parathormoon in chronisch nierlijden minder snijden, meer

advertisement
parathormoon
in
chronisch nierlijden
minder snijden & meer bijten
KDOQI - Chronic Kidney Disease
2003 Bone metabolism and Disease
- botziekte
2007 Mineral and Bone Disorder
- afwijkingen in het calcium, fosfaat en vitamine D metabolisme
- veranderingen in het botstelsel
- verkalkingen van bloedvaten en andere weefsels
onbehandeld chronisch nierlijden
21.6
1,25 (OH)2 vitamine D
1.50
1.25
mmol/L
16.2
10.8
5.4
PTH
0
1.00
0.75
0.50
fosfaat
10
0
90 +
–
80 99
–8
70 9
–
60 79
–6
50 9
–
40 59
–4
30 9
–
20 39
–2
10 9
–1
9
0
10
0
90 +
–
80 99
–
70 89
–
60 79
–
50 69
–
40 59
–
30 49
–
20 39
–
10 29
–1
9
pmol/L
geioniseerd calcium
Creatinine clearance
(mL/min)
Creatinine clearance
(mL/min)
onbehandeld nierlijden
↓ 1,25 (OH)2 vitamine D
Bijschildklieren
Parathyreoiden
↓ calciemie
↑ hyperfosfatemie
Bijschildklierhormoon
Parathormoon
parathormoon [1-84]
-
kort half-leven – 2 à 4 minuten
effecten thv doelcellen via een PTH-receptor
moeilijke bepaling –
- diverse metabolieten (7-84, 37-84, 53-84, 1-34)
via lever en nieren
- diverse (+) en/of (-) effecten
-
- verschillende tests
-
“2de generatie immunometrische PTH test”
intact [1-84 + 7-84]: 10 – 65 ng/L of 1.1 – 7.15 pmol/L
-
“3de generatie immunometrische PTH test”
whole [1-84] : 8 – 34 ng/L
onbehandeld nierlijden
laag
1,25 (OH)2 vitamine D
laag
calcium
hoog
fosfaat
CaSR
VDR
+
PTH Synthese
+
+
↑ PTH
PTH Secretie
onbehandeld nierlijden
VDR Monoclonaal:
CaSR
Volume
Bijschildklier
VDR Polyclonaal:
CaSR
Normal
Secretory
cells
Diffuse
hyperplasia
Early
nodularity
Nodular
Single nodule
Hypertrofie - Hyperplasie - Nodules
Adapted from Rodriguez M et al. Am J Physiol Renal Physiol. 2005;288:F253–F265
CaR, calcium-sensing receptor
VDR, vitamin D receptor
Primair Doel -- parathormoon [1-84]
laag calcium -> normaal calcium
Nier
+ calcium opname
+ fosfaat verlies (Na/Pi IIa)
+ 1,25 VitD3 productie
Æ thv de darm : + calcium & fosfaat opname
Bot
+ calcium loslating
+ fosfaat loslating
onbehandeld nierlijden
Nier
+ calcium opname
+ fosfaat verlies (Na/Pi IIa)
+ 1,25 VitD3 productie
Æ thv de darm : + calcium & fosfaat opname
Bot
+ calcium loslating Osteitis Fibrosa Cystica
+ fosfaat loslating High Turnover Bone Disorder
de botziekte
van de “nierzieke” patiënt
botziekte bij “nierzieke” patiënt
Onbehandeld
Osteitis Fibrosa Cystica
Heden ten dage
Osteitis Fibrosa Cystica
Milde Osteitis Fibrosa Cystica
Gemengde uremische osteodystrofie
Adynamische Botziekte
Osteomalacie
botziekte bij “nierzieke” patiënt
Diagnose
botbiopsie
(heupkam)
- dubbele markering door inname
van een “tetracycline”
- bothistomorfometrie
Surrogaat Testen
parathormoon
calcium & fosfaat
Alkalische Fosfatase
bot-specifieke AF ( ostease )
osteocalcine
TRAP 5b
botdensitometrie
( corticaal & trabeculair bot )
DEXA (voorarm)
Kwantitatieve CT
pg/ml
1050+
High Turnover Bot
- Osteitis fibrosa cystica
900
750
600
- Gemengde uremische osteodystrofie
450
- Milde hyperparathyreose
300
PTH
150
normaalwaarde
0
Normal Turnover Bot – dialyse patiënt
Low Turnover Bot
- Osteomalacie
- Adynamisch botlijden
Parathormoon Target
pre-dialyse patiënt
GFR
(ml/min/1.73m2)
stadium
intact PTH
60 – 90
2
30 – 59
3
35 – 70 pg/ml
1x / jaar
15 – 30
4
70 – 110 pg/ml
4x / jaar
<15
5
150 – 300 pg/ml
4x / jaar
Parathormoon Controle : hoe ?
Parathormoon Controle : hoe ?
►
Chirurgie :
ƒ parathyreoidectomie [1958]
ƒ ethanol injectie ( percutaan )
►
Medicamenteus :
ƒ (fosfor controle via dieet, fosfaatbinder & dialyse) [1960]
aluminium
ƒ vitamine D inname ? [ 2003 ]
ƒ VDR agonisten / actief vitamine D – via VDR [1980]
ƒ CaSR activator / cinacalcet – via CaSR [2004]
1050+
900
750
600
450
300
150
0
Vitamine D inname
ƒ mechanisme : vermijden van tekort vitamine D
en aldus – secundair – van tekort aan actief
1,25 OH2-vitamine D3 door voldoende aanbod
ƒ zeker in het pre-dialyse stadium, en wellicht
ook nuttig in het dialyse stadium
Vitamine D
ƒ
streefcijfer : 30 – 40 ng/ml 25-OH-vitamine D3
ƒ meest zinvol in het pre-dialyse stadium
[ via nier 1-α-hydroxylase ]
ƒ wellicht ook zinvol in het dialyse stadium
[ via 1-α-hydroxylase in andere organen ? ]
ƒ
Schema – Vitamine D3 = cholecalciferol = D-Cure
ƒ < 5 ng/ml : 50.000 IU / week x 12 weken, nadien 50.000 IU / maand, PO
ƒ 5 - 15 ng/ml : 50.000 IU / week x 4 weken, nadien 50.000 IU / maand, PO
ƒ 16 – 30 ng/ml : 50.000 IU / maand, PO
Vitamine D
ƒ
Bijkomend nut :
ƒ Vitamine D gebrek werd geassocieerd met het optreden
van diverse kankers ( prostaat, dikdarm ), van autoimmuunziekten, diabetes mellitus type 1, hypertensie,
en een hogere kans op breuken en valpartijen.
Door de inname van vitamine D werd een zogenaamd
een “survival benefit” bekomen.
ƒ Geen nevenwerkingen !
1050+
Vitamine D receptoren Agonisten
“actief vitamine D”
900
ƒ mechanisme : onderdrukken van PTH
synthese via het activeren van de VDR in
de bijschildkliercellen
750
600
ƒ zowel in het pre-dialyse als het dialyse
stadium
450
300
PTH
150
0
Vitamine D Receptor Agonisten
“actief vitamine D”
ƒ België – attest ! :
ƒ Alfacalcidol – 1α-hydroxyvitamine D3 + omzetting in lever ! :
ƒ 1-α-Leo® : 0.25 µg & 1 µg capsules, 1 µg ampullen, 2 µg/ml
druppels
ƒ Dosis :
PO
0.5 à 1 µg/dag -> 0.5 à 2 µg/dag
IV
1 µg / dialyse -> 6 µg / dialyse
ƒ Calcitriol –1,25-dihydroxyvitamine D3 :
ƒ Rocaltrol®, 0.25 µg & 0.50 µg capsules
ƒ Dosis :
ƒ
Buiten België :
PO
0.25 µg/dag -> 0.5 à 1 µg/dag
Zemplar® ( paricalcitol )
Hectorol® (doxercalciferol )
Vitamine D Receptor Agonisten
“actief vitamine D”
ƒ Efficiëntie :
ƒ Bewezen : 35% daling PTH te verwachten
ƒ hogere dosis bij ernstige hyperparathyreose
tragere respons omwille van minder VDR receptoren
100
ƒ Survival benefit !!
90
80
ƒ Discussie :
ƒ Intraveneus ?
ƒ Peroraal (dagelijks vs “puls”) ?
% overleving
70
60
50
40
Vitamine D inname
30
Geen Vitamine inname
20
10
0
0
0,5
1
1,5
maanden na start vitamine D
2
2,5
Vitamine D Receptor Agonisten
“actief vitamine D”
ƒ Bijwerkingen :
ƒ Hypercalciëmie
ƒ Stop inname VDRA als calcium > 11.5 mg/dl
ƒ Hyperfosfatemie
ƒ Stop inname VDRA als fosfaat > 6.5 mg/dl
ƒ Hoog Ca*P product
ƒ Stop inname VDRA als Ca*P product > 60
ƒ PTH oversuppressie
ƒ Reductie & Stop inname VDRA als PTH < 150 ng/L
1050+
Parathyreoidectomie
900
ƒ mechanisme : wegname van de
bijschildklier
750
ƒ zowel in het pre-dialyse als het dialyse
stadium
600
ƒ noodzaak is sterk gedaald over de laatste 1015 jaren
450
300
PTH
150
0
Parathyreoidectomie
ƒ
Indicaties – anno 2008 : patiënt selectie !!
ƒ Hyperparathyreose met niet-controleerbaar PTH, onder
diverse behandelingen (inefficient, intolerantie)
► iPTH
> 800 pg/ml
► Bijschildklier > 0.5 g, of > 0.5 cm3 of > 1.0 cm diameter
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Refractaire hypercalciemie > 11 mg/dl
Refractaire hyperfosfatmie > 6.0 mg/dl
Calcifylaxie
Symptomatologie: botpijn, extra-skeletale calcificatie,
jeuk, peesruptuur
Parathyreoidectomie
ƒ
Diverse modaliteiten :
ƒ Totale parathyreoidectomie met autotransplantatie
ƒ Subtotale parathyreoidectomie 3 ¾ + behoud ¼
ƒ
ƒ
ƒ
Totale parathyreoidectomie ( +/- cryo-preservatie )
Peroperatoire lokalisatie : Methyleenblauw
Patiënt moet nog voldoende bijschildklierweefsel behouden na chirurgie.
ƒ Grootte van het restant in functie van verder plan :
- transplantatie ( groter stukje )
- nog lang aan dialyse ( kleiner stukje )
ƒ Restant van de meest normaal ogende bijschildklier !!
ƒ
Vaak gelijktijdig ook een totale transcervicale thymectomie
( vaak ook een lokalisatie van een bijschildklier in de thymus )
Parathyreoidectomie
ƒ Efficiëntie :
ƒ zeer succesvol in goed geselecteerde patiënten
► morbiditeit
& mortaliteit, < 1 à 2%
► pre-operatieve
lokalisatie niet noodzakelijk
► eventuele snelle PTH test tijdens operatie
ƒ
Let op - post-operatief : “hungry bone syndroom”
– langdurige episode van hypocalciemie én hypofosfatemie -> influx
naar beenderstelsel
– intensief medicamenteus management : calcium infuus, calcium
peroraal, stop fosfaatbinder, stop eiwit-beperking, extra vitamine D
(zowel naief als actief).
Parathyreoidectomie
ƒ Bijwerkingen :
ƒ “Hungry Bone Syndroom” : hypo-calciëmie/fosfatemie
ƒ Te veel wegname – te laag PTH : ??
ƒ Te weinig wegname – te hoog PTH
ƒ Recidief hyperparathyreose, na verloop van tijd.
Her-operatie te overwegen ?
ƒ Bij voorkeur wel een onderzoek ter lokalisatie van de
bijschildklier ( dmv bijschildklier/schildklier substractie scan )
ƒ
ƒ Chirurgische complicaties : stembandparalyse, etc.
1050+
Calcium-sensing receptor agonisten
900
ƒ mechanisme : onderdrukken van PTH
synthese via CaSR in de bijschildkliercellen
750
ƒ zeker in het dialyse stadium
ƒ wellicht ook zinvol in het pre-dialyse stadium
en na een niertransplantatie
600
450
300
PTH
150
0
Cinacalcet
bindt zich op de CaSR
Cinacalcet binds to
the CaSR
Activation of second messengers
Decreased PTH secretion
Serum PTH (% of maximum)
100
Normal
sHPT
80
60
40
20
0
0.5
1.0
1.5
2.0
Extracellular calcium (mM)
chemische parathyreoidectomie
Calcium-sensing Receptor Activator
ƒ België – attest ! :
ƒ Cinacalcet :
ƒ Mimpara® : 30 mg, 60 mg, 90 mg tabletten
ƒ Dosis :
ƒ Start dosis – 30 mg / dag
ƒ Opdrijven in functie van respons en bijwerkingen, tot max
180 mg / dag
Belgische Terugbetaling Criteria
Categorie B
Behandeling van SHPT bij dialysepatiënten
9 Patiënten moeten minstens 6 maanden behandeld zijn met optimale
therapie Vit D derivaat en/of fosfaatbinder
9
9
Na deze 6 maanden:
iPTH tussen 300 - 800 pg/ml én CaxP > 60 mg2/dl2
of
• iPTH ≥ 800 pg/ml
•
9
Nefroloog/Internist zendt verslag naar adviserend geneesheer
→ machtiging tot terugbetaling: 4 maanden geldig
dosis titratie
9
Na bevestiging van ‘response’: Hernieuwbaar voor 12 maanden
iPTH tussen 150 - 300 pg/ml
of
ƒ Daling iPTH met minstens 30% versus uitgangswaarde
ƒ
Behandeling algoritme gevalideerd in OPTIMA studie
Initiate Cinacalcet
Adapted from Messa P, Motellon JL, on behalf of the OPTIMA study team. Poster presented at the American
Society of Nephrology Renal Week 2005; Nov 8-13, 2005; Philadelphia, PA. Poster F-PO758
Calcium-sensing Receptor Activator
ƒ Efficiëntie :
ƒ PTH suppressie : 50% daling PTH te verwachten
ƒ hogere dosis bij ernstige hyperparathyreose
tragere respons omwille van minder CaSR receptoren
ƒ behoud van effect bij langdurige inname
ƒ Fosfaat reductie – “mogelijks passagère”
ƒ Klinische winst :
ƒ Minder breuken
ƒ Minder hospitalisatie omwille van cardiovasculaire problemen
ƒ Minder wegname van bijschildklier
Calcium-sensing Receptor Activator
ƒ Bijwerkingen :
ƒ 30% : nauseus +/- braken, vooral bij de start van de
behandeling
ƒ Inname Mimpara bij het avondeten
ƒ 50% : hypocalciemie (“corrected” calcium < 8.4 mg/dl )
ƒ Reductie & Stop inname CaSRA
ƒ als ‘corrected’ calcium < 7.5 mg/dl
ƒ als symptomatische hypocalciemie
ƒ “hungry bone syndrome”
Parathormoon Controle
samenvatting
Vergelijking Effecten en Neveneffecten
Therapie
Calcium-houdende
P binders
P binders
zonder Calcium
Vit D R agonist
Parathyroidectomie
CaSRA - Mimpara
Calcium – Fosfaat - PTH
Fosfaat
fosfaat binders
3.5 – 5.5
Fosrenol
Renagel
CaCO3
>6.5 :
1-α-Leo
PTH
Fosrenol Renagel
150 - 300
1-α-Leo
Mimpara
>800:
PTX ?
Calcium
Hoog Calcium
dialysaat
8.4 – 9.5
Fosrenol - Renagel
CaCO3 - 1-α-Leo
Ca*P
25-OH-vit D
< 55
D-Cure
30 - 40
1-α-Leo - CaCO3
1-α-Leo - CaCO3
Download