouwen vrij zijn. Deze eisenbundel is het resultaat van de actieve samenwerking tussen alle organisaties en militante leden van de Wereldvrouwenmars België. De Wereldvrouwenmars is een internationale, democratische beweging, die autonoom, transparant en creatief is. Ze groepeert meer dan 5000 netwerken, organisaties en militanten uit 164 landen en gebieden gedreven door dezelfde wil : manifesteren zolang niet alle vrouwen vrij zijn. De eisen van de Wereldvrouwenmars zijn gegroepeerd rond twee thema’s die zowel op het lokale als op het mondiale niveau uitgewerkt werden : 1) geweld tegen vrouwen, vrede en demilitarisering en 2) gemeenschapsgoederen, openbare diensten en economische autonomie van vrouwen Geweld tegen vrouwen, vrede en demilitarisering Ondanks de grotere aandacht die wereldwijd uitgaat naar geweld tegen vrouwen, blijven de cijfers over geweld tegen vrouwen onaanvaardbaar: vanaf de leeftijd van 15 jaar is 24% van de Belgische vrouwen slachtoffer van partnergeweld - lichamelijk en/of seksueel geweld binnen een koppel1. 35% van de vrouwen wereldwijd ondergingen in hun leven intrafamiliaal geweld of seksueel geweld2. Bewustwording alleen is ontoereikend om het geweld tegen te gaan. Er is nood aan politieke actie en verhoogde budgetten tegen geweld op vrouwen. Nationaal 1. Het Nationaal actieplan ter bestrijding van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld Het nieuw Nationaal Actieplan (2015-2019) moet: alle vormen van geweld insluiten; meer zijn dan een opsomming van acties; meer coherentie en samenwerking van de betrokken actoren vooropstellen. 2. Financiële middelen Er moet meer financiële steun komen voor vrouwenorganisaties die rond intrafamiliaal geweld werken. Het aanbod van vluchthuizen voor vrouwen en hun kinderen die slachtoffer zijn van geweld, is ontoereikend. Bijkomende plaatsen zijn noodzakelijk. De dagprijzen in de residentiële opvang zijn te hoog. Er is een herziening van de financiering nodig. 3. Preventie van geweld Er is nood aan een omvattend en coherent preventiebeleid inzake geweld op vrouwen. Dit preventiebeleid moet alle geledingen van de samenleving bestrijken en sensibiliseren over alle vormen van geweld op vrouwen. Om de duurzaamheid te garanderen, zijn een langetermijnfinanciering en substantiële programma’s nodig: campagnes ; 1 educatieve programma’s ; vorming van alle beroepskrachten die werken rond geweld tegen vrouwen ; Het FRA (Bureau van de Europese Unie voor de Grondrechten) bevroeg meer dan 42 000 vrouwen van 18 tot 74 jaar uit de volledige Europese Unie (1500 per lidstaat) over hun ervaringen met lichamelijk, seksueel en psychologisch geweld, met inbegrip van huiselijk geweld. 2 WHO Global status report on violence prevention 2014, 2014. een uniform gebruiksvriendelijk instrument voor risicotaxatie ; omvorming van de aanspreekpunten voor intrafamilaal geweld binnen de CAW’s tot vertrouwenscentra voor volwassenen3 ; aangepaste diensten en informatie op het vlak van gezinsplanning, toegang tot gezondheidszorg in de seksuele en reproductieve sfeer. 4. Dienstverlening en bescherming van slachtoffers We pleiten voor een multidisciplinaire samenwerking in de aanpak van alle vormen van geweld (fysiek, seksueel en psychisch geweld,...). Alle opvanginitiatieven moeten toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Opvangcentra moeten evolueren naar individuele wooneenheden. Niet het samenleven op zich werkt immers versterkend, wel de groepstherapeutische activiteiten. Door een gebrek aan doorstroomwoningen blijven slachtoffers langer dan nodig in een vluchthuis. Op de reguliere markt blijken weinig eigenaars bereid om te verhuren wanneer het OCMW de huurwaarborg betaalt. Slachtoffers moeten ook na hun vertrek uit het vluchthuis begeleid worden. 5. Vervolging en bestraffing van geweld We pleiten voor : Nultolerantie voor partnergeweld : de nodige middelen om met een reële toepassing op het terrein te beginnen en om de systematische opvolging van de dossiers te verzekeren. 3 Groter aantal vrouwen bij politie en magistratuur : ook in topposities waar de beleidsbeslissingen genomen worden. Betere opsporings-en verhoortechnieken. Strengere straffen en betere opvolging inzake verkrachting: strafuitvoeringsrechtbanken moeten altijd betrokken worden bij voorwaardelijke invrijheidsstelling. Buddies voor daders die vrijkomen bevorderen zowel hun integratie als de vroegdetectie van signalen als het opnieuw de foute kant dreigt op te gaan. De uithuisplaatsing als een politionele crisismaatregel bij partnergeweld. CAW : Centrum Algemeen Welzijnswerk Daders moeten altijd een aanbod van hulpverlening krijgen en worden gedwongen om op dat aanbod in te gaan vanaf een tweede incident. Een structurele uitbouw van verplichte dadertherapie en systematische opvolging van plegers van seksueel geweld is nodig. Internationale engagementen m.b.t. geweld op vrouwen De Belgische overheid moet de politieke dialoog voorzien van een pleidooi voor de daadwerkelijke scheiding van religie en staat om te vermijden dat het discours van conservatieve actoren over seksualiteit een rem zet op de seksuele -en reproductieve rechten van vrouwen. Het ontbreken van een gecoördineerde strategische agenda tegen geweld op vrouwen op internationaal niveau vormt een belangrijke hinderpaal voor de volledige toepassing van de huidige internationale verplichtingen. De Belgische overheid moet in de politieke dialoog en in internationale fora pleiten voor een internationaal actieplan tegen geweld op vrouwen met concrete en tijdsgebonden acties om de toepassing van het bestaande internationaal regelgevend kader zoals het Actieplatform van Peking en het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen op landenniveau te versnellen. Tijdens de laatste VN-Commissie voor de Status van de Vrouw (CSW 58) nam België een duidelijk positie in m.b.t. gendergelijkheid in het post 2015 ontwikkelingskader. Samen met de andere lidstaten van de Europese Unie pleitte België voor een aparte doelstelling rond gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en voor gendermainstreaming binnen de andere doelstellingen. Deze positie werd eveneens weerhouden in het resultaat van de onderhandelingen van de CSW 58. Wij identificeren volgende prioritaire subdoelen (targets): 1) uitbanning van geweld tegen vrouwen, 2) gendergelijkheid op het niveau van leiderschap, invloed en deelname in besluitvorming, 3) economische rechten en waardig werk voor vrouwen. België moet het Verdrag van de Raad van Europa over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) ratificeren. De Belgische overheid moet de financiële steun aan de civiele maatschappij in het Zuiden verhogen : deze organisaties moeten erop toezien dat nationale overheden hun nationale en internationale engagementen m.b.t. geweld op vrouwen uitvoeren. Vredesopbouw is niet mogelijk zonder de deelname van vrouwen aan alle processen van besluitvorming op alle niveaus, noch zonder de empowerment van vrouwen en vrouwenorganisaties die ijveren voor vrede, mensrechten en gelijke rechten voor vrouwen en mannen. Gendergelijkheid en de evenredige deelname van vrouwen aan alle maatschappelijke processen van besluitvorming en bestuur zijn een conditio sine qua non voor vrede en ontwikkeling.Daarom vragen wij de Belgische regering uitvoering te geven aan resolutie 1325 door: o een budgetlijn te voorzien voor acties die uitvoering geven aan resolutie 1325, het NAP 1325 en die bijdragen tot de empowerment en politieke empowerment van vrouwen en vrouwenorganisaties; o de ontwikkeling van ‘nationale’ instellingen en strategieën (gender machinery) voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen en mannen te steunen m.i.v. steun voor vrouwenorganisaties en steun voor maatregelen in uitvoering van ‘lokale’ actieplannen 1325; o de economische oorzaken van gewapende conflicten aan te pakken door te ijveren voor een internationaal verdrag op de illegale en illegitieme exploitatie en handel in grondstoffen en natuurlijke rijkdommen, dat de ondernemingen en handel controleert, de traceerbaarheid van deze grondstoffen voorziet evenals de opstelling van een lijst van alle bedrijven die betrokken zijn bij de grondstoffenhandel o programma’s voor ontwapening te steunen, zich niet meer financieel garant te stellen voor wapentransacties. o de militaire uitgaven te beperken (aankoop wapens, instandhouding gevechtsleger en zijn infrastructuur) en het leger om te vormen tot een humanitaire interventiemacht; o het (seksueel) geweld op vrouwen stoppen en een einde stellen aan de straffeloosheid door o programma’s te steunen die seksueel geweld en seksespecifiek geweld bestrijden en die (medische, psychologische, economische) hulp verlenen aan de slachtoffers, , de ontwikkeling van de nationale capaciteit van het rechtsstelsel en de ‘rule of law’ versterken, o te ijveren voor de invoering van een dwingende gedragscode voor militairen en burgers op terreinmissie (blauwhelmen of andere (militaire) missies) die misbruik, geweld en seksueel geweld strafbaar stelt en die en die de leidinggevenden verantwoordelijk stelt voor de daden van hun ondergeschikten. o militairen schuldig aan seksueel geweld te berechten, net zoals andere daders, voor burgerrechtbanken en door voor dergelijke zaken geen amnestiemaatregelen toe te laten. Gemeenschapsgoederen, openbare diensten en economische autonomie van vrouwen « Financiële zelfstandigheid en tijd om te leven! » Gemiddeld botsen vrouwen in hun werkend en persoonlijk leven meer dan mannen op hindernissen, onder meer inzake inkomen en toegang tot de sociale zekerheid. Wij willen dat vrouwen zelfstandig in hun levensbehoeften kunnen voorzien. Ze maken meer dan de helft uit van de bevolking, maar hebben een kwetsbare maatschappelijke positie. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd bij: zwakke economische sectoren met lage lonen (79%), bijvoorbeeld het circuit van de dienstencheques (90%) deeltijds werk (80%) de mensen die beroep doen op een inschakelingspremie omdat ze onvoldoende dagen hebben gewerkt om toegang te krijgen tot een werkloosheidsuitkering (65%) gezinshoofden van éénoudergezinnen, die een verhoogd risico lopen op armoede (85%) de groep met een onvolledige loopbaan (75% van de vrouwen haalt een loopbaan van 35 jaar, terwijl bij de mannen eenzelfde percentage 41 loopbaanjaren haalt). ... Al te vaak belemmeren stereotiepe mechanismen van discriminatie vrouwen in hun zelfontplooiing. Willen ze kunnen genieten van het leven, willen ze meer vrije tijd hebben, dan moeten vrouwen zich daarvan bevrijden. Het is nog steeds zo dat veel onbezoldigd ‘reproductief werk’ vooral op hun schouders rust (opvoeding van de kinderen, zorg voor hulpbehoevende personen, huishoudelijk werk). Er is een tekort aan publieke diensten om deze belangrijke taken collectief te organiseren. Van de belofte van beleidsmakers om de gelijkheid van vrouwen en mannen te stimuleren, komt in werkelijkheid weinig terecht. Op alle politieke niveaus overheerst een besparingslogica die geen rekening houdt met de gevolgen voor groepen die het al moeilijk hebben en vatbaar zijn voor discriminatie: jongeren, etnisch-culturele minderheden en vrouwen. Het mag dus niet verwonderen dat een aantal recente beleidsmaatregelen de positie van vrouwen verder verzwakken: de inkomensgarantie-uitkering (IG) als aanvulling bij deeltijds werk daalt en wordt na twee jaar gehalveerd; het regeerakkoord spreekt van het berekenen van de werktijd op jaarbasis en van het aanmoedigen van deeltijds werk, wat kan leiden tot een grotere flexibiliteit in de regeling van overuren, variabele werktijden en meer precaire jobs; de nieuwe maatregelen inzake pensioen en eindeloopbaan zullen nefaste gevolgen hebben voor vrouwen; de inschakelingspremie wordt beperkt in de tijd; de definitie van ‘passend werk’ wordt strenger (werklozen zijn verplicht ‘passend werk’ te aanvaarden willen ze hun recht op een uitkering te behouden): de woon/werk-afstand mag voortaan 60km bedragen i.p.v. 25km, en dit terwijl het openbaar vervoer minder financiering krijgt en duurder wordt; bij tijdskrediet zonder motief (wat toelaat even op adem te komen) valt de uitkering weg, net als de gelijkstelling voor de sociale zekerheid. vervroegd pensioen zal pas op 63 jaar kunnen, na een loopbaan van 42 jaar. ... De Wereldvrouwenmars België vraagt met aandrang dat beleidsmakers hun aanpak onmiddellijk bijsturen. Anders dreigt een sociaal bloedbad dat vrouwen extra hard zal treffen. De Wereldvrouwenmars pleit voor een duurzame economie die overal en steeds een menswaardig leven, het welzijn van de gemeenschap, effectieve gelijke rechten en respect voor ecosystemen voorrang geeft op marktmechanismen, productiviteit en het streven naar winst dat slechts een minderheid ten goede komt. Ja aan duurzaam en menswaardig werk voor allen Er is nood aan kwaliteitsvolle jobs, speciaal in de openbare sector die een antwoord moet bieden op dringende sociale en ecologische noden. In de privésector moet er controle komen op de subsidies aan bedrijven, om te zien of ze gebruikt worden om kwaliteitsvolle jobs te creëren, met goede werkomstandigheden en een behoorlijk salaris. Ja aan kwaliteitsvolle publieke diensten die iedereen ten goede komen De tendens tot privatisering en vermarkting van publieke diensten moet worden geremd en omgekeerd. Wij willen volgehouden investeringen in sterke en kwaliteitsvolle publieke diensten die toegankelijk zijn voor iedereen, en vooral voor sociaal kwetsbare personen. Die publieke diensten moeten onder meer garanderen dat: elk kind een opvangplaats heeft (België haalt bijna overal 33% - het streefcijfer van de EU – maar alleen omdat er veel privé-initiatief is. Het EU-streefcijfer dekt de behoeften aan kwaliteitsvolle en toegankelijke opvang niet); bejaarden en personen met een functiebeperking toegang hebben tot aangepaste leefplekken, hetzij thuis, hetzij in residentiële opvang, hetzij in alternatieve structuren; de gezondheidszorg aandacht heeft voor de volledige persoon (holistisch perspectief) en rekening houdt met de eigenheid van patiënten (sekse, leeftijd, culturele achtergrond…); het onderwijs gelijkheid nastreeft en seksistische, racistische en homofobe stereotypen tegengaat; iedereen toegang heeft tot een wijdvertakt en goedfunctionerend netwerk van openbaar vervoer, ook minder mobiele personen en mensen met kinderwagens. Ja aan een sterke sociale zekerheid De financieringsbasis van de sociale zekerheid moet worden versterkt, om ervoor te zorgen dat sociale uitkeringen, speciaal de werkloosheidsuitkeringen en de pensioenen een menswaardig leven toelaten. Er moet een einde komen aan de stigmatisering en uitsluiting van werklozen, aan de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en de beperking ervan in de tijd. Het statuut van samenwonende moet afgeschaft worden: iedereen moet dezelfde rechten hebben, ongeacht de gezinssituatie. Ja aan een rechtvaardig en solidair belastingsysteem De belastingen moeten meer in verhouding staan tot de inkomens. Het lijkt ons logisch dat de rijksten meer bijdragen, zodat de beschikbare rijkdom beter wordt herverdeeld. Daarom moet er werk worden gemaakt van een vermogenstaks op grote fortuinen. Ja aan de verdeling van gezins- en huishoudelijke taken tussen mannen en vrouwen en aan maatregelen die de seksistische stereotypen in de samenleving concreet aanpakken Om iedereen toegang te geven tot werk, moet er een collectieve arbeidsduurvermindering komen met compenserende aanwervingen. Om de levenskwaliteit van iedereen te verhogen, is er nood aan een loonsverhoging voor de kleine inkomens en aan systemen van loopbaanonderbreking met gelijkstelling en vergoeding. Ja aan internationale solidariteit voor de economische zelfstandigheid van alle vrouwen. Het Noorden moet zijn financiële en ecologische schuld aan het Zuiden inlossen door internationale samenwerkingen op te zetten en door onwettige schulden kwijt te schelden na een burgeraudit. De uitdagingen op Europees en internationaal niveau zijn niet te onderschatten. De regering heeft zich geëngageerd om de budgettaire normen te respecteren die de Europese Commissie oplegt. Dat gebeurde zonder een echt democratisch debat. De Europese normen leggen vast hoe hoog de schuld en het begrotingstekort maximaal mogen oplopen en voorzien in aanbevelingen en sancties voor lidstaten die ze niet respecteren. Deze normen zijn contraproductief en doen nationale economieën stagneren of zelfs in een recessie belanden. Ze hypothekeren het solidariteitsmodel, de openbare diensten en de sociale zekerheid. Op die manier treffen ze in sterke mate vrouwen, die bezuinigingen vaak het sterkst voelen. Daarnaast worden momenteel een aantal akkoorden voor economische samenwerking onderhandeld, waaronder het transatlantische vrijhandelsakkoord (TTIP). Deze verdragen dreigen onomkeerbare schade toe te brengen aan de democratie, aan fundamentele rechten, aan de arbeidsmarkt en aan de publieke diensten. Onze politieke vertegenwoordigers zijn door ons verkozen en gemandateerd. Het behoort tot hun verantwoordelijkheid om sociale verworvenheden die het welzijn van iedereen ten goede komen, niet te verkwanselen ten voordele van de financiële belangen van enkelingen.