18 COVERSTORY COVERSTORY 19 Mondzorg is een ondergeschoven kindje Gave tanden en een mooi gebit. De 28-jarige dochter van Geertje Paaij had het van nature. Ze lijdt aan schizofrenie en ADD, slikt veel medicijnen, rookt en gebruikt cannabis. Paaij ziet haar dochters gebit enorm achteruitgaan. Ze gaat op onderzoek uit en praat met Davy Pratasik, tandarts in de GGZ. tekst Geertje Paaij | [email protected] fotografie Shutterstock mondzorg voor psychiatrische patiËNTEN Een klein gaatje wordt al snel een rotte kies M ijn dochter is een wandelende medicijnfabriek. Ze gebruikt Leponex, Abilify, Concerta en Fevarin. Ze rookt veel en is niet vies van een jointje. Van haar eens zo prachtige gebit blijft steeds minder over. Ik vroeg Davy Pratasik, als tandarts verbonden aan GGZ Rivierduinen en aan GGZ Bavo Europoort, of er niet meer aandacht aan mondzorg besteed zou moeten worden in de GGZ. Speekselalarm ‘Patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen zijn vaak gevoelig voor gaatjes. Speeksel beschermt de tanden en kiezen, maar door de medicijnen is de kwaliteit én de kwantiteit ervan slecht’, www.ypsilon.org legt Pratasik uit. ‘Patiënten maken extra veel of juist bijna geen speeksel aan, terwijl dat juist zo belangrijk is voor een gezond gebit. Het spoelt de mond, neutraliseert zuren of voeding, herstelt het glazuur en doodt bacteriën.’ Lithium is de grootste boosdoener. Mensen die Lithium gebruiken maken minder speeksel aan en hebben een droge mond waardoor slikklachten en kauwproblemen ontstaan. Zelf ervaren ze dat niet altijd als lastig, zeker als ze ook nog eens roken. Clozapine veroorzaakt juist weer veel speeksel. De zuurgraad hiervan is laag en het loopt makkelijk uit de mond. Vijftig procent van alle medicijnen (dus niet alleen antipsychotica) hebben een remmende werking op de speekselklieren. Als iemand meer dan vier medicijnen per dag slikt en daarnaast rookt, is de speekselproductie zodanig laag dat er sprake is van een alarmsituatie. Pratasik raadt die patiënten met klem aan de hele dag xylitol kauwgom te gebruken. Dat stimuleert de speekselklieren om meer speeksel produceren. Pratasik pleit ervoor om bij de intake in GGZ-instellingen standaard het gebit te beoordelen. Het tandbederf kun je namelijk enorm vertragen door professionele gebitsreiniging eens per kwartaal. Het liefste zou hij zien dat iedere GGZinstelling over een mondzorgcoördinator beschikte. Ook vindt hij dat er meer aandacht moet komen voor patiënten met een gebitsprothese of kunstgebit omdat ook bij hen de hygiëne achter loopt. Eigen tandarts ‘Wie langer dan een jaar is opgenomen, kan (nog) aanspraak maken op mondzorg via de AWBZ. Voor DBC-patiënten moet de tandarts een tandartsmachtiging aanvragen voor zes uur per jaar. Dat is voldoende voor een grondige gebitsreiniging vier keer per jaar, inclusief kleine verrichtingen. lees verder → Ypsilon Nieuws 3 | 2014 20 COVERSTORY 21 → Frisdrank is funest voor het gebit vervolg Pratasik legt het hiaat uit tussen mondzorg voor DBC-patiënten (opnameduur korter dan een jaar) en AWBZ-patiënten (opnameduur langer dan een jaar). DBC staat voor Diagnose Behandel Combinatie, een systeem voor het declareren van zorgkosten. ‘Fnuikend is de redenering dat DBC-patiënten maar naar hun eigen tandarts moeten gaan, want die hebben ze vaak niet, net zomin als een tandartsverzekering.’ GGZ-instellingen draaien op voor de kosten van een praktijkruimte op het terrein. Als de tandarts ook DBC-patiënten behandelt in de instelling, stijgen de kosten. Volgens Pratasik is er geen eenvormige mondzorg in GGZ-instellingen en hangt het er vanaf of een Raad van Bestuur belang hecht aan goede mondzorg voor haar patiënten. Pratasik schat in dat de mondzorg voor AWBZ-patiënten over ongeveer drie jaar zal worden overgeheveld naar de basisverzekering voor ziektekosten. De verzorgingsstaat is immers constant in beweging. Optimale somatische zorg In februari 2014 verscheen het rapport van een onderzoek naar optimale somatische zorg in de GGZ volgens cliënten, uitgevoerd door het regionaal expertteam (RET) in Amsterdam/Noord-Holland en Flevoland. Een greep uit de bevindingen: •De ene instelling neemt het in het behandelplan op. De ander verwijst zowel opgenomen als ambulante patiënten door naar speciale tandartsen. Soms komt mondzorg helemaal niet ter sprake. Alleen wie klachten heeft, wordt doorverwezen. Mondzorg is slechts zeer beperkt als voorziening aanwezig. • Tandartsen zijn vaak niet op de hoogte van de bijwerkingen van medicatie en de gevolgen daarvan voor het gebit. Kwaliteitsmeting De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat de kwaliteit van de mondzorg in de gehandicaptensector onderzoeken. De reden is dat ze de afgelopen jaren meldingen heeft gekregen over tekortschietende zorg. Het belangrijkste doel van het onderzoek is om het veld te stimuleren om de dagelijkse zorg voor het gebit onderdeel te laten zijn van de ondersteuning van de cliënt. Ook moet mondzorg als onderwerp in het ondersteuningsplan van de cliënt worden opgenomen. www.ypsilon.org Motivatie Pratasik stelt dat maar weinig tandartsen affiniteit hebben met psychiatrische patiënten. ‘Ze kijken niet naar het onderliggende ziektegedrag, maar zeggen slechts dat iemand nauwelijks te behandelen valt omdat hij niet gemotiveerd is. Vervolgens pakken ze de tang en trekken de aangetaste kies of - in het ergste geval alle tanden en kiezen voor de snelste op lossing: een kunstgebit. Ze zouden meer kennis moeten hebben van psychose om te begrijpen waarom een patiënt niet poetst. Zij moeten die zorg en verantwoordelijkheid overnemen omdat het de patiënt ontbreekt aan ziektebesef. Mijn 28 jaar ervaring in de psychiatrie zet ik bij GGZ Bavo Europoort ook in voor dak- en thuislozen. Een klein gaatje kan in een jaar tijd een rotte kies worden. Daarom is preventie en tijdig behandelen zo belangrijk. Het bevordert de stabiliteit van een gezond gebit en voorkomt dat een patiënt andere lichamelijke klachten krijgt door zijn ongezonde gebit.’ Parodontitis Door roken, stress en ongezonde voedingsgewoonten en leefstijl kan parodontitis ontstaan, vergevorderde tandvleesontsteking. Uiteindelijk kan er zoveel kaakbot verdwijnen dat tanden en kiezen los gaan zitten en uitvallen. ‘Koolhydraatrijke voeding is funest voor het gebit. Cola en andere koolzuurhoudende drankjes veroorzaken veel schade. Een diëtist zou erop toe moeten zien dat patiënten zoetigheid vermijden.’ Voor Pratasik genoeg reden om zijn AWBZpatiënten volgens een strak systeem vier keer per jaar voor controle op te roepen. ‘We bellen ze op als ze niet komen en zitten er bovenop. Deze mondzorg zou ook toegankelijk moeten zijn voor ambulante patiënten of voor mensen die verblijven in een woonvorm. Ook die zijn kwetsbaar als het gaat om de mondgezondheid.’ GGZ en mondzorg Bij GGZ Arkin voerde de cliëntenraad in 2013 een project Mondzorg uit, gericht op voorlichting, omdat zo veel patiënten met een slecht gebit rondlopen. Emilie Verstege van de cliëntenraad vertelt: ‘Het ‘protocol somatische zorg’ is aangepast. Psychiaters worden gestimuleerd om de effecten van medicatie op speeksel en het gebit met hun patiënten te bespreken en ze te adviseren.’ De cliëntenraad blijft patiënten voorlichten. De aandacht voor mondzorg mag niet verslappen. GGZ inGeest liet in 2013 Hogeschool In-holland onderzoeken hoe het met de mondzorg gesteld was in de instelling. Verpleegkundig specialist Ineke van Waard: ‘In het algemeen is het niet best gesteld met de mondgezondheid. Door de scheiding in vergoeding tussen AWBZ- en DBC-patiënten is het voor de laatste categorie ingewikkeld om mondzorg te verkrijgen van de tandarts, verbonden aan GGZ inGeest. We geven voorlichting aan patienten en niet aan verpleegkundigen. Mondzorg aan patiënten maakt nauwelijks deel uit van de opleiding.’ Op 11 februari 2015 is er op het symposium ‘Mind the body’ een workshop over mondzorg. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) meldt dat er geen landelijk beeld is van het aantal tandartsen dat werkzaam is in psychiatrische instellingen. Ypsilon Nieuws 3 | 2014