Sigmoïdoscopie (darmonderzoek)

advertisement
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten
Sigmoïdoscopie (darmonderzoek)
zz
1
Met uw arts hebt u afgesproken om een sigmoïdoscopie te laten doen.
Hiermee is het mogelijk om de binnenkant te bekijken van het laatste
stuk van uw dikke darm (de laatste zestig centimeter) en eventuele
afwijkingen op te sporen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van een endoscoop. Dit is
een dunne, soepele slang die aan het uiteinde licht verspreidt. In de
endoscoop zit een cameraatje dat in verbinding staat met een monitor.
Via de monitor kan de arts uw darm van binnen goed bekijken.
In deze brochure leest u wat het onderzoek precies inhoudt.
 In verband met het klysma dat u krijgt, is het verstandig om op de dag van
het onderzoek een extra onderbroek bij u te hebben.
 Als het onderzoek plaatsvindt wanneer u al bent opgenomen in het
ziekenhuis, is bepaalde informatie over de praktische gang van zaken voor u
niet van toepassing.
2
Voorbereiding: laxeren
Om uw darm van binnen goed te kunnen bekijken, moet deze zo leeg mogelijk
zijn. Daarom moet u van tevoren een laxerend dieet volgen:
1 dag voor het onderzoek
 Ontbijt: een boterham of een beschuit (eventueel met boter), belegd met
kaas, magere vleeswaren zoals rookvlees, of zoet beleg.
 De rest van de dag alleen vloeibaar voedsel en veel drinken (minstens twee
liter!): water zonder koolzuur, melk, vla, yoghurt, koffie en thee (eventueel
met suiker), bouillon, limonade zonder koolzuur.
 Om 19.00 uur: twee laxeertabletten bisacodyl 5 mg innemen. Hierdoor
kunt u buikkramp krijgen. Het effect van de laxeertabletten kan ’s avonds al
optreden, ’s nachts of pas de volgende ochtend.
de dag van het onderzoek
 Ontbijt: thee (zonder melk, eventueel met suiker) en een droge beschuit.
 Lunch: thee (zonder melk, eventueel met suiker) en een droge beschuit.
 Tot het onderzoek mag u verder niets meer eten. Drinken mag u zoveel als u
wilt: water zonder koolzuur, bouillon, koffie en thee (zonder melk, eventueel
met suiker), limonade zonder koolzuur.
3
Voorbereiding: medicijnen
Om het onderzoek goed te laten verlopen, kan het nodig zijn dat u tijdelijk
stopt met het gebruik van bepaalde medicijnen.
bloedverdunners
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt zoals Sintrom (acenocoumarol),
moet u daar drie dagen voor het onderzoek mee stoppen. Gebruikt u Marcoumar (fenprocoumon), dan moet u daar zeven dagen voor het onderzoek mee
stoppen. Met bloedverdunnende medicijnen zoals Plavix en Persantin mag
u alleen stoppen in overleg met uw arts!
 Als u vragen hebt over het stoppen met bloedverdunners, neemt u dan contact op met uw huisarts of met de polikliniek Chirurgie.
Na het onderzoek begint u weer zo snel mogelijk met het gebruik van bloedverdunners in overleg met uw arts.
Hebt u diabetes en gebruikt u insuline of tabletten? In dat geval hebt u waarschijnlijk van uw arts de WZA-brochure ‘Als u diabetes hebt en nuchter moet
zijn voor een onderzoek of operatie’ gekregen. Als u nog vragen hebt over het
nuchter zijn, dan kunt u contact opnemen met de diabetesverpleegkundigen.
Zij houden telefonisch spreekuur op werkdagen tussen 11.00 en 12.00 uur en zijn
te bereiken via telefoonnummer (0592) 76 00 40.
ijzertabletten
Als u ijzertabletten gebruikt, moet u daar 5 dagen voor het onderzoek mee
stoppen. Door het gebruik van ijzertabletten verkleurt de dikke darm, zodat het
moeilijker is om deze van binnen te bekijken.
anticonceptiepil
Als u de pil gebruikt, kan door het laxeren (diarree) de werking van de anticonceptiepil tijdelijk minder betrouwbaar zijn. In die periode kunt daarom het
beste ook een andere vorm van anticonceptie toepassen, zoals condooms.
4
Voor het onderzoek
Om het laatste deel van uw darm schoon te maken, krijgt u vlak voor het
onderzoek een klysma (laxeervloeistof). Dit gebeurt in de zgn. klysma-kamer.
Een assistente van het scopiecentrum brengt via uw anus een slangetje naar
binnen en spuit daardoor laxeervloeistof in uw darm. U moet proberen de
laxeervloeistof ongeveer tien minuten op te houden. Na enige tijd krijgt u
aandrang om naar het toilet te gaan.
Het onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een chirurg samen met twee assistentes
van het scopiecentrum.
U wordt gevraagd zich van onderen uit te kleren. Daarna gaat u op uw linkerzij
op de onderzoektafel liggen. Via de anus wordt de endoscoop voorzichtig in de
endeldarm gebracht en verder de dikke darm in geschoven. Het inbrengen van
de endoscoop kan een wat vervelend gevoel geven, maar het doet geen pijn.
Om alles goed te kunnen zien, beweegt de arts het uiteinde van de endoscoop
heen en weer. Ook wordt er van tijd tot tijd via de endoscoop lucht naar binnen
geblazen. Hierdoor gaat de darm wijder openstaan, zodat deze beter van
binnen kan worden bekeken.
Het is heel normaal als u door de bewegingen van de endoscoop en de extra
hoeveelheid lucht winden moet laten. Niets dus om u voor te schamen.
Probeert u de winden niet tegen te houden, want daardoor kunt u last krijgen
van darmkrampen.
5
Kleine ingreep
Soms wordt tijdens het onderzoek een kleine ingreep verricht, zoals het
weghalen van een stukje weefsel. U voelt daar vrijwel niets van.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten.
A
B
C
D
=
=
=
=
Dunne darm
Sigmoïd
Endeldarm
Anus
A
= Dikke darm
C
D
B
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u meteen naar huis. Het is verstandig om van tevoren
nog even naar het toilet te gaan. Na het onderzoek kunt u weer gewoon eten en
drinken.
Als er tijdens het onderzoek een stukje weefsel is weggenomen, kan er bij de
eerste keer ontlasting wat bloed meekomen. Daar hoeft u zich niet ongerust
over te maken. Ook kunt u nog een tijdje last hebben van winderigheid.
6
De uitslag
Na het onderzoek zal de arts zijn bevindingen kort met u doornemen.
Als uw huisarts het onderzoek heeft aangevraagd, krijgt u een verslag van het
onderzoek mee met het verzoek dit aan uw huisarts te geven.
Weefsel dat is weggenomen voor nader onderzoek, gaat naar het laboratorium.
Na ongeveer een week krijgt uw arts de uitslag van het weefselonderzoek.
Meestal komt u nog een keer terug bij uw arts om de uitslag te bespreken.
Complicaties
Een sigmoïdoscopie is een veilige onderzoeksmethode. Complicaties doen zich
zelden voor. Wel kunt u de dagen na het onderzoek een beetje bloed bij uw
ontlasting hebben, als er een stukje weefsel is weggenomen. Dat is normaal,
daar hoeft u zich dus geen zorgen over te maken.
Heel soms veroorzaakt een sigmoïdoscopie een scheurtje in de darm (darmperforatie). In dat geval kan een operatie noodzakelijk zijn.
Mocht u thuis erge buikpijn krijgen, een nabloeding of koorts, belt u dan naar
uw huisarts (of in de avonduren naar de huisartsenpost)! Uw huisarts kan dan
contact opnemen met de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd.
Vragen?
Als u nog vragen hebt over het onderzoek, kunt u contact opnemen met de
polikliniek Chirurgie. Men is op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur telefonisch
bereikbaar op nummer (0592) 32 52 10.
Hebt u een opmerking of een klacht?
De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best u de
juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden
bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. Dit kan aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via:
 e-mailadres: [email protected]
 telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag)
 postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Europaweg-Zuid 1
Postbus 30.001
9400 RA Assen
Telefoon (0592) 32 55 55
www.wza.nl
© 2015 WZA
chiru21 - februari 2015
Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht
Download