ETHISCH DILLEMA STAGE OPDRACHT ETHIE K MAART 2014 Fase 1: morele probleemstelling -Wat is het probleem? Het probleem is dat mensen met vergevorderde alzheimer geen euthanasie kunnen plegen wanneer zij hier zelf niet meer toereken vatbaar voor zijn terwijl zij hier wel voor getekend hebben toen ze nog ‘gezond’ waren. Deze persoon wenst om niet verder te willen leven wanneer hij of zij bijvoorbeeld naar het verpleeghuis moeten of hun kinderen nier meer herkennen. Zolang deze mensen niet meer voor zichzelf kunnen beslissen heeft het beleid besloten dat de eerder schriftelijk getekende euthanasieverklaring ongeldig wordt verklaard en er zal dus niet meer op dit beroep in gegaan worden. Dit is namelijk geen recht van de patiënt. -Voor wie is het een probleem? Het is een probleem is in dit geval in eerste instantie voor de mensen om de ‘patiënt’ heen zoals dicht bijstaande familie en vrienden. Zij weten dat de persoon met alzheimer niet op deze manier verder had willen leven, maar ze moeten er toch op toezien hoe dit gebeurt. Maar ook voor de persoon die zelf alzheimer heeft en de schriftelijke euthanasieverklaring heeft ondertekend is dit niet correct, al zal hij of zij hier zelf niks van merken door deze ziekte. Ook voor de artsen die de euthanasie zouden moeten plegen is het een moeilijke keuze omdat deze niet altijd zeker weet of de patiënt dit wel echt wil. -Waarom is het een moreel probleem? Dit is een moreel probleem omdat het zowel zijn voor en zijn tegens heeft. De persoon zelf heeft de schriftelijke euthanasieverklaring ondertekend omdat deze wenste niet meer verder te leven wanneer er geen sprake meer is van kwaliteit van leven. Dit is gedaan wanneer de persoon nog gezond was en toereken vatbaar. Het zou dus een wel overwogen keuze zijn en die moet gerespecteerd worden. Aan de andere kant, kan het ook zo zijn dat de persoon er later spijt van krijgt en deze verklaring ongedaan wil maken. Omdat deze persoon niet meer zichzelf is en misschien niet meer zelf kan antwoorden door deze ziekte kun je nooit zeker weten of men nog echt dood wil. Ook zal een patiënt die in een ver gevorderd stadium van alzheimer zit zich niet realiseren dat ze iets tot zich nemen wat een einde aan hun leven maakt. De arts wil zeker weten of de patiënt hier mee akkoord gaat. Daarom zou het beter kunnen zijn om niet in te gaan op de getekende verklaring. Fase 2: Probleemanalyse -Waarden die in het geding zijn -Betrokkenen en hun belangen De betrokkenen bij dit dilemma zijn de patiënten met alzheimer, want om hun gaat het uiteindelijk. Deze mensen moeten een leven leiden terwijl zij dit niet zo gewenst hadden. De artsen die voor een dilemma staan of de persoon nog achter de schriftelijke euthanasieverklaring staat of dat deze van gedachten is veranderd, maar ook dat de patiënt zich op dat moment niet realiseert een drankje tot zich te nemen wat zal zorgen voor een einde aan zijn leven. Ook de familie en andere mensen die dichtbij deze persoon staan. Deze mensen weten dat het kwaliteit van leven voor hun dierbare voorbij is en die zien het lijden wat zich er bij meebrengt. -(omstreden) feiten De artsen dienen zich te houden aan het beleid. Zij mogen pas euthanasie plegen als ze er van overtuigd zijn dat de patiënt dit echt wil en dit ook kan zelf bevestigen en er moet sprake zijn van een onverdraaglijk lijden. Een arts mag hier overigens niet alleen over besluiten, hij moet nog een andere arts inschakelen zodat deze kan controleren of de eisen voldoen aan de wet. Euthanasie is geen recht van de patiënt. Fase 3: Handelingsmogelijkheden Zwart-wit strategie: Er is de keuze om de euthanasieverklaring door te laten gaan wanneer deze is getekend door de patiënt wanneer deze nog gezond was of in een beginnend stadia van alzheimer was. Of de euthanasieverklaring moet nog een keer bevestigd worden voordat dat de arts de euthanasie doorzet, ook al kan de patiënt dit voor zichzelf niet meer beslissen. Aankaarten op hoger niveau: Het probleem kan aangekaart worden op hoger niveau door de politiek er bij te betrekken en nog is te overzien of dit beleid nou wel correct is of dat er mogelijkheden zijn voor veranderingen. Strategie van samenwerking: Er zou een samenwerking kunnen ontstaan tussen artsen, nabestaanden en een aantal mensen vanuit de politiek om te kijken of het beleid misschien enige aanpassingen nodig heeft of volledig veranderd zou moeten worden. Om zo ook de wensen van de patiënt te respecteren. Fase 4: Ethische oordeelsvorming Geef aan wat moreel de beste handeling is volgens de ethische denkkaders -Je eigen intuïtie Mijn eigen intuitie zegt dat wanneer een gezond persoon de schriftelijke euthanasieverklaring ondertekend en de familie er ook zeker van is dat deze persoon achter zijn beslissing staat, dat deze wens gerespecteerd dient te worden. Wanneer er geen kwaliteit van leven meer is kan deze persoon met alzheimer niet meer zelf meer beslissen wat nou goed en fout is, sterker nog ze weten totaal niet meer wat er aan de hand is en ze hebben vaak geen controle meer over hun eigen lichaam en geest. Het zal dus ook geen zonde zijn om deze mensen te helpen met een einde aan hun leven te maken wanneer ze in het verleden hebben aangegeven dit te willen. Het zou niet de bedoeling moeten zijn om mensen tegen hun zin in nog vijf of tien jaar in een bed te laten liggen omdat ze verder niks kunnen. Ik vind wel dat er ook toestemming van de familie voor nodig is om deze levensbeëindiging door te zetten. Maar ook snap ik het standpunt van de artsen dat zij het moeilijk vinden om een einde aan iemand leven te maken terwijl je niet zeker weet of dit nou echt is wat deze patiënt wil. -Gevolgenethiek (utilisme) Volgens de gevolgenehtiek kan een handeling goed of fout zijn afhankelijk van de meerwaarde voor de betrokken partijen vermeerd of vermindert. Er zal dus worden gekeken naar het gevolg van de handelingen door er een som van te maken van de mensen die er geluk aan ervaren en de mensen die er ongelukkig van worden. In deze stroming telt het grootste geluk voor de meeste aantal mensen of de welvaart. In dit geval is dat moeilijk te zeggen. Je zou de patiënt en de familie er hun rust mee kunnen geven en hun wens respecteren. Of je geeft de artsen een bepaalde rust door hun niet voor dit dilemma te stellen en eigenlijk de dood van een persoon op hun geweten te zetten. -Beginselenethiek (Kant) Het uitgangspunt van Kant is de goede wil. Een handeling is pas moreel goed als het uit goede wil is en respect toont. Het draait hier niet om de gevolgen maar om de intenties van de handelingen. Er mogen geen uitzonderingen op de regel bestaan. Kant zou waarschijnlijk het beleid willen veranderen omdat de artsen de wens van de patiënt voor euthanasie zouden moeten respecteren. Deze verklaring is er uit goede wil, omdat de persoon niet verder zou willen leven wanneer het lijden te groot wordt. -Deugdenethiek (Aristoteles) Bij de deugdenethiek gaat men uit van goede gewoonten en karaktereigenschappen die de keuzes bepalen. Men moet goed kunnen leven. In dit geval zou de euthanasieverklaring dus uitgevoerd moeten worden ook al zit met in een ver gevorderd stadium van alzheimer. De patiënt zal geen kwaliteit van leven meer hebben en dat is ook de reden dat hij of zij de verklaring heeft ondertekend. De wens moet dus gerespecteerd worden. -Beroepsethiek/Bedrijfscode Deze vorm van ethiek houdt zich bezig met de morele vraagstukken die bepaalde mensen in hun werk tegenkomen. Ieder persoon heeft een bepaalde morele verantwoordelijkheid in zijn of haar beroep en daar handelen ze ook naar. Het beroep mag geen schade toegebracht krijgen en er mag geen misbruik worden gemaakt van de positie. Er mag vanuit deze ethiek dus geen schade worden aangebracht aan de alzheimer patiënten. En dit gebeurt wel als de arts deze mensen het dodelijke drankje zou geven. Maar het is ook weer zo dat de arts de wens van de patiënt dient te respecteren en zijn keuze zou moeten uitvoeren.