Spelling woordpakket 2 De schoolkrant

advertisement
Spelling woordpakket 1
Een plek om te werken
fluit
de fabriek
de fantasie
het fatsoen
de feestdag
de flat
de fietser
de flits
de folder
de friet
vis
vandaag
vanmorgen
het venster
het vraagstuk
volgens
het vliegtuig
vanzelf
het venster
verder
verderop
het vierkant
de voetbal
de voetstap
de volgorde
voortaan
de vriendin
Jaar
Heer
Oor
Uur
de aarde
elkaar
daarnaast
daarvoor
kostbaar
de kunstenaar
nietwaar
onmisbaar
de voorwaarde
de welvaart
de afkeer
eerder
de kleerkast
de meneer
ongeveer
de zweer
doordat
het oordeel
de oorzaak
de spoorweg
het voorstel
de natuur
zuur
de zuurstof
Fluit –
Vis –
Jaar –
Heer –
Oor –
UurKraaiKooi –
Boei –
ik hoor f aan het begin. Ik schrijf f.
ik hoor v aan het begin. Ik schrijf v.
ik hoor aar. Ik schrijf aar.
ik hoor eer. Ik schrijf eer.
ik hoor oor. Ik schrijf oor.
ik hoor uur. Ik schrijf uur.
ik hoor aaj. Ik schrijf aai.
ik hoor ooj. Ik schrijf ooi.
ik hoor oej. Ik schrijf oei.
Kraai
Kooi
boei
de draai
het lawaai
de dooier
de plooi
moeilijk
de moeite
de roeiboot
Spelling woordpakket 2
De schoolkrant
de Som
simpel
sinterklaas
de slinger
de soldaat
somber
de spiegel
spits
sportief
het sprookje
de suiker
de Zon
de zakdoek
zelden
zelfde
zesde
zestien
het zilver
de zondag
zuiver
zuiden
zuster
zwart
de zakdoek
zonder
de School
het schilderij
de scheepvaart
de schande
de boodschap
de schoorsteen
ofschoon
de schade
de schilder
schuldig
s zoals in woord SOM. Ik hoor s aan het begin, ik schrijf s.
z zoals in woord zon. Ik hoor z aan het begin ik schijf z.
sch zoals school. Ik hoor sg. Ik schrijf sch.
ng zoals in woord tong. Ik hoor n. Ik schrijf ng.
de tong
de aanvang
de honing
de botsing
de leerling
de voorsprong
gangbaar
de hengel
de ingang
jonger
de kleding
de koning
de lading
de lezing
de ligging
de longen
de melding
de roeping
de spanning
de spelling
de splitsing
de staking
de stang
de uitgang
de voeding
de vorming
de werking
de woning
de zitting
Spelling woordpakket 3
De sterrenkijker
de tong
de
de
de
de
de
de
de
de
de
de
de
de
afbeelding
bevolking
opening
oplossing
verdieping
aansluiting
afsluiting
opmerking
rekening
tekening
vreemdeling
wandeling
de bank
de sprinkhaan
het anker
de klinker
de winkelier
ondanks
blanke
donker
enkele
slank
datum signaaldictee:
de lucht
de pech
de
het bericht
de dochter
de aandacht
gisteren
teveel
winter
de tante
dezelfde
de bende
derde
deze
ergens
gisteren
jezelf
de lente
meteen
het plezier
de rente
de ronde
stiekem
de tante
terug
tiende
twaalfde
tweede
vierde
vijfde
zesde
de glimlach
de kachel
het lichaam
zichzelf
thema 4
de lucht
gedachte
achterna
verplicht
rechts
klacht
achterover
gevecht
ochtend
rechter
de reis
seizoen
weinig
afscheid
steil
veilig
beide
eiland
geheim
leiding
peil
het getal
het bezoek
gewoonte
geheel
beroemd
behang
belofte
gelukkig
geloof
het verkeer
verzoek
verkeerde
verhaal
verslag
verjaardag
verband
verdriet
vervoer
Je hoort gt, je schrijft altijd ch voor de t. Uitzonderingen: hij ligt, hij legt en hij zegt.
ei/ij deze woorden leer je uit je hoofd.
ge/be je hoort gu/bu maar je schrijft ge/be
het controledictee is op woensdag
Spelling woordpakket 5
Feestje in de sneeuw
het ijs
het tijdschrift
de twijfel
ongelijk
tijdig
de woestijn
altijd
de boerderij
het onderwijs
stijl
talrijk
terwijl
tijdens
het tijdperk
de wedstrijd
de pauw
de saus
de wenkbrauw
rauw
de kauwgom
pauw
dauw
lauw
de auto
de saus
de augurk
pauze
de automaat
datum signaaldictee:
het hout
het touw
de schouder
de kabouter
het goud
het woud
hout
oud
ouderdom
de juffrouw
de buurvrouw
de mevrouw
jarig
aardig
gunstig
eeuwig
treurig
eenvoudig
angstig
bezig
deftig
dertig
droevig
eenvoudig
eeuwig
grondig
haastig
handig
heilig
ijverig
jarig
keurig
lastig
moedig
nodig
rustig
slordig
spoedig
stevig
treurig
twintig
veertig
vijftig
Thema 6
jarig
machtig
enig
gezellig
gelukkig
verstandig
aanwezig
hevig
krachtig
menig
nuttig
prettig
vrolijk
dadelijk
landelijk
vriendelijk
natuurlijk
smakelijk
vrolijk
eerlijk
eigenlijk
eindelijk
gevaarlijk
hartelijk
heerlijk
lelijk
mogelijk
het figuur
pistool
minuut
sigaar
kilo
titel
file
piloot
prima
rivier
sigaar
de hond
potlood
hoofdstuk
levend
raadsel
afstand
hoofdstad
hoofdpersoon
landschap
leeftijd
raadsel
maaltijd
Jarig, vrolijk en figuur zijn woorden die je uit het hoofd leert.
Hond is een regelwoord: 1 hond 2 honden levend levende
Het controledictee is woensdag
Spelling woordpakket 7
Slaap zacht, Velibor
de ziekte
de
de
de
de
de
de
de
de
de
de
breedte
sterkte
warmte
vlakte
hoogte
ziekte
diepte
dikte
grootte
verte
het huisje
het tafeltje
huisje
eendje
eindje
het blaadje
het kamertje
het paadje
het tafeltje
het spiegeltje
het feestje
het glaasje
het kastje
het lichtje
het liedje
het nichtje
het plaatsje
het tijdje
het tongetje
het kringetje
het jongetje
het ringetje
het tangetje
het sprongetje
slangetje
stangetje
de hond
het speelgoed
het voedsel
de wereld
het verstand
gewond
de gids
de grondstof
de landbouw
niemand
het onkruid
het stadhuis
de Randstad
de stemband
de strijd
vanavond
verbaasd
het verbod
verkeerd
het vliegveld
het voorbeeld
de voorraad
woedend
datum signaaldictee:
regels:
ziekte - ik hoor tu en ik schijf te
huisje, tafeltje – ik hoor ju, ik schrijf je
tongetje – ik hoor utju, ik schrijf etje
hond – ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te (n). Ik
schrijf t.
Ik hoor de (n). Ik schrijf d.
Spelling woordpakket 8
Kijk een eik!
Dokter/fietsen
de burger
de drempel
duister
de groente
de handel
het kwartier
het onderzoek
ongerust
de onrust
de voldoende
de agenten
de antwoorden
de artsen
de berichten
de grachten
De leerlingen
De onderwerpen
De orkesten
De vorsten
adres
apart
de banaan
het kanaal
kapot
de raket
de tabak
sla, jager
bijna
daarna
de echo
de euro
de foto
de judo
de kano
de radio
het tempo
zodra
het avontuur
beneden
de bepaling
het leger
de nadruk
de zomer
de hekel
De
De
De
De
De
De
De
apen
bladen
gaten
joden
schepen
soldaten
steden
straten
datum signaaldictee:
dokter – Ik hoor aan het eind van de klankgroep een medeklinker.
Ik schrijf op wat ik hoor.
fietsen - achter het enkelvoud komt en. Ik hoor aan het eind van de
klankgroep een medeklinker. Ik schrijf op wat ik hoor.
sla - ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, oo, uu.
Ik schrijf a, o of u.
jager – ik hoor aan het eind van de klankgroep een lange klank aa, ee, oo,
uu.
Ik schrijf a,e,o of u.
apen – achter het enkelvoud komt en. Ik hoor aan het eind van de
klankgroep een lange klank aa, ee, oo of uu.
Ik schrijf a, e, o of u.
adres – kies uit twee regels:
Ik hoor aan het eind van de klankgroep:
1. een lange klank aa. Ik schrijf a.
2. een korte klank. Ik schrijf op wat ik hoor.
Spelling woordpakket 9
Een bureau voor Vivian
Jager
Het moment
De overkant
Het publiek
totaal
zoveel
de opgave
het overleg
het protest
de supermarkt
de telefoon
het toneelstuk
zoals
Bakker
ballen
jammer
de ladder
rubber
de bommen
de gezinnen
de aantallen
de bakkerij
intussen
jammer
dikke
dunne
frisse
smalle
snelle
volle
zwakke
De
De
De
De
De
De
De
De
Keuken
boeken
grootmoeder
waterleiding
stofzuiger
heuvel
geluiden
groeten
rivieren
struiken
Jager- ik hoor een het eind van de klankgroep een lange klank aa, ee, oo, of
uu.
Ik schrijf a,e,o,u.
Bakker - ik hoor een het eind van de klankgroep een korte klank a, e, o, of u.
Ik schrijf twee dezelfde medeklinkers.
Keuken- ik hoor een het eind van de klankgroep een tweetekenklank .
Ik schrijf op wat ik hoor.
Spelling woordpakket 9
Een bureau voor Vivian
Jager
Het moment
De overkant
Het publiek
totaal
zoveel
de opgave
het overleg
het protest
de supermarkt
de telefoon
het toneelstuk
zoals
Bakker
ballen
jammer
de ladder
rubber
de bommen
de gezinnen
de aantallen
de bakkerij
intussen
jammer
dikke
dunne
frisse
smalle
snelle
volle
zwakke
De
De
De
De
De
De
De
De
Keuken
boeken
grootmoeder
waterleiding
stofzuiger
heuvel
geluiden
groeten
rivieren
struiken
Spelling woordpakket 10
Met de caravan naar zee
Sleutels
De ouders
De regels
De ridders
Duiven
De brieven
De boeven
De neven
Huizen
De dozen
De ganzen
De muizen
Dikst
Kinderen
best
De bladeren
grootst De kalveren
meest De
omhoog
De autoweg
De hijskraan
De luchtballon
De
De
De
De
De
De
De
stapels
stempels
ruzies
schippers
vensters
wijzers
zusters
De
De
De
De
De
De
proeven
slurven
dieven
druiven
golven
schroeven
De
De
De
De
De
De
De
De
De
vazen
prijzen
glazen
grenzen
halzen
kiezen
laarzen
neuzen
sluizen
minst
smalst
hoogst
laagst
lammeren
De raderen
De eieren
De goederen
De runderen
De brandstof
De hardloper
De fietstocht
De
sluiswachter
De stilstand
opeens
Sleutels – achter het enkelvoud komt s
Duiven – in de lange vorm verandert f in v
Huizen – in de lange vorm verandert s in z
Dikker – dikst achter het basiswoord komt er.
Ik hoor ur. Ik schrijf er.
Achter het basiswoord komt st. Ik hoor st. Ik schrijf st.
Kinderen – achter het enkelvoud komt eren. Ik hoor uru . Ik schrijf eren.
Omhoog – ik schrijf op wat ik hoor.
Download