§§ Beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde NVOMG 213 Nederlandse Vereniging van artsen voor OrthoManuele Geneeskunde (NVOMG) Definitieve versie (dec 2008) 1 Inhoudsopgave pagina 1. 2. 3. 4. 5. 6. Startnotitie beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde Aard patiënten / groepen Aandoeningen Tools Keten / netwerk, positie Competenties 6.1 medisch handelen 6.2 communicatie 6.3 samenwerking 6.4 kennis en wetenschap 6.5 geneeskundig maatschappelijk handelen 6.6 organisatie 6.7 professionaliteit Definitieve versie (dec 2008) 3 4 4 4 4 5 5 6 6 7 7 8 2 1. Startnotitie beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde Taak Subcommissie Beroepsprofiel Het opstellen van een door de leden van de NVOMG gedragen Beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde. Het profiel van het vakgebied dient te worden beschreven in samenhang met de competenties van de arts OrthoManuele Geneeskunde. Samenstelling Subcommissie Beroepsprofiel De Subcommissie is als volgt samengesteld: Han Koert Veerman (voorzitter Subcommissie, bestuurslid NVOMG), Nelly Voogt (secretaris), Chris van der Togt (adviseur), Leo Savelkouls, Anton Burghard. Positie en verantwoordelijkheid De Subcommissie is een tijdelijke commissie samengesteld uitsluitend voor de totstandkoming van een document Beroepsprofiel. De Subcommissie is verantwoording schuldig aan het bestuur van de NVOMG. Tijdpad De eerste vergadering van de Subcommissie vond plaats in maart 2008. De Subcommissie is 4 keer bijeengekomen. Het beroepsprofiel is tijdens de ALV op 25 november 2008 aangenomen. Doel van een beroepsprofiel Een beroepsprofiel kan op verschillende wijzen worden vastgesteld. Hier wordt gekozen voor de lijn dat het beroepsprofiel beschreven wordt strikt gericht op de functie die het beroepsprofiel gaat vervullen. Daarmee wordt voorkomen dat er een oneindige discussie ontstaat over wat wel/niet in meer/mindere mate gedetailleerd dient te worden overeengekomen. Het lijkt een illusie om een zo breed beroepsprofiel te formuleren dat het altijd voor allerlei situaties inzetbaar is; een beroepsprofiel is dan nooit compleet. De volgende functies van het beroepsprofiel worden in eerste instantie genoemd: 1. Uitgangspunt voor het Opleidingsplan (tbv doel 1 Strategisch Plan) 2. Basis voor communicatie activiteiten (tbv doel 3 Strategisch Plan) 3. Nadere definiëring van het wetenschapdomein (tbv doel 2 Strategisch Plan) Met name met het oog op de functie van het beroepsprofiel voor de opleiding, wordt voorgesteld om de CanMeds beschrijving volgens de 7 competentiegebieden te volgen. Het betreft: medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit. Waar lijken uitspraken en opvattingen over te moeten worden vastgelegd? Vraag 1. Voor wie doe je dit? 2. Welk probleem los je op / behandel je? 3. Wat zijn je tools? 4. In welke organisatievorm? 5. Met wie werk ik wel / niet samen? 6. Wat moet je hiervoor kunnen / weten? Blokken Beroepsprofiel Aard patiënten / groepen Aandoeningen Tools arts Werkplekken Keten / netwerk, positie Competenties arts (7 competentiegebieden) Basisdocumenten NVOMG, Strategisch Plan, concept, Bilthoven, november 2007 NVAMG (Jorritsma, Brouwer, Molenaar en Jansen), Beroepsprofiel en Eindtermen (Ortho)manuele Geneeskunde, 2002 Centraal College Medisch OrthoManueel Geneeskundigen, notitie Algemene Competenties van de Medisch OrthoManueel Geneeskundige, bijlage bij brief december 2003 aan VSG Hogezand MB, Inleiding in de OrthoManuele geneeskunde, juni 2005 VSG, Het beroepsprofiel van de sportarts, Bilthoven, 2004 NVAB, Beroepsprofiel van de bedrijfsarts, eindversie 1 oktober 2004 Definitieve versie (dec 2008) 3 2. Aard patiënten / groepen De arts OrthoManuele Geneeskunde behandelt patiënten 1. met klachten van het bewegingsapparaat of aan het bewegingsapparaat gerelateerde klachten; 2. die op eigen initiatief komen of op verwijzing van een huisarts, medisch specialist of paramedicus (zoals fysiotherapeut, verloskundige). 3. Aandoeningen De arts OrthoManuele Geneeskunde behandelt 1. klachten (pijn en/of functiestoornissen) van het houding- en bewegingsapparaat. 2. klachten gerelateerd aan het bewegingsapparaat. 4. Tools De arts OrthoManuele Geneeskunde 1. stelt een medische diagnose volgens erkende, reguliere standaarden** waarbij segmentaal stand-, bewegings- en ketenonderzoek geïntegreerd zijn; 2. gebruikt vooral fysisch diagnostisch onderzoek; 3. kan bij de diagnostiek aanvullend diagnostisch onderzoek (laten) uitvoeren zoals röntgenfoto’s, echo, CT-scan, MRI-scan en laboratoriumonderzoek; 4. behandelt de klachten van het bewegingsapparaat door een combinatie van niet-operatieve behandelmethoden in te zetten. Dit zijn mobilisatie en manipulatie technieken en andere behandelvormen, zoals het voorschrijven van medicatie, het toepassen van verschillende injectietechnieken, weke delen technieken en het voorschrijven van een oefentherapie. 5. Keten / netwerk, positie 1. De arts OrthoManuele Geneeskunde is één van de specialisten in de zorgketen bij klachten van het bewegingsapparaat. 2. De arts OrthoManuele Geneeskunde zorgt voor een verdieping in de diagnostiek en de behandeling van functiestoornissen van het houding- en bewegingsapparaat doordat hij/zij zowel de competenties heeft van een arts als ook geschoold is in manuele diagnostiek en behandeling. 3. De arts OrthoManuele Geneeskunde zorgt door de integratie van diverse diagnostische- en behandelmethoden voor een optimale effectiviteit. 4. De arts OrthoManuele Geneeskunde is door kennis van specifieke diagnostische methoden en brede kennis van verschillende behandelmogelijkheden in staat te adviseren over een optimale behandelmethode. Hij/zij kan dan ook zonodig gericht verwijzen naar diegene die de behandeling optimaal kan verrichten. ** Bij het gebruik van het beroepsprofiel in het kader van communicatie is het te overwegen om de volgende zin toe te voegen: zoals gebruikelijk in onder andere de huisartsengeneeskunde, neurologie, orthopedie en sociale geneeskunde. Definitieve versie (dec 2008) 4 6. Competenties De Nederlandse opleidingen tot medisch specialist zijn gericht op het Canadese systeem van beoordeling en toetsing: de Canadian Medical Education Directions for Specialist, afgekort CanMeds. In het CanMeds model wordt het beroepsprofiel van de medisch specialist gedefinieerd aan de hand van competenties die gegroepeerd zijn in een zevental competentiegebieden: 1. medisch handelen 2. communicatie 3. samenwerking 4. kennis en wetenschap 5. maatschappelijk handelen 6. organisatie 7. professionaliteit In dit beroepsprofiel worden deze competenties gebruikt. 6.1. Medisch handelen De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.1.1. bezit adequate kennis en vaardigheden van de OrthoManuele Geneeskunde op het gebied van mobilisatie en manipulatietechnieken, het voorschrijven van medicatie, het toepassen van verschillende injectietechnieken, weke delen technieken en het voorschrijven van een eenvoudige oefentherapie. 6.1.2. past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van de OrthoManuele Geneeskunde goed toe. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.1.2.1. hanteert diagnostische methoden waarbij segmentaal stand-, bewegings- en ketenonderzoek geïntegreerd zijn, waaronder actief en passief bewegingsonderzoek van de wervelkolom, het bekken en de perifere gewrichten; segmentaal onderzoek van de wervelkolom; onderzoek naar standafwijkingen van het bekken, de wervelkolom en de extremiteiten inclusief alle perifere gewrichten; onderzoek op jointplay van gewrichten; beoordeling van de spieren (lengte, kracht, tonus, coördinatie); neurologisch onderzoek waaronder provocatietesten; beoordeling van segmentale reacties. 6.1.2.2. kan bij de diagnostiek aanvullend diagnostisch onderzoek (laten) uitvoeren zoals röntgenfoto’s, echo, CT-scan en MRI-scan. 6.1.2.3. behandelt door een combinatie van mobilisatie en manipulatie technieken stand- en bewegingsafwijkingen, het voorschrijven van medicatie, het toepassen van verschillende injectietechnieken, weke delen technieken (zoals rekkingen en fricties) en het voorschrijven van eenvoudige oefentherapie. 6.1.3. levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.1.3.1. adviseert over de ergonomische uitvoering van belastende activiteiten, zowel in de privé-, sport- als werksituatie; 6.1.3.2. adviseert ten aanzien van hulpmiddelen en door de patiënt uit te voeren oefeningen; 6.1.3.3. adviseert ten aanzien van paramedische behandeling; 6.1.3.4. verwijst (terug) naar huisarts / specialist. 6.1.4. vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe voor zowel patiëntenzorg als onderwijs. 6.2. Communicatie De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.2.1. bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op. 6.2.1.1. De arts OrthoManuele Geneeskunde bespreekt met de patiënt het opgestelde therapieplan en legt dit uit, waarna al of niet door de patiënt wordt ingestemd met het voorgelegde therapieplan. Van belang is dat patiënt door voldoende uitleg wordt gemotiveerd ten aanzien van de eigen bijdrage in de behandeling, bijvoorbeeld veranderen van houding en Definitieve versie (dec 2008) 5 leefwijze, uitvoeren van oefeningen, bewegingsactiviteiten, rustpauzes en luisteren naar lichaamssignalen. 6.2.2. luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie. 6.2.3. kan medische informatie goed met patiënten en eventueel direct betrokkenen bespreken. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.2.3.1. stelt aan zijn patiënten een algemene folder over het vak en zijn praktijk ter beschikking; 6.2.3.2. ondersteunt de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. Het ondersteunen van de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt gebeurt alleen als daarvoor bij de patiënt voldoende ziekte-inzicht aanwezig is. Hiertoe wordt de patiënt door voldoende uitleg gemotiveerd; 6.2.3.3. is in staat de patiënt aan het begin van de behandeling voor te lichten over de mogelijkheden, beperkingen en risico’s in het kader van de onderhavige hulpvraag en het verkrijgen van het informed consent. 6.2.4. doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.2.4.1. legt de gegevens van het consult eenduidig interpreteerbaar, bondig en leesbaar vast. Dit met het oog op zowel continuïteit van zorg en toetsing als wetenschappelijke verdieping van het eigen vak; 6.2.4.2. registreert op een wijze die voldoet aan de eisen die hiervoor in de geneeskunde gebruikelijk zijn; 6.2.4.3. legt informed consent vast. 6.3. Samenwerking De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.3.1. overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners, 6.3.1.1. De arts OrthoManuele Geneeskunde is bereid tot openheid en treedt zo nodig in overleg met de verwijzende arts, collegae en andere zorgverleners. Het verdient aanbeveling dat de patiënt bij het eerste consult komt met voorkennis, medeweten en inlichtingen van de huisarts en eventuele andere behandelaars. 6.3.2. verwijst adequaat De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.3.2.1. doet de verwijzing van een patiënt naar een andere arts of zorgverlener vergezeld gaan van relevante inlichtingen en een duidelijke omschrijving van het doel van de verwijzing; 6.3.2.2. verwijst een patiënt door of weer terug naar de verwijzer als uit de diagnose blijkt dat deze niet door de OrthoManuele Geneeskunde kan worden behandeld of bij geen of onvoldoende resultaat van de eigen behandeling. 6.3.3. levert effectief intercollegiaal consult. 6.3.3.1. De arts OrthoManuele Geneeskunde is in staat het eigen beroepsmatig handelen met collegae en vertegenwoordigers van andere disciplines te bespreken. 6.3.4. draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.3.4.1. stelt de huisarts van de patiënt, en indien van toepassing de verwijzer, op de hoogte van de bevindingen en de behandeling, op voorwaarde dat de patiënt hiermee instemt. 6.3.4.2. is in staat om bij complexe klachten en/of functiestoornissen een multidisciplinaire aanpak te indiceren. 6.3.4.3. stelt de verwijzer van de patiënt op de hoogte van zijn bevindingen over de toestand van de patiënt wanneer dit voor de continuïteit en in verband met de complexiteit van de behandeling noodzakelijk is; 6.3.4.4. heeft kennis van de verwijsgebieden rondom zijn eigen vakgebied. 6.3.4.5. heeft een voor andere zorgverleners duidelijk omschreven plaats in het zorgnetwerk. Definitieve versie (dec 2008) 6 6.4. Kennis en wetenschap De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.4.1. beschouwt medische informatie kritisch, heeft kennis van basale onderzoeksmethodiek en bedrijft de geneeskunde in het algemeen en de OrthoManuele Geneeskunde in het bijzonder waar mogelijk volgens evidence based practise. 6.4.1.1. De arts OrthoManuele Geneeskunde is in staat een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kennis en kunde middels protocolleren en evalueren van bevindingen in de dagelijkse praktijk. 6.4.2. bevordert de verbreding van en ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.4.2.1. streeft, waar mogelijk, naar onderzoek en wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit en van de onderliggende mechanismen van de door hem/haar gebruikte methoden; 6.4.2.2. registreert zo veel als mogelijk de resultaten van behandelingen op een dusdanige wijze dat deze gegevens tevens het doel kunnen dienen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het eigen beroep en de eigen methode. 6.4.3. ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.4.3.1. is in staat gegevens uit de vakliteratuur en nascholing te vertalen in consequenties voor het eigen beroepsmatig handelen; 6.4.3.2. houdt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen middels het bijhouden van literatuur en het volgen van na- en bijscholing. 6.4.4. bevordert de deskundigheid van studenten, agio’s, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.4.4.1. zet zich naar vermogen in voor de opleiding van medisch studenten en collegae; 6.4.4.2. is in staat voorlichting te geven aan de navolgende doelgroepen: hulpvragers en naasten collegae en zorgverleners uit andere disciplines in de gezondheidszorg; 6.4.4.3. kan een bijdrage leveren aan de publieksvoorlichting; 6.4.4.4. verplicht zich nieuwe inzichten of nieuw ontdekte feiten ter kennis te brengen van de beroepsgroep; 6.4.4.5. verplicht zich ontwikkelingen in de geneeskunde welke consequenties hebben voor het beroepsmatig handelen ter kennis te brengen van de beroepsgroep. 6.5. Geneeskundig maatschappelijk handelen De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.5.1. kent en herkent de determinanten van ziekte. 6.5.2. bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.5.2.1 behandelt patiënten die klachten aan het bewegingsapparaat hebben die gevolg hebben voor de kwaliteit van arbeid, sport en/of voor psychosociale zaken. 6.5.3. handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.5.3.1. heeft kennis van de relevante wetgeving en volgt het voor zijn vakgebied relevante overheidsbeleid; 6.5.3.2 heeft oog voor ontwikkelingen op het gebied van patiënten-wensen en –rechten; 6.5.3.3.heeft oog voor ontwikkelingen en opvattingen met betrekking tot zorgverzekeringen. 6.5.4. treedt adequaat op bij incidenten in de zorg. Definitieve versie (dec 2008) 7 6.6. Organisatie De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.6.1. organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling. 6.6.2. werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorg-organisatie. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.6.2.1. beheert zijn praktijk volgens goed Nederlands ondernemerschap; 6.6.2.2. draagt zorgt voor een professionele accommodatie en uitrusting (veiligheid, hygiene etc); 6.6.2.3. voert een overzichtelijke financiële administratie met aanduiding van de behandeldata; 6.6.2.4. informeert zijn patiënten tijdig als hij zijn praktijk beëindigt c.q. overdraagt. Hierbij wordt aandacht geschonken aan wat er met de dossiers van patiënten gebeurt en welke artsen de patiënten als plaatsvervangers kunnen consulteren; 6.6.2.5. treft in verband met de continuïteit van zorg maatregelen voor gevallen wanneer hij niet aanwezig is. Dit kan middels goede instructie aan de patiënt en waarneming door een voldoende onderlegde collega. 6.6.3. besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg verantwoord. 6.6.4. gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg en voor bij- en nascholing. 6.6.4.1. De arts OrthoManuele Geneeskunde conformeert zich aan de wettelijke eisen ten aanzien van persoonsregistraties zoals opgenomen in de WGBO (waaronder het vastleggen van informed consent) en de Privacy-wet. 6.7. Professionaliteit De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.7.1. levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze. 6.7.2. vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. 6.7.3. kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daar binnen. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.7.3.1. weet de indicatiestelling van zijn specifieke methode af te bakenen. 6.7.4. oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep. De arts OrthoManuele Geneeskunde 6.7.4.1 handelt naar de gedragscode van de NVOMG in casu de vigerende gedragscode van de KNMG; Definitieve versie (dec 2008) 8