Managementsamenvatting Locatiekeuze haven Het Klooster Februari 2013 Aanleiding en doel Provincie Utrecht is in nauwe samenwerking met de gemeente Nieuwegein een onderzoek gestart naar de mogelijke aanleg van een haven aanpalend aan Bedrijvenpark Het Klooster in Nieuwegein. Deze haven zal ruimte bieden aan een containerterminal en - als daar behoefte aan en mogelijkheid toe is één of twee andere bedrijven. De behoefte aan containerterminalcapaciteit in provincie Utrecht komt voort uit: de verdubbeling van het transport van containers van en naar Utrecht in 2035 (mede als gevolg van aanleg Tweede Maasvlakte); het relatief lage aandeel van de binnenvaart in het containertransport in de provincie Utrecht (23%). De aanleg van een containerterminal in Nieuwegein bij het bedrijvenpark heeft de volgende voordelen: 1. Borging van de aantrekkelijkheid voor bedrijven van Bedrijvenpark Het Klooster. 2. Vermindering congestie op autowegen. 3. CO2-uitstoot van binnenvaart is 3,5 maal kleiner dan van wegtransport. Doelstelling van het project is vergroting van de hoeveelheid containers die binnen de provincie Utrecht met de binnenvaart worden getransporteerd door aanleg van een haven met containerterminal. Projectaanpak Om te voorkomen dat er een bestemmingsplan gemaakt wordt voor een haven waar onvoldoende interesse voor is, is ervoor gekozen om de besluitvormingsprocedure voor de aanleg van een haven parallel te laten verlopen met de marktbenadering voor de exploitatie van de haven en containerterminal. In 2005 is uit onderzoek gebleken dat er bij het bedrijfsleven onvoldoende belangstelling was voor exploitatie van een containerterminal. De initiële integrale business case uit 2011 heeft aangetoond dat de situatie sinds die tijd veranderd is vanwege de aanleg van de Tweede Maasvlakte en de (verwachte) groei van het containertransport. De volgende fasen worden doorlopen om te komen tot besluitvorming over de haven. Bij elke go/no go-beslissing kan besloten worden om het project stop te zetten. Mijlpaal Beslisdocumenten 1. Oriëntatie Initiële integrale business case 2. Locatiekeus + besluit start marktbenadering (go/no go) Voorkeursvariant + besluit start Bestemmingsplan-procedure (go/no go) Voorkeurslocatie met integrale onderbouwing 3. 4. 5. Vaststellen Ontwerp Bestemmingsplan Vaststellen Bestemmingsplan + exploitatieovereenkomst Marktbenaderingsstrategie Voorkeursvariant haven Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER Intentieverklaring exploitatie door potentiele exploitanten voor de haven en de containerterminal OBP + MER BP/MER Exploitatieovereenkomst 1-4 De eerste fase is in 2011 afgerond. De bestuurlijke beslissing voor de voorkeurslocatie en de go/no gobeslissing voor de start van de derde fase is gepland na de zomer van 2012. Onderhavige beslisnotitie is input voor de locatiekeuze. Voor de go/no go-beslissing zal tevens een plan van aanpak worden opgesteld voor de 3e fase en (op hoofdlijnen) voor de navolgende fases. Welke locaties zijn onderzocht? Op Het Klooster zijn vier locaties onderzocht (zie figuur 1). De locaties 1 en 2 liggen langs het Amsterdam-Rijnkanaal. De locaties 3 en 4 liggen langs het Lekkanaal. Andere locaties op Het Klooster zijn niet geschikt om de volgende redenen: • Het lekkanaal pal ten noorden van de Beatrixsluis is bestemd voor wachtplaatsen voor de sluis. Dit is niet verenigbaar met een haven. • Het Lekkanaal ten zuiden van de Beatrixsluis is eveneens bestemd voor wachtplaatsen. Ten zuiden daarvan liggen aanmeerplekken voor schepen met gevaarlijke stoffen. Deze activiteiten zijn niet verenigbaar met een haven. • De zuidpunt van het Klooster, aangrenzend aan de Lek, heeft de bestemming agrarisch gebied. Om de relatie met het bedrijvenpark te borgen zal dit gebied onteigend moeten worden. Er is een forse primaire waterkering en het buitendijkse gebied wordt ingericht voor een natuurlijke waterkerende functie: Ruimte voor de Lek. De aanleg van een haven in deze structuur brengt risico’s mee voor de waterkering en zal veel kostbaarder zijn dan een haven ten noorden van de sluis. Figuur 1: Onderzochte locaties Beoordeling locaties De weging van de 15 beoordelingscriteria is een politieke aangelegenheid en wordt in deze notitie dan ook niet gedaan. Wel is er een relatie tussen beoordelingscriteria. Op grond van de vigerende bestemmingsplankaart (zie Figuur 2) zijn drie conclusies te trekken: 1. Een keuze voor de locatie 2, 3 en 4 is in strijd met het bestemmingsplan, omdat in dat geval beslag wordt gelegd op een deel van de (groene) strook langs het Lekkanaal met de bestemming “uit te werken doeleinden voor natuur, recreatie en cultuurhistorie”. Deze strook is resultaat van een bestuurlijk onderhandelingsproces tijdens besluitvorming over bedrijvenpark Het Klooster 2-4 2. Als gevolg van de verbreding van het Lekkanaal worden objecten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie geraakt. Dit dient gecompenseerd te worden. Vooralsnog is hiervoor de zone ten oosten van het (verbreedde) Lekkanaal bestemd. 3. Bij de keuze voor locaties 2, 3 of 4 zal een integraal plan opgesteld moeten worden voor herinrichting van Het Klooster, waarbij natuur, recreatie, cultuurhistorie (NHW) en ook waterkwantiteit in voldoende mate worden gecompenseerd. Figuur 2: Bestemmingsplankaart bedrijvenpark Het Klooster De vier zoeklocaties van de haven zijn gescoord op 15 criteria. De score is ten opzichte van een situatie zonder haven. In deze nulsituatie is wel sprake van (1) volledige ontwikkeling van Bedrijvenpark Het Klooster en (2) aanleg van de derde kolk in de Beatrixsluis en verbreding van het Lekkanaal met aanleg van extra overnachtingsplaatsen. Beide conform het vigerende bestemmingsplan. De 15 criteria zijn gescoord volgens de volgende systematiek: + positief effect 0 niet of nauwelijks effect beperkt negatief effect -groot negatief effect, met financiële en/of procesmatige gevolgen --mogelijk onoplosbaar knelpunt voor de betreffende locatie 3-4 1 ARK-zuid Economie en mobiliteit Verkeer en vervoer (regionaal) Verkeer en vervoer (lokaal) Nautische bereikbaarheid Commerciële aantrekkelijkheid Eigendomsverhouding Recreatie Ruimtelijke kwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Landschap Natuur Archeologie Kwaliteit leefomgeving Geluidbelasting Luchtkwaliteit Externe veiligheid Waterkwaliteit Waterkwantiteit Bodem 2 ARK-noord 3 LK-noord 4 LK-zuid + 0 --+ - + 0 - + 0 + -- + 0 + ---- - ------ ------ ----- ----0 0 0 0 ---0 ---0 0 --*) Negatief of positief, afhankelijk van de mate waarin de klanten van de terminal op bedrijvenpark Het Klooster zitten. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat alle locaties negatief scoren op een groot deel van de 15 beoordelingscriteria. Dat is op zich logisch, omdat de aanleg van een haven met containerterminal een ingreep is op de ruimtelijke ordening en de kwaliteit van de leefomgeving. De positieve scores zitten dan ook met name in de hoek van economie (niet op alle effecten gescoord1) en mobiliteit. Speciale aandacht verdienen de mogelijk onoplosbaar knelpunten (score ---). Deze kunnen in een later stadium van besluitvorming namelijk grond zijn voor juridisch verdedigbare bezwaargronden. Daarmee kan het besluitvormingsproces sterk vertraagd worden of stagneren. Voor de locatie 2, 3 en 4 worden mogelijk onoplosbare knelpunten verwacht in het domein van de ruimtelijke kwaliteit. Dit zal zich uiten in het verkrijgen van de benodigde vergunningen: omgevingsvergunning (met verschillende aspecten), monumentenvergunning en ontwerpvergunningen op grond van de Waterwet en de Natuurbeschermingswet. Hiervoor zijn verschillende bevoegde gezagen die eisen zullen stellen aan het zoeken naar alternatieven en het compenseren van schade wat een zwaar beslag zal leggen op het project en waarvoor geen garantie bestaat dat het benodigde bestuurlijk draagvlak zal bestaan (zie bijlage 2). Daarbij gelden voor locatie 4 twee extra mogelijk onoplosbare knelpunten: Het waterinlaatpunt van Waternet recht tegenover de locatie. Er zijn op deze locatie twee kavels verkocht en twee panden gebouwd, die mogelijk de plek van de aan te leggen haven overlappen. Locatie 1 kent geen mogelijk onoplosbare knelpunten. Er worden minder problemen verwacht met de vergunningen hetgeen de doorlooptijd van het project ten goede zal komen. De knelpunten die verwacht worden zijn oplosbaar indien een overheidsbijdrage van circa €10 mln beschikbaar wordt gesteld voor maatregelen die buiten de commerciële activiteiten van een containerterminal vallen. 1 Hiervoor wordt verwezen naar informatie over de business case 4-4