Neuro Intensive Care in Nederland R.W.M. Keunen, S.M. Peerdeman, R.A. van der Kruijk, M.A. Kuiper, mede namens de Werkgroep Neuro-Intensive Care opgericht onder auspiciën van de NVIC, NVN, NvvN en NVA Samenvatting Begin 2006 is de landelijke Werkgroep Neuro-Intensive Care (WNIC) opgericht vanuit de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC), de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN), de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVVN) en de Nederlandse vereniging voor Anesthesiologie (NVA). De werkgroep stelt zich tot doel zorg aan IC patiënten met een neurologische of neurochirurgische aandoening te bevorderen en streeft met name naar een specialisme overstijgende samenwerking tussen neurologen, neurochirurgen en intensivisten. In dit kader vond in 2008 een inventariserend onderzoek plaats naar de huidige stand van zaken rond samenwerking tussen de intensivist en de neurologische c.q. neurochirurgische vakspecialisten op algemene intensive care units. Speciale aandacht ging in deze enquête uit naar de wijze waarop de cerebrale functies van patiënten op een intensive care bewaakt worden. Inleiding De zorg voor patiënten met neurologische problematiek op de intensive care is een gedeelde verantwoordelijkheid van intensivisten, neurologen, neurochirurgen en anesthesisten. Aangezien intensivisten de hoofdbehandelaar zijn op de intensive care, coördineert deze de zorg rondom deze patiënten. In tegenstelling tot patiënten met een neurologische aandoening op de polikliniek of op de reguliere klinische afdeling, hebben patiënten op de IC vaak een gedaald bewustzijn. Dit gedaalde bewustzijn is vaak het gevolg van een systemische, medicamenteuze of in sommige gevallen een primair neurologische aandoening. Het diagnostisch kader van een neuro-intensivist omvat dan ook een doorgronden van de intracraniële pathofysiologische processen die aan het gedaald bewustzijn ten grondslag liggen. Conceptueel gaat dit over veranderingen van cerebraal metabolisme, cerebrale doorbloeding en intracraniële drukverhoudingen. Omdat bij IC patiënten anamnese en lichamelijk onderzoek slechts een beperkte reconstructie van bovengenoemde processen mogelijk maken, is de intensivist aangewezen op aanvullend neurologisch onderzoek. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de zorg voor patiënten met een neurologische aandoening op de IC op dit moment is georganiseerd en welke neuro-diagnostische onderzoeken mogelijk zijn, werd een vragenlijst verzonden aan 12 representatief geachte intensive cares waaronder 6 in academische ziekenhuizen en 6 in een niet-academische opleidingsziekenhuizen. Enquête resultaten (verkorte versie) Organisatie van de neurologische zorg binnen een IC In academische ziekenhuizen worden gemiddeld in 1 op de 9 IC patiënten een neuroloog geconsulteerd. Hierbij wordt in ruim 30 % een aanvullend beeldvormend of klinisch neurofysiologisch onderzoek verricht waarbij de expertise van een radioloog en/of klinisch neurofysioloog gewenst is. Bij niet-academische ziekenhuizen die beschikken over neurochirurgische expertise zijn deze cijfers ongeveer hetzelfde. De neurologische consultaties worden in de meeste gevallen door een arts-assistent uitgevoerd door onder supervisie van een neuroloog. De consultatie geschiedt meestal op verzoek van de intensivist. In 2 van de 12 geënquêteerde centra wordt aangegeven dat de neuroloog als vaste consulent betrokken is bij de dagelijkse multidisciplinaire patiëntenbespreking op de IC. Neurologische en neurochirurgische consultaties worden vastgelegd in een papieren status. In alle centra zijn protocollen (op inter- of intranet) beschikbaar. Aanvullend neurologisch onderzoek op een IC Alle IC’s hadden de mogelijkheid om patiënten tot beeldvormend onderzoek middels een CTof CTA-cerebrum dan wel MRI/MRA-cerebrum. Alle IC’s hadden mogelijkheden om via de afdeling klinische neurofysiologie onderzoek te laten verrichten. Meestal betrof het electroencephalografisch onderzoek (EEG), somato-sensibel onderzoek (SSEP) en electromyographisch onderzoek EMG, alsmede vasculair onderzoek middels transcranieel Doppler onderzoek (TCD) en druk/volume registraties middels een intracraniële drukregistratie (ICP) meting. Slechts een enkel centrum had de mogelijkheid tot een invasieve of niet invasieve cerebrale oximetrie. ICP registraties waren meestal meerdaags, soms werden ook meerdaagse EEG registraties verricht. Het meest verrichte onderzoek was het EEG dat bij 1 op de 41 IC patiënten verricht werd. Het SSEP onderzoek werd verricht bij 1 op de 56 IC patiënten, ICP registraties werden verricht in 1 op de 65 patiënten, EMG’s werden verricht in 1 op de 300 patiënten. De onderzoeksfrequentie van TCD varieerde van 1 op de 40 tot 1 op de 650 patiënten. EEG, EMG en SSEP onderzoeken zijn registraties die op alle IC’s in Nederland gemeengoed zijn. Dit in tegenstelling tot ICP en TCD registraties die in sommige klinieken relatief veel gebruikt worden terwijl ze in andere klinieken deze methoden zelden of nooit worden toegepast. Bijna zonder uitzondering worden de registraties verricht en beoordeeld door neurologen of klinisch neurofysiologen. De meest genoemde indicaties voor EEG en SSEP onderzoek waren de diagnostiek en behandeling van respectievelijk een (non) convulsieve status epilepticus en de prognose stelling van een postanoxisch coma en registraties in het kader van donor procedures. ICP registraties werden meestal uitgevoerd bij patiënten met een neuro- trauma. De indicaties voor TCD registratie waren het meest uiteenlopend; genoemd werden: vroegdiagnostiek van vasospasme bij aneurysmatische SAB’s, vaststellen van een cerebraal circulatoir arrest, het beoordelen van de druk/volume verhoudingen bij trauma patiënten, het vaststellen van een ICP verhoging bij patiënten met leverfalen en het aantonen van cerebrale hyperperfusie syndromen of persisterende cerebrale embolisaties na carotis chirurgie. Decursus De zorg voor neurologische en neurochirurgische patiënten op een IC staat anno 2009 onder eindverantwoordelijkheid van de intensivisten. Veranderingen in de organisatie van de zorg, de diagnostiek en de therapeutische mogelijkheden voor patiënten met een neurologische aandoening vinden snel plaats en de huidige situatie zal over 10 jaar ingrijpend veranderd zijn. Verwacht mag worden dat alle IC’s zullen overgaan op een elektronisch patiënten dossier en dat alle consultaties, aanvullende onderzoeken, therapieën, complicaties en uitkomst parameters digitaal zullen worden opgeslagen. Dat betekent dat in de nabije toekomst de data rond de neurologische diagnoses, behandelingen en effect van behandelingen eenvoudiger beschikbaar zullen komen. De huidige bewaking van de cerebrale functie van de IC patient gebeurd op dit moment: ‘op indicatie’, d.w.z. meestal als er een onverklaarde daling of verandering van het bewustzijn is opgetreden. Hersendoorbloeding, hersenmetabolisme en intracraniële drukverhouding worden niet als zodanig als standaard gemeten. Dit i.i.t. de overige orgaansystemem: ECG registraties, systemische bloeddruk/hartslag registraties en pulse-oximeter registaties zijn standaard voor iedere patient. Het gevolg van deze cerebrale onderregistratie is dat op intracraniële processen feitelijk geen zicht is. Focus van de IC monitoring ligt op ontregeling van cardiovasculaire en pulmonale functie maar de impact op de hersenfunctie wordt niet gemeten. Tot het moment dat: ‘de patiënt niet wakker wordt’, of tot het moment dat ‘de patiënt zo lang delirant blijft’. Vaak is er onder dergelijke omstandigheden reeds dagen geleden een stil cerebraal insult opgetreden waar de neuroloog nu slechts nog de schade van kan vaststellen. De doel van de IC behandeling zou juist moeten zijn de preventie van cerebrale schade en dat vereist een combinatie van cerebrale en cardio-pulmonale monitoring. Idealiter zou het aan te bevelen zijn dat intensivisten cerebrale monitoring zelf kunnen initiëren en beoordelen. Een dergelijk systeem zou moeten voldoen aan de volgende eisen: a. het systeem moet een of meerdere pathofysiologische grootheden meten (b.v. cerebraal metabolisme, doorbloeding of druk/volume verhouding) en b. het systeem zou de voorgenoemde grootheid moeten uitdrukken in een eenvoudig te registeren eenheid en c. het cerebraal monitoring systeem moet bij voorkeur niet invasief en patient vriendelijk zijn in het gebruik. Deze monitoringsystemen bestaan en kandidaten zijn de niet invasieve cerebrale oximeter (NIRS), de bispectrale cerebrale EEG monitor (BIS monitor als maat voor het cerebraal metabolisme), de meerdaagse korte TCD registraties (om de cerebrale doorbloeding en druk/volume verhouding vast te stellen) en een monitoring van het autonoom zenuwstelsel d.m.v. online analyse van de variaties in het ECG en de bloeddruk. Uiteraard dient de waarde van een cerebraal monitoring systeem bij elke IC patiënt met een verlaagd bewustzijn onderzocht te worden in gerandomiseerd onderzoek. Samenvattend Op de IC’s in Nederland werken intensivisten, neurologen, neurochirurgen en anesthesisten intensief samenwerken. Neurologische consultaties worden op indicatie van de intensivist uitgevoerd. Omdat de neurologische bewaking van de patiënt niet systematisch wordt uitgevoerd vinden de meeste neurologische consultaties pas plaats nadat een cerebraal insult is opgetreden. Hierdoor zijn waarschijnlijk de mogelijkheden voor preventie van cerebrale schade op de IC niet optimaal benut. Het ontbreken van een cerebraal monitoring systeem op de IC staat in schril contrast met de continue monitoring van cardiovasculaire en pulmonale orgaan functies. De waarde van een cerebraal monitoring systeem op de IC zou in Nederland onderzocht moeten worden. Implementatie van deze apparatuur zou op termijn een meer geïntegreerde behandeling van de IC patiënt tot gevolg kunnen hebben en de neurologische IC consultaties zouden daardoor een meer preventief gedreven - dan schade evaluerend - karakter krijgen. R.W.M. Keunen, neuroloog, HagaZiekenhuis, Den Haag S.M. Peerdeman, neurochirurg, VU Medisch Centrum, Amsterdam. R.A. van der Kruijk, neuroloog, Slingeland ziekenhuis, Doetinchem. M.A. Kuiper, neuroloog/intensivist, Medisch Centrum Leeuwarden, voorzitter werkgroep neuro-intensive care. E-mail: [email protected]