V Vermoeidheid door de ogen van Lenneke Vente Vermoeidheid kent vele vormen, het heeft een enorme invloed op de kwaliteit van leven en kan langdurig aanhouden, 30-90% van de patienten ervaart dit. En wat te doen als de sarcoïdoseactiviteit is verdwenen en rust nog steeds niet tot herstel leidt? Wat is vermoeidheid? 1 Vermoeidheid is iets wat we allemaal kennen maar moeilijk onder woorden kunnen brengen. Voor dr. Ingrid Korenromp van het centrum Interstitiële Longziekten te Nieuwegein aanleiding om een definitie op te stellen. Dit deed zij samen met haar Nederlandse en Belgische collega’s, allen onderzoekers op het gebied van chronische vermoeidheid. Vermoeidheid is namelijk een symptoom van veel verschillende ziektes. Het staat zelfs in de top 10 van de meest gerapporteerde klachten in de huisartsenpraktijk. Ook in de tweede lijn komt de klacht veelvuldig voor. Niet alleen de behandeling van vermoeidheid en onderzoek naar de oorzaak ervan, Volgens deze definitie is chronische vermoeidheid een zelfgerapporteerde klacht. Uiterlijk is er niet altijd iets te zien. Soms kan men uit het gedrag afleiden dat iemand vermoeid is, maar alleen de persoon in kwestie kan hierover uitsluitsel geven. Verder wordt chronische vermoeidheid altijd als onaangenaam ervaren door de patiënt. Het betreft dus een onplezierige vermoeidheid, zich uitend in een gevoel van lichamelijk en of mentaal onwelbevinden. De vermoeidheid dient minimaal zes maanden te duren, omdat spontaan Dr. Ingrid H. E. Korenromp. 14 behoren tot het werkterrein van artsen. Ook worden artsen steeds vaker ingeroepen bij arbeids- of verzekeringsconflicten als de vermoeidheid langdurig aanhoudt en invaliderend is. De arts moet dan beoordelen of er inderdaad sprake is van chronische vermoeidheid die al dan niet samenhangt met ziekte. Voor al deze artsen is nu een definitie opgesteld die bovendien kan worden gebruikt voor verschillende groepen patiënten. Deze luidt: ‘Chronische vermoeidheid is het zelfgerapporteerde lichamelijk en/ of mentaal onwelbevinden, langer dan 6 maanden aanhoudend en zich uitdrukkend in uitputting, als gevolg waarvan iemand lichamelijk en/of mentaal niet kan functioneren op het door hem/haar gewenste niveau’. Sarco SarcoScoop Scoop 44 herstel binnen deze termijn vaak voorkomt. Door de uitputting is de patiënt beperkt in zijn functioneren en kan hij niet meer doen wat hij wil. Met name dit verschil tussen willen en kunnen is belangrijk. Dit kan zich afspelen op het lichamelijk niveau (sport, huishouden, fysieke inspanning), het mentale niveau (aandacht, concentratie, geheugen) of op beide vlakken. Waarom deze definitie? Door deze definitie kan de arts de klacht van de patiënt ondubbelzinnig omschrijven. Een patiënt meldt bijvoorbeeld dat hij klachten heeft van vermoeidheid en uitputting, waardoor hij zijn dagelijkse werk niet meer volledig kan uitvoeren. De klachten bestaan bijna drie maanden. Volgens de definitie is hier geen sprake van chronische vermoeidheid, omdat de klachten korter dan zes maanden bestaan. Bij een andere patiënt die dezelfde klachten al een half jaar heeft, heeft de arts een behandeling voorgeschreven. Na afronding van de behandeling meldt de patiënt dat hij nog steeds klachten heeft en dat het hem enorme inspanning kost om zijn dagelijkse activiteiten te volbrengen. Hij is echter wel in staat om alles te doen wat hij wil. Ook bij deze patiënt, bij wie de klachten voor de behandeling wel voldeden aan de definitie, is op Professionals over vermoeidheid professionals dit moment geen sprake meer van chronische vermoeidheid. Er bestaat immers geen discrepantie meer tussen willen en kunnen. Artsen kunnen door deze definitie dus niet alleen de klacht van de patiënt duidelijk definiëren maar ook het effect van een behandeling eenduidig definiëren. Op dezelfde wijze kan de definitie worden toegepast bij grote groepen patiënten ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Patiënt, huisarts, internist, bedrijfs- en verzekeringsarts, psycholoog en fysiotherapeut kunnen nu op eenduidige wijze met elkaar communiceren over klachten van chronische vermoeidheid. Het devies van Ingrid Korenromp en haar collega’s is dan ook: ‘Vage klachten bestaan niet. Laten we helder zijn over de definitie ervan.’ behandeling? Helaas bestaan er voor het meten van vermoeidheid geen laboratoriumtests of scans. Vermoeidheid is alleen in kaart te brengen met een vragenlijst. Voor vermoeidheid specifiek bij sarcoïdosepatiënten is onder meer de Fatigue Assessment Scale (FAS) ontwikkeld door ildcare. Deze korte vragenlijst bevat tien vragen en is makkelijk en snel in te vullen. De behandelend arts kan hiermee het beloop van de vermoeidheid monitoren. Recentelijk is aangetoond dat een deel van de tot nu toe onverklaarbare vermoeidheid in sommige gevallen is toe te schrijven aan dunnevezelneuropathie. Dit wordt ook in ander onderzoek aangetoond. Deze aandoening kan als begeleidend verschijnsel bij sarcoïdose voorkomen1+2. Het gebruik van sommige medicijnen is effectief gebleken Vermoeidheid en sarcoïdose Patiënten met sarcoïdose gaan vaak bij de behandeling van moeheid naar de arts met niet-specifieke bij sommige kankerpatiënten met klachten, zoals algehele malaise, een ‘chemotherapiebrein’. Deze cognitieve problemen, gewichtsvermedicijnen zijn tevens getest bij lies, nachtzweten chronische sarcoïdoHet verschil tussen sepatiënten met last en temperatuurverhoging. De meest van aanhoudende willen en kunnen voorkomende moeheid, ondanks is belangrijk klacht is echter adequate therapie vermoeidheid, die lang kan voor sarcoïdose. Na vier weken aanhouden. Zelfs nadat andere verbeterde de moeheid significant aanwijzingen en tekenen van ziekin de groep die werd behandeld met teactiviteit genormaliseerd zijn. deze medicijnen. Het lijkt in streng geselecteerde gevallen een goed Dat vermoeidheid bestaat bij alternatief voor de behandeling van sarcoïdose is gebleken uit meerdere ernstige moeheid. Er moet echter studies. Maar hoe meet je nu de meer studie naar worden gedaan. ernst of veranderingen tijdens een Ook niet medicamenteuze therapie krijgt steeds vaker aandacht. Inmiddels is gebleken dat een groot aantal van de sarcoïdosepatiënten verminderde spierkracht en inspanningstolerantie heeft3. Het ligt voor de hand om te onderzoeken of revalidatie zin zou kunnen hebben. De eerste pilotstudies zijn gestart. Ook dr. Ingrid Korenromp vond in haar studie dat sarcoïdosepatiënten waarbij geen ziekteactiviteit meer aangetoond kon worden en die nog steeds vermoeid waren, minder spierkracht hadden dan patiënten die niet meer moe waren. Ook 2 Prof.dr. M. Drent. bleken haar vermoeide patiënten significant minder lichamelijke activiteit te hebben. Recentelijk is het promotieonderzoek van dr. Willemien de Kleijn afgerond. Zij heeft onderzocht dat leeftijd, geslacht en medische gegevens geen verklaring voor vermoeidheid bij sarcoïdose geven. Daarom heeft zij nader onderzocht of (psychologische) klachten een rol spelen bij vermoeidheid. En wat 2012 JuniDecember 2012 15 blijkt? Concentratie- en geheugenklachten, somberheid, klachten ten gevolge van dunnevezelneuropathie en kortademigheid, kunnen de vermoeidheid na verloop van tijd in stand houden. Tevens vond zij drie types van vermoeidheid bij sarcoïdosepatiënten: •een groep met milde klachten van vermoeidheid; •een groep met wisselende klachten van vermoeidheid gedurende de dag; •een groep met vermoeidheidsklachten gedurende de hele dag. Deze laatste groep heeft ook meer psychologische en lichamelijke klachten en is vaker arbeidsongeschikt dan de andere groepen. Het is dus belangrijk dat deze groep extra aandacht krijgt bij de begeleiding en behandeling van sarcoïdose. Het is essentieel dat klachten van vermoeidheid serieus worden genomen en dat er voldoende aandacht voor is, ook al lijken de klachten onduidelijk en moeilijk aan te tonen. Meer over dit onderzoek kunt u teruglezen in de SarcoScoop van juni 2012. Maar hoe zit het nu met vermoeidheid na de sarcoïdose? 3 In dit onderzoek werd een groep patiënten die na sarcoïdose nog last had van vermoeidheid vergeleken met een groep sarcoïdosepatiënten die geen klachten meer had na het tot rust komen van de ziekte. Vermoeidheid tijdens de sarcoïdose past in het plaatje van ‘ziek-zijn’. De rust die men dan neemt zorgt ervoor dat we krachten sparen en sneller herstellen. Maar als de ziekte tot rust is gekomen en de vermoeidheid blijft, dan is dit niet te begrijpen. De neiging om te rusten is dan ook niet meer functioneel en leidt niet tot herstel. Wie deden er mee? Aan het onderzoek hebben 75 patiënten meegedaan. Bij alle patiënten was de sarcoïdose helemaal tot rust gekomen. De helft van de patiënten had ernstige klachten van vermoeidheid en de andere helft helemaal niet. De twee groepen verschilden niet wat betreft leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, opleiding, ernst van de sarcoïdose en medicijngebruik. Vermoeidheid na ziekte komt bij meer ziekten voor, bijvoorbeeld bij griep, longontsteking, pfeiffer en kanker. De klacht is belastend in het dagelijks leven en soms zelfs invaliderend. De oorzaak is bij alle ziekten onbekend. Waarom blijft de ene patiënt langdurig moe en wordt de andere patiënt weer helemaal de oude? Bij sarcoïdose komt vermoeidheid na ziekte zelfs zo vaak voor dat er in het centrum Interstitiële Longziekten te Nieuwegein onderzoek naar is gedaan door dr. Ingrid Korenromp. Dr. W. de Kleijn. 16 Sarco SarcoScoop Scoop 44 Geen vermoeidheidstest: een vragenlijst Vermoeidheid is alleen in kaart te brengen met een vragenlijst. De scores op de vermoeidheidsvragenlijst was relatief hoog. De scores van de vermoeide groep waren zelfs hoger dan die van patiënten met andere aandoeningen (multiple sclerose, functionele buikklachten, genezen verklaarde kankerpatiënten). Professionals over vermoeidheid Een belangrijke bevinding was verder ook dat de vermoeidheid een duidelijk begin had namelijk, de sarcoïdose. Andere kenmerken van de vermoeidheid waren: •zes maanden of langer voortdurend aanwezig; •niet veroorzaakt door overbelasting (bijvoorbeeld door werk of sport); •rusten helpt onvoldoende; •afname van activiteit/bezigheden is het resultaat (bijvoorbeeld werk, sociaal, hobby). Bijkomende klachten Verder bleken vermoeide patiënten gemiddeld ook vaker last te hebben van bijkomende klachten dan niet-vermoeide patiënten. Deze klachten zijn samen te vatten als: •concentratie- en geheugenstoornissen; •pijn (keel, lymfeklieren, hoofd, spieren, gewrichten); •malaise na inspanning; •angstige en depressieve gevoelens. Slaap De vermoeide en niet-vermoeide patiënten sliepen zowel ’s nachts als overdag ongeveer even lang. Maar de vermoeide groep werd gemiddeld wel vaker wakker met een niet-uitgerust gevoel. De slaap had hen niet verkwikt. Extra rusten, langer slapen en of overdag dutten helpt niet en verlicht de vermoeidheid niet. Spierkracht en lichamelijke activiteit Metingen van de spierkracht lieten zien dat de vermoeide groep gemiddeld minder spierkracht had dan de niet-vermoeide groep (ademhalingsspieren, handspier en bovenbeenspier). Daarnaast bleek dat de vermoeide groep minder lichamelijk actief was. Net als tijdens de ziekte, was hun kwaliteit van leven beduidend lager dan die van gezonde mensen, als ook die van niet-vermoeide ‘ex’-patiënten. Afweersysteem Naast het beschrijven van het probleem van ‘chronische vermoeidheid na sarcoïdose’ is er in het onderzoek ook geprobeerd lichamelijke factoren te vinden die hiermee samenhangen. Daarvoor is er op verschillende tijdstippen bloed afgenomen bij de deelnemers. Hiermee is vervolgens in het laboratorium het functioneren van het afweersysteem (immuunsysteem) nagebootst. Uit deze test bleek dat het immuunsysteem van de vermoeide groep gemiddeld minder goed in staat was bepaalde eiwitten (cytokinen) aan te maken dan dat van de niet-vermoeide groep. We weten nog niet goed wat deze resultaten precies betekenen. Er is meer onderzoek nodig om er achter te komen of deze bevinding een verklaring zou kunnen zijn voor de langdurige vermoeidheid. Conclusie Uit het onderzoek zijn aanwijzingen naar voren gekomen die erop duiden dat het immuunsysteem en het hormonaal systeem dat reageert op stress bij vermoeide patiënten anders werkt dan bij niet-vermoeide patiënten. Er wordt nu vervolgonderzoek gedaan in het centrum Interstitiële Longziekten van het St. Antonius Ziekenhuis. Daarin worden twee lijnen gevolgd. 1. U itzoeken wat de beste therapie voor vermoeidheid na sarcoïdose is. We weten inmiddels dat vermoeide patiënten verminderde spierkracht en minder lichamelijke activiteit hebben. Oefentherapie onder begeleiding kan misschien uitkomst bieden. 2. Een onderzoek naar preventie van chronische vermoeidheid. Door vroeg in te grijpen in het ziekteproces willen we voorkomen dat patiënten chronisch vermoeid raken (en blijven). Wij houden u op de hoogte! Eindnoten 1. D r. Ingrid H.E. Korenromp, Dr. Mira Meeus en Prof. Dr. Gijs Bleijenberg. Nederlandstalige definitie van chronische vermoeidheid. Nederlands Tijdschrift Geneeskunde 2012;156:A4403. Meer op ntvg.nl/opinie 2. Praktische overzichtsartikelen, de laatste stand van zaken voor de medisch specialist. Sarcoïdose: Stand van zaken, prof. dr. M. Drent, Longarts. 3. Korenromp IHE. Chronic post-inflammatory fatigue in sarcoidosis, from cytokines to behavior. Theses 2011. ISBN 978-94-6108-171-1 Meer weten of reageren? [email protected] of www.sarcoidose.nl 2012 JuniDecember 2012 17