Als u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie

advertisement
Als u drager bent van
de resistente
Acinetobacter-bacterie
Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo.
Inleiding
Uit onderzoek is gebleken dat u met een resistente Acinetobacter
besmet bent. De Acinetobacter is een bacterie die van nature in
water en aarde leeft. De bacterie wordt echter ook regelmatig bij
patiënten die in een ziekenhuis zijn opgenomen gevonden.
De bacterie die bij u is gevonden is ongevoelig geworden voor de
meest gangbare antibiotica. Dit zijn medicijnen die bacteriën doden.
Daardoor is een infectie met deze bacteriën moeilijker te
behandelen.
Besmetting met een resistente Acinetobacter leidt bij de meeste
mensen niet tot klachten. Als er geen klachten zijn wordt dit
dragerschap genoemd. Als ‘drager’ kunt u de bacterie wel
verspreiden naar andere mensen.
Als de resistente Acinetobacter toch een infectie veroorzaakt, wordt
u daar niet zieker van dan van een infectie met een bacterie die wel
met gangbare antibiotica behandeld kan worden. Wel is het zo dat
bij een infectie met resistente bacteriën er maar een beperkt aantal
antibiotica is waarmee behandeld kan worden.
Het Albert Schweitzer ziekenhuis treft, net als alle andere Nederlandse ziekenhuizen, maatregelen om verspreiding van de
resistente Acinetobacter te voorkomen.
In deze folder leest u meer over de resistente Acinetobacter en de
maatregelen die nodig zijn om verspreiding te voorkomen.
1
Wie kunnen de resistente
Acinetobacter bij zich dragen?
U kunt drager worden van resistente bacteriën als:
 u in het verleden vaak (diverse soorten) antibiotica heeft
gebruikt;
 als u opgenomen bent geweest in een buitenlands ziekenhuis
(daar komen vaker resistente bacteriën voor);
 door (nog) onduidelijke oorzaak.
Dragerschap en behandeling
Bij dragerschap van een resistente Acinetobacter wordt geen
behandeling met antibiotica gegeven. Dit heeft vier redenen:
 Om te voorkomen dat de bacterie nog ongevoeliger wordt voor
antibiotica.
 Antibiotica tegen Acinetobacter doodt ook andere nuttige
bacteriën waardoor vervelende bijwerkingen zoals diarree
kunnen ontstaan.
 De Acinetobacter kan na verloop van tijd weer gevoelig worden
voor meer antibiotica.
 De Acinetobacter kan vanzelf verdwijnen.
Bij mensen met een verminderde weerstand kan naast dragerschap
ook een infectie met de resistente Acinetobacter ontstaan. Infecties
worden meestal wel behandeld met antibiotica.
De gevolgen in een ziekenhuis
In een ziekenhuis kan de resistente Acinetobacter ernstige
problemen veroorzaken. Er bevinden zich hier veel mensen bij
elkaar, waardoor de kans op overdracht groter is. Veel
ziekenhuispatiënten hebben minder weerstand en zijn daardoor
gevoeliger voor infecties.
2
In het ziekenhuis proberen we deze verspreiding tegen te gaan door
patiënten, die (mogelijk) de resistente Acinetobacter bij zich dragen,
geïsoleerd te verplegen.
Isolatiemaatregelen bij opname
Als u (mogelijk) drager bent van de resistente Acinetobacter gelden
de volgende isolatiemaatregelen:
 U wordt verpleegd in een isolatiekamer. Dit is een éénpersoonskamer met een sluis.
 U mag de kamer niet verlaten, behalve voor onderzoek of
behandeling.
 De deur van uw kamer wordt zoveel mogelijk gesloten gehouden.
 Ziekenhuismedewerkers en bezoekers die uw kamer betreden
dragen een mond-neusmasker, schort en handschoenen.
 Als u de kamer of afdeling moet verlaten, moet u een mondneusmasker dragen. U krijgt dit masker van de verpleging.
 Uw familie kan uw was mee naar huis nemen. Zij moeten de was
in uw kamer in een plastic zak doen. In de sluis van de isolatiekamer of op de gang van de afdeling moet er een tweede plastic
zak omheen gedaan worden. De was moet thuis direct in de
wasmachine worden gewassen op een temperatuur van ten
minste 60°C.
Bezoek
U kunt gewoon bezoek ontvangen. Ook zwangere vrouwen en
kleine kinderen kunnen u zonder risico bezoeken.
 Bezoekers moeten zich eerst melden bij de balie op de
verpleegafdeling. Ze krijgen daar precies te horen welke
voorschriften ze moeten volgen.
 Vanwege het mogelijke besmettingsgevaar vragen we alle
bezoekers om na het bezoek het ziekenhuis direct te verlaten.
 Als uw bezoekers meer mensen in het ziekenhuis willen
bezoeken, verzoeken wij hen om eerst de andere visites af te
leggen en u als laatste te bezoeken.
3
 Als het bezoek zich goed aan de voorgeschreven maatregelen
houdt, is er voor hen geen besmettingsgevaar.
Isolatiemaatregelen op de polikliniek
Alle onderzoeken of behandelingen kunnen gewoon doorgaan, ook
als u besmet bent met de resistente Acinetobacter.
Om de kans op verspreiding naar andere patiënten zo klein mogelijk
te maken zijn er soms extra isolatiemaatregelen nodig. Deze
maatregelen hoeven alleen genomen te worden als er intensief
contact plaatsvindt, bijvoorbeeld als u zich moet uitkleden.
 Uw afspraak wordt aan het einde van het spreekuur
ingepland.
 Ziekenhuismedewerkers die in de kamer komen, dragen een
schort en handschoenen en een mond-neusmasker.
 Kom kort voor uw afspraak naar het ziekenhuis. U moet na uw
afspraak het ziekenhuis gelijk verlaten.
Registratie in het computersysteem
Omdat u als drager van de resistente Acinetobacter een risico vormt
voor andere patiënten, wordt er in het computersysteem een
melding geplaatst. Hierdoor zijn artsen en verpleegkundigen op de
hoogte. Ook uw huisarts krijgt een brief van het ziekenhuis over uw
besmetting.
Bij een volgend bezoek van u aan het Albert Schweitzer ziekenhuis
komt er automatisch een melding dat er bij u een resistente bacterie
is gevonden en zo nodig worden er extra maatregelen genomen.
4
Opheffen van de isolatiemaatregelen
Het is tot nu toe niet bekend hoe lang u drager kunt blijven.
Sommige patiënten dragen de resistente Acinetobacter langer dan
een jaar bij zich. Anderen raken de bacterie vanzelf eerder kwijt.
Tijdens de ziekenhuisopname blijven de isolatiemaatregelen nodig.
Bij een volgende opname wordt gekeken of u opnieuw gekweekt
moet worden.
Thuissituatie
Thuis hoeft de resistente Acinetobacter geen probleem te zijn.
Meestal zijn geen speciale maatregelen nodig.
Als u thuiszorg heeft of als u in een verzorgings- of verpleeghuis
woont, moet u ook aan deze hulpverleners vertellen dat u de
bacterie heeft. Ook zij kunnen dan voorzorgsmaatregelen nemen
zodat de bacterie zich niet naar andere patiënten kan verspreiden.
Tot slot
We beseffen dat dit alles voor u onaangenaam kan zijn, maar hopen
dat u begrip heeft voor deze maatregelen. Bij vragen en eventuele
problemen kunt u tijdens uw opname contact opnemen met uw arts
of de verpleegkundige. Als u niet in het ziekenhuis opgenomen bent
kunt u tijdens kantooruren bellen met de afdeling Infectiepreventie.
Zij zijn via het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis, (078)
654 11 11, bereikbaar.
Wilt u uw mening geven over deze folder? Dat kan hier:
www.asz.nl/foldertest/
Albert Schweitzer ziekenhuis
oktober 2016
pavo 1227
Download