Evolutie in kleur Dr. Martine Maan is evolutiebioloog. Voor haar promotieonderzoek bestudeerde ze de evolutie van cichliden uit het Victoriameer. Ze zocht een antwoord op de vraag hoe daar in één aaneengesloten meer, dus zonder duidelijke geografische barrières, nieuwe soorten zijn ontstaan. Ze vermoedde dat bij dit proces seksuele selectie een rol heeft gespeeld. In het onderstaande artikel lees je een samenvatting van haar onderzoeksresultaten. Rode en blauwe mannetjes Martine heeft samen met haar collega-wetenschappers twee nauwverwante cichlidensoorten onderzocht: Pundamilia pundamilia en Pundamilia nyererei. Hoewel ze naaste familie zijn, verschillen ze duidelijk van elkaar: P. pundamilia eet insectenlarven en leeft in ondiep water. P. nyererei eet plankton en leeft in dieper water. De mannetjes van P. pundamilia zijn bovendien grijsblauw, terwijl die van P. nyererei fel oranjerood gekleurd zijn. De vrouwtjes van beide soorten zijn veel minder opvallend van kleur en lijken sterk op elkaar. Gesplitste soorten Het wonderlijke is dat de twee soorten cichliden nauw aan elkaar verwant zijn, in hetzelfde gebied leven en toch blijkbaar ooit van elkaar gescheiden zijn geraakt. Is er sprake van een barrière die de oorspronkelijke populatie in tweeën heeft gesplitst? En wat voor barrière is dat dan? Even in het verleden kijken om te zien hoe het zit, is helaas niet mogelijk. Martine heeft daarom eerst onderzocht welke mechanismen beide soorten op dit moment gescheiden houden. Het opvallende kleurverschil van de mannetjes vormt wellicht een aanwijzing. Felle kleuren spelen in de dierenwereld vaak een belangrijke rol bij partnerkeus. Denk maar aan de rode buik van een stekelbaarsmannetje. In het laboratorium en in het Victoriameer heeft een collega van Martine, Prof. Dr. Ole Seehausen, gekeken naar de betekenis van de felle kleuren bij de mannetjesvissen. Het blijkt dat de vrouwtjes van beide soorten nogal kieskeurig zijn wat betreft de kleur van hun mannen. Ze geven daarbij duidelijk de voorkeur aan mannetjes van hun eigen soort. Kieskeurige dames Waarom zijn juist vrouwtjes zo kieskeurig? Bij de Victoriacichliden staan de vrouwtjes er bij de zorg van de jongen helemaal alleen voor. Ze bewaken hun eieren en jongen op een bijzondere manier: het zijn ‘muilbroeders’; ze broeden de eieren uit in hun bek. Ook als de jongen uit het ei gekropen zijn, vinden ze in hun moeders mond een veilige schuilplaats. Vrouwtjes-cichliden steken zo aanzienlijk meer energie in de voortplanting dan de mannetjes. De mannetjes dragen alleen bij in de vorm van erfelijk materiaal (zaad). Als je gezonde jongen wil, moet je dus een genetisch gezonde man uitzoeken. Hoe herkennen vrouwtjes een gezonde man? Martine keek samen met haar collega’s naar het gedrag van de vissen in het Victoriameer en in het laboratorium. Zo kwamen ze erachter dat met name de felst gekleurde mannetjes bij de dames de voorkeur verdienen. En wat bleek? De felst gekleurde mannetjes hadden veel minder last van parasieten dan hun doffer gekleurde soortgenoten. Blijkbaar is de felle kleur een teken van fitheid. En daar vallen vrouwen op. Een mooi voorbeeld van seksuele selectie. Gevoelige ogen Dat verklaart echter nog niet waar de soortgebonden kleurvoorkeur (voor blauw of rood) van de dames vandaan komt. Dat heeft Martine onderzocht met een optomotor. Met dit apparaat kan je bepalen voor welke kleuren het vissenoog gevoelig is. Zo kwam Martine er achter dat de ogen van P. nyererei gevoeliger zijn voor rood licht dan de ogen van P. pundamilia, die juist gevoeliger bleken voor blauw licht. Dat komt mooi overeen met de diepte waarop ze leven. P. nyererei leeft in dieper water dan P. pundamilia en in het diepe water van het Victoriameer dringt rood licht verder door dan blauw licht. De ogen van de vissen zijn dus aangepast aan de lichtomstandigheden in hun leefomgeving. Logisch, de vissen moeten immers hun vijanden en hun prooien kunnen zien (gevolg van natuurlijke selectie). Het zou dus kunnen dat P. nyerereimannetjes om die reden rood zijn. Rood valt in diep water meer op, zeker voor dames van wie de ogen zijn aangepast aan het licht aldaar. Optomotor Vis in een optomotor. De optomotor is een soort ronddraaiende lampenkap met strepen van een bepaalde kleur. Het apparaat wordt over een aquarium met de cichlide geplaatst en als het apparaat gaat ronddraaien, zwemt de vis met de gekleurde strepen mee. (Vissen doen dat van nature). Als de vis de strepen niet kan zien, stopt hij met zwemmen. Door de lichtomstandigheden en de kleuren te veranderen, kom je te weten voor welke kleuren de vissenogen gevoelig zijn. Vissen in troebel water Seksuele selectie lijkt dus beide cichliden uit elkaar te houden. Maar is het ook de oorzaak van de splitsing van deze twee soorten? Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de helderheid van het water een belangrijke rol speelt. In delen van het Victoriameer waar het water helder is, zoals op de plek waar Martine haar onderzoek heeft gedaan, zijn de beide Pundamilia’s twee genetisch verschillende soorten, met hun eigen leefwijze. Maar op plaatsen waar het water minder helder is, blijkt dat niet het geval. Hoe troebeler het water, des te kleiner de verschillen tussen de beide Pundamilia’s. In zeer troebel water is er zelfs geen sprake van verschillende soorten, maar zijn rode mannetjes een kleurvariant tussen de blauwe soortgenoten. Bovendien zijn de dames daar ook een stuk minder kieskeurig. Binnen populaties van P. pundamilia in het troebele water is de variatie in kleur, lichtgevoeligheid en voorkeur al wel aanwezig, maar er vindt geen sterke selectie plaats op deze eigenschappen. In deze moeilijke lichtomstandigheden blijven alle vissen in relatief ondiep water, en maakt het niet zoveel uit of ze gevoeliger zijn voor rood of blauw licht. In helder water zijn dieren met een bepaalde lichtgevoeligheid in het voordeel (natuurlijke selectie). Het vermoeden is nu dat in helder water een scheiding ontstaat tussen dieren met ogen die geschikt zijn voor het leven in diep en in ondiep water. Het verschil in lichtgevoeligheid hangt weer samen de kleurvoorkeur van de dames. En zo wordt seksuele selectie voor verschillende kleuren vooral in helder water belangrijk. Het zoeken blijft… De puzzel is nog niet helemaal compleet. Martine en haar collega’s zoeken ondertussen verder naar de laatste missende stukken. En aan onderzoeksmateriaal is geen gebrek: intussen zijn er al diverse voorbeelden gevonden van nauwverwante soorten cichliden die naast elkaar in het meer leven…