Decubitus algemeen ► Probleemverheldering Beïnvloedende factoren vaststellen Neurologische ziektebeeld/aandoening Bloed- en circulatiestoornissen (diabetes mellitus, anemie, oedeem) Medicamenten Huidafwijkingen Inwerking van vocht op de huid Koorts Abnormale anatomische verhoudingen Oneffenheden onderlaag/knellend verbanden/schoeisel Toename immobiliteit Psychische conditie Voedingstoestand inschatten: Recent (ongewenst) gewichtsverlies Verhoogde energiebehoefte Opname voeding Abnormaal verlies van voedingsstoffen Oorzaak bepalen: Druk- wrijf- en/of schuifkrachten Meest voorkomende plaatsen (zie figuur) Risicofactoren vaststellen: Bij opname/intake Bij verandering algehele toestand Bij verhoogd- en extra verhoogd risico min. 1x per week Bij meer dan 4 uur zitten/liggen per dag in één houding Risicoscore minder dan 8 : niet verhoogd risico Risicoscore 8 tot en met 12: verhoogd risico Risicoscore > 12 : extra verhoogd risico Risicoscorelijst Een risicoscorelijst is een overzicht van risicoaspecten welke een verhoogd risico voor decubitus kunnen opleveren. Het is een hulpmiddel; een lage score sluit decubitus niet uit! Ook bij een lage score moet aandacht worden besteed aan decubituspreventie. Aantal punten 0 1 2 3 Mentale Goed Lusteloos, Zwaar Stuporeus, toestand gedeprimeerd, depressief, comateus gedesoriënteerd, psychotisch angstig verward, volledig apathisch Neurologie Geen Geringe Gevoelsstoorniss Hemiparese afwijkingen stoornissen, en, lichte x2, krachtsverminderi hemiparese (x2) dwarslaesie ng (onder Th 6x3. Boven Th 6x4) Mobiliteit Goed Licht beperkt, Vnl. Bedlegerig, Geheel loopt met hulp, alleen uit bed bij bedlegerig rolstoelpatiënt wassen en bed met goede verschonen, hele armfunctie dag passief in stoel Voedingstoesta Goed; goed Ongew. Ongew. Ongew. nd gewicht, Gewichtsverlies* Gewichtsverlies* Gewichtsverli gezonde (>5% binnen 6 (>10% binnen 6 es* (>20% eetlust, mnd.), > 2,5% mnd., > 5% binnen 6 albumine 35- binnen 1 mnd.), binnen 1 mnd bij mnd., > 10% 50 g/l verminderde braken of diarree binnen 1 eetlustalbumine < sterk vermin. mnd.) geen 35 g/l eetlust, albumine eetlust, < 30 g/l albumine < 20 g/l Voedsel: Voedselinna Meer dan 1 wk Meer dan 5 dgn. Meer dan 5 Eten en drinken me volgens minder gegeten Nauwelijks dagen geen de dan de aanbev. voedsel-inname, voeding en aanbevolen Hoeveelheden, gedeeltelijk geen hoeveelhede gedeelte sonde- bijvoeding en suppletie, n. Volledige of parenterale geen overige langer dan 5 sondevoedin voeding en geen voeding dagen een g, voll. overige voeding glucose/NaCl parenterale infuus voeding Incontinentie Geen Leeftijd Ouder dan 70 jaar Hoger dan 39.0 / lager 35.0 Geen (of Hormoonpreparat Slaapmiddelen, Parenterale overige dan en, pijn-stillers, antibiotica hiernaast anticoagulantia tranquillizers, genoemd) (niet calparine) orale antibiotica, spierverslappers Geen Alleen dieet Dieet / orale Dieet / middelen insuline Temperatuur Medicatie Diabetis Af en toe urine Voor urine en/of faeces bij urinekatheter, uritip Jonger dan Tussen 50 en 59 Tussen 60 en 70 50 jaar jaar jaar Tussen 35.0 Tussen 37.5 en Tussen 38.5 en en 37.4 38.4 39.0 Geheel incontinent Berekening percentage gewichtsverlies: normaal gewicht - huidig % gewichtsverlies = gewicht x100% normaal gewicht Berekening percentage gewichtsverlies: % gewichtsverlies = normaal gewicht huidig gewicht x100% normaal gewicht NB. Genoemde criteria binnen een vakje hoeven niet allen gelijktijdig te gelden: het is: of / of / of. Algemene Preventieve maatregelen: Maatregelen die ingezet worden als de patiënt ook maar enig risico heeft voor decubitus. Betrek de patiënt en/of directe omgeving bij de preventie van decubitus Geef de patiënteninformatiefolder over decubituspreventie aan de patiënt en/of diens directe omgeving. Huidverzorging Goede hygiëne/wasbeurt met "niet ontvettende zeep" Zorgen voor een schone, gladde, droge onderlaag Huidbeschadiging voorkomen/let op huidconditie Inspecteer (en palpeer) de huid dagelijks Houding Let op goede en foute houding (zie figuur) Consequente wisselligging/houdingsveranderingen minimaal à 3 uur (zijligging in 30 graden, eventueel buikligging) (zie figuur) Regelmatig uit stoel "liften" Indien mogelijk mobiliseren (zonodig hulpmiddelen, kan per patiënt verschillend zijn). Voeding/vocht Zorgen voor een volwaardige voeding Stimuleren tot voldoende vochtinname (indicatie 1,5 à 2 liter per dag) vochtbalans Bij verslechtering toestand door verhoogde behoefte of verminderde eetlust, overleg met diëtist Specifieke maatregelen Maatregelen die ingezet worden bij patiënten met een verhoogd of extra verhoogd risico voor decubitus. Dit kan per patiënt verschillend zijn. Houding in bed/rolstoel Zie ook algemene preventieve maatregelen Tref bij bedreigde hielen zodanige maatregelen dat de hielen vrij komen te liggen (b.v. hielsloffen of dikke badstofsokken bij schuifkrachten) Dekenboog (druk van de dekens) Voetenbankje (schuifkrachten verminderen) Bed in fowlerse houding (schuifkrachten verminderen en een andere drukverdeling), (zie figuur) AD kussen AD matras Let bij rolstoelpatiënt op transfer. Laat steunen of uitsteeksels zo nodig omwikkelen Let bij gevoelsstoornissen op knellend schoeisel en/of kleding Overleg met de specialistisch verpleegkundige, ergotherapeut of behandelend arts: Voor adviezen met betrekking tot preventieve maatregelen Bij onvoldoende resultaat en bij problemen Bij inzetten van hoogwaardige zit- en ligondersteunend materiaal of blijvende aanvragen Onjuiste preventieve maatregelen: Onjuiste maatregelen Toelichting Wrijven Zalven en crèmes heffen doorbloedingsstoornis niet op. Stevig wrijven kan slecht doorbloed weefsel beschadigen. Inpakken hielen/ellebogen met vette watten en zwachtels Vette watten worden hard wat drukverhoging geeft. Er vind onvoldoende inspectie plaats doordat de zwachtels te lang blijven zitten. IJzen en föhnen Kans op verwonding door de ijsblokjes, verbranding door föhnen bij gevoelloosheid Verspreiding van micro-organismen tijdens föhnen. Watermatras Stugge hoes van watermatras verhoogt druken schuifkracht. Risico op afkoeling van patiënt. Verminderde mobiliteit van patiënt. Vezelmatras Matras heeft geen drukverdelend en/of drukopheffend effect. Synthetische schapenvacht Heeft geen drukverdelend en/of drukopheffend effect. Plooit makkelijk. Wordt hard na wassen. Windring Hoger drukgradiënt op andere plaatsen door verplaatsing van druk. Ventiel kan huid beschadigen. Rubber maakt huid warm en vochtig waardoor verweking op kan treden. Katheter bij incontinentie Katheterslang kan druk veroorzaken: - op de plaats van aansluiting van katheter op afloopzak - daar waar de katheterslang onder het bovenbeen ligt. Een katheter geeft kans op urineweginfekties. Met decubitus bedreigde gebieden In ieder geval zorgen voor: ● Steun nemen op gehele bovenbeen (voetsteun niet nodig) ● Steun nemen op voeten ( voetsteun niet te laag) ● Steun nemen op armen ( hoogte armleuning) ● Groot steunvlak op rug; maar zonder verstelbare zittingen, niet te veel achterover zitten Goede houdingen ● Beengedeelte in dezelfde hoek omhoog als hoofddeel ter vermijding van schuifkrachten ● Beste zithouding: gewicht verdeeld over zitvlak, voeten, armen en rug. ● Schuifkracht afwezig door kantelzitting Foute houdingen ● Schuifkracht stuit en hielen bij halfzit in bed ● Te lage voetsteunen: ● Minder gewicht op de voeten ● Patiënt schuift naar voren en onderen; schuifkrachten en kleiner gewichtsdraagvlak ● Afknellen bovenbenen op rand van de zitting ● Te hoge voetsteunen: ● De bovenbenen raken de zitting niet, waardoor gewicht op kleiner oppervlak (drukverhoging) ● Kussen in de rug geeft onderuitzakken met als gevolg: ● Schuifkrachten op de tubera ● Kleiner steunoppervlak bovenbenen Bron: CBO Richtlijn decubitus, tweede herziening 2002; Wcs-wondenboek 6