RECHTEN VAN DE ARTS VAS Symposium 22.11.2008 ANTWERPEN “ERELOONSUPPLEMENTEN”: GEDOOGBELEID OF RECHT? Dr. Marc MOENS Ondervoorzitter BVAS 1.INLEIDING 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden 2.3. Sancties 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.1. Georganiseerde wachtdienst 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.a Beperkingen bij patiënten opgenomen in tweepatiënten- of gemeenschappelijke kamers en daarmee gelijkgestelde patiënten 3.2.b Honorariumvrijheid bij patiënten op eigen verzoek opgenomen in een individuele kamer 3.3. Statutaire of contractuele beperkingen 3.4. Toetsing en beperking door de rechter 3.5. Tuchtrechtelijke beperkingen (maxima en minima) 3.6. Indirecte beperking voor raadplegingen (wet diverse bepalingen 1 maart 2007) 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie 4. Besluit Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 2 1. INLEIDING (1) “Ereloonsupplementen” = Contradictio in terminis Ereloon = zelf vastgestelde vergoeding voor een prestatie Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 3 1. INLEIDING (2) Regeringsverklaring premier LETERME 18.03.2008: “De Regering engageert zich ertoe om het totale aandeel van de patiënten niet verder te laten toenemen en waar nodig gericht terug te dringen o.m. inzake ziekenhuisfacturen. Na overleg met de betrokken partners zal zij initiatieven nemen om een grotere transparantie in de aanrekenbare kosten voor de patiënten te verbeteren een grotere tariefzekerheid te waarborgen. Ze zal tevens een actieplan opstellen om ongelijkheden in de gezondheidssector te beperken.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 4 1. INLEIDING (3) KB 78 (10.11.1967) artikel 15, alinea 2: “Onverminderd de toepassing van bedragen welke eventueel zijn vastgesteld door of krachtens de wet of voorzien bij statuten of overeenkomsten waartoe de beoefenaars zijn toegetreden bepalen deze vrij het bedrag van hun honoraria onder voorbehoud van de bevoegdheid, in geval van betwisting, van de Orde waartoe zij ressorteren of van de rechtbanken.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 5 1. INLEIDING (4) Code van de geneeskundige plichtenleer Art.71: “De geneesheer moet gematigd en bescheiden zijn bij het vaststellen van het ereloon betreffende zijn prestaties. Binnen deze perken mag hij rekening houden met de belangrijkheid van de geleverde prestaties, de economische toestand van de patiënt, zijn eigen faam en de eventuele bijzondere omstandigheden. Hij weigert niet aan de zieke of diens vertegenwoordigers uitleg te verstrekken omtrent het bedrag van het ereloon betreffende zijn prestaties”. Art. 72: “Het ereloon is volkomen eigendom van de geneesheer ongeacht…” Art. 78: “Het vragen van honoraria die merkelijk te hoog liggen duidt op een gebrek aan eerlijkheid en bescheidenheid en kan aanleiding geven tot tuchtmaatregelen.” Code heeft geen kracht van wet. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 6 1. INLEIDING (5) • Voor BVAS is basis supplementenregeling de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 (G.V.U.-wet) • Maar steeds meer interferentie door ziekenhuiswet en KB 25 april 2002 betreffende het B.F.M. • Vb. saga i.v.m. supplementenregeling voor afdeling pediatrie Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 7 1. INLEIDING (6) Uitgangspunt = art. 50 G.V.U.-wet: §3.(…) De Geneesheren(…) die geen weigering tot toetreding tot de akkoorden betekend hebben, worden van rechtswege tot die akkoorden te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit, behoudens indien zij aan de bevoegde Commissie, volgens de door de Koning te bepalen termijnen en regels, mededeling hebben gedaan van de voorwaarden inzake tijd en plaats, waaronder zij de daarin vastgestelde honorariumbedragen niet zullen toepassen. Buiten de uren en dagen meegedeeld overeenkomstig het voorgaande lid, worden de zorgverleners geacht tot de akkoorden te zijn toegetreden. Dit geldt ook wanneer zij de gerechtigden niet vooraf geïnformeerd hebben over de dagen en uren waarvoor zij niet tot de akkoorden zijn toegetreden. §6. De akkoorden gesloten in de in §2 bedoelde Commissies stellen inzonderheid de honoraria vast, die ten overstaan van de rechthebbenden van de verzekering nageleefd worden door de geneesheren en de tandheelkundigen die geacht worden tot de akkoorden toegetreden te zijn. Zij stellen de voorwaarden vast inzake tijd, plaats, bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden, waarin die honoraria mogen worden overschreden. Die honoraria worden bepaald door het vaststellen van factoren waarmee de in artikel 35, §1, bedoelde betrekkelijke waarden moeten worden vermenigvuldigd, met dien verstande dat de geneesheer of tandheelkundige zijn honoraria vrij bepaalt voor de verstrekkingen die niet in de nomenclatuur zouden opgenomen zijn. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 8 1. INLEIDING (7) • Parlement onderkent twee doelstellingen*: - Gelijke toegang tot kwaliteitsgezondheidszorg tegen een redelijke prijs - Gekoppeld aan bekommernis een billijke vergoeding te verzekeren door principieel behoud van vrije honoraria * Parlementaire voorbereiding bij invoering artikel 50bis in G.V.U.-wet (22.02.1998) Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 9 1. INLEIDING (8) Afbraak van “principieel behoud van vrije honoraria” door “Wet Vermassen-Lenssens” (25.01.1999) (creatie van §3 in art. 50 bis G.V.U.-wet): “De koning kan bij een in Ministerraad overlegd besluit, de maximum honoraria en de maximum honorarium-supplementen bepalen die door de al dan niet verbonden geneesheren kunnen geëist worden indien de verstrekkingen worden verleend aan patiënten die op hun uitdrukkelijk verzoek en zonder dat dit noodzakelijk is voor hun behandeling worden opgenomen in een eenpersoonskamer. Hij stelt op dezelfde wijze vast welke informatie door de geneesheer of door de ziekenhuisbeheerder aan de patiënten moet worden gegeven en volgens welke nadere regels deze informatie kan worden verstrekt.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 10 1. INLEIDING (9) Wet Vermassen (SP-A) – Lenssens (CD&V) werd door BVAS en VBS ongedaan gemaakt door: • Arrest: Arbitragehof nr. 136/2000, B.S. 23 Januari 2001, 1748, R.W. 2001-02, 118. • Lobbywerk leidend tot artikel 4 van de Wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg: “Artikel 50bis van dezelfde wet ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999 wordt opgeheven.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 11 1.INLEIDING 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden 2.3. Sancties 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.1. Georganiseerde wachtdienst 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.a Beperkingen bij patiënten opgenomen in tweepatiënten- of gemeenschappelijke kamers en daarmee gelijkgestelde patiënten 3.2.b Honorariumvrijheid bij patiënten op eigen verzoek opgenomen in een individuele kamer 3.3. Statutaire of contractuele beperkingen 3.4. Toetsing en beperking door de rechter 3.5. Tuchtrechtelijke beperkingen (maxima en minima) 3.6. Indirecte beperking voor raadplegingen (wet diverse bepalingen 1 maart 2007) 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie 4. Besluit Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 12 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats De minimum te verbinden activiteit: Voor de huisartsen: • ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste 10 uur per week omvatten, verdeeld over tenminste 3 dagen; • ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste drie vierde van de wekelijkse beroepsactiviteit omvatten. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 13 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats De minimum te verbinden activiteit: Voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit geheel of gedeeltelijk in een verplegingsinrichting uitoefenen: - ofwel tenminste 25 uur per week; ofwel minstens drie vierde van de beroepsactiviteit Voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit uitsluitend buiten een verplegingsinrichting uitoefenen: - ofwel raadplegingen in de spreekkamer die minstens 20 uur per week omvatten ofwel raadplegingen in de spreekkamer die tenminste drie vierde van de beroepsactiviteit omvatten. Gedeeltelijke toetreding geldt zowel voor raadplegingen als technische verstrekkingen. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 14 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats Gedeeltelijk onttrekken aan de verbintenistarieven is niet mogelijk (art. 138 §1 ZH-wet) voor: • patiënten in twee- of meerpersoonskamers • gelijkgestelde patiënten a) de gezondheidstoestand van de patiënt of de technische voorwaarden van onderzoek, behandeling of van toezicht vereisen het verblijf in een individuele kamer b) de noodwendigheden van de dienst of het niet-beschikken over onbezette bedden in tweepatiënten- of in gemeenschappelijke kamers vereisen het verblijf in een individuele kamer; c) de opname geschiedt op een eenheid voor intensieve zorg of voor de duur van het verblijf in een dergelijke eenheid d) wanneer de opname een kind betreft dat samen met een begeleidende ouder in het ziekenhuis verblijft (tenzij uitdrukkelijk en geschreven verzoek om een éénpersoonskamer door de ouder) Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 15 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van rechthebbenden Voor huisartsen: ‒ de raadplegingen die op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt worden verricht buiten de normale werkuren zoals bedoeld in dit akkoord, buiten de uren waarop de arts open raadplegingen of op afspraak organiseert en buiten het kader van de georganiseerde wachtdienst ‒ de oproepen van zieken die voor de geneesheer een ongewoon belangrijke verplaatsing meebrengen; ‒ de oproepen ‘s nachts, tijdens een weekend of op een feestdag wanneer de geneesheer geen wachtdienst heeft en wanneer is uitgemaakt dat de ter plaatse georganiseerde wachtdienst toereikend is. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 16 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden Voor specialisten: ‒ het verzoek tot opneming in een afzonderlijke kamer om persoonlijke redenen; ‒ de oproepen thuis, behalve wanneer het gaat om raadplegingen, aangevraagd door de behandelende geneesheer; ‒ de volgens afspraak gevraagde verstrekkingen, buiten de in vorig lid bedoelde raadplegingen. Voor huisartsen én specialisten is afgesproken • dat de zieke in behandeling, die door de geneesheer wordt verzocht zich opnieuw in de spreekkamer aan te melden, voor elke verstrekking recht heeft op de toepassing van de honorariumregeling die gold voor de eerste verstrekking. • de bijzondere eisen mogen niet het gevolg zijn van de manier waarop de arts zijn praktijk organiseert. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 17 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van rechthebbenden Boven de vastgestelde inkomensgrenzen gelden de sociale tarieven van de conventie niet • hetzij € 59.835,08 per gezin, verhoogd met € 1.993,78 per persoon ten laste, wanneer er maar één gerechtigde is; • hetzij € 39.889,62 per gerechtigde, verhoogd met € 1.993,78 per persoon ten laste, wanneer er verscheidene gerechtigden zijn. De tarieven slaan enkel op medische verstrekkingen opgenomen in de nomenclatuur vb. NIET op de louter esthetische ingrepen. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 18 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden Evolutie van het jaarlijks belastbaar inkomen waarboven de geconventioneerde artsen de sociale tarieven van het akkoord NIET moeten respecteren Datum akkoord Gezin met één gerechtigde Gezin met verscheidene gerechtigden Per persoon ten laste verhoogd met 20.06.1988 38.671,39 25.780,93 1.289,05 18.12.1990* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 13.12.1993* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 12.12.1994* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 11.12.1995* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 03.11.1997* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 15.12.1998* 38.671,39 25.780,93 1.289,05 18.12.2000 51.058,00 34.705,00 1.735,00 19.12.2002 54.676,00 36.450,00 1.822,00 15.12.2003 55.430,00 36.953,00 1.847,00 20.12.2005 57.561,40 38.373,85 1.918,02 20.12.2007 59.835,08 39.889,62 1.993,78 * Deze akkoorden vermelden: “ De bij dit akkoord niet gewijzigde bepalingen van het akkoord geneesheren – ziekenfondsen van 20 juni 1988 blijven gelden.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 19 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.3. Sancties Sanctiemogelijkheden zijn relatief beperkt: • verlies van sociaal statuut bij “herhaalde” overschrijdingen • strafbedingen in de zin van art. 1226 – 1233 B.W. • hypothetische geldboete van 26 tot 500 € op grond van artikel 52 van de “Eenheidswet” (14.02.1961) … … maar de verwijzing in art. 50 § 11 verdween tussen de plooien van de geschiedenis. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 20 1.INLEIDING 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden 2.3. Sancties 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.1. Georganiseerde wachtdienst 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.a Beperkingen bij patiënten opgenomen in tweepatiënten- of gemeenschappelijke kamers en daarmee gelijkgestelde patiënten 3.2.b Honorariumvrijheid bij patiënten op eigen verzoek opgenomen in een individuele kamer 3.3. Statutaire of contractuele beperkingen 3.4. Toetsing en beperking door de rechter 3.5. Tuchtrechtelijke beperkingen (maxima en minima) 3.6. Indirecte beperking voor raadplegingen (wet diverse bepalingen 1 maart 2007) 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie 4. Besluit Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 21 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.1. Georganiseerde wachtdienst Absoluut verbod op supplementen voor alle artsen voor alle verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.a Beperkingen bij patiënten opgenomen in tweepatiënten- of gemeenschappelijke kamers en daarmee gelijkgestelde patiënten Supplementen slechts mogelijk wanneer • algemene regeling (art. 130 ZH-wet) maximumtarieven heeft vastgesteld • deze worden nageleefd en • zijn meegedeeld aan - de Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen - de V.I.’s via het RIZIV Nochtans zijn supplementen verboden bij uitgebreide groep van +/- 1,8 miljoen patiënten (OMNIO-statuut, WIGW’s, werklozen, gehandicapten, …) Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 22 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.b. Honorariumvrijheid bij patiënten op eigen verzoek opgenomen in een individuele kamer = uiteraard OK Tenzij opname niet om persoonlijke redenen gebeurde. Dan gelden dezelfde voorwaarden als voor twee- of meerpersoonskamer (= 3.2.a.) Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 23 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.3. Statutaire of contractuele beperkingen a) Contractuele of statutaire rechtspositie tussen ziekenhuisartsen en ziekenhuizen vb. maximum supplement in éénpersoonskamer = 100% b) Voorafgaande info aan patiënt (art. 8 wet patiëntenrechten) is overeenkomst tussen arts en patiënt c) Medische raad kan beslissen over honorariumafhoudingen, maar niet over het vragen van supplementen De Voorzitter M. R. moet zich beperken tot het verwijzen naar de algemene regeling van rechtsverhoudingen (cfr.3.7.) Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 24 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.4 Toetsing en beperking door de rechter Op grond van - KB 78, art.15, tweede lid B.W. art. 1134, derde lid (“goede trouw”) kan rechter honoraria doen matigen rekening houdend met: - financiële draagkracht patiënt - moeilijkheidsgraad - bijzondere omstandigheden De rechter moet een zekere beleidsvrijheid respecteren (“marginale toetsing”). Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 25 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.5. Tuchtrechtelijke beperkingen Nationale Raad Orde der geneesheren (25.08.1990) 1) Dat een geconventioneerde geneesheer zich strikt moet houden aan de tariefconventie, 2) Dat een geconventioneerde geneesheer de tariefconventie slechts mag overschrijden, op voorwaarde dat de conventie zulks toelaat, op voorwaarde dat zulks geschiedt in naleving van artikel 71 van de Code van Geneeskundige Plichtenleer, op voorwaarde dat betreffende gehospitaliseerde patiënten de wettelijke beschikkingen met betrekking tot de vaststelling en de inning der honoraria gerespecteerd worden, en op voorwaarde dat de patiënt op voorhand voldoende duidelijk wordt ingelicht over de hoegrootheid van het honorariumsupplement en dat hem nooit een ontvangstbewijs wordt geweigerd. 3) Dat een niet-geconventioneerde geneesheer, hoewel hij uiteraard niet gebonden is aan de conventietarieven, gematigd en bescheiden dient te zijn bij het vaststellen van zijn honorarium, zoals bepaald door artikel 71 van de Code van geneeskundige Plichtenleer, en dat een niet-geconventioneerde geneesheer overigens alle andere sub 2) vermelde voorwaarden ook strikt dient na te leven. 4) Dat het feit dat een patiënt dank zij een privé-verzekering aanspraak kan maken op terugbetaling van honoraria, niet vergoed door het RIZIV, geen reden is om te mogen afzien van de hierboven geciteerde voorwaarden. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 26 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.6. Indirecte beperking voor raadplegingen door wet diverse bepalingen van 1 maart 2007 Wet 1 maart 2007, art.102, 2de voegt §3 bis toe aan art. 50 G.V.U.-wet: “Onverminderd de bepaling van § 3, laatste lid, zijn de uit de nomenclatuur voortvloeiende tarieven de maximumhonoraria die kunnen worden geëist voor verstrekkingen verleend in het raam van raadplegingen in een ziekenhuis, indien de rechthebbende niet voorafgaandelijk door de verplegingsinrichting uitdrukkelijk werd geïnformeerd aangaande het al dan niet toegetreden zijn tot de akkoorden van de zorgverlener op het ogenblik dat de zorgen worden verleend.” Nietigverklaring gevraagd door BVAS, maar verworpen door Grondwettelijk Hof Het Hof wijst op verantwoordelijkheid voor het ziekenhuis om deze informatie aan de patiënten te verstrekken, maar komt niet tussen in de onderhandelde tarieven. “Het Hof … voorziet in een bijzonder geval waarin akkoord ook van toepassing is op niet-verbonden geneesheren.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 27 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) Minister DEMOTTE voert gedeeltelijke herfinanciering van de ziekenhuizen uit (laatste derde van € 100 miljoen achterstand) maar koppelt hiervan € 21 miljoen aan de voorwaarde dat geen enkele arts nog supplementen vraagt op twee- en meerpersoonskamers (omzendbrief 02.02.2007) Hij wijzigt via KB 10.11.2006 de onderdelen A1, B1, B2, B7 en B8 in financieringsbesluit van 25.04.2002: “De laatste toe te kennen schijf op 1 januari 2007 wordt enkel toegekend aan ziekenhuizen dewelke voor de in een tweepatiëntenkamer en gemeenschappelijk kamer opgenomen patiënten, voor het geheel van het ziekenhuis, de tarieven van het nationaal akkoord artsenverzekeringsinstellingen toepassen. In geval waar geen akkoord is, zijn de tarieven die gebruikt worden als basis voor de berekening van de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, de maximale tarieven dewelke kunnen toegepast worden. Het bewijs moet geleverd worden via een attest dat door de beheerder en de voorzitter van de medische raad is ondertekend”. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 28 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) Verrottingsstrategie van de Overheid. Ze legt weliswaar geen supplementenverbod op (juridisch en artsensyndicaal moeilijk afdwingbaar), maar ontneemt nodige budgettaire middelen aan ziekenhuisbeheerder omdat gedeconventioneerde artsen hun eigen honoraria blijven vragen bij patiënten op twee- en meerpersoonskamers Veroorzaakt spanningen tussen Raad van Bestuur en Medische Raad en tussen disciplines in de Medische Raad Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 29 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.8. Het bijzonder geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie November 2007: klacht Marc Justaert als voorzitter N.I.C.: Klinische biologen mogen geen supplementen vragen aan gehospitaliseerde patiënten ! Hij verwijst naar art. 57 § 1 en 6 G.V.U.-wet “§ 1. De tegemoetkoming voor de verstrekkingen inzake klinische biologie zoals ze door de Koning nader worden omschreven, wordt voor de in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden per ziekenhuis vastgesteld op basis ofwel van een forfait dat per verpleegdag wordt betaald ofwel van een forfait per opneming, ofwel van die twee forfaits. De Koning kan evenwel bepalen dat de verstrekkingen waarop het forfait van toepassing is slechts voor en door Hem nader te bepalen gedeelte door het forfait worden vergoed. ….” “§ 6. Voor de verstrekkingen die door het of de in § 1 bedoelde forfait of forfaits worden vergoed mogen geen bedragen ten laste van de rechthebbenden worden gelegd” BVAS : § 6 betekent: geen remgelden ! Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 30 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie Hoewel de démarche van het N.I.C. alleen de klinische biologie betreft, kan gevreesd worden dat de medische beeldvorming weldra zou volgen. Via artikel 69 § 1 G.V.U.-wet is de regelgeving die van toepassing is op de klinische biologie (forfaitarisering, algebraïsche verschillen, terugvorderingen, etcetera …) ook van toepassing op de verstrekkingen inzake medische beeldvorming. “§ 1. De toepassing van de bepalingen van de artikelen 57, 58, 59, 60, §§ 1 en 6, kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad door de Koning worden verruimd tot de andere in artikel 34 bedoelde verstrekkingen, met uitsluiting van de verstrekkingen bedoeld in 1°, 2° en 3°, van dat artikel, voor zover het niet gaat om verstrekkingen inzake klinische biologie en medische beeldvorming. De globalisering van de verrekening van de algebraïsche verschillen is onderworpen aan dezelfde regels als deze bedoeld in artikel 59…” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 31 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie Door V.I.’s “fout begrepen” wijziging van art. 138 van de ziekenhuiswet. Wet 13.12.2006 voegt § 7 aan art. 138 toe: “De artsen bedoeld in §§ 1,2 en 4, mogen geen supplementen toepassen voor de forfaitaire honoraria per opname en/of per verpleegdag te betalen betreffende de verstrekkingen inzake klinische biologie of medische beeldvorming.” Reactie N.I.C.: Voorzitter Justaert stelt Onkelinx wetswijziging voor aan art.138 § 7: “De artsen bedoeld in §§ 1,2 en 4, mogen geen supplementen toepassen voor de verstrekkingen inzake klinische biologie bedoeld in artikel 57§1 en verstrekkingen zoals bedoeld in artikel 69§1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14-07-1994.” Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 32 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie Tegenwerping BVAS (25.03.2008): wetswijziging Justaert is juridisch onmogelijk want: - strijdig met 138 § 6 dat supplementen op individuele kamers toelaat - schending basisprincipe akkoorden systeem: verbonden versus niet verbonden artsen - inbreuk op niet- discriminatie- en gelijkheidsprincipe onder ziekenhuisartsen Zaak is (voorlopig?) stilgevallen Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 33 1. INLEIDING 2. ERELOONSUPPLEMENTEN BIJ VERBONDEN ARTSEN 2.1. Beperkingen inzake tijd en/of plaats 2.2. Bijzondere eisen of economische toestand van de rechthebbenden 2.3. Sancties 3. BEPERKINGEN VAN NIET-VERBONDEN ARTSEN 3.1. Georganiseerde wachtdienst 3.2. Beperkingen in de ziekenhuiswet 3.2.a Beperkingen bij patiënten opgenomen in tweepatiënten- of gemeenschappelijke kamers en daarmee gelijkgestelde patiënten 3.2.b Honorariumvrijheid bij patiënten op eigen verzoek opgenomen in een individuele kamer 3.3. Statutaire of contractuele beperkingen 3.4. Toetsing en beperking door de rechter 3.5. Tuchtrechtelijke beperkingen (maxima en minima) 3.6. Indirecte beperking voor raadplegingen (wet diverse bepalingen 1 maart 2007) 3.7. Indirecte beperking door het budget van financiële middelen (BFM) 3.8. Het bijzondere geval van de medische beeldvorming en de klinische biologie 4. BESLUIT Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 34 4. BESLUIT (1) Overheid en mutualiteiten stellen alles in het werk om vaststellen eigen honoraria (= “supplementen”) te ontmoedigen en te beperken, o.m. via verrottingsstrategie via ziekenhuiswet en BFM. Hun natte droom: algeheel supplementenverbod, misschien – als enige toegeving – met beperkte mogelijkheid op individuele kamers Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 35 4. BESLUIT (2) De Sint-Jansakkoorden van 25.06.1964 maakten het mogelijk om al dan niet toe te treden tot het akkoord dat artsen en ziekenfondsen samen kunnen sluiten. De mogelijkheid om eigen honoraria te kunnen vaststellen in specifieke situaties, zowel door huisartsen als door specialisten is een belangrijke pijler die het overlegsysteem in stand houdt dat de Belgische gezondheidszorg sinds bijna 45 jaar kenmerkt. Er zijn geen objectieve elementen die het onderuit halen van die pijler verrechtvaardigen. De toenemende eigen bijdrage die de patiënt in zijn gezondheidszorg kent heeft immers meer te maken met de toenemende kosten voor hulpmiddelen, medicatie en verzorging dan met artsenhonoraria. Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 36 Post scriptum • KB van 10 juli 2008 coördineerde de ziekenhuiswet opnieuw (BS 07/11/2008) • Sinds 17/11/2008 is de nieuwe vernummering in voege en is de coördinatie van 07.08.1987 vervallen; vb.: 07/08/1987 art. 90 art. 130 art. 138 art. 140 wordt 10.07.2008 art. 97 art. 144 art. 152 art. 155 Met dank voor uw aandacht Rechten van de arts Dr. M. Moens VAS Antwerpen 22.11.2008 37