De ogen aan het werk 1 Kijken met twee ogen Onderzoeksvraag: Welk voordeel heeft het kijken met twee ogen? Benodigdheden: statief met een metalen draad in een klem potlood/pen Werkwijze: Zet het statief met de draad op een afstand van 60 cm voor je op tafel. Beweeg vanaf je borst, met beide ogen open, de potloodpunt naar 1 cm naast de draad. Zeg duidelijk wanneer de potloodpunt zich volgens jou naast de draad bevindt. De observator kijkt vanaf de zijkant! Voer de proef daarna nog eens uit met één oog gesloten. Herhaal de proef enkele malen. Zijn de afstanden steeds dezelfde? Conclusie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2 Blinde vlek Onderzoeksvraag: Kunnen alle delen van het gezichtsveld worden waargenomen? Werkwijze: Bedek het linkeroog met de linkerhand en houd de afbeelding ongeveer 50 cm van je af. Beweeg de afbeelding langzaam in de richting van het rechtoog en blijf scherp naar de zwarte + kijken. Gebeurt er iets met de afbeeldingen, dan stop je. Heb je de verandering goed bekeken, dan breng je de afbeelding nog dichter bij je oog, tot er weer iets verandert. Doe dit nogmaals, nu met de witte +. Conclusie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Biologie | Zintuigen VWO | Werkblad De ogen aan het werk 3 Dominant oog Onderzoeksvraag: Gebruik je, wanneer je een voorwerp aanwijst, de informatie uit beide ogen om de vinger te richten? Werkwijze: Wijs, met beide ogen open, een voorwerp inde verte aan. Houd de arm onbeweeglijk en sluit om de beurt het linker- en het rechteroog. Herhaal de proef enkele malen. Conclusie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4 Gezichtsveld en kleur Onderzoeksvraag: Herken je verschillende kleuren overal in het gezichtsveld even goed? Benodigdheden: perimeter ruitertjes in de kleuren rood, groen, geel en blauw ruitertjes in zwart en wit Werkwijze: Plaats de perimeter op ooghoogte van de proefpersoon in een statief. De proefpersoon sluit één oog en fixeert op het middelpunt van de boog, dit is het nulpunt. De onderzoeker schuift vanaf 90 ° een ruiter van een bepaalde kleur inde richting van 0°. De proefpersoon mag de kleur niet weten! Doe dit niet te langzaam, omdat concentreren voor de proefpersoon niet gemakkelijk is. Bij het zien van de kleur noemt de proefpersoon deze en de hoek wordt genoteerd. Doe dezelfde handelingen met ruitertjes van de andere kleuren. Om toeval en oogbewegingen zoveel mogelijk uit te sluiten, moet de proef voor elke kleur enige malen worden herhaald. Onderzoek het ander oog op dezelfde manier. Noteer de bevindingen in een overzichtelijk schema! Conclusie: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Biologie | Zintuigen VWO | Werkblad De ogen aan het werk