De pedagogische visie van Célestin Freinet Freinet was een Franse dorpsonderwijzer in Zuid-Frankrijk. Toen hij zelf op school zat, verveelde hij zich vooral erg. Het klassikale lesgeven beviel hem niet. Freinet behoort tot een van de reformpedagogen omdat hij het onderwijs meer kindgericht maakte. Je moet naar het kind kijken, stelde hij en naar de natuurlijke ontwikkeling van kinderen kijken. Het is niet de bedoeling dat kinderen saai in een lokaaltje zitten en alleen maar moeten luisteren naar wat de leraar opdreunt in de klas. Volgens Freinet moeten kinderen zich op school kunnen ontwikkelen tot verantwoordelijke en zelfbewuste wezens. Doordat kinderen met elkaar leren communiceren en zo problemen met elkaar kunnen oplossen, worden ze zelfstandig. Dit leren ze vooral door te doen (natuurlijk leren). Freinet trok erop uit, deed onderzoek en experimenteerde. Kindbeeld Het kind wordt bij Freinet erg serieus genomen. Er wordt uitgegaan van de interesses en de ervaringen van de kinderen. De kinderen worden zo meer betrokken en krijgen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Ook leren ze zo om zelfstandig te worden. Freinet ontdekte dat kinderen theoretische lessen niet boeiend vinden. Hun interesse kwam pas tot uiting door uit te gaan van hun interesses in de omgeving en door erop uit te trekken met elkaar. Kinderen leren van en met elkaar. Kinderen leren door zelf te handelen, te ontdekken, experimenteren en met elkaar hierover te praten. Het is hierom belangrijk dat een kinderopvang in de natuur is gevestigd, zodat kinderen op pad kunnen gaan om te ontdekken en ervaringen op te doen. Natuurlijk leren wordt dit leren door te doen ook wel genoemd. In het Freinetonderwijs kan het kind gemotiveerd aan het werk, omdat het zelf mee kan kiezen wat hij/zij doet. Bij een kinderopvang met de visie van Freinet, zouden de kinderen dus zelf hun activiteiten mogen kiezen. Op een activiteitenbord kunnen activiteiten opgeschreven worden, waaruit de kinderen mogen kiezen en zich daarvoor inschrijven. Als zij geen van deze activiteiten willen doen, dan kan dat ook. De kinderen hebben alle vrijheid om te doen wat zij willen. Sommige dingen moeten wel af zijn natuurlijk, als je kijkt naar het onderwijs en op de kinderopvang moeten ook bepaalde activiteiten gedaan worden, maar je mag zelf indelen wanneer je wat doet. Verder zijn cijfers niet nodig bij de visie van Freinet. Het is belangrijk dat gekeken wordt naar de vooruitgang van het kind en naar zijn vaardigheden. Het gaat niet alleen om meetbare resultaten. Een kind doet van nature zijn best om te slagen, stelt Freinet. Het is dus belangrijk hem te helpen dit te bereiken in plaats van het kind te straffen wanneer een opdracht niet lukt. Het kindbeeld dat hierbij hoort is een kind dat van nature al veel in zich heeft: nature. Rousseau hield dit idee ook aan. Je moet een kind hierbij zoveel mogelijk zijn eigen gang laten gaan, en zijn eigenheid laten bewaren. Het kind wordt ook vooral als individu gezien die leert door ervaring. Opvoedersbeeld Kenmerkend voor een Freinetschool is het respect dat er is voor de mening en eigenheid van kinderen, ouders en collega’s. Het is een school waar iedereen samen de verantwoordelijkheid draagt en serieus wordt genomen, ook de kinderen. Er is veel communicatie met elkaar en er wordt goed op elkaar afgestemd. De pedagogisch medewerkers treden op als begeleiders die de kinderen naar een oplossing leiden. Communicatie is hierbij belangrijk zodat de groep en de leidsters samen tot zinvolle manieren kunnen komen om te leren uit de ervaringen van de kinderen. Er wordt overlegd met de kinderen in plaats van gedicteerd. De kinderen mogen vertellen hoe ze zich voelen en dit opschrijven. Er is hierbij respect voor de mening en eigenheid van iedereen. De kinderen, leerkrachten en ouders worden op een gelijke manier behandeld. Natuurlijk is er een verschil in niveau maar dat betekent niet dat de leerkracht of de volwassenen in het algemeen beter zijn. Dit opvoedersbeeld staat dus centraal bij het Freinetonderwijs: iedereen is gelijk en de kinderen mogen hun inbreng ook doen. Iemand die volgens de ideeën van Freinet werkt, zal dus in het voorbeeld van de kinderopvang niet zelf een activiteit bedenken. Hij luistert naar de kinderen, kijkt waar ze mee bezig zijn en speelt daarop in. Hij laat hen zelf zoeken naar oplossingen voor problemen en laat hen daarover vertellen aan de andere kinderen. Eventueel stelt hij voor dat een andere kind kan helpen, of hij geeft een aanwijzing waar de oplossing gevonden kan worden. Opvoedingsdoelen Een belangrijk opvoedingsdoel van een Freinetschool is om elk kind te behandelen als individu en op eigen ontwikkelingsniveau. Elk kind is anders en heeft andere interesses en belevingen. Hiermee moet rekening gehouden worden en de kinderen moeten serieus genomen worden. Een ander opvoedingsdoel is motivatie. Wanneer men uitgaat van de eigen ervaringen en belevingen van het kind, zal het kind pas echt gemotiveerd zijn. Het kind vertelt dan wat zij heeft meegemaakt of wat hij/zij echt leuk vindt om te doen, en raakt hierdoor gemotiveerd. Door deze motivatie zal de verwerking van de informatie sneller gaan en het kind zich sneller ontwikkelen. Zelfontdekking is hierbij belangrijk. Door steeds uit te gaan van ervaringen en de interesses van de kinderen, leren ze zich zelf kennen en gaan ze echt nadenken over de vraag ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat vind ik leuk?’ Het is belangrijk dat het kind hierbij blijft ingaan op nieuwe vragen, problemen en situaties zodat het gemotiveerd blijft om experimenterend dingen uit te proberen. Het is een vorm van actief leren omdat de kinderen zelf op zoek gaan naar oplossingen en passende middelen om tot deze oplossingen te komen. Vooral de natuur speelt hierbij een grote rol. Opvoedingsmiddel Het belangrijkste opvoedingsmiddel van Freinet is een stimulerende en explorerende omgeving creëren waar het kind kan aansluiten op zijn of haar eigen belevingsen ervaringswereld. Er wordt goed geluisterd naar wat de kinderen willen en naar de interesses van hun. Hier sluiten wij op aan en passen wij onze activiteiten op aan. Het gebruik van de natuur is hierbij een stimulerende noodzaak. De kinderopvang moet dus gelegen zijn in de buurt van een open natuur, waar bijvoorbeeld een bos of een rivier is zodat de kinderen kunnen spelen en ontdekken. Ook is een tuin belangrijk waar spel gedaan kan worden of hutten gebouwd kunnen worden. Een ander belangrijk middel om de doelen motivatie, zelfontdekking en de manieren waarop je kinderen moet behandelen te bereiken, is om een democratische gemeenschap te vormen met elkaar. Dit gebeurt mede doordat begeleiders en kinderen gelijkwaardig en dus gelijk zijn. Je kunt van elkaar leren en iedereen is superieur in iets. Je kunt van elkaar leren en praten is hierom belangrijk. Verder zijn er een aantal technieken die vaak gebruikt worden in een Freinetschool. Een van de technieken zijn kringgesprekken. Een schooldag in de Freinetschool gaat van start met een kringgesprek. Elk kind kan vertellen wat hem bezighoudt. Ze kunnen vrij uiten wat hun belevingen en ervaringen zijn en hebben de mogelijkheid om op elkaars verhalen in te gaan. Deze onderwerpen kunnen bepalend zijn voor de inhoud van de dag. Hier kunnen ideeën opkomen om een project op te starten of een activiteit. Een andere techniek is de dag- en weekplanning. Een groep vraagt goede organisatie en planning. In de moderne groepen van Freinet mogen de kinderen mee beslissen. Het kind krijgt de vrijheid om zijn activiteiten zelf te plannen en zelf te beslissen wanneer ze afgewerkt moeten zijn. Het tempo van de kinderen wordt hierin gerespecteerd. Hier komt het opvoedingsdoel ook weer in terug, want elk kind moet op eigen ontwikkelingsniveau worden behandeld en het ene kind is sneller als het andere. Het tempo van de kinderen wordt gerespecteerd. De dag- en weekplanning zorgt voor duidelijkheid en structuur, wat voor de kinderen ook weer veiligheid brengt. De vrije tekst is een andere techniek van Freinet. De kinderen krijgen de vrijheid hun ideeën, belevenissen, interesses, ervaringen en gevoelens te uiten op verschillende manieren door bijvoorbeeld opstellen te schrijven, te schilderen, gedichten te maken en meer. Ze mogen tijd, plaats en hoeveelheid hierin zelf bepalen. De kinderen worden dankzij deze technieken meer betrokken en dragen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Ze mogen zelf kiezen wat ze willen doen. Er wordt niet gewerkt met vaste methodes maar men gebruikt methodes en werkvormen naar de interesses van de groep. Er wordt ook veel didactisch materiaal voorzien in de klas zodat de kinderen de mogelijkheid hebben om hier zelfstandig mee aan de slag te gaan. Zo zal er in de meeste Freinetklassen minstens één computer met internetaansluiting aanwezig zijn. In de klassen is er ook plaats voor materiaal van de kinderen. Projecten die de kinderen hebben uitgevoerd of de klassenkrant krijgen een plaats in de klas zodat het werk van de kinderen zichtbaar is. Ook mogen de kinderen altijd spullen van thuis ophangen of meenemen, zodat ze zich vertrouwd voelen met thuis.