Toolbox Versie 1.0, oktober 2010 uitgangspunten strategieën om beter te onthouden voor leren dat zo goed mogelijk aansluit op de werking van het menselijk geheugen toe te passen op lesstof die moet beklijven, zoals woordenschat, taalregels, rekenfeiten, topografie, geschiedenisfeiten vanuit voorkennis. Nieuwe informatie wordt beter • leren opgeslagen in het geheugen wanneer deze informatie gekoppeld is aan bestaande kennis. Dus probeer zoveel mogelijk de voorkennis van leerlingen te activeren tijdens het leren. • leren vanuit gerichte aandacht. De hoeveelheid nieuwe • n iet passief maar actief leren. Je kunt leerlingen beter actief iets laten bedenken bij wat ze leren, dan ze passief de leerstof laten bestuderen. Hoe actiever leerlingen verbanden leggen tussen leerstof en andere informatie, des te beter ze de stof onthouden. informatie die tegelijkertijd verwerkt kan worden in het geheugen is zeer beperkt. Dus zorg dat leerlingen hun aandacht alleen richten op processen die bijdragen aan het leren, en niet op andere zaken. • n iet stampen maar spreiden. Je kunt leerlingen beter meer- • leren vanuit inspanning. Kennis die met weinig inspanning • n iet opnieuw bestuderen maar ophalen uit het geheugen. • leren vanuit kennis van het eigen leren. Zelf inschatten • n iet goed = opnieuw studeren / wel goed = opnieuw geleerd wordt, wordt ook vaak weer snel vergeten. Dus zorg dat het leren genoeg inspanning kost voor de leerling, zodat de lesstof op de lange termijn ook beter onthouden wordt. hoe goed je iets geleerd hebt is erg moeilijk, zeker ook voor kinderen. Dus ondersteun leerlingen bij het inschatten van hun eigen leerprestatie en oefen hiermee, zodat ze beter in staat zijn hun eigen leren bij te sturen. dere keren kort met dezelfde stof laten oefenen dan één keer lang. Hoe meer je de herhalingen van de stof spreidt in de tijd, des te langer leerlingen de stof onthouden. Je kunt leerlingen beter een toets geven over geleerde stof dan ze de stof nog een keer laten bestuderen. Hoe meer inspanning de leerlingen steken in het ophalen van de stof uit het geheugen, des te langer de stof beklijft. toetsen. Laat leerlingen de stof die ze op een toets niet goed hadden opnieuw bestuderen. Laat ze de stof die ze wel goed hadden vooral nog een keer toetsen. Hoe vaker stof succesvol wordt opgehaald uit het geheugen, hoe langer de stof beklijft. strategieën om beter te begrijpen strategieën om beter toe te passen toe te passen op lesstof waarbij begrip centraal staat, zoals instructieve teksten, rekenstrategieën, natuur & techniek toe te passen op alle lesstof waarbij met opgaven wordt geoefend, zoals rekenen, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie • laat ze uitleggen. Laat leerlingen nieuwe stof in eigen woorden hardop aan zichzelf of aan anderen uitleggen. Leerlingen begrijpen de stof dan beter, omdat ze de nieuwe informatie toetsen aan hun voorkennis en verbanden leggen die niet letterlijk in de stof zelf staan. • laat ze vragen stellen. Laat leerlingen zelf vragen over de lesstof bedenken. Leerlingen begrijpen de stof dan beter, omdat ze de lesstof actief bestuderen en verbanden leggen met aanwezige voorkennis. • laat het tastbaar maken. Laat leerlingen naspelen of in- beelden wat er in de lesstof beschreven staat. Leerlingen begrijpen de stof beter doordat ze een verband leggen tussen de woorden in een tekst en de objecten en handelingen waar deze woorden naar verwijzen. • laat lezen, laat bezinken, laat ophalen. Laat leerlingen sleutelwoorden bedenken bij een tekst of een samenvatting schrijven, maar niet direct na het lezen. Leerlingen weten pas goed of ze een tekst begrepen hebben als ze de informatie uit het geheugen moeten ophalen. • focus op de aanpak in plaats van op de oplossing. Geef bij nieuwe opgaven zoveel mogelijk uitgewerkte voorbeelden tussendoor. Leerlingen leren beter hoe ze de opgaven moeten aanpakken, maken minder fouten, en hebben minder tijd nodig om de aanpak te leren. • a fnemende ondersteuning in plaats van blijvende ondersteuning. Geef zoveel mogelijk ondersteuning bij de eerste opgaven, maar bouw dit af. Leerlingen hebben ondersteuning nodig om een aanpak te leren, maar het blijvend aanbieden van veel ondersteuning verstoort het leerproces. • v ariatie in plaats van eenvormigheid. Geef zoveel mogelijk variatie, zowel in de aanpak die nodig is om opgaven op te lossen, als in hoe de opgave eruit ziet. Leerlingen zien overeenkomsten en verschillen tussen opgaven en leren zo welke aanpak er gekozen moet worden. VERANTWOORDING: Deze Toolbox is ontwikkeld door de ‘Cognitie & Leren’-groep van het Instituut voor de Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam (www.cognitionandlearning.eu), in samenwerking met het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (www.stichtingboor.nl). De Toolbox bevat een verzameling strategieën gericht op onthouden, begrijpen en toepassen van lesstof, waarmee docenten het leerproces van hun leerlingen doeltreffender kunnen maken. De strategieën zijn alle gebaseerd op de huidige kennis over de werking van het menselijk geheugen en zijn uitgebreid onderzocht, in het laboratorium en in mindere mate ook in de praktijk van het klaslokaal. De huidige versie van de Toolbox (1.0) is een eerste versie, die in de loop van de komende jaren verder ontwikkeld zal worden, aan de ene kant door uitbreiding met voorbeelden van toepassing van de strategieën in de praktijk, en aan de andere kant door onderzoek naar de effectiviteit van de strategieën. opbrengstgericht werken met talenten