Inleiding / algemeen inspanning worden koolhydraten uit de voeding • Drink voldoende. Voeding en sport staan de laatste jaren steeds meer verbrand voor zover deze tijdens of vlak voor de • Gebruik de laatste maaltijd 2 tot 4 uur voor in de belangstelling. Een verkeerde voeding inspanning zijn opgenomen. vermindert niet alleen de prestaties, maar kan ook Wanneer deze voorraad is uitgeput, wordt gezondheidsrisico’s veroorzaken. Naast een goede glycogeen uit lever en spieren aangesproken. Deze koolhydraten bevat : 2,5 tot 3 gram variatie moet de nadruk worden gelegd op de glycogeenvoorraad is bij een ongetrainde sporter koolhydraten/kg lichaamsgewicht. kwantiteit en de kwaliteit van de voeding die voor ongeveer 1 ½ uur. Door training en Suikers voor een inspanning leiden niet gebruikt moet worden, vóór, tijdens en na de koolhydraatrijke voeding kan de sporter deze noodzakelijk tot slechtere prestaties. inspanning. Niet alleen bij topsport, maar ook bij glycogeenvoorraad verhogen en zo de prestatieduur recreatieve sport zijn topprestaties mogelijk, verlengen. Training bijvoorbeeld bij deelname aan marathon of triatlon. Bij langdurige inspanningen waarbij de belasting Gedurende de trainingsperiode wordt de duursporter van de spieren lager is, worden voornamelijk de volgende verdeling van voedingsstoffen De voeding bij duursport vetzuren verbrand. De glycogeenvoorraad wordt aangeraden: Bij duursport is er sprake van een inspanning gespaard en de inspanning kan langer worden - 60 – 70 en% koolhydraten gedurende een bepaalde periode; de mogelijkheden volgehouden. - 20 – 30 en% vet zijn: Tijdens inspanning vindt behalve verlies van water - 10 en% eiwit - - de inspanning. • Zorg dat deze maaltijd voldoende kort en intensief (bijvoorbeeld 1500m ook verlies van zout (NaCl) plaats. Dit kan onder schaatsen) andere worden aangevuld met natriumbevattende Wedstrijd lang, met een lagere spierbelasting dorstlessers of door naast dorstlessende dranken iets Tapering-off (bijvoorbeeld Tour de France) hartigs te eten. In de periode vlak voor de wedstrijd wordt de De energie wordt geleverd via de verbranding van koolhydraten en vetten. Bij intensieve inspanning inspanning verlaagd, en de hoeveelheid De dagelijkse sportvoeding moet de energievoorziening grotendeels uit koolhydraten komen. • Streef naar dagelijkse een Koolhydraten verbranden snel en vragen minder koolhydraatinname van (8 tot) 10 gram/kg zuurstof bij de verbranding dan vetten. Tijdens de lichaams-gewicht. koolhydraten wordt opgevoerd tot 70 en% (tapering-off). Hierdoor wordt de glycogeenvoorraad verhoogd. Op de wedstrijddag gelden dezelfde regels als • eerder genoemd voor de trainingsperiode. Vlak voor • de wedstrijd kan men een koolhydraatrijke drank Kies minder geconcentreerde dranken (4 tot 8%) bij warm weer. Kies eventueel meer geconcentreerde dranken (tot 15%) bij koud weer. nemen die voldoende energie levert voor een korte inspanning. Bij een langere inspannig moet tijdens de wedstrijd en direct daarna zowel vocht als energie opgenomen worden. Na de inspanning Een snel herstel van de energievoorraden is belangrijk om zo vlug mogelijk opnieuw optimaal te kunnen trainen. De voeding kan hierbij uiteraard Extra adviezen voor een wedstrijd Sportvoedingsfolder “Voeding en Hardlopen” helpen, maar in de praktijk heeft men vlak na het sporten meestal weinig eetlust. Dorstlessende • • Het "laden" van koolhydraten gebeurt best via de taperingmethode. Dit is het afbouwen van de training en het opvoeren van de koolhydraten in de voeding Vermijd een vezelrijke voeding de 3 laatste dagen voor de wedstrijd. Voeding tijdens inspanning sportdranken kunnen dit probleem opvangen. De koolhydraten zorgen voor de aanvulling van de glycogeenvoorraad, terwijl het zout het opgenomen vocht helpt vasthouden. Ter vergelijking: van water of andere natriumarme drank (bv. softdrinks) wordt na het sporten ongeveer de helft vastgehouden. Bij • • • • • Bij inspanningen langer dan 45 minuten is een bijkomende aanvoer van koolhydraten zinvol. Per uur wordt maximum 60 tot 66 g koolhydraten opgenomen. Fructose, galactose en onoplosbaar zetmeel worden traag opgenomen. Drink 6 tot 8 ml per kg lichaamsgewicht bij de start. Drink tijdens de inspanning elke 15 tot 20 minuten zo’n 2-3 ml/kg. • Vermijd drankjes met een koolhydraatconcentratie boven 15%. natriumhoudende drankjes is dit veel groter, namelijk 70 tot 80%. Contact: Voeding na de inspanning • • • Koolhydraatrijke voeding bevordert het herstel (25 g koolhydraten per uur). Voedingsmiddelen met een hoge GI genieten de voorkeur. Trainingsrust is essentieel voor een optimaal herstel. Jaap Bos Sportgezondheidsprofessional Email: [email protected]