SAVES DOSSIER: 50 JAAR VERENIGDE NATIES Inleiding In 1995 bestaan de Verenigde Naties (VN) vijftig jaar. Kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de wereldorganisatie opgericht met als doelstelling het handhaven van de internationale vrede en veiligheid en het bevorderen van de economische, sociale, culturele en humanitaire samenwerking. Sindsdien zijn 185 landen toegetreden tot de Verenigde Naties. Ontstaansgeschiedenis Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het Atlantisch Handvest (1941) en de Verklaring van de Verenigde Naties (1942) de basis gelegd voor de VN. De oprichtingsconferentie vond uiteindelijk plaats in San Francisco, waar op 26 juni 1945 het Handvest van de VN werd ondertekend. In het Handvest, dat op 24 oktober 1945 in werking trad, zijn onder meer de doelstellingen van de VN vastgelegd. Dat zijn het handhaven van internationale vrede en veiligheid, het versterken van de internationale rechtsorde en de naleving van mensenrechten en fundamentele vrijheden, en het bevorderen van internationale samenwerking bij het oplossen van economische, sociale, culturele en humanitaire problemen. In het Handvest worden ook de hoofdorganen van de VN omschreven; onder meer de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering, het Secretariaat en het Internationaal Gerechtshof. Daarnaast zijn tal van gespecialiseerde organisaties opgericht zoals de FAO (landbouw), WHO (volksgezondheid) en UNESCO (onderwijs en cultuur). Bovendien zijn door de Algemene Vergadering allerlei programma’s ingesteld zoals UNHCR (vluchtelingenhulp) en UNICEF (kinderfonds). De oprichting van de VN was niet de eerste maal dat een wereldorganisatie in het leven werd geroepen. In 1920 was op initiatief van de Amerikaanse president Wilson de Volkenbond opgericht. Het streven van de Volkenbond oorlogen voortaan te voorkomen zou na enige vroege successen uiteindelijk jammerlijk mislukken. Belangrijke landen waren geen lid (de Verenigde Staten bijvoorbeeld) van de Volkenbond of verlieten om uiteenlopende redenen deze organisatie (Duitsland, Sovjetunie), terwijl de Volkenbond niet bij machte bleek iets te ondernemen tegen de agressie tegen Mantsjoerije (1931), Abessinië (1935), Finland (1939) en Polen (1939). De Volkenbond werd formeel opgeheven in 1946. De oprichters van de VN trokken lering uit het falen van de Volkenbond zodat de VN in belangrijke mate verschilt van haar voorgangster. Zij verlieten het eenstemmigheidsbeginsel dat de Volkenbond had verlamd. In de VN kregen slechts vijf landen het recht om besluitvorming tegen te houden (vetorecht): China, Frankrijk, Groot-Brittannië, de Sovjetunie en de Verenigde Staten. Zij kregen een permanente zetel in de Veiligheidsraad, het hoogste orgaan van de VN, met bijbehorend vetorecht. In de Veiligheidsraad hebben nog tien landen zitting. Zij worden op regionale basis voor een periode van twee jaar gekozen. Deze landen hebben geen vetorecht en kunnen worden overstemd. De Veiligheidsraad kreeg, om de VN slagvaardiger te maken dan haar 1 SAVES voorgangster, de verantwoordelijkheid voor de handhaving van vrede en veiligheid. In het Handvest van de VN is bepaald dat de Veiligheidsraad bevoegd is algemeen bindende besluiten te nemen en deze zo nodig met dwangmaatregelen af te dwingen. De Algemene Vergadering, waarin alle VN-lidstaten zitting hebben, kan alleen politiek niet-bindende uitspraken doen. De VN en vrede en veiligheid tijdens de Koude Oorlog De Koude Oorlog - het conflict tussen het Westen (belangrijkste hoofdrolspeler de Verenigde Staten) en het communistische Oostblok (onder leiding van de Sovjetunie) drukte een belangrijk stempel op de VN. Dit had vooral betrekking op het werkterrein van de Veiligheidsraad, het handhaven van de internationale vrede en veiligheid. De tegengestelde belangen van de Verenigde Staten en de Sovjetunie leidden in de Veiligheidsraad tot een veelvuldig gebruik van het vetorecht. De Veiligheidsraad kon daardoor niet de door de oprichters toegedachte taak als handhaver van de internationale vrede en veiligheid uitoefenen. Zo bleven de VN afzijdig bij een aantal duidelijke schendingen van het VN-Handvest zoals de Russische invallen in Hongarije en Tsjechoslowakije, en Amerikaanse interventies in Midden-Amerika en Vietnam. In een aantal gevallen was VN-optreden wel mogelijk, namelijk in conflicten buiten de directe invloedssfeer van de supermachten. Dit was bijvoorbeeld het geval bij vredesoperaties in Cyprus (sinds 1974) en Libanon (sinds 1978). De enige uitzondering is de VN-interventie in Korea (1951). In Korea stonden de door China en de Sovjetunie gesteunde communisten op het punt Zuid-Korea binnen te vallen. De Veiligheidsraad kon tot interventie besluiten omdat de Sovjetunie de bijeenkomst van de Veiligheidsraad boycotte. De VN en ontwikkelingslanden In de jaren vijftig en zestig veranderde de VN door het dekolonisatieproces ingrijpend van karakter. Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid traden talloze ontwikkelingslanden toe tot de wereldorganisatie. Geleidelijk verwierven de ontwikkelingslanden een meerderheid in de Algemene Vergadering waardoor binnen de VN de ontwikkelingsproblematiek nadrukkelijk op de agenda kwam te staan. Dit leidde tot de instelling van gespecialiseerde programma’s (bijvoorbeeld UNCTAD) en de toenemende aandacht van gespecialiseerde VN-organisaties voor ontwikkelingsproblemen. Het betekende ook dat de bestaande internationale economische verhoudingen ter discussie werden gesteld. Omdat de ontwikkelingslanden in de Algemene Vergadering in de meerderheid waren werden talloze resoluties aangenomen, waarin een rechtvaardiger verdeling van de welvaart in de wereld werd bepleit. Dit streven naar een ‘nieuwe internationale economische orde’ leidde overigens niet tot opzienbarende resultaten. Belangrijke economisch overleg werd gevoerd in andere kaders, zoals de G-7 (de groep van zeven belangrijkste geïndustrialiseerde landen), de Europese Gemeenschap en de GATT (wereldhandelsovereenkomst). De toegenomen tegenstellingen tussen de ontwikkelingslanden en de geïndustrialiseerde, westerse landen over dit onderwerp leidden in de jaren tachtig tot verslechterde verhoudingen binnen de VN en deden de effectiviteit van de VN-organisatie geen goed. Het leidde er zelfs toe dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië uit de UNESCO traden. De Verenigde Staten begonnen uit protest tegen de geldverspilling bij de VN bovendien met het inhouden van betalingen aan de VN. 2 SAVES De VN en mensenrechten De VN spelen sinds de oprichting een belangrijke rol bij het bevorderen van de mensenrechten. Dat is vooral gebeurd door het vastleggen van normen op het terrein van mensenrechten. Met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) werd daarvoor de basis gelegd. Hierin zijn fundamentele mensenrechten vastgelegd, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting, het recht op een eerlijk proces, het recht op onderwijs en het recht op een voldoende levensstandaard. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) maakt onderdeel uit van het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens. Daartoe behoren ook het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (vastgesteld in 1966 en in werking getreden in 1976). Later volgden nog het Vrouwenverdrag (1979) en het Verdrag tegen Foltering (1984). De naleving van de door de VN vastgelegde mensenrechten blijft echter problematisch. Dat heeft vooral te maken met het door de VN-Handvest onderschreven soevereiniteitsbeginsel (het principe van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden) en het feit dat het respecteren van mensenrechten lang niet voor alle VN-lidstaten even belangrijk is. Toch mag de betekenis van de VN voor de mensenrechten bepaald niet worden onderschat. Het vastleggen van en in VNverband aandacht vragen voor mensenrechten oefent een belangrijke positieve invloed uit. De VN en vrede en veiligheid sinds het einde van de Koude Oorlog Tijdens de Koude Oorlog konden de VN de doelstelling uit het Handvest de internationale vrede en veiligheid te handhaven slechts in geringe mate waarmaken. De toenadering tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie in het midden van de jaren tachtig bracht daar verandering in. Niet langer verlamd door de Oost-West tegenstelling konden de VN een veel actievere rol gaan spelen bij het beëindigen van regionale conflicten, onder meer in Namibië, Cambodja en El Salvador. Regimes, die tijdens de Koude Oorlog werden ondersteund door de supermachten, werden door hun vroegere broodheren gedwongen te gaan onderhandelen met hun tegenstanders. De bemoeienis van de VN omvatte meer dan het organiseren en in goede banen leiden van vredesbesprekingen. Ook bij de uitvoering van de vredesakkoorden speelden de VN een belangrijke rol. Het ontwapenen van de strijdende partijen, het tijdelijk overnemen van het landsbestuur en het toezicht houden op de verkiezingen behoorden eveneens tot de taken van de VN. Een ander voorbeeld van het nieuw elan van de VN was de instelling van het VNWapenregister op 1 januari 1992. Het register verzamelt gegevens over wapens en wapenoverdrachten om het onderling vertrouwen tussen de VN-lidstaten te bevorderen. De eendrachtige samenwerking tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie maakte het bovendien mogelijk dat de Veiligheidsraad in 1991 tot militaire interventie kon overgaan. Irak werd op basis van resoluties van de Veiligheidsraad verdreven uit Koeweit dat in augustus 1990 door Irak was bezet. Het enthousiasme over de beëindiging van de Koude Oorlog en de versterkte rol van VN kende na het succesvolle optreden in de Golf geen grenzen. De VN leken de doelstelling als wereldvredeshandhaver volledig waar te kunnen maken. De Amerikaanse president Bush sprak mede in dat verband zelfs over een ‘Nieuwe Wereldorde’. Al spoedig bleek echter dat de verwachtingen te hoog gespannen waren geweest. Dat was in de eerste plaats het gevolg van de slechte ervaringen van de VN in Somalië, Joegoslavië en Rwanda. De VN bleken niet bij machte vrede op te leggen aan de strijdende partijen in Somalië en de massale moordpartijen in Rwanda te stoppen. In Joegoslavië moesten de VN machteloos toekijken hoe het conflict escaleerde, terwijl bovendien VN-militairen in gijzeling werden genomen. Tussenbeide komen in gecompliceerde intra-statelijke conflicten bleek een hachelijke zaak die afbreuk deed aan de geloofwaardigheid van de VN. Waarschijnlijk 3 SAVES zullen de VN in de toekomst minder snel ‘blauwhelmen’ inzetten bij burgeroorlogen en soortgelijke uitzichtloze conflicten. Een tweede reden is het feit dat de VN zelf niet beschikken over ‘blauwhelmen’, maar daarvoor afhankelijk zijn van de lidstaten. Vooral bij langdurige omvangrijke operaties, waarbij militair optreden niet kan worden uitgesloten, is dat een probleem. Zo zijn de landen, die in voormalig Joegoslavië nationale contingenten ter beschikking stellen van de VN, geconfronteerd met steeds verder oplopende financiële kosten (er is immers geen uitzicht op een snelle beëindiging van het conflict). Minstens even belangrijk is dat VN-personeel regelmatig in groot gevaar verkeert en er doden zijn gevallen. De bereidheid van landen om ‘eenheden aan de VN ter beschikking te stellen is de afgelopen paar jaar dan ook niet toegenomen, terwijl de groep landen die überhaupt in staat is militair en financieel bij te dragen toch al beperkt is. Een derde reden voor het afgenomen enthousiasme is het functioneren van de Veiligheidsraad. De eendracht in de Veiligheidsraad is niet vanzelfsprekend. De Amerikaanse en Russische belangen (de Russische Federatie nam na het uiteenvallen van de Sovjetunie de permanente zetel in de Veiligheidsraad over) lopen niet altijd parallel, terwijl China zich steeds meer lijkt te verzetten tegen een actieve rol van de VN bij het oplossen van regionale conflicten. De besluitvorming in de Veiligheidsraad wordt daardoor bemoeilijkt. De VN toe aan herziening? De tegenslagen die de VN hebben ondervonden bij het handhaven van de internationale vrede en veiligheid zijn niet de enige redenen voor het afgenomen enthousiasme en de beschadigde geloofwaardigheid van de wereldorganisatie. De gebrekkige organisatie van de VN is ook een belangrijke oorzaak. De VN-bureaucratie werkt allesbehalve feilloos; de organisatie is inefficiënt en er wordt veel geld verspild. Een aantal VNlidstaten probeert hierin weliswaar verandering te brengen, maar vooralsnog is er onvoldoende steun om een ‘grote schoonmaak’ door te voeren. Dit bemoeilijkt de financiële gezondmaking van de VN, een tweede probleem waarmee de VN te kampen hebben. Een van de belangrijkste contribuanten van de VN, de Verenigde Staten, willen hun achterstallige betalingen pas hervatten nadat een aantal organisatorische verbeteringen is doorgevoerd. Een aantal andere landen, waaronder de Russische Federatie, verkeert in grote economische moeilijkheden zodat er steevast te laat en te weinig aan de VN wordt betaald. De permanente financiële crisis waarin de VN verkeren legt een zware druk op het functioneren van de organisatie. Bij de noodzakelijk hervorming van de VN speelt op de achtergrond ook de tegenstelling tussen de geïndustrialiseerde landen en de ontwikkelingslanden. De ontwikkelingslanden willen een groter aandeel (in de vorm van invloed en personeel) in de wereldorganisatie. De samenstelling van de Veiligheidsraad van de VN is daarbij een van de voornaamste aandachtspunten. Deze is nog steeds een afspiegeling van de situatie van na de Tweede Wereldoorlog, toen de Geallieerden (Frankrijk, Groot-Brittannië, de Sovjetunie en de Verenigde Staten, uitgebreid met China) zichzelf permanente zetels in de Veiligheidsraad toekenden. Sindsdien zijn landen als India en Brazilië enorm in betekenis toegenomen, zowel qua inwonertal als in economisch opzicht. Toetreding tot de Veiligheidsraad van deze twee landen zou de wereld van vandaag beter weerspiegelen dan de huidige samenstelling, zo vinden niet alleen ontwikkelingslanden. Dit vraagstuk wordt verder gecompliceerd door de wens van Duitsland en Japan, twee van de economisch machtigste landen ter wereld én twee van de belangrijkste contribuanten van de VN, toe te treden tot de Veiligheidsraad. 4 SAVES Conclusie Vijftig jaar na de oprichting van de Verenigde Naties hebben de in het Handvest vastgelegde doelstellingen niets van hun betekenis verloren. Het belang van internationale samenwerking op politiek, economisch, cultureel en wetenschappelijk terrein, het versterken van de internationale rechtsorde en het handhaven van internationale vrede en veiligheid is in die periode alleen nog maar toegenomen, gelet op het grote aantal landen dat zich inmiddels bij de VN heeft aangesloten en aard en omvang van de problemen waarvoor de wereld is gesteld. Dat laatste verklaart overigens de teleurstellingen, mislukkingen en problemen die de VN de afgelopen vijftig jaar hebben doorgemaakt. De resultaten van de VN zijn altijd een afspiegeling geweest van de omstandigheden waarin de wereldorganisatie heeft moeten werken. Desondanks hebben de VN veel bereikt, onder meer op het terrein van gezondheidszorg, landbouw, infrastructuur en economische ontwikkeling. Internationale samenwerking valt niet meer weg te denken, terwijl ook bij het bevorderen van het respecteren van de mensenrechten grote vorderingen zijn gemaakt. Het handhaven van internationale vrede en veiligheid is, vooral na de Koude Oorlog, ondanks tegenslagen toch niet zonder succes geweest. Of in de toekomst een zelfde positieve balans zal kunnen worden opgemaakt staat te bezien. Dat zal afhangen van de mate waarin de VN zich zullen kunnen aanpassen aan de snel veranderende internationale omstandigheden. Daarbij zullen de lidstaten de doorslag geven. Zij bepalen uiteindelijk de toekomst van de VN. Bron: overgenomen document van internet Factsheets van de Atlantische Commissie verschijnen onder auspiciën van de Atlantische Onderwijs Commissie. Dit Factsheet is samengesteld door Antine Hartman en Auke Venema. Oktober 1995. Voor meer informatie: (070) 363 94 95. VN-ORGANISATIE De Algemene Vergadering Alle 185 lidstaten zijn in de Algemene Vergadering (AV) vertegenwoordigd. Elk lid heeft één stem ongeacht zijn grootte of politiek gewicht. De AV komt jaarlijks in New York in het najaar bijeen (van half september tot half december). Daarnaast worden speciale- en spoedvergaderingen gehouden. De AV is bevoegd alle vragen of alle aangelegenheden binnen het kader van het Handvest te bespreken. De AV mag over al die zaken resoluties aannemen en aanbevelingen doen aan lidstaten en overige organen, behalve over zaken die op dat moment in behandeling zijn bij de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad De Veiligheidsraad (VR) van de Verenigde Naties is verantwoordelijk voor het handhaven van de internationale vrede en veiligheid. De VR kan daarbij gebruik maken van dwangmaatregelen van politieke, economische en militaire aard. De VR bestaat uit 15 leden: Vijf permanente leden (China, Frankrijk, Groot-Brittannië, de Russische Federatie en Verenigde Staten) en tien leden die op basis van een regionale verdeelsleutel voor een periode van twee jaar worden gekozen door de Algemene Vergadering. Voor besluiten zijn minimaal negen voorstemmers nodig, terwijl zich onder de tegenstemmers geen permanente VR-lid mag bevinden. Permanente leden hebben het recht (vetorecht) om ieder VR-besluit te blokkeren. De VR is gevestigd in New York. 5 SAVES De Economische en Sociale Raad De Economische en Sociale Raad (ECOSOC) is het orgaan van de VN dat de economisch en sociale werkzaamheden van de VN coördineert. ECOSOC bestaat uit 54 leden met een ambtstermijn van drie jaar en vergadert twee keer per jaar beurtelings in New York en Genève. Het Secretariaat Bij het Secretariaat werken ongeveer 10.000 mensen. Het is gevestigd in New York. Het Secretariaat wordt geleid door de Secretaris-Generaal, die ook een politieke taak vervult. Hij kan iedere zaak die naar zijn inzicht de handhaving van de internationale vrede en veiligheid betreft onder de aandacht van de Veiligheidsraad brengen. Vaak speelt hij een bemiddelende rol. De Egyptenaar Boutros Boutros Ghali was van 1991 tot 1997 Secretaris-Generaal. Hij werd in 1997 opgevolgd door de Ghanees Kofi Annan. Voor Boutros Boutros Ghali waren de Noor Trygve Lie (1946-1953), de Zweed Dag Hammerskjöld (1953-1961), de Birmaan Oe Thant (1961-1971), de Oostenrijker Kurt Waldheim (1971-1981) en de Peruviaan Javier Pérez de Cuellar (1981-1991) Secretaris-Generaal. Het Internationaal Gerechtshof Het Internationaal Gerechtshof, gevestigd in Den Haag, is belast met rechtspraak in zaken die door staten aanhangig zijn gemaakt. Het Hof is alleen bevoegd als er sprake is van wilsovereenstemming (d.i. erkenning van de bevoegdheid van het Hof) tussen de betrokken staten. Daarnaast kan het Hof op verzoek van de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en andere VN-organen en door de Algemene Vergadering daartoe gemachtigde internationale organisaties adviseren. Gespecialiseerde organisaties Naast de zogenaamde ‘hoofdorganen’ is er ook een reeks gespecialiseerde VN-organisaties. Op het gebied van de gezondheidszorg, voedselhulp, bestrijding van analfabetisme en bevordering van industriële ontwikkeling zijn dat onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) en de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur (UNESCO). Op financieel gebied zijn dat onder meer de ECOSOC, het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie (WTO). ________________________ 6