Projectvoorstel facultaire deel Stimuleringsfonds Onderwijs DGK

advertisement
Projectvoorstel facultaire deel Stimuleringsfonds Onderwijs DGK
Titel project:
Maken van e-learning modules voor de Master Gezelschapsdieren
Korte samenvatting:
Dit voorstel beoogt het ontwikkelen van 100 e-learning modules voor training
van Masterstudenten Gezelschapsdieren in diagnostische en chirurgische
vaardigheden en diagnostische procedures van alle orgaansystemen.
Projectleider:
dr. Viktor Szatmári
Gevraagd aantal uren:
Lever de specificaties voor het begrote aantal uren aan in een bijlage 1.
Gevraagd budget:
Lever de specificaties voor besteding van het budget aan in een bijlage 2.
Aanleiding/context:
In de Master Gezelschapsdieren (100 studenten per jaar) zijn de componenten
waarmee de eindtermen worden gehaald gerelateerd aan drie doelen:
- vaardigheden behorend bij de toepassing van theorie van de gezamenlijke
Bachelor Diergeneeskunde, waardoor de voor iedere dierenarts geldende
eindtermen leidend tot de algemene bevoegdheid worden behaald
- theorie uitgaand boven de Bachelor en leidend tot de specifieke eindtermen
van de betreffende Master
- vaardigheden behorend bij de eindtermen van de specifieke Masteropleiding,
inclusief professionele vaardigheden
In de Master Gezelschapsdieren is uitgangspunt dat theorie en praktijk zoveel
mogelijk zijn geïntegreerd. In de tijd worden opklimmende niveau’s 1-3
onderscheiden waarbij de nadruk verschuift van theorie en begeleide toepassing
daarvan in de praktijk naar zelfstandige toepassing van de theorie in de praktijk
met begeleiding op afstand.
In het leren toepassen van de theorie in de praktijk is daarom een aantal
leerprocessen essentieel:
- aanleren van diagnostische en chirurgische vaardigheden
- begrijpen en leren toepassen van de diagnostische processen die
kenmerkend zijn voor de diagnostiek van de verschillende orgaansystemen
- integratie van de diagnostische processen in systematische
probleemoplossing waarbij bovenstaande processen vlot geïntegreerd kunnen
worden toegepast
Toelichting in relatie tot e-learning:
- Diagnostische en chirurgische vaardigheden moeten zonder aarzeling worden
beheerst en kunnen worden toegepast. Dit vereist een herhaaldelijke training
om het nodige niveau van routine te bereiken. Voorheen werd dit bereikt
door veelvuldig gebruik van proefdieren, maar om ethische en praktische
redenen is dit sterk teruggedrongen. E-learning modules stellen de student in
staat zichzelf te trainen, in combinaties met de werkelijke toepassing in skill
labs.
-
-
De diagnostische processen zijn te onderscheiden in algemene diagnostiek
(grotendeels binnen het bovengenoemde punt) en specifieke diagnostiek per
orgaansysteem. Ieder orgaansysteem heeft een eigen, specifiek
reactiepatroon en morfologisch en functioneel beeld van kenmerkende
afwijkingen die bij ziekten ontstaan. Per orgaansysteem zijn daarom
kenmerkende diagnostische processen vereist, die logisch zijn op basis van
voldoende kennis van de bovenstaande processen. De benadering van
endocriene ziekten is bijvoor-beeld volkomen verschillend van die van maagdarmaandoeningen. Om de theorie in de praktijk te kunnen toepassen in het
diagnostische proces, is kennis en vaardigheid in het toepassen van de
specifieke diagnostische processen van ieder afzonderlijk orgaansysteem
vereist. Met e-learning kan de student zich trainen en het eigen niveau van
kennis en begrip toetsen. Anders dan bij groepsonderwijs (15-30 studenten)
is e-learning individueel, niet tijd- of plaatsgebonden en kan voorafgaand,
tijdens of direct aansluitend aan de praktische toepassing in de
praktijksituatie plaatsvinden. Doordat de student beter voorbereid de
klinische problemen kan aanpakken en ook achteraf kan checken wat goed is
gegaan en wat verbeterd moet worden zal het leren op de werkplek op
efficiëntere wijze plaatsvinden.
Geïntegreerde probleemoplossing is alleen vlot en systematisch mogelijk als
het diagnos-tische proces per orgaansysteem volledig wordt beheerst. Een
klinisch probleem kan bijna altijd door een (groot) aantal ziekten in
verschillende organen worden veroorzaakt. Om een lijst van mogelijkheden
systematisch in enkele stappen terug te brengen tot de unieke diagnose bij
de specifieke patiënt moeten de vereiste stappen vlot tot een geïntegreerde
benadering van die patiënt kunnen worden geïntegreerd. Ook in dit proces
kan e-learning een belangrijke rol spelen, maar pas in tweede instantie na
het opzetten van modules voor de orgaansysteem benaderingen.
Concrete beschrijving van de output:
Welke hulp denkt de projectleider nodig te hebben van deskundigen (COLUU1,
OSZ, Toetskwaliteitcommissie (TKC) of anderen)?
 Ontwikkelen van een beginscherm op internet (Vet Academy, volgens het
plan van J. Haarhuis) waarvandaan alle onderwijsgerelateerde websites van
de Faculteit Diergeneeskunde (zoals Blackboard en Elevate) makkelijk en
overzichtelijk bereikt kunnen worden voor studenten, docenten en
dierenartsen.
 Ontwikkelen van toetsen voor e-learning. Het is echter zo dat niet per module
maar per blok overeenkomend met een trimester in de Master zal worden
getoetst. De nu onder toezicht van de TKC ontwikkelde toetsing in de Master
is daarvoor in principe toereikend.
 De samenwerking met OSZ is essentieel voor de inrichting van Blackboard en
Elevate. Hierbij wordt Jan Haarhuis intensief betrokken om te zorgen dat de
ontwikkeling zo gebeurt dat het format ook voor de Masters Paard en
Landbouwhuisdieren toepasbaar is. Met degenen die in de klinische
departementen trekker zijn voor de ontwikkeling van e-learning wordt tijdens
het ontwikkelproces daarom goed contact onderhouden.
1
Centrum voor Onderwijs en Leren Universiteit Utrecht, voorheen IVLOS

Foto- en filmmateriaal is deels aanwezig bij individuele docenten en afdeling
Multimedia. Er zal echter ook een aantal materialen (vooral films) moeten
worden ontwikkeld om alle modules te kunnen vervaardigen. Ook hiertoe is
de afdeling Multimedia zowel qua bemen-sing als technische middelen goed
geëquipeerd. Hetzelfde geldt voor het beheer en indexeren met behulp van
Blackboard. Hier zou de bibliotheek nog een belangrijke rol krijgen (Jan
Haarhuis is bezig met dit project).
Wat is het eindproduct waarmee het project zich verantwoordt naar de eigen
onderwijs-organisatie? Welke meetbare structurele resultaten/producten moeten
er komen?
Output: Orgaansysteemsgewijze e-learning modules voor alle belangrijke
orgaansystemen gebaseerd op de specifieke reactiepatronen van het orgaan en
de daarmee samenhangende diagnostische benadering.
Dit project is een samenwerking met het UMCU waar in het afgelopen jaar in het
programma Elevate een format is ontwikkeld voor e-learning modules. In deze
samenwerking is dit goed doorontwikkelde format ook voor Diergeneeskunde
beschikbaar. Hetzelfde format zal dus voor beide faculteiten worden toegepast
wat voor een constante kwaliteit en uniforme herkenbaar-heid zorgt.
De subsidieaanvraag is gericht op de ontwikkeling van de eerste twee modules
als uitwerking van het format. Dit worden de toetsstenen op basis waarvan de
overige modules daarna routine-matig kunnen worden geproduceerd.
Het eindproduct zijn uiteindelijk 100 e-learning modules. Het is realistisch te
verwachten dat juni 2013 de twee funderende modules afgerond zijn, en dat op
basis van dit template ongeveer 15 modules eind 2013 kunnen zijn afgerond.
De belangrijkste voorwaarde voor deze laatste serie is de beschikbaarheid van
de docenten met de specifieke orgaankennis die voor de ontwikkeling moeten
zorgen. Jan Rothuizen heeft in een pilotfase het afgelopen jaar vijf modules
opgenomen en ontwikkeld, die beschikbaar zijn om met het UMCU format verder
door te ontwikkelen. De ervaring leert dat voor de ontwikkeling van een module
ongeveer 1 week tijdsinvestering door een ervaren docent vereist is. Daarnaast
is Viktor Szatmari trekker en coördinator, waarvoor een continue inzet nodig is.
Het grootste deel van de begroting is daarom gereserveerd voor de inzet van
een juniordocent, die de orgaan-specialisten en Viktor Szatmari in hun
onderwijstaken kan vervangen zodat deze zich vrij kunnen maken voor de
ontwikkeling van e-learning modules.
Aan welke eisen moet het projectresultaat voldoen?
De e-learning modules moeten voor de studenten en dierenartsen functioneel
zijn. Het doel is om op begrips- en toepassingsniveau de diagnostiek van alle
relevante orgaansystemen te beheersen met behulp van een aantal
samenhangende modules per orgaansysteem.
Er zou ook nagedacht kunnen worden over het internationaal aanbieden van
cursussen waar-mee een veel grotere doelgroep kan worden bereikt. Daarvoor
zou het platform ‘Novice’ (informeel leren in online communities, life long
learning) of het platform ‘Elevate’ ten behoeve van formeel leren en contact
onderwijs geschikt zijn. Daarom is het plan om de modules in het Engels te
maken. Dat maakt ook mogelijk dat de door onze docenten ontwikkelde
materialen wereldwijd beschikbaar gesteld worden (tegen vergoeding of ruilen
met andere universiteiten).
Organisatie, consolidatie en verantwoording
Welke stafmedewerkers/docenten/studenten zijn betrokken bij het project?
De ervaren orgaanspecialisten van departement Gezelschapsdieren wordt bij dit
project betrokken. Viktor Szatmari zal proces coördinator zijn.
Een junior docent (ongeveer 0,5 fte) zal worden ingezet om de docenten voor de
ontwikkeling van modules vrij te maken.
Voor welke taken/activiteiten zijn de betrokkenen verantwoordelijk en
aanspreekbaar en op welke taken is de (externe) deskundige aanspreekbaar?
Elke docent levert een of meerder e-learning modules op zijn of haar eigen
vakgebied volgens een standard format. Het aantal modules per docent wordt
van tevoren bepaald.
Op welke wijze wordt de beoogde vernieuwing opgenomen in de staande
organisatie?
E-learning komt tegemoet aan de manier waarop jonge mensen kennis
verwerven via internet, in plaats van tekstboeken. Het met (bewegend) beeld
demonstreren van handelingen en procedures is voor de overdracht van kennis
en inzicht vele malen efficiënter dan de beschrij-ving in teksten met foto’s. Elearning is tijd- en plaats onafhankelijk. De student kan individueel op het meest
efficiënte moment kennis en vaardigheden leren en toetsen. Direct voorafgaand
of na afloop van de toepassing in de praktijk heeft dit veel meer effect dan
groepsgewijs onderwijs, waarbij vanwege de groepsomvang de afstand in de tijd
tenminste weken en soms maanden bedraagt. E-learning maakt het ook
mogelijk zo vaak te herhalen als de individuele student voor dit onderwerp nodig
heeft. Dit kan ook via internet thuis. E-learning geeft de student ook een grotere
verantwoordelijkheid en dus motivatie voor het eigen leerproces. E-learning
wordt beoogd als onderwijsvorm in samenhang met persoonlijke begeleiding
door docenten in kleinere groepen (blended learning). Met toename van de
kwaliteit kan daarmee het begelei-dingspercentage worden verlaagd. Door de
vermindering van de contacttijd is het beslag op onderwijsruimten minder
waardoor uiteindelijk minder gebouwen nodig zijn.
Diagnostische en chirurgische vaardigheden moeten zonder aarzeling worden
beheerst en kunnen worden toegepast. Dit vereist een herhaaldelijke training
om het nodige niveau van routine te bereiken. Deze doelen sluiten ook goed aan
de onderwijsfilosofie van de faculteit Diergeneeskunde.
Dit project kan helpen dergelijke ontwikkelingen voor andere
Masterprogramma’s van de faculteit voor te bereiden, te faciliteren en te
versnellen. (zoals Landbouw Huisdieren en Paard).
Bijlage 1.
Specificaties begrote aantal uren
Geef specifiek weer voor wie, met welke aanstelling, hoeveel uur is begroot
A.
B.
Om de docenten tijd te kunnen geven voor de voorbereidingen van het
maken van de e-learning modules, kan een juniordocent hun taak
overnemen. Het contract verlengen van een juniordocent voor een half jaar
zou beoogd worden.
Het ontwikkelen en afronden van 2 funderende e-learning projecten die als
template dienen voor de ontwikkeling van de daaropvolgende modules.
C.
Het ontwikkelen van totaal 15 modules volgens dit template in 2013
Bijlage 2.
Specificaties besteding begrootte budget
Geef specifiek weer verdeeld over relevante posten waar het budget aan wordt
besteed
Zie bijlage 1.
A. 20.000 euro (ongeveer 0,5 fte aanstelling junior docent)
B. 5.000 euro
Download