Wat is het ware verhaal van Banu Qurayza

advertisement
Wat is het ware verhaal van Banu Qurayza?
Hans Jansen is een van de arabisten in Nederland die vaak kritiek levert op de islam en op
haar volgelingen. Zo zijn er sommige politici die gevoed worden door mensen zoals Jansen en
de islam bestempelen als barbaars, achterlijk en achterhaald. Door op het internet te speuren,
kwam ik toevallig, een artikel van Hans Jansen tegen, waarin hij het verhaal van Banu
Qarayza vertelt waarbij zevenhonderd tot negenhonderd mannen (afhankelijk van welke bron
je raadpleegt) werden onthoofd door de moslims in opdracht van Mohammed1. Het is een
schande en verachtelijk dat de volgelingen van Mohammed, een dergelijk religie een
vredelievend religie noemen. Na zo’n gebeurtenis, hoe kan men verwachten dat de islam en
de moslims ooit iets goed zullen voortbrengen? Mohammed had honger naar macht en
rijkdom en dat zijn de redenen geweest dat hij langzamerhand de joden verdreef uit het
Arabische-schiereiland met als hoogtepunt: zevenhonderd mannen werden afgeslacht van de
Banu Qurayza.
Elk kritiek, na gedegen onderzoek, die je levert of incasseert is gezond! Het zou een
gemeenschap van welk religie dan ook, wakker moeten schudden, zich moeten bezinnen en
kunnen streven voor een betere wereld.
Het Westen (vooral Europa) dat haar normen en waarden gebaseerd hebben op de Bijbel,
hebben na de Verlichting een doorbraak gekend van democratie, vrije meningsuiting, vrijheid
van godsdienst en mensenrechten. En ik geef toe, vele moslimslanden kunnen hieraan een
voorbeeld van nemen. Immers de Bijbel is een heilig Boek voor de joden en de christenen, dat
ook door de islam als Gods openbaring word beschouwd. Vele van onze jeugd die op een
christelijke school zitten komen in aanraking met de Bijbel. Dit is ook gezond! Aangezien de
Koran eerder een aanvulling is op de Bijbel en niet om af te schaffen, kan heel goed een sfeer
en begrip doen ontstaan voor een betere samenleving. Wij hoeven alleen maar naar de moslim
heerschappij van Spanje te kijken, hoe de joden daar een hogere positie gingen bekleden.
Maar hoe zat het met de zevenhonderd of negenhonderd joodse mannen van Banu Qurayza?
Zoals ik hierboven, Hans Jansen heb aangehaald, houd in dat de profeet een barbaar was en
dat de volgelingen van de islam nooit met het Westen in harmonie kunnen leven. Dat er
zevenhonderd tot negenhonderd joodse mannen van Banu Qurayza op een onmenselijke wijze
werden afgeslacht en dat het een schande is, refereert hij naar “Het leven van Mohammed”
van Ibn Ishaq, een van de eerste biograaf van de profeet.
De beschuldigingen zal ik hier op een rij zetten:
- Mohammed verbande de joodse stammen uit Medina, zodat hij en zijn volgelingen het
achter gebleven land en forten onderling konden verdelen
- Zijn barbaarsheid bereikte een hoogtepunt, toen hij zevenhonderd tot negenhonderd
joodse mannen liet onthoofden
- Dit was een afschrikmiddel voor de overige stammen die geen verbond aangingen met
de profeet
- Aller belangrijkste: Mohammed gaf opdracht om ze af te slachten
Persoonlijk vind ik het kwetsend, dat hij als arabist (tevens kenner van de islam) de feiten
verdraaid! Hij weet dat merendeels van de Nederlandse samenleving (incl. moslims) de
feiten gewoonweg niet kennen en daarom hij zo makkelijk kan manipuleren.
Door middel van een aantal citaten uit “Het leven van Mohammed” van Ibn Ishaq, zal ik de
verdraaiing van Hans Jansen aantonen. De citaten zijn afkomstig uit de Nederlandse vertaling
van Wim Raven, uitgegeven door Meulenhoff Amsterdam 1980 (ISBN 90 290 08105)
1
“Een aantal Joden, onder wie Sallam, Huyayy en Kinana uit de stam Nadir, Ha’udha ibn
Qays en Abu Ammar uit Wa’il met nog een aantal mannen uit die stammen, vormden een
partij tegen de profeet. Zij gingen naar de Quraysh in Mekka en nodigden hen uit gezamenlijk
een oorlog tegen hem te beginnen, om voorgoed van hem af te komen”. (pag. 158)
De maatstaven die Hans Jansen hanteert, gaat als volgt: Men smeedt plannen tegen
Mohammed om hem van de kaart te vegen en dit vind hij niet erg. Zodra Mohammed actie
onderneemt, is dat een schande!
“…Quraysh…gingen ze gretig in op de uitnodiging om deel te nemen aan een oorlog tegen de
profeet. Er werd vergadering belegd en ze maakten afspraken. Vervolgens wendde die groep
joden zich tot Ghatafan, van Qays Aylan, en zij nodigden ook hen uit, oorlog te voeren tegen
de profeet; ze zeiden dat zij hen zouden helpen en dat Quraysh reeds achter hen stond. Ook
met hen kwamen ze tot overeenstemming”. (pag. 158)
“Toen de profeet hoorde wat zij in de zin hadden, liet hij voor Medina een gracht graven. Hij
werkte er zelf ook aan, om de moslims begerig te maken naar het loon in het paradijs”. (pag.
159)
“Toen de profeet de gracht had voltooid verschenen de Qurayshieten en legerden zich waar
de beekbeddingen van Ruma samenkomen, tussen Djuruf en Zaghaba, met tienduizend van
hun Ahabish en hun bondgenoten uit de stam Kinana en het laagland, en Ghatafan en hun
aanhang uit de Nadjd; dezen legerden zich in dhanb Naqma, de kant van Uhud op. De profeet
en de moslims kozen positie met de berg Sal’ in de rug, drieduizend man. Daar sloeg
Mohammed zijn kamp op, met de gracht tussen hem en de vijand in. De kinderen en vrouwen
bracht hij in de burchttorens onder”. (pag. 161)
Hieronder zie je de ligging van de situatie:
Afbeeldingen zijn afkomstig uit: Atlas of the Qur’an / Darussalam
De profeet en zijn volgelingen werden volledig omsingeld. Voor de Gracht waren de Quraysh
en de Ghatafan gelegerd en van achteren vormden de Banu Qurayza een bedreiging. Hoe zou
Hans Jansen zich op de plaats van Mohammed opstellen? Wat voor actie zou hij ondernemen,
wetende dat de vijanden hem definitief van de kaart zouden wissen?
2
“De vijand Gods Huyayy ibn Akhtab, uit de joodse stam Nadir, begaf zich naar Ka’b ibn
Asad, De man die namens de joodse stam Qurayza een verdrag van bondgenootschap met de
profeet had gesloten. Toen Ka’b vernam van de komst van Huyayy sloot hij de poort van zijn
burcht, en hij weigerde hem binnen te laten. Huyayy riep hem toe: “He , Ka ‘b, doe open!”
“Nee Huyayy! Je treft het slecht: ik heb een verdrag gesloten met Mohammed en dat schend
ik niet, want hij is tegen mij altijd loyaal en oprecht geweest”. “Doe dan toch open, dat ik
tenminste met je praat!” “Nee, dat doe ik niet!” “God allemachtig, je hebt de poort alleen
maar dichtgedaan omdat je bang bent dat ik mee zal eten van je griesmeelpap!”
Dat maakte Ka’b zo boos dat hij opendeed. Eenmaal binnen zei Huyayy: “Hoor eens hier,
Ka’b, ik breng jou eeuwige roem en een geweldig leger, ik breng je Quraysh met hun
aanvoerders en hoofden, die ik gelegerd heb waar de beekbeddingen van Ruma samenkomen,
en ook nog Ghatafan met aanvoerders en hoofden; die ik heb gelegerd in Dhanb Naqma, de
kant van Uhud op. Ze hebben een hecht verbond met mij gesloten, dat inhoudt dat we net zo
lang doorgaan tot we Mohammed en zijn mannen hebben uitgeroeid”. Ka’b antwoordde:
“Hoe kom jij erbij? Je brengt mij eeuwige schande: een loze wolk en bliksemen, maar er komt
niets uit. Nee, Huyayy, laat mij maar met rust, want Mohammed is altijd loyaal en oprecht
tegen mij geweest”. Maar Huyayy drong aan en paaide hem zo dat hij tenslotte zwichtte, op
voorwaarde dat Huyayy zich ertoe zou verbinden om zich, in geval Quraysh en Ghatafan
zouden terugtrekken zonder Mohammed te hebben vernietigd, met hem te verschansen in zijn
burcht om het zelfde lot te ondergaan als hij. Zo schond Ka’b ibn Asad het verdrag met de
profeet en ontdeed hij zich van zijn eerdere afspraken”. (pag. 162)
Nergens lees je dat Hans Jansen het geschonden verdrag door Banu Qurayza een schande
vindt!
“En toen Ghatafan hoorde wat de Qurayshieten hadden gedaan braken zij ook op en keerden
terug naar hun gebied”. (pag. 170)
“De profeet liet afkondigen dat niemand de namiddag-salat diende te verrichten voordat hij
bij Qurayza was. Vervolgens zond hij Ali vooruit met zijn banier, en de mannen snelden erop
af. Toen Ali dicht bij de forten gekomen was hoorde hij daar beledigende taal aan het adres
van Mohammed”. (pag. 171-172)
Ondanks dat de Banu Qurayza wisten dat ze geen partij meer waren tegen de profeet en zijn
volgelingen, provoceerden zij toch met beledigingen. Hierover zwijgt Hans Jansen.
“De profeet belegerde hen vijfentwintig dagen, tot het beleg hun zwaar begon te vallen, en
God zaaide schrik onder hen”. (pag.172)
“In de ochtend gaf de stam Qurayza zich onvoorwaardelijk over aan de profeet. De mannen
van Aws sprongen op en zeiden: “Profeet, dit zijn onze vazallen en niet die van Khazradj, en
u weet hoe u onlangs de vazallen van onze broeders hebt behandelt”. De Qaynuqa’ waren
namelijk vazallen van Khazradj geweest, en toen die zich na een belegering hadden
overgegeven had Abdallah ibn Ubayy gevraagd of hij ze kreeg, en hij had ze gekregen. En nu
Aws hetzelfde vroeg zie de profeet: “Willen jullie graag dat iemand van jullie hen vonnist?
Dat is dan iets voor Sa’d ibn Mu’adh”….Toen Sa’d in de gracht door een pijl was getroffen
had de profeet tegen de familie gezegd: Leg hem maar in de tent van Rufayda; ik zal hem
binnenkort bezoeken”. Nu de profeet hem als rechter wilde aanstellen over Qurayza zette zijn
familie hem op een ezel, waarop zij een zacht leren kussen hadden gelegd, want Sa’d was een
dikke man”. (pag. 175)
3
“…Sa’d zei: “Zweren jullie bij God mijn oordeel als bindend te aanvaarden, wat het ook is?”
“Ja”, zeiden ze. “Ook degene die hier is?” waarbij hij de profeet aankeek, zonder hem echter
te noemen, uit eerbied. “Ja” zie ook de profeet. Toen zei Sa’d: “Dan is mijn vonnis dat de
mannen gedood worden, de eigendommen verdeeld worden en de kinderen en vrouwen als
krijgsgevangenen worden beschouwd””. (pag.175-176)
Is het niet opvallend dat iemand uit hun eigen kring heeft gevonnist, niet uit islamitisch
standpunt, maar vanuit het standpunt van de Thora? Waarom zwijgt Hans Jansen hierover?
Deuteronomium 20:10-14
“Ingeval gij een stad nadert om ertegen te strijden, dan moet gij haar vredesvoorwaarden
aankondigen. En het moet geschieden dat indien ze u een vredelievend antwoord geeft en zich
voor u geopend heeft, ja, het moet geschieden dat de gehele bevolking die zich daarin bevindt,
van u dient te worden voor dwangarbeid, en zij moeten u dienen. Maar indien ze geen vrede
met u sluit en ze werkelijk oorlog met u voert en gij haar moet belegeren, dan zal de Heer, uw
God, haar stellig in uw hand geven, en gij moet iedere manspersoon daarin met de scherpte
van het zwaard slaan. Alleen de vrouwen en de kleine kinderen en de huisdieren en alles wat
zich in de stad mocht bevinden, haar gehele buit, zult gij voor uzelf plunderen; en gij moet de
buit eten van uw vijanden, die de Heer, uw God, u gegeven heeft”.
Het Westen dat haar normen en waarden hebben gebaseerd op de Bijbel, meet eigenlijk met
twee maten! Dat dit aan Mozes werd geopenbaard is helemaal niet erg, maar zou het
geopenbaard zijn in de Koran, dan zou elk moslim geen leven meer hebben in het Westen.
Sommige politici en de arabisten zouden gretig hiervan gebruik maken om de islam en de
moslims het leven zuur te maken. Ik heb hier de “Nieuwe –Wereldvertaling van de Heilige
Schrift”, Herziene uitgave1992 gebruikt en “Jehova” vervangen met “de Heer”, reden hiervan
is dat de naam Jehova niet werd uitgesproken door de joden, maar als “Jahwe”.
“Die dag verdeelde de profeet de eigendommen, de vrouwen en de zonen van de stam
Qurayza onder de moslims, en hij maakte de verdeling bekend van paarden en mannen en
hield een vijfde deel achter. …Voor zichzelf had de profeet een van hun vrouwen uitgezocht,
Rayhana bint Amr ibn Khunafa, een vrouw uit de clan Amr ibn Qurayza. Zij is altijd slavin
gebleven, tot de dood van de profeet”. (pag. 178-179)
Nergens, in welke literatuur dan ook, zul je tegenkomen dat de moslims de vrouwen en de
zonen van de stam Qurayza onmenselijk hadden behandeld. Ook van de profeet is het bekend,
daar zijn alle onderzoekers het mee eens, dat hij zijn vrouwen altijd met respect, vriendelijk
en gelijkwaardig heeft behandeld. Vanwaar de kritiek dat hij barbaars was?
Een samenvatting van alle citaten:
- De profeet Mohammed had verdrag gesloten met de Banu Qurayza
- De Banu Qurayza verbrak het verdrag
- Eenmaal het verdrag te hebben verbroken, waren ze een bedreiging en tevens waardig
om bestraft te worden
- De Banu Qurayza waren niet onschuldig
- De profeet Mohammed maakte van Sa’d een rechter, die notabene een van hen was
om een oordeel te vellen
- De profeet deed dit op verzoek van Banu Aws die een bondgenoot was van Banu
Qurayza
- Sa’d een voormalige jood van de Banu Qurayza, oordeelde volgens hun eigen Thora /
Pentateuch, met name Deuteronomium 20:10-14
4
Ik heb nu aangetoond dat Hans Jansen degelijk de feiten uit Ibn Ishaq heeft verdraaid. Maar
hij kan ook niks anders dan dat. Zijn voornaamste doel is om de islam in een kwaad daglicht
te stellen. Hij levert kritiek op onderzoekers, zoals M. Gommery Watt en K. Armstrong. Hij
betitelt ze als “zelfislamisering”. Opvallend is dan ook dat hij nergens refereert naar Reza
Aslan die uitgebreid het onderwerp “Banu Qurayza” heeft behandeld2. Een ander auteur /
onderzoeker, Fazlur Rahman noemt hij nooit in zijn bibliografie. Waarom?
Ach, (in de stijl van Hans Jansen) we zullen het maar nooit weten.
Tijdens het googelen werd ik verrast door een artikel genaamd: “Did Prophet Mohammed
odered 900 Jews killed?”, From Journal of the Royal Asiatic Society of Great Britain and
Ireland, (1976), pp 100-1073.
Ik kon het niet geloven wat ik allemaal las. Ik vroeg mij direct af: wist Hansen Jansen hier iets
van af? Zo ja, waarom heeft hij dit verzwegen in al zijn publicaties?
Ik zal hier door middel van een samenvatting een idee geven waarom hij dit allemaal heeft
verzwegen.
Zoals bekend, bestaat de oudste biografie over de profeet met uitgebreide details van Ibn
Ishaq. Het is ook de langste en het meest geciteerde werk. Maar Ibn Ishaq stierf in 151 A.H.,
met andere woorden: 145 jaar na de gebeurtenis van Banu Qurayza. Ibn Hajar as-Qalani
verwerpt zijn verhaal en de overige verhalen betiteld hij als “vreemde verhalen”. Een
tijdgenoot van Ibn Ishaq, Malik ibn an-Nas4, de Medinische jurist, verwerpt Ibn Ishaq en
noemde hem een “leugenaar” en een “bedrieger”.
Als we kijken naar zijn verhaal over de belegering van Medina en de val van Banu Qurayza,
dan zien we inderdaad dat het in elkaar is gezet door informatie te vergaren van verschillende
personen die hij opnoemt, inclusief moslims die afstammelingen waren van de joden uit
Qurayza. Tegen deze soort informatie en twijfelachtige bronnen moet eigenlijk vergeleken
worden met de enige authentieke bron, namelijk de Koran. De Koran vertelt in 33:26 in het
kort het volgende:
“En Hij verdreef degenen onder de Mensen van het Boek die hen steunden uit hun forten en
Hij vervulde hun harten met ontzag; jullie doodden een aantal, en een aantal namen jullie
gevangen”.
Hier zien we dat er geen exacte getallen worden genoemd. In een later stadium citeert Ibn
Ishaq een ander afstammeling van Qurayza, Attiyya bij zijn naam, die bespaard werd. Zulke
tradities werden een hele tijd geaccepteerd door geleerden totdat betrouwbare autoriteiten en
een continue lijn van overleveraars essentieel werden, nadat de Sharia in zwang raakte. Dit is
ook de reden dat Malik, de jurist, geen enkel belang hechtte aan Ibn Ishaq.
Kijken we naar Koran 33:26, dan zijn de exegeten geneigd om steeds Ibn Ishaq te herhalen,
maar de Koran refereert naar diegenen die daadwerkelijk waren verwikkeld in de strijd. Het
betreft zeker over degenen die streden en werden gedood, anderen werden als
krijgsgevangene genomen. Wanneer men denkt dat er zevenhonderd tot negenhonderd
mensen werden vermoord op deze manier, dan zou er een duidelijke referentie in de Koran te
vinden zijn, maar wanneer er alleen maar de leiders werden geëxecuteerd, dan is het normaal
dat er alleen maar een korte verwijzing in de Koran te vinden is.
De reden van afwijzing van het verhaal over Banu Qurayza uit Ibn Ishaq:
- Zoals eerder beschreven, de referentie van het verhaal in de Koran is heel kort en er is
geen enkel indicatie over een grote getale die afgeslacht werden. In de context van een
oorlog, gaat het alleen om diegene die daadwerkelijk hebben gevochten. De Koran is
de enige autoriteit die zonder twijfel geaccepteerd word door historici vanwege haar
authenticiteit.
5
-
-
-
-
-
-
-
-
De regel in de islam is dat degenen worden bestraft die daarvoor verantwoordelijk
zijn.
Om zo’n grote getale te vermoorden is in strijd met rechtvaardigheid die in de Koran
wordt opgenoemd, met name de vers: “En geen belaste ziel kan de lasten van een
ander dragen”(35:18). Het is duidelijk dat de leiders met name worden genoemd door
Ibn Ishaq.
Het is ook in strijd met een ander regel in de Koran, waarin verteld wordt dat
krijgsgevangenen door een pardonregel worden vrijgelaten of ze worden vrijgelaten
door losgeld (2:85 / 8:67 / 8:68 / 8:70-71).
Het is niet logisch dat Banu Qurayza werd afgeslacht, terwijl andere joodse stammen
voor Banu Qurayza goed werden behandeld door ze vrij te laten gaan naar een ander
locatie.
Als er inderdaad zovelen werden afgeslacht bij de markt en massagraven werden
gegraven voor die operatie, dan is het vreemd dat er geen enkel gedenkteken te vinden
is door de afstammelingen en geen enkel aanwijzing door lokale bevolking en in
literatuur te vinden is.
Had deze afslachting werkelijk plaatsgevonden, dan zouden islamitische juristen
dit als een regel opnemen in de Sharia, naar het voorbeeld van de profeet. In feite
is het tegengesteld (denk maar aan de joden in Andalusië).
De details die te vinden zijn in het verhaal van Ibn Ishaq, moet afkomstig zijn van
Banu Qurayza zelf. Details over hun beraad toen zij werden belegerd en Ka’b bin
Asad als hun leider; de suggestie dat zij hun eigen vrouwen en kinderen zouden doden
in plaats van overgeven als wanhoop’s daad, kan alleen afkomstig zijn van een insider.
Er moet rekening mee gehouden worden dat de afstammelingen van Banu Qurayza
hun voorouders hoog in het vaandel wilden houden. Vandaar dat ze overdreven
hebben met hun verhaal. Men mag ook niet uit het oog verliezen dat het verhaal over
vonnis door Sa’d bin Mu’adh tegen de Qurayza, werd overgeleverd door zijn eigen
directe afstammeling.
Dat het een verzonnen verhaal is, blijkt uit het feit dat al die zevenhonderd tot
negenhonderd mannen zich bevonden in een huis van een vrouw uit Banu al-Najjar.
De deportatie van joodse stammen uit Medina mag zeker in twijfel getrokken worden.
Zo vertelt Ibn Hazm in zijn boek “Jamharat al-Ansab”, dat er nog steeds joden wonen
in Medina (ruim driehonderd jaar na Banu Qurayza). Ibn Kathir vertelt ook dat Umar
ibn al-Khattab alleen die joden verbande, die geen vredesakkoord hadden
ondertekend.
Het verhaal van Banu Qurayza vindt ook zijn oorsprong in eerdere gebeurtenissen. Men kan
aantonen dat het vergelijkbare verhalen voortbrengt uit overleveringen over de joodse rebellie
tegen de Romeinen, dat eindigde met het vernietigen van de joodse tempel in het jaar 73 n.c.
op de nacht dat de joodse rebellen en Sicarii vanaf hun fort op Masada zelfmoord hadden
gepleegd in plaats van zich te overgeven aan de Romeinen. Het verhaal overleefde door dat de
joden in diaspora raakten en een deel in Medina terecht kwamen. Zo’n theorie kreeg aandacht
door professor Guillaume (A. Guillaume, Islam; Harmondsworth 1956, pp 10-11). Hij is
degene geweest die de Sira van Ibn Ishaq naar het Engels heeft vertaald in 1950. Over de
joodse rebellie is Flavius Josephus zelf de bron, die als jood een ooggetuige was en officier
onder de Romeinen. In zijn boek zijn er verhalen o.a. het verzet van de joden die vergelijkbaar
is met de Sira van Ibn Ishaq. Het verhaal van de Banu Qurayza zoals die verteld zijn door de
afstammelingen van diezelfde stam, zijn opvallend als we die vergelijken met het verhaal van
Flavius Josephus.
6
-
-
-
Volgens Josephus, Alexander, die regeerde in Jeruzalem voor Herodes de Grote,
werden 800 joodse krijgsgevangenen gekruisigd en slachtte hun vrouwen en kinderen
voor hun ogen.
Vergelijkbaar werden grote getale afgeslacht door anderen.
Belangrijke details uit de twee verhalen zijn opmerkelijk gelijk, als we kijken naar de
aantallen die werden afgeslacht. Bij Masada waren op het eind in totaal 960 (De bello
Judaico, I,4,6) De Sicarii werden ook afgeslacht en hun aantal komen we op 600.
Toen zij het punt bereikten van wanhoop, werden ze toegesproken door hun leider
Eleazar (zoals Ka’b b. Asad de Banu Qurayza toesprak), die suggereerde om hun
eigen vrouwen en kinderen te doden.
In Augustus 1973 tijdens de Wereld Congres van Joodse Studies, werd door Dr. Trude
Weiss-Rosmarin gepubliceerd, dat zij het verhaal van Josephus in twijfel trok. De
reden hiervan is dat in het verhaal van Banu Qurayza de 960 joden weigerden om
zelfmoord te plegen. Wie weet dat het verhaal van Banu Qurayza een juiste weergave
is van het verhaal van Masada.
Na al deze opsommingen, vraag ik mij af: wist Hans Jansen dit allemaal niet? Hij die trots is
een erfgename te zijn van de Romeinse beschaving, wist dit allemaal niet? Hij die als Arabist
en onderzoeker van de islam zo mooi kan vertellen over de Sharia, de Koran niet als
authentieke bron kan beschouwen, maar wel de Sira van Ibn Ishaq?
Ik vind hem een zielig mannetje! Zoals ik eerder aangaf dat hij K. Armstrong en M.
Gommery Watt als “zelfislamisering” beschouwd, als wat moet ik hem dan beschouwen? In
zijn woorden “bij haar zelfislamisering is mevrouw Armstrong overigens de koers kwijt”,
welk koers heeft hij dan gevonden? In mijn ogen is hij iemand die bewust feiten verdraaid en
zodoende zijn titel niet waard is. Hij kan absoluut geen bruggenbouwer zijn voor de
Nederlandse samenleving. Integendeel, hij is iemand die verdeeldheid zaait en zo antiislamisten voedt.
Uit vele publicaties van hem, maak ik uit dat hij een voorstander is van Christendom en hij
zelf als Katholiek werd opgevoed, daarom zal ik de woorden van Jezus Christus aan hem
doen herinneren: “Men ziet de splinter in andermans oog wel, maar zelf ziet hij de balk in zijn
eigen oog niet”(Matt. 7:3-5).
Den Haag, 4 november 2009
Rashied Soebratie
Versie: 16-11-2009
1
http://www.dutch.faithfreedom.org/forum/viewtopic.php?f=4&t=5189
en http://www.humanistischverbond.nl/doc/actueel/lezing%20van%20hans%20jansen%20constandselezing%2016-09-06.pdf
2
Reza Aslan, Geen god dan God, 2005 De Bezige Bij, Amsterdam, pag. 130-138
http://www.witnesspioneer.org/VSchool/LectureHP101/L_12_IIFR_Did%20Prophet%20Muhammad%20ordered%20900%20Jews%20killed.doc
3
4
Malik ibn Anas was een van de eerste oprichter van Islamitische rechtscholen. De aanhangers worden
Malikieten genoemd. Hij verzamelde overleveringen en noemde het “Al-Muwatta.”. Hij werd geboren in Medina
in het jaar 711 en stierf in 795 te Medina.
7
Download