Hoofdstuk 3 Blik op oneindig §3.1 Het zonnestelsel Ptolemeus (180-120 v. Chr.) geocentrisme in het midden is de aarde en de zon en de andere planeten draaien daar omheen. Copernicus (1543) heliocentrisme de zon is in het midden en de rest draait daar omheen. Het zonnestelsel bestaat uit 1 ster (= zon) van gemiddelde grootte en 8 planeten; sommige planeten hebben 1 of meer manen (= hemellichamen die om de planeet draaien). In het zonnestelsel zitten ook; Kometen: hemellichamen van stof en ijs van een paar km groot, die in een elliptische (ovale) baan draaien rond een ster. Zijn ze in de buurt van een ster verdampt het ijs en vormt het gas een ‘staart’. Planetoïden: kleinere planeten Meteorieten: brokken gesteenten die op aarde terechtkomen Meteoren: stukken stof van de ‘staarten’ van de kometen die in de atmosfeer verbranden Volgorde planeten vanaf de zon; Zon – Mercurius – Venus – Aarde – Mars – Jupiter – Saturnus – Uranus – Neptunus – Pluto. De aarde is bolvormig; Erathosthenes (276-196 v. Chr.) experiment met schaduw. De aarde draait om de zon; 365, 25 dagen = volledige omwenteling. De aarde staat niet recht t.o.v. de zon; heeft een hoek van 23,5°. Gravitatiekracht/zwaartekracht; - van de aarde - van de maan tijden eb en vloed: 2 keer/24h Vloed: water wordt aangetrokken door de maan aan de andere kant blijft het water achter t.o.v. de aardbol; daar is er ook vloed. Springtij: dit treedt eens in de 2 weken op de getijkrachten van de maan en de zon hebben dezelfde richting en versterken elkaar daardoor de zon, de maan en de aarde staan in een rechte lijn. Planetarium: op schaal verkleint zonnestelsel met echte planeten en dingen die echt draaien Eise Eisinga heeft de oudste, nog werkende, planetarium gemaakt. Kalenders; Juliaanse kalender o Julius Caesar in 46 v. Chr. o Gebaseerd op 365,25 dagen o Schrikkeljaar om de 3 jaar achterstand Gregoriaanse kalender o Paus Gregorius XIII in 1582 o Donderdag 4 oktober werd vrijdag 15 oktober 1582 om achterstand in te halen lente begint op 21 maart Plaatsbepaling op de aarde; - lengtegraden = meridianen (180 + 180 = 360) bepaalt de tijd op aarde - breedtegraden = parallellen (90 + 90 = 180) bepaalt max. zonshoogte Nulmeridiaan (Greenwich) Evenaar = 0° Keerkringen = 23,5° Poolcirkels = 66,5° Film zonnestelsel; * Planeten zijn altijd in groepen, nooit alleen * De Melkweg is 1 van de duizenden zonnestelsels * Ontstaan ster: samentrekking gas door zwaartekracht wordt steeds warmer en gaat sneller draaien ontsteekt ster * Ontstaan planeten: gassen en stoffen botsen en kleven tegen elkaar aan groeien planeten * Zonnestelsel opbouwen: botsende planeten totdat ze stabiel zijn * De maan is ontstaan uit oude brokstukken van de aarde * Jupiter beschermt de aarde tegen meteorieten en asteroïden * Aarde draait in tegengestelde richting om de zon Planeet aarde (= Terra); 4,7 miljard jaar oud (4,02 miljard het oudste mineraal) Omtrek: 40750 km Diameter: 12740 km Gem. temperatuur: 14°C Hoogste punt: Mount Everest (8848m) Laagste punt: Marianentrog (10911m) = Challenger Deep Oudste continent: Australië Draaiing rond eigen as: 23 uur, 56 minuten en 4 seconden dag Draaiing rond de zon: 365 ¼ dag jaar GMT: Greenwich Mean Time vanaf hier (meridiaan) tijd bepaald Scheefstelling t.o.v. de zon seizoenen afstand tussen de aarde en de zon varieert Lagen; o Lithosfeer: 29% o Hydrosfeer: 71% (= water) o Atmosfeer o Biosfeer (= levende organismen) Opbouw; o Aardkern o Aardmantel o Aardkorst = lithosfeer o Oceanische en continentale platen Divergente beweging = uit elkaar Convergente beweging = naar elkaar magmastroming Transforme beweging = langs elkaar Atmosfeer = dampkring o Stikstof 78% o Zuurstof 21% o Argon 0,9% o Koolstofdioxide 0,03% o Sporen van: Neon, Krypton, Helium en Xenon o Maakt goede temperatuur o Houdt uv-stralen tegen o Beschermt tegen meteorieten o Maakt zuurstof leven Broeikaseffect Zonder broeikaseffect; 80°C overdag en -140°C ’s nachts Zon boven evenaar: in het noorden lente, in het zuiden herfst kan ook andersom Zon boven Steenbokskeerkring: in het noorden winter, in het zuiden zomer Zon boven Kreeftskeerkring: in het noorden zomer, in het zuiden winter §3.2 Om de aarde Arthur C. Clark; - SF-schrijver (2001: “A space Odessey”) - bedenkt eerste communicatiesatelliet (1945) op een geostationaire baan zou men ieder punt op aarde met ieder ander punt kunnen verbinden via max. 2 satellieten 1957: eerste satelliet Spoetnik Nu; ± 5000 satellieten - telecommunicatie - navigatie - weervoorspellingen - aardeobservatie (natuurramp) - militaire doelen (spionage) Satellieten: objecten die in een omloopbaan rond de aarde draaien dankzij de zwaartekracht. Indeling; - lage baan; lager dan 800 km LEO = Low Earth Orbits - gemiddelde baan; tussen de 800-30000 km MEO = Mid Earth Orbits - geosynchrone baan; 36000 km GEO = Geosyncrone Earth Orbits - hoge baan; hoger dan 35800 km Deep Space Orbits Satellieten gebruiken 2 soorten banen; 1) geostationaire baan; boven de evenaar, heeft snelheid van de aarde 2) polaire baan; draait over de noord- en zuidpool Inmarsat-3 is een satelliet die op 36000 km boven de evenaar draait. Hij draait een rondje binnen 24 uur steeds boven dezelfde plek op de aarde.