Let’s Altmark Vanaf 1 januari 2002 is het hoofdregel dat subsidies worden verstrekt op basis van een verordening of ander soort wettelijk voorschrift. Hoewel deze hoofdregel al meer dan 5 jaar van kracht is, kan worden waargenomen dat het merendeel van de gemeenten ook dit deel van hun subsidiehuishouding juridisch niet op orde heeft. Nu hoor ik de juristenhaters in gemeenteland verzuchten, dat het toch altijd al goed ging. Voor welke oplossing hebben die juristen nu weer een probleem gezocht. Ook in dergelijke gemeenten wordt ooit noodgedwongen besloten tot bezuinigingen in de subsidiesfeer. Het is te laat als pas dán wordt ontdekt dat de gemeente de boel juridisch niet op orde heeft. Want het keiharde gevolg is, dat beoogde en reeds ingeboekte bezuinigingen “domweg” niet kunnen worden geëffectueerd. Maar het kan nog erger: de grotere subsidies zijn vaak ook nog aan te merken als staatssteun in de zin van het EG-Verdrag. Dat betekent: nog meer regeltjes waaraan subsidierelaties moeten voldoen. Tenzij hiervoor een uitzondering wordt gecreëerd. Het Verdrag verbiedt de overheden van de lidstaten tot het geven van steunmaatregelen die het handelsverkeer binnen de EU kunnen belemmeren. Een steunmaatregel is elke vorm van voordeel die door de overheid aan een onderneming wordt gegeven. Een welzijnsinstelling (muziekschool, instelling voor sociaal-cultureel werk e.d.) is Europeesrechtelijk te beschouwen als “onderneming”. Het maakt daarbij niet uit dat het maken van winst niet wordt beoogd. In theorie moeten de betreffende diensten ook kunnen worden geleverd door een in Griekenland gevestigde welzijnsinstelling. Subsidie (staatssteun dus) van enige omvang kan leiden tot belemmering van het interstatelijk handelsverkeer. Dus moet een subsidie in beginsel worden gemeld bij de Europese Commissie, nogmaals tenzij hiervoor een uitzondering wordt gecreëerd. Anders is er een risico van ongeoorloofde staatssteun, met alle nare gevolgen van dien. Sinds het Altmark-arrest (24 juli 2003) geldt, dat betalingen die worden gedaan ter compensatie van openbare dienstverplichtingen (bijvoorbeeld het leveren van welzijnsprodukten) geen staatssteun zijn en derhalve niet behoeven te worden aangemeld bij de Europese Commissie. Dat lijkt prachtig maar is het niet. Want: er zal aan een viertal ingewikkelde criteria moeten worden voldaan. Deze gaan door het leven gaan als “Altmarkcriteria”. Bij subsidieverstrekking zal hiermee zowel inhoudelijk als procedureel terdege rekening moeten worden gehouden, dit met het oog op rechterlijke correctie. Voorkomen moet nl. worden dat een belanghebbende gaat c.q. laat onderzoeken of de door een gemeente verstrekte subsidie in strijd is met Europese regels. Te denken valt hierbij aan een muziekschool die in financieel zwaar weer is terechtgekomen en zich oriënteert op het vergroten van zijn werkterrein in de naburige gemeente. De Altmarkcriteria houden kort gezegd in: de instelling moet daadwerkelijk zijn belast met de uitvoering van de welzijnsactiviteit en de verplichtingen moeten duidelijk zijn afgebakend; de subsidie moet vooraf op objectieve en doorzichtige wijze zijn vastgesteld; de subsidie mag hooguit kostendekkend zijn, en moet zijn berekend op basis van de kosten die een vergelijkbare onderneming zou hebben gemaakt. Volgens mij wordt in (vrijwel) geen enkele gemeente op deze wijze een subsidiebeschikking ingericht. Toch is het beter om dit wel te doen. Al was het alleen maar om te voorkomen dat die concurrent de hemelse smaak van het procederen te pakken krijgt. Er is hier en daar een nieuwe activiteit waarneembaar, genaamd “Altmarken”: het door een overheid doorlichten van zijn subsidie-infrastructuur op houdbaarheid ten opzichte van het Altmarkarrest. Eigenlijk best verstandig… Olaf Schuwer Griffier/juridisch adviseur gemeente Heerde. Praktijkdocent. [email protected]