Een vissersdorp zonder haven… 1. Een stukje geschiedenis Gedurende vele eeuwen was Boekhoute via de Braakman met de zee verbonden. Er was een haven en een grote vissersgemeenschap. Vele Boekhoutenaren van vandaag zijn nakomelingen van de vroegere vissers. In 1952 werd de haven definitief van de Schelde afgesloten. Rare jongens, die Romeinen… Sommige lokale historici durven te beweren dat Boekhoute ooit een pleisterplaats was van de Romeinen. Die zouden net als de befaamde garnaalvissers Boekhoute gebruikt hebben als uitvalsbasis voor hun vissersvloot. Een exacte plaats voor de haven is niet bekend. Volgens de overdracht zou de haven in de buurt van de Graafjansstraat, vlakbij het huidige dorp, gelegen hebben. Napoleon, de grens en 1830 Boekhoute is duidelijk een plaats waar vele culturen elkaar kruisen. Wist je dat Napoleon onrechtstreeks aan de basis lag van het feit dat de Boekhoutse havens altijd op Nederlands grondgebied gelegen hebben. Na het verlies van Napoleon in Waterloo werd Europa heringedeeld tijdens het congres van Europa (1815). België en Nederland vormden toen samen de Nederlanden, maar daar was lang niet iedereen tevreden mee. De revolutie van 1830 zorgde ervoor dat het noordelijke en het zuidelijke deel, het huidige België, van de Nederlanden voorgoed van elkaar scheiden. Boekhoute kwam binnen het zuidelijke deel te liggen. De Braakman, en dus ook de Boekhoutse havens, in het Noordelijke. Daardoor moesten de Boekhoutenaren elke dag de grens over om De tramlijn van Gabriëlle Petit Het verhaal van Gabriëlle Petit is er één van vaderlandsliefde, moed en zelfopoffering. Het werd bovendien voor een groot deel in Boekhoute geschreven. Gabriëlle was tijdens de eerste wereldoorlog spoorwegspionne bij het verzet en werd voor haar prestaties tijdens de oorlog niet voor niets genomineerd voor de titel ‘Belg van de eeuw’. Begin 1916 liep Gabriëlle in Boekhoute in de val. Ze werd gearresteerd en ter dood veroordeeld voor ‘krijgsverraad bestaande uit verspieding’. Op 1 april 1916 wordt ze voor het vuurpeloton gezet. In Boekhoute leeft haar gedachtenis echter eeuwig voort in de harten van de mensen. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. De Braakman Het verhaal van Boekhoute is onlosmakelijk verbonden met de Braakman. De Braakman kon destijds beschouwd worden als de kronkelende levensader van de Boekhoutse visserij. De Braakman was de verbinding tussen de Boekhoutse haven en de zee. Toen de Braakman in 1952 werd afgedamd om Zeeuws-Vlaanderen en het noorden van het Meetjesland te beschermen tegen overstromingen kwam een einde aan de Boekhoutse havens. In ruil kwamen er wel 300 hectare vruchtbare poldergrond en 30 hectare prachtige kreken. Vandaag is de Braakman een prachtig natuurgebied en een Mekka voor surfers en andere watersporters. De nieuwe thuishavens De in 1952 nog varende Boekhoutse schippers vonden na de afdamming van de Braakman nieuwe thuishavens in Breskens en Terneuzen; twee ZeeuwsVlaamse gemeenten waar Boekhoutenaren thuis zijn. Boekhoute wil de herinnering aan dat verleden levendig houden. Een eerste initiatief daarvoor was de installatie van een monument, het schip BOU8, naast de kerk in de winter van 1972-1973. Kort daarna vonden de eerste garnaalfeesten plaats en werd een visserijmuseum opgericht. In 2007 werd het museum omgevormd tot het huidige bezoekerscentrum. 2. De Isabella Bou 8 In het centrum van Boekhoute herinnert de lemmerhengst BOU 8 aan het trotse verleden van Boekhoute. Het schip Isabella is in 1928 gebouwd in Paal (Nederland) en is in 1965 uit de vaart genomen. Het diende onder meer voor de garnaalvisserij. De naam Isabella herinnert aan de periode van ‘Albrecht en Isabella’, de landvoogden die in het begin van de zeventiende eeuw weer rust en welvaart in onze streek brachten. Het scheepsnummer BOU8 verwijst naar de oude schrijfwijze van Boekhoute: Bouchaute. Lemmerhengst De BOU8 is een lemmerhengst. De eerste lemmerhengsten werden in 1899 gebouwd. Ze hadden geen motor en beschikten enkel over een stel zeilen. De BOU8 dateert van 1928 en is waarschijnlijk de laatste lemmerhengst die gebouwd is. Al vrij vlug kreeg het schip een motor van 60 pk. De lemmerhengst is van eikenhout. Het is een platbodem met een stomp voorschip en een rond achterschip. Drie luiken op het dek geven toegang tot het vooronder, het ruim en de machinekamer. Het vooronder is de kleine de leefruimte, met een kacheltje, lage zitbankjes, enge slaapplaatsen en voorraadkastjes. Buiten zijn aan weerszijden van de mast bokken geplaatst: hijskranen voor het slepen van de netten in zee. In de mast hangt nu een mand, het officiële teken dat het schip bezig is met de visserij. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. Geschiedenis van de BOU8 De BOU8 is gebouwd in 1928 op de werf Moed en Trouw in Paal (Zeeuws-Vlaanderen). De opdrachtgever was Jan Série, een oud-Boekhoutenaar die naar Zeebrugge was uitgeweken. Oorspronkelijk heette het schip de Camiel, naar de zoon van de eigenaar, en het voer onder scheepsnummer Z13. Later voer het onder het scheepsnummer BOU6 en behoorde het toe aan de familie Rammeloo, vissers die nog altijd in Boekhoute wonen. Nieuw leven voor de BOU8 In het begin van de jaren ’70 zocht Boekhoute naar een manier om zijn vissersverleden weer in herinnering te brengen. In Sluiskil vond burgemeester Edgard Stockman een bijna-wrak van een lemmerhengst, de Camiel. Alles boven dek was al afgebroken. Vele vrijwilligers, vooral gepensioneerde vissers, kalefaterden het vervallen tuig op. Op 15 december 1972 bracht men het schip onder grote belangstelling naar het dorp. Zelfs de schoolkinderen mochten de klas verlaten om dit mee te maken. In maart 1973 was het schip weer volledig opgetuigd. Er kwamen zoveel bezoekers, dat men een beurtrol opstelde zodat er elke zondag twee vissers aanwezig waren om uitleg te geven. Vanuit deze noodzaak werd de vissersvereniging BOU8 opgericht. In 2003 klasseerde de Vlaamse overheid de BOU8 als monument. 3. Haven van Boekhoute moet verschillende keer verhuizen 17 de eeuw Door de bouw van de dijken rond 1600 kwam het water van de Braakman niet meer tot aan de dorpskern van Boekhoute. De Boekhoutenaren verhuisden de haven naar het noorden, naar de wijk die nu nog steeds Haven genoemd wordt. Aan de ene kant was de dijk van de Laureinepolder, aan de andere kant een evenwijdig dijkje. Hiertegen konden de schepen rusten bij laag water. 18de eeuw In 1794 verhuisde de haven weer. Ze lag nu aan het Olmendijkje, waar de Philippinepolder (Nederland) en de Kapellepolder (België) bij elkaar komen. Het dijkje was begroeid met olmen. Er was plaats voor 30 tot 40 schepen aan houten kaaimuren. Het was moeilijk om over land tot bij de haven te komen: het lossen en laden moest met kruiwagens gebeuren. De haven aan het Olmendijkje werd gebruikt tot 1914. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. 19de eeuw 1830: Belgische onafhankelijkheid veroorzaakt vele problemen voor Boekhoute De scheiding tussen België en Nederland in 1830 bracht problemen voor Boekhoute. Men had de grens zo gelegd, dat de haven en het dorp van Boekhoute in verschillende landen lagen. De haven lag in het noordelijke deel, dus in Nederland en het dorp in het zuidelijke deel, in België. Het Traktaat van 1839 en de uitvoeringsbesluiten van 1843 moesten dit oplossen. Ze zorgden ervoor dat de Boekhoutse vissers zonder grensbelemmeringen hun beroep konden uitoefenen. Ze mochten vrij de grens oversteken van de haven naar het dorp en omgekeerd. 20e eeuw Eerste Wereldoorlog: dorp wel in oorlog, maar haven niet. In 1911 leefden meer dan 700 mensen in Boekhoute van de visvangst. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was een ramp. België was bij de strijd betrokken, Nederland niet. Met andere woorden: het dorp Boekhoute was in oorlog, de haven van Boekhoute niet. Om het overbrengen van militaire inlichtingen van België naar Nederland te verhinderen, sloten de Duitsers de haven volledig af. De schepen lagen er vier jaar verwaarloosd bij. Na de oorlog waren ze enkel nog geschikt als brandhout. 1920: monopolie op mosselzaad In 1920 verleende de Belgische regering aan de vissers van Boekhoute het monopolie voor het oogsten van mosselzaad. Het oogsten gebeurde in de wintermaanden. Het mosselzaad bevond zich op de uiterste punten van de golfbrekers. De vissers voeren met hun schip tot in de buurt en stapten dan over op kleiner bootje waarmee ze tot aan de golfbreker roeiden. Daar plukten ze het zaad. De Boekhoutenaren beperkten zich niet tot de Belgische kust, maar voeren tot Noord-Holland en de tochten duurden vaak verschillende weken. Het mosselzaad was zeer gegeerd bij de Zeeuwse mosselkwekers en bracht veel geld op. Het monopolie bracht welvaart voor de Boekhoutse vissers. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. Rond 1900… was de haven aan het Olmendijkje sterk verzand. Schepen konden bijna niet meer inen uitvaren. Vlak na de Eerste Wereldoorlog werd het Isabellakanaal gegraven. Dat is 3,8 km lang en loopt van de Isabellasluis tot de Braakman. Boekhoute kreeg ook een nieuwe, betere haven, de Isabellahaven. Die lag op Nederlands grondgebied, ongeveer 2,5 km van de dorpskern van Boekhoute. De Isabellahaven was de laatste haven van Boekhoute. Tweede Wereldoorlog: Boekhoutse visserij bloeit! De haven van Boekhoute werd zeer belangrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was een groot voedseltekort in België. De Boekhoutse vissers vingen grote hoeveelheden sprot en haring (levaard) en verdeelden die over het hele grondgebied. De vis werd in ieder Vlaams dorp uitgedeeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen er daarom heel veel vissers bij in Boekhoute. Een andere reden was dat vissers vrijgesteld werden van verplichte arbeid in Duitsland. 1944: Duitsers blazen alle Boekhoutse schepen op Op het einde van de Tweede Wereldoorlog wilden de Duitsers voor hun vlucht een beroep doen op de Boekhoutse vissers. Die moesten hen overvaren naar Zeeland. Maar de vissers waren nergens te vinden. Uit wraak brachten de Duitsers toen alle schepen tot ontploffing. Dat waren vooral zeilschepen: hoogaarzen en lemmerhengsten. Naast de kerk in Boekhoute ligt de laatste lemmerhengst van het dorp, de BOU8, ter nagedachtenis van de vroegere vissersgemeenschap. 1952: einde van de Isabellahaven In 1952 sloten de Nederlanders de Braakman af van de Schelde met een dijk. Daardoor kwam er een einde aan de visserij vanuit de Isabellahaven. Als compensatie mochten de Boekhoutse vissers in Terneuzen aanleggen. De afstand van Boekhoute naar Terneuzen was 15 km en de fiets was het enige vervoermiddel voor de vissers. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. 21ste eeuw Tijd voor een nieuwe haven? Anno 2007: de gemeente Assenede droomt ervan om in Boekhoute een jachthaven aan te leggen. Met Philippine als Nederlandse partner en financiële middelen van hogere overheden zou dit haalbaar kunnen zijn. De jachthaven zou de enige in Vlaanderen zijn met toegang tot de Westerschelde. Aanmeren in de polders: voor de Boekhoutenaren een vertrouwd beeld; voor de toerist een buitenkans… Nog vier schepen met het kenteken BOU Nu varen nog vier visserschepen onder het kenteken van Boekhoute: BOU, naar de oude schrijfwijze Bouchaute. Hun schippers zorgen bijna dagelijks voor verse vis of garnalen. Twee van de schippers wonen in Boekhoute. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. 4. Het Ambacht Boekhoute Sinds de 11de eeuw was Boekhoute één van de Vier Ambachten. Een ambacht is een gebied dat eigen rechten gekregen had van de graaf van Vlaanderen. De andere drie ambachten waren Assenede, Axel en Hulst. Boekhoute was de hoofdplaats van het ambacht met dezelfde naam. Het ambacht bestond uit Boekhoute zelf, Bassevelde, Boterzande, Ter Piete, Oosteeklo, Koudekerke, Wevelswale en Peerbome. Stadhuis Het huidige bezoekerscentrum is het voormalige stadhuis van Boekhoute, nu deelgemeente van Assenede. Het opschrift ‘stadhuis’ boven de ingang is geen fout: Boekhoute had ooit ‘stedelijke’ rechten. Jaarlijkse keuredag In 1242 verleende gravin Johanna Van Constantinopel een keure aan de Vier Ambachten. Daarin was een aantal gemeenschappelijke rechten en vrijheden vastgelegd over het lokale bestuur, de rechtspraak en de zorg voor de dijken. De keure werd opgeborgen in een grote kist die afgesloten was met vier sleutels. Elk ambacht kreeg zo’n sleutel en de keure kon alleen worden ingezien als de vier sleutelhouders aanwezig waren. De koffer werd elk jaar in een ander ambacht bewaard en de jaarlijkse overdracht ging met veel ceremonie gepaard. In 1992 besloten een aantal Zeeuws- en Oost-Vlaamse verenigingen om de vroegere banden weer te herstellen. Ze voerden opnieuw een keuredag in, als symbool van de historische verbondenheid. Boekhoute aan de Braakman. In de vroege middeleeuwen lag Boekhoute op de rechteroever van de Braakman. Dat was toen nog een grote zijarm van de Westerschelde. In de 13de eeuw kwam de Braakman tot aan de wijk Hoek, bij de Graafjansdijk. Die plaats was ideaal voor de visserij. Het geweld van de zee. Het gebied van de vier ambachten bestond grotendeels uit slikken en schorren. De zee en de Schelde overspoelden regelmatig het land. Bij stormweer kwam het soms tot echte rampen. Op 22 januari 1440 werden Ter Piete, Koudekerke, Wevelswale en Peerbome helemaal door de zee en de Schelde verzwolgen. De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede. Dijken en polders De Braakman wordt bedwongen. Vanaf de 15de eeuw probeerde men overstromingen te verhinderen door dijken te bouwen. Het vrijgekomen land was vruchtbare poldergrond. De Braakman werd kleiner. Bij storm brak de zee soms weer door de dijken en overstroomden de polders. De dijken zijn nu nog goed zichtbaar in het landschap. Sommige dragen de naam van de vorst die heerste toen de dijk of de polder aangelegd werd: Isabellapolder (Albrecht en Isabella), Gravejansdijk. Enkele belangrijke dijken en inpolderingen: 1492 Graaf Jansdijk 1500 Philippinepolder 1503 Laureinspolder 1612 Albertpolder 1614 Kapellepolder 1651 Clarapolder 1690 Sint-Pieterspolder 1794 Grote Isabellapolder Meer info: Bezoekerscentrum Boekhoute Boekhoutedorp 3 B-9961 Boekhoute tel. 09 373 60 08 [email protected] www.assenede.be De tekst in deze publicatie is eigendom van de gemeente Assenede. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente Assenede.