Sociaal ondernemerschap - Erasmus Universiteit Rotterdam

advertisement
Sociaal
ondernemerschap
De beweging naar nieuwe hybride
modellen voor een andere toekomst
prof.dr. Lucas Meijs &
drs. Monique de Ritter (red.)
HOOFDSTUK 4:
HET VERGROTEN VAN DE FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR SOCIAAL
ONDERNEMERSCHAP
Michiel de Wilde en Lonneke van der Waa
Dit hoofdstuk is onderdeel van de publicatie Sociaal ondernemerschap: De
beweging naar nieuwe hybride modellen voor een andere toekomst, onder
redactie van Lucas Meijs en Monique de Ritter, een uitgave van Stichting
Maatschappij en Onderneming, 2015. ISBN 9789069622606. De gehele publicatie
is te bestellen op www.smo.nl.
Stichting Maatschappij en Onderneming
De opkomst van sociaal ondernemerschap is een opwindende ontwikkeling.
Bedrijven en non-profitorganisaties experimenteren met een aanpassing van
hun traditionele denk- en activiteitenpatroon. Organisaties met expliciete
financiële doelstellingen adopteren een meer maatschappelijke perspectief en
gaan ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Organisaties met expliciete
gemeenschapsdoelstellingen gaan commerciëler werken en spreken vaker
over een onderliggende ‘business model’. Tussen deze twee traditionele typen
organisaties starten ‘sociaal ondernemers’ een nieuw, hybride type organisatie
vanuit een duaal perspectief. Met hun ‘sociale ondernemingen’ leggen zij de
nadruk op het realiseren van gemeenschapsdoelstellingen die zij proberen die
te realiseren met een commercieel organisatiemodel. Zij streven dus naar het
creëren van zowel sociale als financiële waarde.
Net als voor reguliere startende en groeiende ondernemingen is het bij sociaal
ondernemerschap essentieel dat de organisaties een goede toegang hebben
tot financiering. Hun hybride karakter en duale doelstelling brengen echter
additionele uitdagingen met zich mee als het erom gaat het meest geschikte
financieringsmodel te kiezen en voldoende geïnteresseerde financiers te
identificeren. Toegang tot financiering wordt vaak genoemd als een belangrijk
knelpunt voor sociaal ondernemers (European Commission, 2014A; SociaalEconomische Raad, 2015; Social Enterprise NL, 2015). Zolang dit het geval is,
zal sociaal ondernemerschap gehinderd worden in zijn ontwikkeling. Mogelijk
kansrijke manieren om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken zullen
daardoor moeilijker van de grond komen en er langer over doen om een serieuze
schaalgrootte te bereiken.
Tegelijkertijd tonen twee zeer verschillende typen financiers een groeiende
interesse in dit type organisaties. Aan de ‘financiële kant’ zien traditionele
financiers en bedrijven nieuwe zakelijke mogelijkheden ontstaan die passen
bij een toegenomen maatschappelijk bewustzijn. Aan de ‘sociale kant’ kijkt
een toenemend aantal filantropische financiers, zoals vermogensfondsen,
maatschappelijke organisaties en individuele filantropen, met belangstelling naar
deze meer zakelijke manier om maatschappelijke doelen te realiseren. Deze
filantropische financiers beginnen daarom naast hun traditionele filantropische
geefmodel voorzichtig te experimenteren met ‘sociaal lenen en investeren’.
3
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
Gezien deze gedeelde belangstelling lijkt samenwerking tussen traditionele en
filantropische financiers voor de hand te liggen, maar in de praktijk gebeurt dit
nog weinig.
Wat maakt de financiering van sociaal ondernemerschap zo lastig? En waarom
werken potentiële financiers nog zo weinig met elkaar samen? Wij zien daarvoor
de volgende mogelijke oorzaken:
1. Sociaal ondernemerschap is zo nieuw dat er nog geen algemeen
gehanteerd jargon en instrumentarium is op het gebied van financiering. Ook
zijn er nog onvoldoende gespecialiseerde fondsen en intermediairs, en is er
nog onvoldoende sprake van goed ontwikkelde ‘marktplaatsen’ waar vragers
en aanbieders van financiering elkaar treffen.
2. Veel sociaal ondernemers zijn sterk gericht op hun maatschappelijke
doelstellingen, en minder op hun profiel als levensvatbare onderneming. Net
als bij ‘gewone’ (startende) ondernemers ligt hun passie vaak bij de doelgroep
en de daarvoor bedachte producten en diensten, en veel minder bij het
maken van financiële budgetten en prognoses.
3. Traditionele commerciële financiers moeten nog wennen aan het feit
dat winstmaximalisatie bij sociaal ondernemerschap niet voorop staat
(Social Enterprise NL, 2015). De verwevenheid van sociale en financiële
doelstellingen in andersoortige en innovatieve businessmodellen creëert
voor hen teveel onduidelijkheid over het bedrijfsmatige profiel en de
financiële levensvatbaarheid van deze ondernemingen. Hun onzekerheid
wordt versterkt door het feit dat sprake lijkt te zijn van een zekere wildgroei
aan initiatieven die onder het populaire label ‘sociale onderneming’ van start
gaan, maar vaak niet al te professioneel zijn opgezet.
4. Filantropische financiers zijn in het algemeen nog gericht op het doneren van
geld aan stichtingen. De financiers die wel belangstelling krijgen voor ‘sociaal
lenen en investeren’ zijn vaak sterk gericht op gemeenschapsdoelstellingen
en schrikken terug wanneer zich sociaal noemende ondernemingen een
(te) duidelijke financiële doelstelling hebben. Ook missen zij vaak nog de
4
Stichting Maatschappij en Onderneming
financiële vaardigheden om de zakelijke kansen van sociaal ondernemerschap
adequaat in te schatten, potentiële projecten te selecteren en te waarderen,
tot een passende transactie te komen, ondernemers adequaat te begeleiden
en op het juiste moment afscheid te nemen of verder te investeren.
5. Bedrijven, financiële instellingen, ngo’s en filantropische organisaties
hebben van oudsher weinig met elkaar samengewerkt bij het financieren
van maatschappelijk georiënteerde projecten. Naast de verschillen in
doelstellingen is er vaak ook sprake van een ander perspectief op het doel
van ‘ondernemen’ en zijn er stevige cultuurverschillen.
Ongetwijfeld kan er van alles worden gedaan aan regelgeving en overheidsbeleid
om sociaal ondernemerschap beter te faciliteren. Sociaal ondernemers moeten
zeker ook werken aan hun profilering en hun zakelijke vaardigheden om
aantrekkelijker te worden voor financiers. Op korte termijn kan echter al binnen de
huidige mogelijkheden winst worden geboekt door meer duidelijkheid te creëren
rond het financieringsvraagstuk. Op dit moment verdiepen sociaal ondernemers
en financiers zich nog te weinig in elkaars specifieke behoeften en mogelijkheden.
Ook zijn sociaal ondernemers én financiers nog te weinig op de hoogte van het
gehele spectrum aan financieringsbronnen en van de mogelijkheden om deze
creatief te combineren tot passende financieringsmodellen. In dit hoofdstuk
leveren wij een bijdrage aan het verbeteren van deze situatie. Hiertoe beschrijven
we de volgende onderwerpen: 1) de verschillende financieringsvormen en
-bronnen die beschikbaar zijn voor sociale ondernemingen; 2) enkele relevante
nieuwe ontwikkelingen voor de financiering van sociale ondernemingen; en 3)
de verschillende financieringsmogelijkheden voor veel gebruikte rechtsvormen.
Welke financieringsvormen en -bronnen zijn beschikbaar voor sociaal ondernemerschap?
Een goed zicht op de verschillende manieren om sociaal ondernemerschap te
financieren vergroot de kansen voor sociaal ondernemers om te komen tot een
solide en bestendig financieringsmodel. Daarmee kunnen zij zich professioneler
presenteren aan verschillende typen financiers en deze ook beter in staat
stellen om tot effectieve partnerschappen te komen. In tabel 2 presenteren wij
een overzicht van zes vormen van financiering waarvan gebruik kan worden
gemaakt bij sociaal ondernemerschap. Bij elke financieringsvorm noemen we de
belangrijkste partijen die als financieringsbron kunnen fungeren.
5
6
Tabel 2. Overzicht financieringsvormen en financieringsbronnen
Bron: Erasmus Centre for Strategic Philanthropy
Traditionele financiering
Garanties
Aandelen
Obligaties
Leningen
Sociale-Impactfinanciering
Winst
Omzet
Autonome financiering
Resultaatfinanciering
Projectfinanciering
Projectsubsidie
Sponsoring
Financiering met tegenprestatie
Subsidies
Donaties
Financiering om niet
Goederen
Faciliteiten
Tijd, expertise en netwerk
In-natura-financiering
Sociale
onderneming
Particulieren
Overheid
Vermogensfondsen*
* Bedoeld worden filantropische fondsen
** Banken, institutionele investeerders, venture capital fondsen, vermogensbeheerders, enzovoort.
Ondernemer
Bedrijven
Financiële
instellingen**
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
Stichting Maatschappij en Onderneming
In-natura-financiering
In-natura-financiering is niet-financiële ondersteuning in de vorm van beschikbaar
gestelde tijd, expertise, contacten, faciliteiten en goederen. In het budget van
(startende) sociale ondernemingen kan deze vorm van financiering een belangrijke
rol vervullen, bijvoorbeeld in de vorm van gratis strategisch en juridisch advies,
huisvesting, kantoormeubilair, ICT-ondersteuning, enzovoort.
- De sociaal ondernemer kan zelf (informeel) optreden als financier door
zijn tijd en energie tegen een relatief lage beloning ten dienst van de sociale
onderneming te stellen. Bij veel (startende) sociale ondernemingen is dit
een onmisbare financieringsbron. De ondernemer levert hiermee immers
diensten en capaciteit waarvoor anders zou moeten worden betaald.
- Particulieren kunnen op verschillende manieren optreden als in-naturafinancier. Een praktische vorm betreft het doneren van goederen, zoals kleding
of voedingsmiddelen aan sociale ondernemingen die vluchtelingen helpen of
voedselbanken exploiteren (deze goederen zouden anders moeten worden
ingekocht). Sociale ondernemingen kunnen ook aantrekkelijk zijn voor
mensen die naast hun werk als vrijwilligers een bijdrage willen leveren aan een
maatschappelijk doel. Dit kan in een bestuurlijke of toezichthoudende functie,
als (parttime) adviseur of door de handen uit de mouwen te steken bij de
dagelijkse werkzaamheden. Een voorbeeld van een organisatie die bemiddelt
tussen vragers en aanbieders van vrijwillige professionele ondersteuning is
Stichting LaLuz.3 Sociale ondernemingen die actief vrijwilligers willen werven
voor activiteiten in binnen- of buitenland, kunnen zich aanmelden bij een
vrijwilligerscentrale.4
- Vermogensfondsen en bedrijven (inclusief financiële instellingen) kunnen
geïnteresseerd zijn om tijd, expertise en faciliteiten ter beschikking te
stellen of bedrijfsmiddelen te doneren aan een sociale onderneming.
Vermogensfondsen stellen expertise en faciliteiten ter beschikking als het hun
beleid is om naast financiële ook niet-financiële ondersteuning te verlenen.
Bedrijven verlenen in natura ondersteuning in het kader van hun beleid voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). In ruil hiervoor vragen zij
soms (enige) publiciteit of de mogelijkheid om hun medewerkers relevant
3
4
www.stichtinglaluz.nl/
www.vrijwilligerswerk.nl/
7
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
vrijwilligerswerk te laten doen. PwC is een voorbeeld van een bedrijf dat
dergelijke ondersteuning verleent.5
Financiering om niet
Financiering om niet is financiële ondersteuning in de vorm van donaties of
subsidies, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Om hiervoor in
aanmerking te komen dient de sociaal ondernemer aan criteria te voldoen, die
per financier kunnen verschillen. Belangrijk is in elk geval dat de beschikbaar
gestelde middelen worden besteed aan een doel dat de financier van belang acht.
Meestal wordt daarnaast gevraagd om een (al dan niet gedetailleerd) uitgewerkt
voorstel, een bedrijfsplan, een activiteitenprogramma, formele rapportages en de
bereidheid om mee te werken aan evaluaties.
- Particulieren kunnen op verschillende manieren doneren. Een sociaal
ondernemer die in aanmerking denkt te komen voor deze vorm van
financiering, dient zich te bekwamen in particuliere fondsenwerving. Het
kan hierbij gaan om (mobiel) doneren, schenken, nalaten of het oprichten
van een fonds op naam. De VFI-brancheorganisatie van goede doelen en de
website Goededoelen.nl bieden goede startpunten voor een oriëntatie.6
-
Overheden
verlenen
subsidies
voor
een
breed
spectrum
van
maatschappelijke activiteiten. Afhankelijk van de geografische reikwijdte van
de activiteiten, het ambitieniveau en de ontwikkelingsfase van de sociale
onderneming is het daarom de moeite waard een goede verkenning te doen
van de mogelijkheden op gemeentelijk, provinciaal, nationaal, Europees en
internationaal niveau. Op nationaal niveau is in Nederland de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland een belangrijk subsidieloket.7 Op gemeentelijk
niveau biedt bijvoorbeeld Rotterdam via een website een uitgebreid en
duidelijk overzicht van mogelijke subsidies.8
- Vermogensfondsen en bedrijven (inclusief financiële instellingen) doen ook
donaties. Vermogensfondsen nemen in de filantropie een aparte positie in en
werken op een geheel eigen wijze. Vergeleken met particulieren ondersteunen
zij initiatieven met vaak (aanzienlijk) grotere bedragen en daarbij beschouwen
zij ‘geven’ als een professioneel proces. Vergeleken met ondernemingen
www.pwc.nl/socialimpactlab
www.vfi.nl/website/homepage; www.goededoelen.nl/
www.rvo.nl/
8
www.rotterdam.nl/subsidies
5
6
8
7
Stichting Maatschappij en Onderneming
weegt bij hun activiteiten het maatschappelijk belang veel zwaarder dan
het financiële (eigen)belang. En vergeleken met de overheid nemen
vermogensfondsen hun beslissingen autonoom en meestal in een proces dat
niet openbaar is. Voor een uitgebreidere bespreking van vermogensfondsen
als financier van publieke doelen verwijzen wij naar De Wilde en Meijs (2014).
Bedrijven doen donaties vanuit hun beleid voor corporate philanthropy. Naast
algemene uitgangspunten, die ook particulieren en vermogensfondsen daarbij
hanteren, wegen bedrijven af in welke mate de donatie binnen hun zakelijke
motieven past en wat de beoogde verhouding is tussen het verwachte ‘zakelijk
nut’ (bijvoorbeeld ten aanzien van klantloyaliteit, commerciële publiciteit en
medewerkerstevredenheid) en het ‘maatschappelijk nut’ (de sociale impact).
Financiering met tegenprestatie
Financiering met tegenprestatie is financiële ondersteuning waarvoor de sociale
onderneming wat terug moet doen. Wij onderscheiden daarbij drie varianten.
Bij ‘sponsoring’ ontvangt de sociale onderneming een bedrag waarvoor de
financier het recht verwerft zijn naam aan de sociale onderneming te verbinden
(publiciteit) of gratis gebruik te maken van de producten of diensten van de sociale
onderneming. Bij de tweede variant, ‘projectsubsidie of -financiering’, ontvangt
de sociaal ondernemer financiering voor de uitvoering van een specifiek project
of een aantal concrete activiteiten. Deze financiering onderscheidt zich van
advieswerk omdat de tegenprestatie een breder maatschappelijk nut heeft, terwijl
het resultaat van advieswerk voor de financier zelf is bedoeld. Een derde variant
betreft ‘resultaatfinanciering’. Veel gebruikte internationale termen hiervoor zijn
payment by results (PBR) en results-based financing (Cordaid, 2015). Hierbij wordt
financiering pas verstrekt wanneer een vooraf afgesproken resultaat is gerealiseerd
en (door een onafhankelijke partij) geverifieerd. Voorbeelden zijn het inenten van
een aantal kinderen of het verbeteren van de toegang tot schoon drinkwater voor
een aantal mensen.
- Particulieren en bedrijven (inclusief financiële instellingen) kunnen optreden
als sponsor. Culturele organisaties richten steeds vaker ‘cirkels van vrienden’
op, iets wat sociaal ondernemers ook kunnen doen. ‘Vrienden’ doneren jaarlijks
een vast bedrag waarvoor zij nauwer bij de sociale onderneming worden
betrokken of het recht krijgen op bepaalde diensten of producten, zoals gratis
9
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
toegang of deelname aan evenementen. Deze formule is vergelijkbaar met
een lidmaatschapsmodel, maar leidt niet tot recht op inspraak. Bedrijven
kunnen het ook interessant vinden om medewerkers of relaties mee te laten
werken aan de activiteiten van de sociale onderneming.
- Vermogensfondsen, overheden en bedrijven (inclusief financiële instellingen) zijn partijen die projectmatige financiering kunnen verstrekken,
met financiering vooraf of achteraf. In alle gevallen is het van belang om
een sterk projectvoorstel in te dienen, met een duidelijke omschrijving
van doelen, activiteiten, kosten, risico’s en resultaten op korte en langere
termijn. Vermogensfondsen vragen bij dit soort aanvragen steeds vaker om
toepassing van een logic model of theory of change. Dit zijn modellen die
beschrijven hoe de sociale onderneming via de inzet van haar middelen en
een gedetailleerd plan van aanpak tot maatschappelijke resultaten op korte
en lange termijn wil komen (NPC, 2012). Vooral maatschappelijke resultaten
op de langere termijn kunnen moeilijk te meten zijn, wat bij afspraken over
betaling achteraf een complicerende factor is.
Autonome financiering
Autonome financiering is financiering op basis van eigen verdiensten en kan alleen
door de sociale onderneming zelf worden ingebracht. Een sociale onderneming
genereert omzet door producten en diensten te verkopen en kan daarmee (een
deel van) haar kosten dekken. Voor een sociale onderneming is dit een cruciaal
onderdeel van het financieringsmodel, omdat veel financiers vragen naar hun
businessmodel: welke producten en diensten biedt de sociale onderneming aan,
welke prijzen rekent ze daarvoor, hoeveel denkt ze te kunnen verkopen, en wat
kost het om de diensten te leveren? Sommige financiers eisen dat een sociale
onderneming minimaal een specifiek percentage van haar budget (op termijn)
zelf kan verdienen. In tabel 2 noemen we winst als een aparte financieringsbron,
omdat de sociale onderneming (wanneer het een vennootschap betreft) eventuele
winst binnen de onderneming kan houden in plaats van deze uit te keren aan de
eigenaren. Winst is daarmee een potentiële financieringsbron voor toekomstige
activiteiten en groei. Financiers kunnen ook eisen dat de sociale onderneming de
winst geheel of gedeeltelijk inhoudt.
10
Stichting Maatschappij en Onderneming
Sociale-impactfinanciering
Sociale-impactfinanciering wordt in het Engels meestal impact investing of
social impact investing genoemd en trekt momenteel veel aandacht. Het betreft
financiering van bedrijven, organisaties en fondsen op basis van leningen,
obligaties, garanties en aandelenkapitaal met de intentie om impact te genereren
op sociale en ecologische aspecten, en daarnaast een financieel rendement te
behalen (GIIN, 2015). Wij onderscheiden deze financieringsvorm van traditionele
financiering, voor zover er verschillende uitgangspunten worden gehanteerd
met betrekking tot het te realiseren financieel rendement (lager), het maximaal
aanvaardbare risico (hoger) en de gewenste maatschappelijke impact (De Wilde
& Meijs, 2014). Soms wordt in het kader van impact investing de term patient
capital gebruikt om aan te geven dat financiers bereid zijn financieel rendement
ondergeschikt te maken aan sociaal rendement, meer risico te accepteren, langer
te wachten op het financiële rendement, en de onderneming ook met raad en daad
te ondersteunen (RBC Social Finance, 2014). Een financier die complementaire
niet-financiële ondersteuning biedt heeft op korte termijn hogere kosten, maar
kan zijn rendement op lange termijn verhogen indien de sociale onderneming
door deze ondersteuning sneller groeit of beter gaat presteren.
- De ondernemer kan zelf als impact investor de eigen sociale onderneming
financieren door een persoonlijke lening te verschaffen of deel te nemen in
het aandelenkapitaal. Financiers zijn vaak zeer geïnteresseerd in de personen
die sociale ondernemingen starten, want financieringsbeslissingen worden
normaal gesproken gebaseerd op het vertrouwen dat de financier heeft in de
ondernemer, zijn idee, zijn betrokkenheid en zijn businessplan. Regelmatig
wordt zelfs geëist dat de ondernemer zelf ook mee financiert.
- Sociale ondernemingen zouden elkaar binnen een (in Nederland nog niet
bestaande) kredietunie voor sociaal ondernemerschap geld kunnen lenen.
De kredietunie wordt bij de rechtsvorm coöperatie nader toegelicht.
- Particulieren treden in toenemende mate op als impact investor. Het gaat
hierbij normaal gesproken om particulieren met een substantieel vermogen,
de zogenoemde ‘vermogende particulieren’ of ‘high-net-worth individuals’. Zij
kunnen vermogen onderbrengen in investerings- of beleggingsfondsen die
11
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
zich richten op combinaties van financieel en maatschappelijk rendement,
zoals bij Triodos Bank, maar zij kunnen ook als angel investors optreden
en, primair uitgaand van de sociale missie, direct investeren in de sociale
onderneming (PwC, 2014). Deze vermogende particulieren kunnen worden
bereikt via het informele circuit, georganiseerde netwerken, zogenoemde
family offices of (gespecialiseerde) banken, zoals ABN AMRO MeesPierson.
PYMWYMIC is een Nederlands netwerk van vermogende particulieren die
geïnteresseerd zijn in het investeren in maatschappelijke projecten.9 Door
de snelle opkomst van crowd financing is impact investing ook binnen het
bereik gekomen van mensen met een gewoon inkomen. Zij kunnen dus in
groepsverband ook optreden als (mede-)financier van sociale ondernemingen.
Dit relatief nieuwe financieringsmechanisme beschrijven wij verderop in dit
hoofdstuk in meer detail.
- De overheid kan optreden als impact investor door financieringsmogelijkheden en faciliteiten die ook op sociale doelstellingen zijn gericht beschikbaar
te stellen. Wij beschouwen het Dutch Good Growth Fund (DGGF, 2015) van
het ministerie van Buitenlandse Zaken in dit hoofdstuk als een interessante
poging om de traditionele ontwikkelingsgelden en subsidieloketten aan te
vullen met sociale-impactfinanciering. Via de DGGF-onderdelen ‘Investeren
Nederlands mkb’ en ‘Investeringsfondsen lokaal mkb’ wordt Nederlandse
(sociaal) ondernemers steun geboden bij het ondernemen in 68 doellanden.
Deze steun kan de vorm hebben van leningen, garanties, participaties met
terugbetaalverplichting en fund-in-fund investeringen en is beschikbaar als
de desbetreffende activiteiten ook bijdragen aan sociale ontwikkeling. Een
vrij recent Europees initiatief betreft de Social Impact Accelerator van de
European Investment Bank (EIB) en het European Investment Fund (EIF). Dit is
een publiek-privaat partnerschap dat investeringskapitaal beschikbaar stelt aan
investeringsfondsen die in Europese social enterprises investeren (EIF, 2015).
Overheden kunnen ook als impact investor optreden door deel te nemen in de
financiering van een Social Impact Bond. Dit nieuwe financieringsinstrument
beschrijven wij verderop in dit hoofdstuk in meer detail.
- Vermogensfondsen doen vanuit de traditie nog steeds voornamelijk
donaties aan individuen, projecten en organisaties, maar krijgen steeds meer
9
12
www.pymwymic.com
Stichting Maatschappij en Onderneming
belangstelling voor impact investing vanuit de behoefte hun stamkapitaal
meer maatschappelijk in te zetten en hun filantropische instrumentarium
te verbreden. Vermogensfondsen financieren hun filantropische activiteiten
vanuit de beleggingsopbrengsten van hun stamkapitaal. Wanneer zij dit
kapitaal meer maatschappelijk willen beleggen, is impact investing een
optie. Vermogensfondsen kunnen ook vanuit hun filantropische activiteiten
betrokken raken bij impact investing, bijvoorbeeld wanneer ze investeren in
ondernemingen die door de arme bevolking in ontwikkelingslanden worden
gestart. Deze twee invalshoeken zullen verschillende uitgangspunten kennen
voor het te realiseren financieel rendement, het maximaal aanvaardbare risico
en de gewenste maatschappelijke impact. De beleggende kant van het fonds
heeft immers de belangrijke taak het stamkapitaal in stand te houden, zodat
de filantropische activiteiten kunnen worden voortgezet, en de filantropische
kant heeft als belangrijkste taak het realiseren van maatschappelijke impact.
Een interessant aspect is dat succesvolle sociale impactfinanciering ertoe leidt
dat filantropische middelen meer dan één keer kunnen worden ingezet. Het
uitgeleende of geïnvesteerde kapitaal blijft dan in stand en kan zelfs groeien
(De Wilde & Meijs, 2014). In Nederland zijn Fonds1818, Start Foundation,
Anton Jurgens Fonds, Stichting DOEN, DOB Equity en Noaber Foundation
voorbeelden van vermogensfondsen van formaat die actief zijn op het gebied
van impact investing.
- Financiële instellingen kunnen op verschillende manieren optreden als
sociale-impactfinancier. Allereerst zijn er banken met een uitgesproken
duurzaam of sociaal profiel, zoals in Nederland de Triodos Bank, de
ASN Bank en de ontwikkelingsbank FMO. Bij deze banken zullen sociaal
ondernemers in principe eerder voor financiering in aanmerking komen dan
bij de traditionele banken. Een bijzondere partij is Qredits, een onafhankelijke
en private kredietverstrekker die is opgezet vanuit de gedachte om in
Nederland ‘microfinanciering’ en coaching te verstrekken aan startende
en doorstartende ondernemers (tegenwoordig tot 250.000 euro). Qredits
is een stichting met een ANBI-status en heeft geen winstoogmerk.10
Vanuit de traditionele (groot)banken en vermogensbeheerders worden
ook gespecialiseerde impactinvesteringsfondsen gestart. ABN AMRO
Bank heeft bijvoorbeeld in 2013 het Social Impact Fonds opgezet, dat
10
www.qredits.nl
13
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
een budget van 10 miljoen euro beschikbaar heeft voor investeringen in
sociaal ondernemers. Impactinvesteringsfondsen kunnen echter ook door
andere partijen worden gestart. In Nederland hebben we deze afgelopen
jaren een aantal initiatieven op dit gebied gezien. Zo biedt het aan Social
Enterprise NL gelieerde fonds Social Impact Ventures NL groeikapitaal voor
sociaal ondernemers.11 Een ander voorbeeld van een particulier initiatief is
het Belgisch-Nederlandse SI²Fund, dat zich richt op directe investeringen
in sociale ondernemingen, zowel in de start- als in de groeifase (SI²Fund,
2015). De ontwikkelingsorganisatie ICCO heeft het impactinvesteringsfonds
ICCO Investments opgezet. Dit fonds investeert in sociale ondernemingen
die bijdragen aan duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden
waar ICCO actief is (ICCO, 2015). De ontwikkelingsorganisatie Cordaid
investeert al geruime tijd in ondernemerschap in ontwikkelingslanden
en doet dat met een investeringskapitaal van 70 miljoen euro in ruim 100
microfinancieringsinstellingen en fondsen in 12 landen.
Traditionele commerciële financiering
Traditionele commerciële financieringsvormen laten wij in dit hoofdstuk verder
buiten beschouwing. Het gaat hierbij om financiering die particulieren, overheden
en financiële instellingen kunnen verstrekken in de vorm van kredieten,
risicokapitaal, garanties, leasing, enzovoort. Hoe meer een sociale onderneming
op een reguliere onderneming lijkt, hoe makkelijker deze in principe financiering
van traditionele financiers kan aantrekken. Echter, de economische crisis heeft
ertoe geleid dat banken hun criteria ten aanzien van het al dan niet nemen van
risico nog verder hebben aangescherpt. Aangezien het financieren van (startende)
sociale ondernemingen vaak gepaard gaat met extra hoge risico’s, blijkt het in de
praktijk lastig om via deze weg financiering aan te trekken.
11
14
www.socialimpactventures.nl/
Stichting Maatschappij en Onderneming
HET ERASMUS CENTRE FOR STRATEGIC PHILANTHROPY ALS VOORBEELD VAN SOCIAAL ONDERNEMERSCHAP
Het Erasmus Center for Strategic Philanthropy (ECSP) is een aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) gelieerd onafhankelijk kennis- en
leercentrum gericht op vermogensfondsen. Het centrum is in 2009
opgericht op initiatief van het vermogensfonds Adessium Foundation
en in nauwe samenwerking met twee faculteiten van de Erasmus
Universiteit, de Erasmus School of Economics (ESE) en de Rotterdam
School of Management (RSM).
ECSP heeft als missie om familiefondsen, bedrijfsfondsen en onafhankelijke
fondsen (en hun partners en andere belanghebbenden) te ondersteunen
en te stimuleren bij het realiseren van een maximale maatschappelijke
meerwaarde (‘impact’). Het centrum entameert daartoe de inbedding
van filantropie in wetenschappelijk onderzoek en opleidingen, en
biedt zelf praktijkgericht onderzoek, open opleidingsprogramma’s en
adviesdiensten-op-maat aan. Het centrum fungeert ook als platform voor
de ‘valorisatie’ van wetenschappelijke kennis en organiseert evenementen
waar wetenschappers en in de filantropie werkzame professionals elkaar
ontmoeten en met en van elkaar leren.
ECSP is in de oprichtingsfase 2009-2014 gefinancierd vanuit een
meerjarige donatie van één vermogensfonds en met bijdragen in
natura van de EUR. Sinds 2015 presenteert ECSP zich als social purpose
organization (sociale onderneming)*, met een financieringsmodel dat
bestaat uit vijf complementaire financieringsvormen:
- Institutionele ondersteuning (financiering om niet): significante
(meerjarige) financiële ondersteuning van institutionele financiers, zoals
vermogensfondsen of de overheid.
15
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
- Eigen verdiensten (autonome financiering): inkomsten uit open opleidingen, adviesdiensten, contractonderzoek en evenementen.
• Maatwerkadviesdiensten (zoals strategie- en organisatieadvies of
impactonderzoek) en standaardproducten (zoals grantee perception
surveys);
• Opleidingen, zoals ECSP Boot Camps, de leergang ‘Besturen
van Filantropische Fondsen’, de ECSP Summer Academy en het
familieprogramma ‘Vermogen tot Verandering’.
- In-natura-bijdragen (in-natura-financiering): bijdragen in de vorm
van onderzoekstijd of facilitaire en algemene ondersteuning van wetenschappelijke instellingen, filantropische organisaties of andere belanghebbenden (zie de huidige samenwerking met EUR).
- Projectfinanciering (financiering met tegenprestatie): meerjarige subsidies of vergoedingen voor specifieke projecten, zoals het uitvoeren van
een langlopend onderzoek of het ontwikkelen van een serie trainingen.
- Cirkel van vrienden (financiering met tegenprestatie): jaarlijks beschikbaar gestelde kleinere donaties die recht geven op een vast pakket aan
diensten, zoals deelname aan trainingen of een aantal adviesdagen op
afroep.
ECSP ziet daarnaast op langere termijn nog twee interessante
financieringsmogelijkheden: financiering van activiteiten vanuit de
opbrengsten van een gedoneerd stamkapitaal (ECSP wordt dan zelf
een vermogensfonds), of financiering op basis van leningen van ‘impact
investors’.
*Zie de definitie van de European Venture Philanthropy Organization.
16
Stichting Maatschappij en Onderneming
Wat zijn belangrijke nieuwe ontwikkelingen op het gebied van financiering?
De afgelopen jaren hebben zich enkele nieuwe ontwikkelingen voorgedaan
die de financiering van sociaal ondernemerschap en het vormen van
financieringspartnerschappen mogelijk zullen vergemakkelijken.
Crowdfunding
Bij crowdfunding wordt, normaal gesproken via een online-platform, geld voor
een project of onderneming opgehaald bij een groep donateurs of investeerders.
Het interessante van deze digitale vorm van matchmaking is dat partijen
met financieringsbehoeften zo kunnen worden gekoppeld aan verschillende
financieringsvormen én financieringsbronnen. Sociale ondernemingen kunnen
hun financieringsbehoefte breed bekend maken en particulieren, overheden,
vermogensfondsen, bedrijven en financiële instellingen kunnen in principe allemaal
optreden als financier. De financiering kan bestaan uit donaties, financiering met
tegenprestatie in natura of een investering met financiële tegenprestatie, zoals een
lening of verkoop van aandelen (Douw & Koren, 2014). Een ander belangrijk aspect
is dat de financiering plaatsvindt binnen een directe relatie, wat de betrokkenheid
van de financier versterkt. Volgens onderzoek van Douw en Koren (2014) is er in
2013 in Nederland 32 miljoen euro via crowdfunding opgehaald. Hiermee zijn
meer dan 1.250 projecten en ondernemingen gefinancierd. Er zijn drie varianten
van crowdfunding te onderscheiden (European Commission, 2014B):
- Crowd sponsoring: crowdfunding op basis van donaties voor een specifiek
project binnen een bepaalde tijdsperiode via internet en sociale media. Soms
staat er iets tegenover de donatie, zoals het bezoeken van een cultureel
project dat is gefinancierd (rewards-based) of het ontvangen van het product
dat tot stand is gekomen met de financiering (pre-sales).
- Crowd lending: hierbij wordt geld geleend aan organisaties of projecten,
met of zonder rente, dat op een bepaald punt weer wordt terugbetaald.
- Crowd investing: bij deze vorm staat er een bepaald financieel rendement
tegenover de verleende financiering. Een organisatie kan aandelen uitgeven,
maar kan de financier ook laten delen in de winst die ze op den duur maakt
met het gefinancierde project.
17
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
Volgens Meijs et al. (2015) worden de laatste twee vormen vooral gebruikt door
kleine ondernemers voor startfinanciering, de lancering van een nieuw product of
een eenmalige investering zoals een verbouwing. Deze vorm van crowdfunding
gaat mogelijk een grotere rol spelen in Nederland nu het Britse Funding Circle het
in Nederland actieve Zencap overneemt. Funding Circle heeft al meer dan 1 miljard
euro uitgeleend als zakelijk krediet (Het Financieele Dagblad, 2015). Voorbeelden
van op sociaal ondernemers gerichte platforms zijn de 1%Club, oneplanetcrowd,
share2start, KIVA en PIF World.12 Meer informatie is te vinden op de site van
Nederland Crowdfunding, de branchevereniging voor crowdfundingplatforms
voor bedrijfsfinanciering.13
Social Impact Bonds
Een Social Impact Bond (SIB) is een nieuwe manier van financieren met
tegenprestatie (results-based financing). Deze vorm lijkt vaker te gaan worden
gebruikt voor het financieren van projecten met een maatschappelijke doelstelling
en een verwachte maatschappelijke besparing. De overheid betaalt hierbij
een private leverancier achteraf wanneer deze bepaalde vooraf afgesproken
doelen behaalt. De leverancier moet bij deze financieringsvorm zijn initiële en
operationele kosten kunnen dekken om de dienst te kunnen leveren. Voor sociaal
ondernemers is dit lastig aangezien er vaak niet voldoende kapitaal vooraf voor
handen is. Via een Social Impact Bond wordt in deze financieringsbehoefte
voorzien doordat sociale-impactfinanciers het project financieren op voorwaarde
dat de overheid een rendement op de investering uitkeert wanneer het vooraf
gestelde doel is bereikt (Centre for Social Impact Bonds, 2015). Tot nu toe zijn er
drie Social Impact Bonds uitgegeven in Nederland; een voorbeeld is The Colour
Kitchen.14
Het terugtreden van de overheid bij het financieren van maatschappelijke
vraagstukken is wellicht één van de redenen waarom het sociaal ondernemerschap
toeneemt. Een Social Impact Bond is dan een financieringsconcept bij uitstek
waarbij sociaal ondernemers en sociale-impactfinanciers kunnen bijdragen aan het
oplossen van maatschappelijke problemen waar overheden voor staan. Ook in dit
geval is er sprake van een nieuwe manier om partijen met financieringsbehoeften
te koppelen aan publieke en private financieringsbronnen.
12
13
18
14
www.onepercentclub.com/nl/; www.oneplanetcrowd.com/nl; www.share2start.nl/; www.kiva.org/; www.pifworld.com
www. startcrowdfunding.nl/
www2.thecolourkitchen.com/nl
Stichting Maatschappij en Onderneming
Funding exchanges
Funding exchanges zijn digitale marktplaatsen waar sociale ondernemingen
kapitaal kunnen ophalen in de vorm van investeringen, op een manier die
vergelijkbaar is met reguliere aandelenbeurzen. Drie voorbeelden van dergelijke
exchanges zijn de op Europa gerichte Social Stock Exchange, de op de Verenigde
Staten gericht Social Impact Exchange en de op Azië en Afrika gerichte Impact
Exchange.15
Hoe verschillen de financieringsmogelijkheden voor de meest gebruikte
rechtsvormen?
Sociaal ondernemerschap kent geen aparte juridische entiteit en wordt
uitgeoefend binnen verschillende rechtsvormen, die elk hun eigen karakteristieken
met zich meebrengen. Zo zijn er rechtsvormen bedoeld voor organisaties met
een maatschappelijk doel (stichtingen en verenigingen) en rechtsvormen bedoeld
voor ondernemingen die gericht zijn op winst (besloten vennootschappen,
coöperaties, enzovoort). Voor sociaal ondernemers is het belangrijk vooraf goed
vast te stellen welke rechtsvorm het beste past bij de organisatie. Het bepaalt welke
uitstraling de sociale onderneming heeft op potentiële financiers en gedeeltelijk
ook welke vormen van financiering ze kan aantrekken. We bespreken hieronder
veel voorkomende vormen en hun specifieke kenmerken.
De stichting
Een stichting is een non-profitorganisatie die wordt opgericht om een sociaal of
ideëel doel te realiseren. Hiermee is voor de financier direct helder wat de intentie
van de organisatie is. Het maatschappelijk doel is verankerd in de statuten en het
kapitaal is beschermd door een winstuitkeringsverbod (SER, 2015). Anders dan bij
een besloten vennootschap (bv) kan in een stichting niet worden geïnvesteerd
omdat er geen sprake is van aandelenkapitaal. Winst mag niet worden uitgekeerd
en de organisatie kan niet worden verkocht. Een stichting kan een status
verkrijgen als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) wanneer deze aan een
aantal criteria voldoet. Zo dient een stichting zich bijvoorbeeld voor minstens
90 procent in te zetten voor het algemeen nut. De fiscale aftrekbaarheid van
donaties aan ANBI’s maakt de stichtingsvorm aantrekkelijk voor zowel particuliere
donateurs als fondsen.
15
www.socialstockexchange.com; www.impactexchange.asiaiix.com; www.socialimpactexchange.org
19
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
De besloten vennootschap (bv)
Een bv is “een organisatie van kapitaal en arbeid die winst probeert te maken
door deel te nemen aan het economisch verkeer” (Kamer van Koophandel,
2014). Dit faciliteert ondernemerschap maar kan minder aantrekkelijk zijn voor
bepaalde sociaal investeerders of donateurs omdat aan een bv niet kan worden
gedoneerd. Bij een bv is er sprake van kapitaal dat is verdeeld in aandelen, die
in het bezit zijn van de aandeelhouder(s). Bij kleine bv’s is de directeur vaak de
enige of veruit belangrijkste aandeelhouder. Aandeelhouders kunnen naar rato
van hun eigendom invloed uitoefenen op het beleid. Omdat de sociale missie
van een bv niet beschermd is, kan er risico ontstaan op mission drift, waarbij de
organisatie geleidelijk gaat afwijken van haar initiële maatschappelijke doelstelling
(Social Enterprise NL, 2014).
De combinatie van een stichting en een bv
Bepaalde subsidies en vormen van projectfinanciering zijn alleen beschikbaar
voor non-profitorganisaties en niet voor bv’s. Sommige financiers willen
daarentegen alleen ‘sociaal investeren’ door middel van leningen en participatie
in het aandelenkapitaal van een onderneming. Een sociaal ondernemer kan
hierop inspelen. Een stichting kan een bv oprichten en andersom, waardoor
een combinatie van beide rechtsvormen ontstaat. Een sociale onderneming kan
hiermee verschillende geldbronnen aanboren, van donaties tot risicodragend
kapitaal (SER, 2015). Ook kan de stichting aandeelhouder worden van de bv,
waarmee de winst in de stichting vloeit en via het aandeelhouderschap de
maatschappelijke doelstelling gewaarborgd blijft (Franssen & Scholten, 2007).
Een voorbeeld van een organisatie met gecombineerde rechtsvormen is ENVIU.
ENVIU start impactgedreven bedrijven die zich richten op het verbeteren van de
kwaliteit van leven van zo veel mogelijk mensen op een duurzame manier (ENVIU,
2015). De Stichting Enviu Nederland, tevens een ANBI, initieert en begeleidt startups en wordt gefinancierd door partnerschappen, subsidies, sponsoring en de
winst die wordt gemaakt door Enviu BV en Enviu Participation BV. Enviu Holding
BV omvat alle commerciële activiteiten, waaronder dienstverlening, corporate
venturing en start-ups waarin de organisatie een minderheidsaandeel heeft.
20
Stichting Maatschappij en Onderneming
De coöperatie
Een coöperatie is een speciale vereniging die overeenkomsten aangaat met haar
leden (Kamer van Koophandel, 2014). In een ondernemerscoöperatie werken
de leden zelfstandig (bijvoorbeeld zzp’ers) samen aan een gemeenschappelijk
doel. Uniek aan de coöperatie is dat leden meebetalen aan de oprichting en
instandhouding van de coöperatie en dat winst kan worden verdeeld op basis
van afspraken. Het biedt mogelijkheden voor kleine ondernemers om grotere
opdrachten aan te nemen doordat ze kunnen samenwerken of opdrachten
binnen de coöperatie kunnen doorschuiven. Net als bij stichtingen kan er ook
in coöperaties niet door externe partijen worden geïnvesteerd aangezien geen
sprake is van in aandelen verdeeld kapitaal. Sinds enkele jaren is het makkelijker
geworden om een zogenoemde ‘kredietunie’ op te richten. Dit is een nonprofitcoöperatie van MKB-ondernemers, waarbinnen sommige leden via een
gemeenschappelijke kas geldmiddelen ter beschikking stellen die andere leden
kunnen lenen. Zowel geldverstrekkers als kredietnemers zijn lid en mede-eigenaar
van de coöperatie en zij delen het rendement en het risico binnen de coöperatie.
Een eventueel positief saldo aan het eind van het jaar komt ten goede aan alle
leden.
Discussie rond de noodzaak van een aparte rechtsvorm voor sociale ondernemingen
Doordat sociale ondernemingen veelal niet perfect passen in de meest gebruikte
rechtsvormen, wordt er gepleit voor een aparte rechtsvorm voor sociale
ondernemingen. In een recent onderzoek geeft 79 procent van de respondenten
aan deze rechtspositie aan te nemen wanneer deze zou bestaan. (Social
Enterprise NL, 2015). Dit zou niet alleen een aparte juridische en wellicht fiscale
status opleveren, maar zou ook her- en erkenning betekenen voor de hybride
organisatievorm. In verschillende landen bestaan er aparte rechtsvormen voor
sociale ondernemingen. Zo is er in het Verenigd Koninkrijk de Community Interest
Company (CIC) en in België de Vennootschap met Sociaal Oogmerk. De SociaalEconomische Raad (2015) acht dit een uitermate complex vraagstuk en is er tot
nu toe niet van overtuigd dat een aparte rechtsvorm wenselijk is. Wel is deze raad
voorstander van onderzoek naar lichtere instrumenten, zoals private keurmerken,
certificering of een publiek label. Een label zou een titel zijn die op basis van een
juridische grondslag mag worden gevoerd als, in aanvulling op de rechtsvorm
21
Sociaal ondernemerschap: De beweging naar nieuwe
hybride modellen voor een andere toekomst
van de onderneming, aan een aantal eisen wordt voldaan (SER, 2015). Het vormt
hiermee een tussenvorm tussen een keurmerk en een aparte rechtsvorm voor
sociale ondernemingen.
Ter afsluiting
Toegang tot financiering vormt een belangrijk vraagstuk voor sociaal ondernemers.
Op korte termijn kan binnen de bestaande financieringsmogelijkheden winst worden
geboekt door meer duidelijkheid te creëren rond het financieringsvraagstuk. Ten
eerste dienen vragers én aanbieders van financiering zich beter te profileren, zodat
zij elkaar makkelijker kunnen vinden en zij zich goed in elkaars uitgangspunten
kunnen verdiepen. Ten tweede dienen alle partijen zich beter in de verschillende
beschikbare financieringsmogelijkheden te verdiepen. Vragers van financiering
kunnen dan meer creatieve hybride financieringsvoorstellen ontwikkelen en
traditionele en filantropische aanbieders van financiering kunnen dan makkelijker
tot samenwerking komen.
22
Download