Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm via de mond

advertisement
Endoscopiecentrum
Dubbelballon enteroscopie
van de dunne darm
(via de mond, antegraad)
Endoscopiecentrum
Inleiding
U bent naar het Endoscopiecentrum verwezen voor een
dubbelballon enteroscopie (dbe). Dit is een methode om de dunne
darm van binnen te inspecteren.
In deze brochure leest u hoe u zich op het onderzoek moet
voorbereiden. Verder leest u over de gang van zaken tijdens het
onderzoek en de nazorg.
Dubbelballon enteroscopie
De dunne darm ligt tussen de maag en de dikke darm en is
ongeveer vijf meter lang. Om de dunne darm helemaal te kunnen
bekijken zou dus een erg lange endoscoop (kijkslang) nodig zijn.
Door gebruik van de dubbelballontechniek is dat niet nodig.
Met behulp van twee ballonnetjes krijgt de endoscoop houvast
aan de darmwand. De ballonnetjes worden ombeurten opgeblazen
en lopen dan weer leeg. De dunne darm wordt daardoor over de
scoop geschoven. Op deze manier kan (bijna) de hele dunne darm
bekeken worden. Ook kunnen er stukjes van het slijmvlies
(biopten) voor microscopisch onderzoek worden genomen. Verder
kunnen bloedingen worden behandeld en poliepen worden
verwijderd.
De procedure gaat bij de ene patiënt via de mond/maag, en bij de
ander via de anus/dikke darm. De route wordt van te voren
bepaald door de arts die het onderzoek verricht. Het onderzoek
duurt ongeveer drie uur. Als er via beide routes gekeken moet
worden, dan worden daar twee aparte afspraken voor gemaakt.
De route die bij u is gekozen is via de mond/maag.
1
Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm
(via de mond, antegraad)
Vervoer
Het onderzoek gebeurt niet onder narcose. Wel krijgt u een
rustgevend middel en een pijnstiller toegediend. Daardoor kunt u
het beter verdragen. Dat betekent ook, dat u na het onderzoek niet
zelfstandig naar huis mag en zeker niet mag autorijden of fietsen
e.d. Er moet dus iemand zijn die u ophaalt en naar huis brengt. U
kunt ons ook een taxi laten bellen.
Het plaatsen van de bijtring
Voor het onderzoek krijgt u een bijtring in de mond. Deze bijtring
beschermt uw tanden en de scoop. Als u te hard op deze bijtring
bijt, kan dat tandbeschadiging geven. Dit is mede afhankelijk van
de toestand van uw gebit. Als u weet dat u een zwakke plek in uw
gebit heeft, overleg dan met uw tandarts of het verstandig is deze
te laten verstevigen voor het onderzoek.
Als u denkt dat uw gebit schade kan ondervinden van het
te hard bijten op de bijtring, bespreekt u dit dan voorafgaand aan
het onderzoek met de arts die u voor het onderzoek heeft
doorverwezen.
Voorbereiding
Het is voor dit onderzoek belangrijk dat u op tijd stopt met
bepaalde medicijnen en dat u nuchter bent. Leest u de instructies
hieronder daarom goed. Als u niet goed bent voorbereid, kan het
onderzoek niet doorgaan.
Stoppen met bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt en daarvoor onder controle staat
van de trombosedienst, moet u hiermee een aantal dagen voor het
onderzoek stoppen.
2
Endoscopiecentrum
•
Als u Sintrom of acenocoumarol gebruikt stopt u drie
dagen tevoren.
•
Als u Marcoumar of fenprocoumon gebruikt stopt u vijf
dagen tevoren.
Als u van uw arts nooit mag stoppen met bloed­
verdunners, overleg dit dan eerst met de arts die de
bloedverdunners voorschrijft.
•
Als u Plavix of clopidogrel gebruikt (meestal op
voorschrift van een cardioloog), moet u zonder meer
eerst met uw arts overleggen of u hiermee mag stoppen.
Als u na overleg met uw arts niet mag stoppen met bloed­
verdunners, geeft u dit dan alstublieft door aan de arts die u voor
het onderzoek heeft doorverwezen.
Stoppen met staaltabletten
Als u staal-of ijzertabletten gebruikt, moet u daar zeven dagen
voor het onderzoek mee stoppen. Deze tabletten kleuren de
darminhoud zwart en kunnen daarom het onderzoek bemoeilijken.
Overleg over insulinebeleid
In voorbereiding op het onderzoek mag u niet eten. Als u diabetes
mellitus (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt is het raadzaam
om voor het onderzoek met uw arts (huisarts of internist) te
overleggen over het insulinebeleid (voor het onderzoek en zodra u
weer mag eten). We raden u aan om insuline, insulinepen en de
bloedsuikermeter mee te nemen naar het onderzoek.
Pacemaker of Intracardiale Defibrillator
Als u een pacemaker of een intracardiale defibrillator (ICD) heeft,
vertel dit dan aan de arts die u voor het onderzoek heeft door­
verwezen. Mogelijk moet de cardioloog voorzorgsmaatregelen
nemen.
3
Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm
(via de mond, antegraad)
Nuchter blijven
Om het onderzoek goed te kunnen uitvoeren, moet u nuchter zijn.
Dat wil zeggen dat u een aantal uur tevoren niet meer mag eten en
drinken
•
De avond voor het onderzoek mag u vanaf 24.00 uur niet
meer eten of drinken.
•
Als u medicijnen gebruikt mag u deze op de dag van het
onderzoek met een klein slokje water innemen. Als u
medicijnen met een groot glas water moet innemen, doe
dit dan vroeg in de ochtend.
•
Vier uur voor het onderzoek mag u geen medicijnen
meer innemen.
Verloop van het onderzoek
Nadat u zich gemeld heeft bij de balie van het Endoscopiecentrum,
kunt u plaatsnemen in de wachtkamer. Omdat er verschillende
onderzoeken bij ons plaatsvinden, kan het lijken, dat een ander
voorgaat. Een verpleegkundige haalt u op en brengt u naar de
onderzoekskamer.
De arts en/of de verpleegkundige leggen u het onderzoek uit en
beantwoorden eventuele vragen.
U krijgt u een drankje dat schuimvorming in de maag
tegengaat. Verder wordt uw keel verdoofd. U slikt hiervoor een
lepel lidocaïnegel Als u een gebitsprothese draagt, of andere losse
onderdelen, doet u deze uit.
Vervolgens krijgt u een infuusnaaldje ingebracht. Daardoor wordt
een rustgevend middel en pijnstilling toegediend, zodat u slaperig
en ontspannen wordt. De hartslag en het zuurstof gehalte in het
bloed wordt permanent gemeten met een sensor (knijpertje)op de
vinger.
4
Endoscopiecentrum
Hierna gaat u op uw linkerzij op de onderzoekstafel liggen. U krijgt
een bijtring in uw mond.
De arts brengt de endoscoop via de mond en maag in uw dunne
darm. Dit is een wat vervelend en pijnlijk gevoel. Probeert u zich
zoveel mogelijk te ontspannen. De ballonnetjes worden nu
ombeurten opgeblazen en lopen dan weer leeg. Zo verplaatst de
endoscoop zich door de dunne darm.
Aan het uiteinde van de slang zit een lampje. Hiermee bekijkt de
arts op een beeldscherm de binnenkant van de darm. Om dit goed
te kunnen bekijken is het belangrijk dat de darm zich ontplooit.
Daarom brengt de arts via de scoop wat lucht in uw darmen. Dit
kan een gevoel van kramp geven. U kunt dit gevoel kwijt raken
door de lucht te laten ontsnappen, anders gezegd: winden te laten.
Dit is voor de medewerkers een normaal verschijnsel, u hoeft zich
er niet voor te schamen.
De arts kan u tijdens het onderzoek vragen van houding te
veranderen. De verpleegkundige helpt u daarbij.
Tijdens het onderzoek kan het nodig zijn een stukje
weefsel (biopt) weg te nemen Soms voelt u dit, maar het doet
geen pijn. De arts kan eventuele poliepen tijdens hetzelfde
onderzoek verwijderen. Hier voelt u ook niets van. Biopten en
poliepen worden in het laboratorium onderzocht.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer drie uur. Na het onderzoek blijft u
een tot twee uur ter observatie in de uitslaapkamer.
5
Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm
(via de mond, antegraad)
Uitslag
De arts die het onderzoek heeft gedaan, komt meestal even langs
op de uitslaapkamer en vertelt u hoe het onderzoek verlopen is.
Hij of zij bespreekt echter niet het verdere verloop van uw
behandeling met u. Dit doet de arts die het onderzoek heeft
aangevraagd.
Als er bij u een stukje weefsel is weggenomen voor nader
onderzoek in het laboratorium, dan krijgt u de uitslag daarvan van
de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.
Nazorg en leefregels
•
•
•
•
•
Uw keel kan na het onderzoek wat rauw aanvoelen. U
mag dan ook niet eten of drinken totdat u weer normaal
kunt slikken. Dit duurt ongeveer een uur. Hierna krijgt u
van ons op de uitslaapkamer wat te eten en te drinken.
Wij adviseren u om op de dag van het onderzoek rustig
aan te doen. De medicijnen die zijn toegediend,
beïnvloeden uw reactie vermogen.U kunt de rest van de
dag niet autorijden, machines bedienen of belangrijke
beslissingen nemen.
Verder kunt u last hebben van winderigheid. Wanneer
dat het geval is, kunt u proberen de lucht kwijt te raken
door te ontspannen of zo nu en dan op het toilet te gaan
zitten.
Drink geen alcohol op de dag van het onderzoek.
Bloedverdunners en insuline kunnen vaak ‘s avonds
alweer volgens uw schema gebruikt worden. Volg daarbij
de afspraken die u met uw arts heeft gemaakt.
6
Endoscopiecentrum
Wanneer bellen
Een dubbelballonenteroscopie kan een enkele keer complicaties
geven. Als er stukjes weefsel zijn weggenomen, kan er bij de
ontlasting wat bloed meekomen. Dit gaat vanzelf weer over. U
hoeft zich daar niet ongerust over te maken.
Als er een poliep is weggenomen, is er een klein risico op
bijvoorbeeld een bloeding. Neem daarom altijd contact op met het
Endoscopiecentrum
•
als u ernstige pijn heeft
•
als u zwarte ontlasting heeft of
•
als er aanhoudend rood bloed blijft sijpelen.
U kunt ons bellen van maandag tot vrijdag van 08.00 tot 14.00 uur
via telefoonnummer (050) 361 23 66. Buiten deze tijden belt u het
algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61 en vraagt u naar
de dienstdoende arts maag, darm- en leverziekten.
7
Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm
(via de mond, antegraad)
Aantekeningen
8
Patiënteninformatie vlk 149/1101
Download