able version genade ... taren de Heer Home Leesvoer Woordenschat Goudklompjes Contactdoos Links Zoekt u iets? Hij komt op een wit paard Overgenomen van: In Geest en Waarheid s vd Heer emoet en vd Heer vd Heer de regen ster et de wo... een w... n de Heer vd Heer n de f... ede komst In het boek Openbaring, in hoofdstuk 19 vers 11-16, vinden we een machtig visioen over de komst van Ch lezen: "En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en W en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En Zijn ogen waren een vuurvlam en op Zijn hoofd wa kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hij Zelf. En Hij was bekleed met een kle bloed geverfd was, en Zijn naam is: het Woord van God. En de heerscharen die in de hemel zijn, volgden witte paarden, gehuld in wit en vlekkeloos fijn linnen. En uit Zijn mond komt een scherp zwaard, om daar heidenen te slaan. En Hij Zelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij Zelf treedt de persbak van de w gramschap van de toorn van God. En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij geschreven de naam: Koning de en Heer der heren". Wie de berijder van het witte paard is, is duidelijk. Het is het Woord van God, de Getrouwe, de Waarachtig Christus, de Zoon, die geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis. Zijn positie in dit visioen is vol betekenis. Hij berijdt een wit paard. Dat betekent overwinning. De oude R veldheren reden, als zij een grote overwinning hadden behaald, door de hoofdstraten van de keizerlijke st sneeuwwit strijdpaard en namen zo de toejuichingen van het volk in ontvangst. De Heer wordt beschreve Woord van God, rijdend op een wit paard. Hij heeft glorieus over Zijn vijanden gezegevierd. Als we lezen in het boek Exodus, dat "Egypte" (het rijk van het "vlees") met "600" "paarden" (6 is het get mens, van het vlees) Israël trachtte te achterhalen en dat ze alle omkwamen in "de zee", dan moet het on zijn, dat het begrip paard heenwijst naar de kracht van het "vlees". agden ron ruzalem Daarom had God bepaald, dat, als Zijn volk in het beloofde land zou zijn aangekomen en een koning zo aanstellen, deze "niet veel paarden mocht houden en het volk niet naar Egypte mocht terugvoeren om z paarden aan te schaffen, want de Heer had gezegd: Op deze weg zult u niet terugkeren" (Deut.17:16-17). " geen welgevallen aan de kracht van het paard; Hij heeft geen behagen in de benen van de man" (Ps.147:1 koning wordt behouden door een machtig leger, geen held wordt gered door geweldige kracht; het paar overwinning en doet niet ontkomen door zijn geweldige kracht" (Ps.33:16-17). Gods overwinning komt " kracht noch door geweld, maar door de Geest van God" (Zach.4:6). erst? n Tijd e dingen e leven Maar, zult u zeggen, hoe kan dat nu? We zien de Heer Jezus in het visioen op een paard. Als het begrip paa het vlees waarin God absoluut geen welgevallen heeft, hoe kan Christus daar dan iets mee te maken he Het antwoord is niet zo moeilijk. "Het Woord is vlees geworden" (Joh.1:14). Gods Zoon "heeft op gelijke w deel gekregen aan vlees en bloed" (Hebr.2:14). "God heeft Zijn Zoon gezonden in een vlees aan dat der zo (Rom.8:3). "Hij moest in alle opzichten aan Zijn broeders gelijk worden" (Hebr.2:17). Hij werd Zoon des m werd mens! Het woord is vlees geworden! van God Maar Hij was tevens een door God gezondene. En voordat Hij werd gezonden, was Hij "in de gestalte van God gelijk" (Fil.2:6). In het vlees echter, als Zoon des mensen, ontpopte Hij zich als Zoon van God. In voorbereidingstijd van 30 jaar in Nazareth (in het Hebreeuws betekent "nazar" apartgezet, afgezonderd), kind en later de man Jezus, "het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen" (Jes.7:15). In "Nazareth" w apartgezet, geheiligd. Daar raakte Hij "vertrouwd met al onze wegen" (Ps.139:3). Hij leerde er van kind-z gehoorzaamheid uit wat Hij moest doormaken" (Hebr.5:8). Omdat Hij steeds bezig was met de dingen Vader, "groeide het kind op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid" (Luc.2:40,49). "Zo nam Je wijsheid en grootte en in genade bij God en bij mensen" (Luc.2:52). Toen, na die voorbereidingstijd van dertig jaar, werd Hij door de Vader tot Zoon van God verklaard. "Dez Zoon, de geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb", getuigde de Vader, toen Jezus zich door Johannes de D laten dopen. Uiteindelijk "woonde in Hem de godheid lichamelijk" (Col.2:9). Het was volkomen waar, wa Jezus van Zichzelf zei: "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien" (Joh.14:9). Nu terug naar het visioen van Openbaring 19:11-16. Wat zien we daar? De Zoon van God en de Zoon des m volmaakte harmonie. We zien het Woord van God, dat het vlees volkomen in toom heeft. Christus had all vlees in bedwang. Hij overwon in de grootste verzoekingen (Mat.4:1-11). Door de Heilige Geest kreeg Hij m alle menselijke neigingen. Vandaar dat Hij aan het eind van Zijn verblijf op aarde de Vader dankt, dat De macht had gegeven over alle vlees, over alle verlokkingen en verzoekingen van het mens-zijn (Joh.17:2). Er "Wij hebben geen hogepriester, die niet kan meevoelen met onze zwakheden, maar één, die in alle dingen wijze als wij is verzocht geweest, maar zonder te zondigen" (Hebr.4:15). Het is erg belangrijk, dat wij zien, dat Jezus zowel Zoon des mensen is als de Zoon van God. Paulus spreek als een groot geheimenis. "Groot is het geheimenis der godsvrucht: Die zich geopenbaard heeft in het (1Tim.3:16). Want in Babylon maakt men altijd een scheiding tussen God en mens, tussen de Zoon van G Zoon des mensen. Maar in de Christus zien wij een volmaakte harmonie tussen Geest en vlees, net als in eerst mens, die naar Gods beeld en gelijkenis geschapen was. Hij was één: "God schiep de mens naar Zijn b Gods beeld schiep Hij hem, mannelijk-vrouwelijk schiep Hij hen" (Gen.1:27). "De Heer, onze God, de Heer is 6:4). De eerste mens was geschapen naar Zijn beeld. Hij was één. Zo was ook Jezus één. God is Geest, dus toen Hij de mens schiep, schiep Hij een geestelijk mens, een mens waarin de Geest heers natuurlijke. Zo'n mens kon niet zondigen. In de beginne was er in Adam harmonie. Hij ervoer evenwicht t "mannelijke" en het "vrouwelijke", tussen het geestelijke en het zielse. Later "nam God één van zijn ribben de oorspronkelijke tekst niet het woord "rib", het gaat om één van de twee componenten en dat was in dit "vrouwelijke") en sloot haar plaats toe met vlees. En God bouwde die component, die Hij uit de mens geno tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens" (Gen.2:21-22). Nou, u kent het vervolg: Eva (type van het m het "vrouwelijke") werd door de zonde verleid en Adam (voorteken van Christus, het "mannelijke") nam de haar aan, zoals de Heer Jezus ónze zonden op zich nam. Wat zien we dus in het visioen van Openbaring 19? De éénheid, die in de eerste Adam was, hersteld in Ch Woord Gods heeft het paard volledig in toom. Het paard is "wit". Met Jezus' woorden gezegd: "U, Vader, macht gegeven over alle vlees" (Joh.17:2). Ook Christus was één. Er was in Hem harmonie tussen het "man het "vrouwelijke", tussen vlees en geest. En daarom sidderden de duivelen voor Hem (Jac.2:19). Voor velen is de Heer Jezus alleen een goed mens geweest, een groot profeet. Door dat te denken, denkt m laag van Hem. Hij was méér dan een profeet, méér dan Jona, méér dan Salomo, méér dan de tempel (Ma 42). Uiteindelijk "woonde in Hem de volheid van God lichamelijk" (Col.2:9). Hij was niet alleen Zoon des maar ook Zoon van God, "tempel" van de Vader. Voor anderen is de Heer Jezus uitsluitend goddelijk. Hij was Gods Zoon, dus was het voor Hem niet zo mo over de zonde te zegevieren. Het ging bij Hem van zelf. De Heer wordt in deze opvatting op één lijn gez bijvoorbeeld een Griekse god als Hercules, die vanuit het godenrijk neerdaalde en alles kon. Die deed e fantastische wonderen en keerde daarna weer naar de godenwereld terug. Zo'n idee hebben veel mensen ook van de komst op aarde van de Heer Jezus als Zoon van God. Het was hé Hem om naar de aarde te komen, maar, denkt men verder, het was voor Hem niet zo moeilijk om een rei leiden. Hij kon als Zoon van God gemakkelijk over de zonde heersen. Voor Hem was het niet zo moeilijk al om altijd maar het oog gericht te houden op de Vader. Hij was immers Zijn Zoon. Dit hellenistische de algemeen verspreid in het geestelijke Babylon en dat doet de Heer Jezus zeer veel te kort. Maar in het leven van de Heer Jezus ging niets zo maar, omdat Hij de Zoon van God was. Als geen ander strijd gekend. "In alle dingen is Hij op gelijke wijze verzocht geweest als wij" (Hebr.4:15). Geen enkel asp verzoeking of beproeving is Hem bespaard gebleven. Jezus, die veelvuldig zoon van David wordt genoem als David een man van veel en grote conflicten. "Hij was een man van smarten, vertrouwd met ziekten" (Jes alle menselijke strijd was hij bekend. Maar in alles overwon Hij. In alle verzoekingen, beproevingen en verl hij staande gebleven! Vandaar, dat er in Openbaring 5:5 staat:"De leeuw uit de stam Juda, de wortel Dav overwonnen". De Heer had Zijn "lichaam aan dat der zonde gelijk" volkomen in toom. "En zie, een wit paar daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, het Woord Gods" (Op.19:11-13). EEN WIT PAARD De kleur van het paard is wit, wat uiteraard heenwijst naar de reinheid en de heiligheid, die Jezus als mens de heilige Geest. Wit spreekt ook van licht, van innerlijke verlichting. Dit is niet alleen een kenmerk van de Zoon van God, m de zonen Gods, van de vele broeders die "in Christus" zijn en die Hem volgen waar Hij ook heen gaat. We raad u aan van Mij te kopen witte kleren om die aan te doen" (Op.3:18). Dit spreekt van de heerlijkheid die Jezus had, toen Hij voor de ogen van de discipelen werd veranderd: "En Zijn gedaante veranderde voor hu Zijn gelaat straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht" (Mat.17:2). Het innerlijke Licht, dat J brak door naar buiten. Wat door het vlees versluierd was, werd ontsluierd. Hij, die de "zeven" "sterren" in heeft, straalt als de zon. En zo rijdt het Woord van God overwinnend voort, strijdend in gerechtigheid. Iedere manoeuvre verloop plan. Het Woord van God is niet te stuiten. Jezus Christus gaat voort als overwinnaar en Hij doet dat met gr Het is echter geen gemakkelijke veldtocht, waaraan Hij is begonnen. Maar "Hij schrijdt fier voort in Zijn gr Hij is het, die in gerechtigheid spreekt, machtig om te verlossen" (Jes.63:1). En: "Waarom is dat rood aan u en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? Ik heb de wijnpers alleen getreden en van d was niemand bij Mij. Ik trad hen in Mijn toorn en vertrad hen in Mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed klederen en Ik bezoedelde Mijn ganse gewaad. Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar va verlossing was gekomen (Jes.63:2-4). Nee, de opdracht van de Heer Jezus was alles behalve gemakkelijk. Van Hem werd gevraagd, dat Hij zou g uiterste. Volmaakt gehoorzaam zou Hij zijn, tot aan een smadelijke dood toe. Hij zou volkomen de wil van doen en niets voor Zich Zelf willen. Zodoende zou Hij "het jaar van Zijn verlossing" kunnen brengen aan ee in duisternis wandelt". DE STRIJD Eens hoorde ik een prediker zeggen, dat hij geloofde dat Jezus letterlijk zou neerdalen uit de hemel op een "Jezus Christus heeft het paard geschapen", zei hij, "en als hij door de wolken wil rijden op een wit paard, d dat vast en zeker". Ja, dat kan Hij zeker! Maar ik voeg er meteen aan toe, dat "Gods volk te gronde gaat door het gebrek aan (Hosea 4:6). Welke kennis? De bijbel doelt hier natuurlijk op het gebrek aan geestelijke kennis. God is Gee Woord gaat over geestelijke realiteiten. Wij moeten Gods Woord consequent letterlijk nemen, niet figuur letterlijk toepassen op geestelijke realiteiten en dus niet alleen op aardse schaduwbeelden. Veel mensen zij dat iemand het Woord van God wel eens zou kunnen "vergeestelijken", terwijl zij zich niet realiseren, dat Woord Gods "vervleselijken". Want, zei de Heer Jezus, "de woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en leven" Geestelijke kennis wordt door de mensen veracht en is een zeldzaam iets geworden. Daarentegen staat in kennis die ophoudt als we sterven wel hoog aangeschreven. Het gaat om geestelijk inzicht, waarvan God z heeft geen begrip. Mijn volk heeft geen inzicht. Wee het zondige volk" (Jes.1:3-4). Het probleem van Gods volk heden ten dage zit 'm in hun oren en in hun ogen. Net als bij de Farizeeërs in de Heer Jezus, houdt men vol dat men hoort en ziet. Maar er is zo weinig inzicht. Er is zo weinig geestelijk Steeds wordt het natuurlijke met het geestelijke verward. De natuurlijke wereld is de wereld van de m geestelijke wereld is het rijk van God. Het verstand kan nooit de dingen van de geestelijke wereld begrijpe zijn hem een dwaasheid (1Cor.2:14). Ook kan het verstand hemelse realiteiten nooit kennen, want deze geestelijk gezien. Neem nu het boek Openbaring. Het is een geestelijk boek. Geestelijke realiteiten wor profetisch beschreven door middel van tekenen en symbolen. De vervulling van deze profetieën leest u n krant. U kunt ze tot vervulling zien komen in de levens van gehoorzame broeders en zusters. De Geest God ons geen wereldlijke oorlogen tussen allerlei naties. Want wat hebben oorlogen en burgeroorlogen te mak Koninkrijk der hemelen? Het strijdtoneel dat Johannnes op Patmos zag, was een strijd tussen licht en du tussen Geest en vlees, tussen de gezindheid van Christus en de gezindheid van het vlees, tussen waarheid tussen leven en dood. Deze strijd moet in ons worden ervaren. Waarom? Om met Hem mede-overwinnaar en de kroon des levens te verwerven. Onze Heer Jezus heeft die geestelijke strijd oneindig veel intensiever gevoerd dan wie ook. Hij heeft alle m van de wereld, van het vlees en van satan) overwonnen (Mat.28:18). Hij heeft tijdens Zijn leven elke "z veroordeeld in het vlees" (Rom.8:3). En omdat Hij dat deed tijdens Zijn aardse bestaan, kon Hij de weg tot overwinning banen voor ieder die Hem volgen wil (Rom.8:37). De apocalyptische beschrijving van Zijn komst op een wit paard om te strijden tegen "het beest en de kon de aarde" (Op.19-19), is dus geen beschrijving van een letterlijke oorlog met wapens van staal en ijzer. He van die strijd kunt u niet zoeken ergens op aarde. Jezus zegt: "Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indi deze wereld geweest was, zouden Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou w overgeleverd; Mijn Koninkrijk is niet van hier, niet van deze wereld" (Joh.12:36). "De wapenen van onze sri vleselijk, maar krachtig door God tot neerwerping van sterkten" (2Cor.10:4, St.Vert.). Het is dus vanzelfspr onze strijd niet vleselijk is maar geestelijk. De witte ruiter moet dwars door "uw wereld" komen, om al het "uw land" te veroveren. "Heft, poorten, uw hoofden omhoog en verheft u, opdat de Koning der ere inga. toch, de Koning der ere? De Heer der heerscharen, sterk en geweldig; geweldig in de strijd, Hij is de Konin (Ps.24:7-19). De strijd moet in u worden gevochten; de overwinningen in u worden behaald. Ziet u het f zwaard van Zijn waarheid en licht op uw verstand? Staat u Hem toe alle vooroordelen en menselijke, bab interpretaties weg te nemen? "Welzalig de mensen die in hun hart de gebaande wegen hebben" waarop binnenrijden! (Ps.84:6) Als Hij komt, wordt strijd vrede, wordt verdriet vreugde, wordt vrees geloof en onge gerechtigheid, haat wordt liefde, dwaling waarheid, zonde heiligheid, ziekte gezondheid, zwakte wordt kr hoeven dus niet te wachten op een latere blijde dag waarop wij zullen overwinnen: de strijd wordt nu ges "God zal ons te allen tijde in Christus doen zegevieren" (2Cor.2:14). Want Jezus is overwinnaar! ZIJN OGEN Onze ogen kunnen alleen maar licht ontvangen en zien. Maar de ogen van de Heer zien niet alleen: ze zijn vuurvlam (Op.19:12). Waarheen ze zich ook wenden, verspreiden ze licht, waarheid. Toen Petrus Hem verloochend, draaide de Heer Zich naar hem om en keek. Die blik van licht en waarheid deed het hart va breken van spijt en verdriet: hij ging naar buiten en weende bitter. Dit was maar een schaduw van wat ko Want de dag komt en is nabij, dat Hij het Licht van de wereld zal zijn in volheid. Zijn ogen zullen dan ove aarde gaan en waar Hij kijkt wordt alles verlicht. Als Zijn oog op iemand valt, móét alle duisternis wijken. D volheid vervuld: "Sta op en schijn, want uw licht is gekomen en de heerlijkheid van de Heer is over u opg (Jes.60:1). Eeuwen lang heeft de wereld gezeten in uiterste donkerheid, in kille en duistere schaduwen van Maar Hij, die spoedig geopenbaard wordt als de grote overwinnaar, komt dan met de wolken", "rijdend o paard", om met Zijn ogen die als "vuurvlammen" zijn, alle schaduwen en duisternis te verdrijven Christus komt met ogen als vuurvlammen om alles en iedereen te richten (=recht te zetten). Om rechtva kunnen oordelen moet Hij door alles heen kunnen kijken. Hij moet alle diepten kunnen doorzoeken en ac maskers kunnen kijken. Zijn ogen dringen door tot elke verborgen gedachte en leggen elk motief van het ik bloot. Geen greintje van het ik blijft onbeschenen. Alles van het vlees komt openbaar. Elke vorm van hu hoe subtiel ook, wordt ontdekt als Gods licht in volle sterkte gaat schijnen. Uit Zijn ogen straalt ook een ongekende heiligheid en een oneindig onderscheidingsvermogen. Zijn licht d tot de diepten van de mens, om bekend te maken, wat ziel is en wat geest. "Het Woord van God dringt doo dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten van h geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, vo rekenschap hebben af te leggen" (Hebr.4:12-13). Als die Koning der ere in ons binnenrijdt, komt Hij met ogen die schijnen met hemels vuur, om het hart verstand te verlichten. Hij wil alles openbaren en al het ik-gerichte vernietigen. Alle verborgen motieven ontbloot. Alle vleselijkheid wordt uitgebannen. Ieders diepste gedachten worden gezuiverd. Sommige zak in ons leven diep zijn weggestopt, maar Zijn ogen brengen alles aan de oppervlakte. Alles wordt aan de d onttrokken. Willen wij Hem op deze wijze nu reeds toelaten? Menen wij echt wat wij zingen in de advents heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, Uw tempel zijn"? ZIJN WAPEN "En uit Zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmee de heidenen te slaan". Dit zwaard is ongetwijf tweesnijdende zwaard van het levende Woord. Want hoe heet de ruiter op het witte paard? Woord van G naam (Op.19:13). Door Hem "zijn de hemelen gemaakt" (Ps.33:6). Door het Woord kwam er leven in den b komt er nu nieuw leven in mensen die zich laten verlichten (Joh.1:1). Als wij het in ons toelaten, brengt h heling. Want er staat: "Hij zond Zijn Woord om hen te genezen" (Ps.107:20). Waarom wordt de Heer in dit visioen voorgesteld met een scherp zwaard, dat uit Zijn mond komt? Omdat van de "Ik ben de waarheid en het leven" ligt in het levende Woord dat uit Hem komt. Met dat "zwaard" zaa dood en verderf zoals andere overwinnaars dat hebben gedaan. Zijn Woord raakt met waarheid en le Wie zich nu vrijwillig aan Hem overgeeft, begint nu dus reeds het Woord der Waarheid te "horen" en merk leven verandert. Maar daar blijft het niet bij. Het doel is namelijk, dat "alle tong zal belijden: Jezus Christu (Fil.2:10). Gods bedoeling is de "wederoprichting van alle dingen" (Hand.3:21). Hij zal dan ook niet rusten, Licht alle duisternis zal hebben verzwolgen, totdat Zijn koningschap is gevestigd op een nieuwe aar Als wij lezen: "Om daarmee de heidenen te slaan", moeten wij dus niet denken aan wraak of straf. Het zw Geestes doet véél meer dan dat. Het dringt diep door in de ziel om vlees en geest te scheiden, om men gedachten te ontmaskeren, om verborgen motieven aan het licht te brengen. De prediking van Gods Wo Pinksterdag sneed de toehoorders zó door het hart, dat ze uitriepen: "Wat moeten we doen?" En daarop a Petrus kort en bondig: "Bekeert u en laat u dopen in de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zon zult de gave van de Heilige Geest ontvangen". "En zij dan, die dat aanvaardden, lieten zich dopen en op werden er ongeveer drieduizend zielen toegevoegd" (Hand.2:37-41). Toen Stefanus ook het Woord predik het hun door het hart". Zó hanteert Hij het zwaard der gerechtigheid. Het doodt alleen om levend te maken. Het snijdt alleen om t Het doodt alleen die dingen, die hadden moeten sterven en maakt die dingen levend, die hadden moeten zal Hij de natiën regeren met een ijzeren staf, met de staf van wáár oordeel en met de scepter van wáár g koningschap. Paulus zegt: "Neem het zwaard van de Geest, dat is het Woord van God" (Ef.6:17). In veel commentaren ku dat dit het enige aanvallende wapen is in de geestelijke wapenrusting. Maar ik betwijfel dat. Een zwaard ka defensief wapen zijn in de hand van iemand, die geen offensieve bedoelingen heeft. We lezen immers, wapenrusting Gods is bedoeld "om stand te houden" (Ef.6:11). Petrus had wel agressieve, offensieve bedoelingen, toen de Heer werd gearresteerd in de hof van Geths "Simon Petrus dan, die een zwaard had, trok het, en hij trof de slaaf van de hogepriester en sloeg hem het af; de naam nu van die slaaf was Malchus. Maar Jezus zei: Laat het hierbij. En hij raakte het oor aan en hij g (Joh.18:10, Luc.22:51). Uiteraard is dit niet zonder geestelijke betekenis: wie het "zwaard" aanvallend hant "Malchus" (dit betekent Koning), de "slaaf van de hogepriester", het "rechteroor" af. Nee, de Heer hakt er n Integendeel. "De woorden, die Ik tot u spreek zijn Geest en Leven" (Joh.6:63). Zijn Woord richt op, als de z heeft neergedrukt. Zijn Woord doet leven. Als Jezus spreekt, is dat een manifestatie van Zijn geestelijke kr Zijn woorden stroomt leven over naar de personen tot wie Hij Zich richt, net zoals Hij dat op aarde d Woorden dragen namelijk geestelijke kracht over. Die actie van geest tot geest kan niet worden opgeme lichamelijke zintuigen. Maar als we achter de sluier van het natuurlijke zouden kunnen kijken, dan zouden dat er heel wat gebeurt. Woorden zijn véél meer dan klanken. Ze kunnen geladen zijn met kracht. Vandaa kon zeggen: "De woorden, die Ik tot u spreek, zijn Geest en Leven" (Joh.6:63). Hij maakt levend, zelfs al zo gestorven (Joh.11:26). Eén voorbeeld: "Toen Hij vlak bij de stadspoort van Naïn gekomen was, zie, een dode werd uitgedragen, zoon van zijn moeder, die weduwe was. En toen de Here haar zag, werd Hij met ontferming over haar bew zei tot haar: Ween niet. En Hij raakte de baar aan en zeide: Jongeman, Ik zeg u, sta op! En de dode ging o zitten en begon te spreken en Hij gaf hem aan zijn moeder" (Luc.7:11-17). Omdat de Christus een geestelijk lichaam is, dat uit vele leden bestaat, zo is het ook met het zwaard, da mond komt. Het Woord van God wordt heden ten dage in de wereld gesproken door het Lichaam van Chri Woord stroomt voort als een geluid van vele wateren. Er zijn geen twee of meer zwaarden, één uit de mo Heer en andere zwaarden uit de monden van Zijn dienstknechten. Nee, er is één zwaard: het zwaard van d God, het Levende Woord. Wat wij uit de bijbel aanhalen, wat wij van de bijbel weten en wat wij ervan begrijpen, is niet het zwaard va Het zwaard van de Heer is dát Woord, dat alleen uit Zijn mond komt én uit onze mond als Hij door ons spre het Levende Woord, dat stroomt uit volkomen geheiligde volgelingen die vlees zijn van Zijn vlees en been gebeente. Deze volgelingen van het Lam zijn zoals Openbaring 5:10 het zegt, "gemaakt tot koningen en priesters". eerstelingen voor God en voor het Lam, die het "Woord der waarheid spreken". Zij hebben veel te lijden Babylon worden ze, net als de vroegere profeten, gemeden, vervolgd, gedood of voor dood gehoud Want in Babylon woedt een andere strijd. Daar strijdt men met vleselijke wapens, met vleselijke midde woorden. Daar worden gedachten en woorden ingegeven door de verlangens van de ziel en van het vlees. speelt het intellect de eerste viool. Daar gaat het om ideeën, meningen, opvattingen, leerstellingen, nie Levende Woord der Waarheid. Vandaar dat er in Babel op het religieuze vlak zo veel strijd is. Er zijn name ideeën en meningen. Bovendien is er onzettend veel onverdraagzaamheid onder vleselijke "christenen". Om futiliteiten wenden van medegelovigen. "Christenen" die aanvankelijk dikke vrienden waren en voor elkaar door het vuur zou laten elkaar in de steek om onbegrijpelijke redenen. "Christelijke" gezinnen en families worden verscheu naijver, ruzie, haat en nijd. Maar wat het allervreselijkste is, is het lot van de "christelijke kerken". Deze dragen de naam van Chris Vredevorst, maar ze voeren constant oorlog tegen elkaar. Door de eeuwen heen trachtten zij broeders en "bekeren" door ze levend te verbranden. Ware gelovigen, die vanuit de bijbel gingen verstaan, dat ze zich als volwassenen moesten laten dopen, werden heftig vervolgd, en soms zelfs verdronken. Babylon is dronk bloed van heiligen en martelaren. Het was allemaal het werk van het vlees, het werkterrein van satan. De i de geest van antichrist was de drijfveer in dit geestelijke Babylon. Het gevolg was een valse kerk, vle christendom, dat vocht met vleselijke wapenen. Het is dan ook vanzelfsprekend, dat zulk christendom wei verstaat van Christus' Woord van Geest en Leven. DE LEGERSCHAREN DIE HEM VOLGEN Als de Heer Jezus Christus openbaar wordt, komt Hij niet alleen. Zelfs vóór de zondvloed had Henoch gep over de openbaring van de Christus. Hij zei: "Zie, de Heer komt met Zijn heilige tienduizenden, om over a vierschaar te spannen" (Judas 14-15). En Johannes schreef: "En de heerscharen die in de hemel zijn, volgde witte paarden" (Op.19:14). Jezus is het Hoofd. Hij is de Leidsman, die vooraan gaat. Zijn heiligen volgen in Zijn spoor. Zij vormen één van strijders. Zij staan rechtstreeks onder Zijn bevel. Ze zijn "van boven" en met hen behaalt Hij de overwi het "beest". Ze worden elders genoemd "zij die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en getr (Op.17:14, letterlijk). Er is geen voetvolk bij. Ieder lid van dit "lichaam" is gelijkvormig aan de Leider. Allen z een wit paard, gekleed in priesterlijk linnen. Ook zij ervaren volledige harmonie in hun binnenste. De Gee volkomen over het menselijke in hen. Het is een leger van koningen, maar hun kronen hebben zij aan de L gegeven. Zij dragen zelf geen wapens; nee, ze vertrouwen volkomen op het scherpe zwaard, dat komt uit Hun kleding is wit, want zij zijn rein, rechtvaardig. Het volgende is een gedeelte uit een artikel van George Hawtin, waarin hij dit leger beschrijft: "Het is een heiligen Gods, duizenden geheiligde zonen, die allen deel zijn van het mystieke, mannelijke, lichaam van C leden van dit lichaam zijn ingelijfd in de loop van de afgelopen zesduizend jaar. Het Woord van God, de E Heren in het oude testament en de Messias in het nieuwe testament, is het Hoofd. Hij is de eerstgeboren Vader, de eersteling uit de doden, de Koning van de koningen. Hij is de eerste van vele broeders. Hij is de o een grote groep zonen van God. Zij zijn samen het ware lichaam van Christus. Zij hebben op aarde Zijn gedragen "buiten de legerplaats", buiten de traditionele en wereldse denominaties en groepen. Zij hebbe van de Heer verstaan en zijn daaraan gehoorzaam gebleven: "Gaat uit van haar, Mijn volk, en houdt niet va onreine. Dan zal Ik u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en u zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Almachtige" (2Cor.6:17). Door hun gehoorzaamheid werd God hun Vader. Als een Vader onderwees Hij he Hij hen vrij van de verblindende tradities en leringen van mensen. Hij tuchtigde hen, zoals een liefhebben doet. Hij kastijdde hen, zoals een goed Vader een zoon kastijdt. Hij voedde hen en daarom ontvingen zij h des levens. Zijn gezindheid werd de hunne en daarom gingen zij Zijn wil verstaan." Maar nu, in het visioen van Openbaring 19, is tuchtiging voorgoed voorbij. Zij zijn nu gelijkvormig aan hun komt als Strijder, Rechter, Koning en Hogepriester en zij zijn strijders, richters, koningen en priesters met zijn gekleed in fijn wit linnen. Zij dragen geen wapenrusting: zij zijn onsterfelijk, onvergankelijk en kunnen worden geraakt. Leest u ook, in dit verband, Openbaring 14 vers 1-5 nog eens door. Ray Prinzing schreef over dit onderwerp het volgende: "Een historicus heeft aangetoond, dat alle paarden Salomo, de vredevorst, volbloeden waren. Met geen enkel ander ras waren ze vermengd. Geen enkele eigenschap zou zich in de strijd kunnen openbaren. Zo is het ook hier. Het Hoofd is het Lam zonder vlek o Ook in de 144.000 wordt het heiligingsproces volkomen in geest, ziel en lichaam. In alle sectoren van hun zij "onberispelijk bewaard in de parousia (tegenwoordigheid) van onze Here Jezus Christus" (1Thes.5:23 worden als eersten alle dingen nieuw, zonder enige vermenging met wat voor andere invloed dan ook. Da Heer zo bezig met hen, die Hem onvoorwaardelijk volgen. Hij wil een maagdelijke geest, die onbevlekt is enkel spoor draagt van de geest van de wereld. Er mag geen greintje van de oude natuur worden gevond lichaam van uitverkorenen. Alle oude dingen gaan voorbij. Alle dingen worden nieuw. En daarom roept d Zijnen uit Babel. Daarom toont Hij hun, wat Babel eigenlijk is: "Zie, Ik zál u, berg van verderf (=Babylon), d aarde heeft verdorven. Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken en u maken tot een berg van brand. En men geen steen nemen voor een hoek, noch een steen voor fundament" (Jer.51:25-26). De hemelse legerscharen, die Hem volgen, zijn door de Heilige Geest door alle tijden heen met grote zorg Mozes' voorbereidingstijd om een verlosser naar Gods hart te kunnen zijn, was veertig jaar. Jezus' voorber was dertig jaar. Ook Paulus zocht jaren lang de stilte "en is geen ogenblik te rade gegaan met vlees en (Gal.1:16). Zo zijn er steeds broeders en zusters geweest, die de stem van God gehoord hebben om de Z mensen te volgen op de smalle weg, die ten leven leidt. Voor hén was de grote opdracht: "Volg Mij". En da dan ook: zij volgden het Lam waar Hij ook heen ging, al was het buiten de legerplaats. Zij droegen menig smaad. Zij werden door menigeen gemeden en veracht. Net als hun Heer hadden zij geen gestalte noch lu flitsende programma's of bedieningen en stonden bij mensen daarom niet in hoog aanzien. In het natuurli zij niets te bieden. Ze hadden geen gestalte, dat de mensen hen zouden hebben begeerd. Zij werden vera mensen verlaten. Wilt u de Zoon des mensen, het Lam, zo volgen? "De heerscharen die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn lin hadden wél in de voetsporen getreden van hun Heer als de Zoon des mensen. Zij hadden het Lam gevolgd 4). Tijdens dit volgen hadden zij niet zichzelf gezocht, maar steeds Hem. En daarom werden ze door de H onderwezen. Daarom maakte Hij in hen alle godsdienstige begrippen en gewoonten nieuw. Daarom leidd volkomen uit het Babylonische denken. Zij leerden om lief te hebben op Zijn wijze, om God te dienen als dienstknecht en om alles te leren verdragen om Zijns naams wil. Op deze smalle weg, die de heilige genaa leerden zij volledig af te gaan op de kracht van Gods Geest. Zij verloochenden zichzelf volkomen. Zij zoch eigen eer en geen eigen belang. Zij deden niet hun eigen wil. Zij kenden geen zelfbeklag, zelfvoldaanh zelfverheerlijking. Ze leerden af om een eigen gebouwtje, eigen gemeente, een eigen zending, een e programma, enz., enz., te zoeken. Kortom, net als hun Heer wilden ze niets voor zichzelf, zelfs niet een kle of een klein "holletje". De Heer had gezegd: "Vossen hebben holen en vogels hebben nesten, maar de Z mensen heeft geen enkele plek om het hoofd neer te leggen" (Mat.8:18-22). Niets voor zichzelf, niets vo maar alles voor God: Uw wil geschiede en Uw naam worde geheiligd. Ze leerden stil te zijn (Ps.62:2). Ze leerden, net als Jezus, gehoorzaamheid in alles wat ze moesten doo (Hebr.5:8). Ze leerden minachting verdragen. Kortom: ze leerden hun leven niet kostbaar te achten voor (Hand.20:24). Het ging om Hem en om Zijn plan. Ze verdroegen alles voor dit éne doel: dat de Heer Jezus h krijgen, waarop Hij had gewacht (Op.22:12). Hij was de graankorrel, die in de aarde was gevallen en was g (Joh.12:24). Nu wacht Hij op de volle aar, de eerstelingen voor God en van het Lam. Die zou "God als een Zijn naam uit de heidenen vergaderen" (Hand.15:14). Dezen komen niet alleen tot Christus (wat veel per gewin geeft, vergeving van zonde, de gaven van de Heilige Geest en nog veel meer), maar trekken ook u Christus te zijn (waarbij een mens zijn leven moet verliezen om Zijnentwil, Mat.10:39). Dat doen zij voor Z voor Zijn koninkrijk. Welnu, in Openbaring 19 zien we dat volk voor Zijn naam: op witte paarden, gehuld in wit linnen en o voorhoofden de naam van het Lam en de naam van de Vader (Op.14:1). Hij komt. En met Hem Zijn loon. Hij de Zijnen. Hij komt. Op een wit paard. En de heerscharen die bij Hem zijn, volgen Hem op witte paar Wilt u ook uitgaan, Hem tegemoet, om bij Hem te zijn? Dan "zal de Heer uw uitgang en uw ingang beware aan tot in eeuwigheid" (Ps.121:8).