Algemene chirurgie/ urologie/orthopedie/ traumatologie MDL Voorbereidingsboekje voor je stageperiode op de 2e etage Afdelingen: 2.23 (2B)/2.34(2A)/2.27(2D) Maxima Medisch Centrum Veldhoven December 2012/afdeling 2.34 1 Inleiding Specialismen per afdeling: Afdeling 2.23 (2B): Gastro-enterologie en MDL en bariatrie Afdeling 2.34 (2A): Vaatchirurgie en urologie en bariatrie Afdeling 2.27 (2D): Traumatologie en orthopedie en Plastische chirurgie Naast deze specialismen kom je er ook patiënten tegen van andere specialismen. Deze kunnen op de afdeling geplaatst worden wanneer de afdeling van hun eigen specialismen vol ligt. Het zijn dus veelzijdige afdelingen en voornamelijk de eerste weken zul je veel indrukken opdoen. Je zult moeten wennen aan de drukte, de geluiden, de vele verschillende medewerkers en de snel veranderende situaties. Je kunt je snel overvallen voelen door alles wat er om je heen gebeurt. Dit boekje is dan ook een hulpmiddel om je door deze eerste weken te helpen. Wanneer je een begin maakt met opdracht 1 uit dit boekje en deze voor je stage uitwerkt zul je niet alles meer als vreemd ervaren. Je zult een hoop termen herkennen waardoor je de eerste weken als prettiger zult ervaren. Het boekje bestaat uit verschillende opdrachten. Deze opdrachten hebben betrekking op de volgende onderwerpen: De medische/verpleegkundige terminologie De algemene pré- en postoperatieve zorg van een chirurgische zorgvrager Darm aandoeningen en OK’s Orthopedie Traumatologie Laparoscopische cholecystectomie (galblaas) Vaat chirurgie Bariatrie Verpleegtechnische handelingen Psycho-sociale aspecten Urologie MDL Plastische chirurgie Wij hopen dat jullie een leuke en zeker leerzame stage tegemoet gaan. Veel succes!! December 2012/afdeling 2.34 2 Opdracht 1 Op de afdeling worden veel Latijnse woorden en afkortingen gebruikt. Hieronder volgt een overzicht van de woorden en afkortingen die veelal op de afdeling worden gebruikt. Geef een korte toelichting op de woorden en afkortingen. Woordenlijst: Bariatrie: Gastric bypass operatie Gastric-Sleeve-operatie Redo-ingreep Vaatchirurgie: Anatomie van het vaatstelsel (A) AAA (Aneurysma Aorta Abdominalis/Abdomen) Carotis desobstructie FEM-POP ingreep (femorale-popliteale bypass) Urologie: Anatomie van het urologisch stelsel TURP (=TransUrethrale Resectie van de Prostaat) TURT (=TransUrethrale Resectie van een tumor) Operatie volgens Bricker EERPE (endoscopische extraperitoneale radicale prostatectomie) LPLND (Laparoscopische pelvine lymfeklierdissectie) Gastro-enterologie (= GE chirurgie): Anatomie van het spijsverteringsstelsel(maagdarmstelsel) Cholecystectomie Sigmoid resecetie LAR (=low anterior resectie) Hemicolectomie MDL: Pancreatitis Cholecystitis Ziekte van Crohn Colitis ulcerosa Orthopedie: Anatomie van het botstelsel Totale heupprothese (THP) Kop hals prothese (KHP) Dynamische heup schroef (DHS) Gamma nail December 2012/afdeling 2.34 3 Traumatologie: HET (Hoog energetisch trauma) LET (Laag energetisch trauma) Wervelkolom # = fractuur (Cervicaal,Thoracaal,Lumbaal,Sacraal) Anatomie van het bekken. Plastische chirurgie: DIEP flap (Deep Inferior Epigastric Perforator) Skin graft TE (Tissue expander) TRAM flap (Transverse Rectus Abdominis Myocutaneous) December 2012/afdeling 2.34 4 Opdracht 2 (afd 2.23/2.34/2.27) Het is belangrijk dat patiënten goed worden voorbereid op hun operatie. Patiënten waarbij de operatie gepland is gaan dan ook maximaal één maand voor opname naar het POS. Zoek uit waar het POS voor staat, en wat het doet voor de patiënt. Als een patiënt dan op de afdeling komt zal er eerst een opnamegesprek volgen met een verpleegkundige. Beschrijf de informatie die je aan een patiënt geeft tijdens dit opnamegesprek. (volgens de GORDON patronen) Na zo’n opnamegesprek doe je nog meer om een patiënt voor te bereiden op de operatie. Het hele proces om een patiënt voor te bereiden op een operatie noem je preoperatieve zorg. Een onderdeel daarvan is dus het opnamegesprek Beschrijf de verdere algemene preoperatieve verpleegkundige zorg. Bij het terughalen van een patiënt van OK zal er een overdracht volgen. Benoem wat er in zo’n post-operatieve overdracht besproken wordt en waar je op let. Terug op de afdeling moet je de patiënt natuurlijk goed in de gaten houden. De zorg die je na de operatie aan een patiënt geeft noem je post-operatieve zorg. Beschrijf de algemene post-operatieve verpleegkundige zorg. Na elke operatie kunnen er complicaties ontstaan. Sommige complicaties gelden specifiek voor een bepaalde behandeling maar er zijn ook algemene complicaties. Benoem de algemene complicaties en beschrijf per complicatie de mogelijke symptomen. Tijdens de opname zal de arts beslissen wanneer een patiënt met ontslag mag. Beschrijf de nazorg die nodig kan zijn indien men geopereerd is en met ontslag mag. December 2012/afdeling 2.34 5 December 2012/afdeling 2.34 6 Opdracht 3 (afd 2.23/2B) Ons voedsel komt via slokdarm, maag en dunne darm terecht in de dikke darm. De dikke darm is het laatste deel van ons spijsverteringskanaal. Soms is het noodzakelijk om een operatie uit te voeren in de dikke darm. Voordat we gaan kijken naar de operaties en daarbij behorende ziektebeelden is het verstandig om eerst de anatomie en fysiologie te bestuderen. Zo kun je verbanden leggen tussen de verschillende operaties, verpleegkundige diagnose, verpleegkundige handelingen en de complicaties. Er zijn verschillende soorten afwijkingen van de dikke darm waarvoor een operatie nodig kan zijn oa. ontstekingen (diverticulose/ diverticulitis) en gezwellen. Bij ontstekingen hangt het van de ernst en de soort van ontsteking af welke operatie nodig is. Een gezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Bij een gezwel is de soort operatie vooral afhankelijk van de aard van het gezwel en de plaats waar het zit in de dikke darm. Naast deze afwijkingen zijn er ook nog andere aandoeningen, waarvoor een dikke darm operatie nodig kan zijn, oa: ischemie, ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Zoek op wat de onderstaande ziektebeelden globaal inhouden: Diverticulitis Goedaardig en kwaadaardige gezwellen Ischemie Ziekte van Crohn Colitis Ulcerosa De klachten die bij afwijkingen aan de dikke darm optreden, zijn sterk afhankelijk van de aard en de plaats van de afwijking. Mede daardoor is het klachtenpatroon zo wisselend. Noem de 8 meest voorkomende klachten bij afwijkingen aan de dikke darm. De diagnose wordt gesteld aan de hand van de aard van de klachten en aanvullend onderzoek. De soort aandoening bepaalt welk aanvullend onderzoek nodig is. Er zijn verschillende onderzoeken die mogelijk ingezet worden om de diagnose te stellen. Noem 6 mogelijke dikke darm onderzoeken. Een operatie is een van de behandelingen aan de dikke darm. De soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dikke darm. Er zijn 2 verschillende manieren van opereren, de open en de kijkoperatie. Noem het verschil van beide vormen van opereren en benoem de redenen om te kiezen voor de desbetreffende operatie. De dikke darm bestaat uit verschillende delen. Tijdens een operatie kun je dus ook verschillende delen van de dikke darm verwijderen. We laten nu een paar afbeeldingen zien waarbij het stuk tussen de groene strepen wordt verwijderd. Hoe heten deze operaties en leg uit wat er is gedaan December 2012/afdeling 2.34 7 en wat de gevolgen kunnen zijn van deze operatie. Bij elke operatie bestaat de kans op complicaties. Zo ook bij een dikke darm operatie. Een dikke darm operatie is een grote operatie. Als verpleegkundige moet je dus goed observeren hoe het met de patiënt gaat en eventuele complicaties tijdig melden. Noem de meest voorkomende complicaties bij een dikke darm operatie. December 2012/afdeling 2.34 8 Opdracht 4 (afd 2.27) Op deze afdeling kom je het specialisme orthopedie tegen. Veel voorkomende operaties bij de orthopedie zijn heupoperaties. Een heup kun je op verschillende manieren breken. De plaats van de breuk bepaald welke operatie een patiënt krijgt. Het is dus belangrijk dat je de anatomie van de heup goed weet. Zoek de anatomie van de heup op. Nu je opgezocht hebt hoe de verschillende onderdelen van de heup benoemd worden volgen er enkele plaatjes met daarop verschillende breuken. Benoem deze breuken en beschrijf deze. De keuze voor een bepaalde operatie is niet alleen afhankelijk van de breuk. De leeftijd van de patiënt speelt een grote rol, met daarbij de stevigheid van de botten en het aankunnen van een grote operatie. Bij de verschillende breuken zijn er standaard (zonder te kijken naar de andere factoren) enkele operaties mogelijk. Beschrijf de volgende operaties en benoem per operatie wat de specifieke complicaties zijn. Kop-hals prothese Fixatie met schroeven Fixatie met DHS (dynamische heupschroef) Fixatie met gammanail Naast de operaties kan er ook gekozen worden voor het conservatief behandelen van de breuk Beschrijf wat conservatief behandelen inhoudt en benoem twee voor en nadelen hiervan. Bij een heupoperatie is vooral de nazorg en het revalideren van groot belang. Afhankelijk van de operatie die is uitgevoerd zijn er verschillende punten waar je op moet letten. Benoem per operatie twee aandachtspunten bij het revalideren. December 2012/afdeling 2.34 9 Opdracht 5 (afd 2.23) De lever produceert dagelijks 100 tot 800 ml gal. Deze gal wordt soms direct afgevoerd naar de darm maar het wordt ook vaak opgeslagen. De opslag gebeurt in een peervormig hol orgaan dat rechts onder de lever ligt. Dit orgaan, de galblaas, heeft een maximale inhoud van ongeveer 50 ml. Zoek de anatomie en fysiologie van de galblaas op. Waar bestaat gal uit en welke functie vervult het? De Papil van Vater is de plaats waar de galgang en de afvoerbuis van de alvleesklier uitmonden in het duodenum. Rond de Papil van Vater bevindt zich een kringspier, ook wel sfincter van Oddi genoemd. Deze kringspier regelt de toevoer van het gal in het duodenum. Zoek het werkingsmechanisme van deze kringspier op. Op de afdeling zul je geregeld patiënten tegenkomen die een laparoscopische cholecystectomie ondergaan. Dit is het verwijderen van de galblaas met behulp van een laparoscoop. Zoek globaal uit hoe een laparoscopische operatie in zijn werk gaat en welke verschijnselen er na een operatie kunnen optreden. Indicaties om de galblaas te verwijderen zijn galstenen en een ontsteking aan de galblaas. De precieze oorzaak van deze gallijden zijn nog niet bekend. Wel zijn er enkele risicogroepen vastgesteld. Benoem deze risicogroepen. Voordat er een operatie zal plaatsvinden zal er een diagnose gesteld moeten worden. Dit kan via verschillende onderzoeken gebeuren. Verder is er een grote kans dat de patiënt klachten uit. Verklaar welke verschijnselen er kunnen optreden bij galstenen en een ontsteking van de galblaas. Benoem en verklaar twee onderzoeken die kunnen worden gebruikt om een diagnose te stellen. Nadat de diagnose gesteld is zal er bepaald worden of de galblaas daadwerkelijk verwijderd zal worden. Dit is in principe een eenvoudige operatie. Toch kan er altijd een nabloeding of wondinfectie ontstaan. Naast deze algemene complicaties zijn er ook nog specifieke complicaties bij deze operatie. December 2012/afdeling 2.34 1 0 Benoem drie complicaties die specifiek zijn voor deze operatie. Bij deze operatie blijft een patiënt ongeveer drie dagen op de afdeling. Hij zal bij ontslag een controle afspraak meekrijgen en als advies de komende periode rustig aan te doen. Verder is het natuurlijk ook belangrijk om een patiënt te informeren over eventuele beperkingen of noodzakelijke leefstijlveranderingen. In hoeverre moet een patiënt rekening gaan houden met zijn eetgewoontes? December 2012/afdeling 2.34 1 1 Opdracht 6 (afd 2.34/2A) Vaatchirurgie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met de bloedcirculatie in het menselijk lichaam. Het lichaam bestaat uit vele bloedvaten. Benoem de grote en de kleine bloedsomloop. Welke bloedvaten spelen hierin een rol ? Er zijn 3 vaataandoeningen waarbij een operatie noodzakelijk kan zijn. Een vat kan vernauwd zijn, er kan een vaatafsluiting zitten, of een aneurysma. Leg uit wat de belangrijkste gevaren zijn van deze aandoeningen. De verschillende onderzoeken of operaties die uitgevoerd kunnen worden om een vernauwing of afsluiting op te heffen zijn: Dotterbehandeling en Seldinger Dotterbehandeling met stent-plaatsing Bypass Angioplastiek Buisprothese/broekprothese (aorta-ingreep) Fem cross over (arteria femoralis) Fem pop Carotisdesobstructie AAA (aorta abdominalis aneurysma) AAAA (acute ruptuur van aneurysma aorta abdominalis) Zoek uit wat de verschillende onderzoeken en operaties inhouden. Na een vaatoperatie is goede observatie en juiste nazorg heel belangrijk Na een vaat-ok zijn er 5 belangrijke zaken die men frequent behoort te controleren, benoem deze. Noem de twee belangrijkste complicaties na een vaat-ok. Definitie: etalage benen en bijbehorende klachten December 2012/afdeling 2.34 1 2 Opdracht 7 ( afd 2.23/2.27/2.34) Op deze afdeling kom je heel veel verpleegtechnische handelingen tegen. Hieronder volgt een lijstje met de meest voorkomende verpleegtechnische handelingen. Het zou goed zijn om de handelingen die je op school gehad hebt nog een keer te gaan oefenen en de theorie m.b.t. deze handeling te herhalen. Bloeddruk, pols, temperatuur en saturatie Centraal veneuze catheter Drainage (Par-)Enterale voeding (TPV) Hechtingen Infusie Injecteren Maagsonde en maaghevel Medicatie Parenterale voeding Stomaverzorging (verschil ileo-, colon-, urostoma) Urinecatheters Wondverzorging Zuurstof toedienen December 2012/afdeling 2.34 1 3 Opdracht 8 (afd 2.23/2.34) Gastric sleeve en gastric bypass Wat houdt een gastric sleeve en gastric bypass in: Sleeve gastrectomie: Het verminderen van overgewicht door staplen (nietjes) van de maag om zo het volume van de maag te verkleinen. Gastric bypass: Het verminderen van overgewicht door staplen (nietjes)van de maag om zo het volume van de maag te verkleinen en tevens omleiding van de dunne darm om zo minder calorieën op te nemen. Redo ingrepen: omzetten van maagband, Mason, Sleeve gastrectomie naar Gastric Bypass Werkwijze De operatie gebeurt in principe laparoscopisch. Bij de Sleeve gastrectomie wordt er een klein maagje gemaakt met nietjes (staples). Bij de Gastric bypass wordt hierop een dundarmlis vastgemaakt. De dunne darm lis wordt verderop weer aan de rest van de dunne darm vastgezet. Hierdoor gaat het eten niet meer langs de restmaag en de twaalfvingerige darm waar de verteringssappen gemaakt worden en zo zal de vertering niet optimaal zijn en ook de calorieopname via de darm zal niet optimaal zijn. gastric sleeve December 2012/afdeling 2.34 1 4 Gastric bypass Opdrachten: - Beschrijf hoe je de Body Mass Index (BMI) berekend? BMI is een goede parameter voor overgewicht. Zoek uit welke BMI grenzen gekoppeld zijn aan de volgende termen: *Normaal *Overgewicht *Obesitas *Morbide obesitas *Superobees Wat kunnen complicaties zijn van een gastric bypass en gastric sleeve op korte termijn? Wat kunnen complicaties zijn van een gastric bypass en gastric sleeve op lange termijn? Wat houdt "dumping" in? Wat kunnen bijkomende gevolgen zijn wanneer er sprake is van obesitas? December 2012/afdeling 2.34 1 5 Opdracht 9 Op deze afdelingen zul je ook heel veel te maken krijgen met psychosociale aspecten. Er worden ernstig zieke mensen opgenomen. Zo zul je in contact komen met patiënten die kanker hebben, patiënt die een stoma krijgen of personen waarbij de borst wordt geamputeerd. Verder liggen er soms terminale patiënten. Dit alles kan een enorme indruk achterlaten. Via de volgende vragen willen we jullie dan ook alvast een beetje voorbereiden. De psychiater Kübler-Ross heeft vijf fasen omschreven die tijdens een rouwverwerking worden doorlopen. Omschrijf deze fases. Heb je eerdere ervaringen met het psychosociaal begeleiden van mensen? Welke moeilijkheden ondervond je hierbij? Heb je persoonlijk of beroepsmatig ervaring met mensen die kanker hebben? Zo ja, welke ervaring. Welke psychische aspecten kunnen een rol spelen bij de zorg van een patiënt waarbij een lichaamsdeel is geamputeerd? Hoe denk jij dat je met deze problemen om gaat? Welke problemen verwacht je bij een patiënt die een stoma krijgt? Hoe denk jij dat je met deze problemen om gaat? Wat is jouw rol/taak bij een slechtnieuws gesprek? Maak hierbij onderscheid tussen voorafgaand, tijdens en na het gesprek. Waar ga jij met je vragen naar toe als je mogelijke problemen ondervindt bij het psychosociaal begeleiden van patiënten? Of met vragen als je zelf niet lekker in je vel zit? December 2012/afdeling 2.34 1 6 Opdracht 10 (afd 2.23) MDL opdrachten: Algemene vragen en een casus. Op de afdeling MDL (maag darm lever ziekten) worden patiënten opgenomen met een aantal verschillende ziektebeelden. De Ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa, Diverticulitis, Maligniteiten in MDL gebied, Bloedingen in MDL gebied, Levercirrose, (acute) pancreatitis. * Noem de onderzoeken die bij elk ziektebeeld apart voor kunnen komen? Bij diverticulitis: …. * Noem minimaal 2 overeenkomsten bij de Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa? * Noem minimaal 2 verschillen tussen de Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa? * Wat kunnen de oorzaken zijn van een acute pancreatitis? Noem er minimaal 3. * Verpleegkundige aandachtspunten van acute pancreatitis? * Wat kunnen indicaties zijn om een coloscopie te doen? Noem er minimaal 4. * Wat is een MDL verpleegkundige? Wat doet zij? Casus: Hr. V, 21-5-1943 wordt opgenomen in verband met buikklachten en mogelijk bloedbraken. Hr. heeft thuis al dagen wat buikpijn in zijn bovenbuik. Kan daarbij moeizaam eten, hoeft niet naar de toilet voor ontlasting en braakt daarbij. Toen daar vanochtend bloed bij zat heeft de huisarts Dhr. doorgestuurd naar de SEH van het MMC in Veldhoven. Hr. is bekend met atriumfibrillatie, gebruikt daarvoor acenocoumarol. Verder gebruikt hij een tabletje voor zijn hoge cholesterol. Hr. wordt via de SEH opgenomen. Welke onderzoeken kunnen er worden afgesproken bij Dhr. en waarom? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De MDL arts besluit om een ERCP te gaan doen? Wat zijn de indicaties om een ERCP te doen? ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------December 2012/afdeling 2.34 1 7 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voor de ERCP heeft de MDL arts bloedonderzoek gedaan. Daar komt uit dat Dhr. zijn INR te hoog is voor een ERCP? Kan de ERCP zo doorgaan? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Welke medicijnen kunnen gegeven worden om de INR te laten dalen? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De INR is gedaald. Het onderzoek kan door gaan. Dhr zijn leverfuncties flink verstoord en zijn bilirubine is verhoogd. Het onderzoek verloopt moeizaam. De arts kan moeilijk bij de galwegen komen, ook de papil van Vater is moeilijk te bereiken. Na veel proberen krijgt de MDL arts er geen stent in. Hoe verwacht je deze Hr. op de röntgen aan te treffen? Wat zijn je verpleegkundige aandachtspunten na deze ERCP? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………….. Hr. krijgt enkele dagen later opnieuw een ERCP. Daarbij wordt een stent geplaatst en Dhr. zijn labwaarden verbeteren. Bij de ERCP worden ook galstenen verwijderd. Na enkele dagen mag Dhr. met ontslag. Wat verwacht je dat het na-traject voor deze patiënt is? ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… … December 2012/afdeling 2.34 1 8 Opdracht 10 (afd 2.27) Plastische chirurgie Plastische chirurgen voeren operaties uit om de vorm en de functie van een lichaamsdeel te herstellen. Bij functieherstel gaat het om het weer zo goed mogelijk herstellen van een lichaamsdeel. Bij vorm herstel gaat het vaak om een cosmetische of uiterlijke verbetering. Er wordt verschil gemaakt met algemene plastishe chirurgie en reconstructieve plastische chirurgie. Waar denk je aan bij algemene plastische chirurgie? Waar denk je aan bij reconstructieve plastische chirurgie? Patienten die op 2.27 opgenomen worden hebben hier een bepaalde indicatie voor en zal ook altijd medisch noodzakelijk zijn. Bij klinische plastische chirurgie moet je niet denken aan bijv. een borst vergroting of neuscorrectie. Kun je indicaties noemen om opgenomen te worden in een ziekenhuis voor de PCH? – – – Op de afdeling komen we veel patiënten tegen die in de voorgeschiedenis zijn behandeld voor Mamma ca. Zij komen vaak bij ons op de afdeling na een mamma ablatio of lumpectomie. Zoek uit wat deze begrippen inhouden en benoem het verschil tussen een mamma ablatio of lumpectomie: Na deze ingrijpende operatie zal de patiënt een vorm herstellende operatie uit willen laten voeren en hier zijn verschillende mogelijkheden toe. Zoek deze begrippen op: TRAM flap DIEP flap TE Dit zijn 3 manieren om de vorm van de borst te herstellen wanneer wordt er voor 1 van deze operaties gekozen? Beschrijf dit kort: December 2012/afdeling 2.34 1 9 December 2012/afdeling 2.34 2 0