Handout presentatie 2010 Dronten

advertisement
Presentatie “Fotograferen in de tuin” door Marcel Batist
Aspecten uit de fotografie
Belichting
Een goede foto valt of staat bij de juiste belichting. Één “stop” verschil geeft al een andere sfeer.
Onder of overbelichting zal door de afdrukcentrale nog enigszins gecorrigeerd worden, maar het knapt
er niet van op. De meeste kamera’s staan standaard in de “automaatstand”. Vaak is er een
correctieknop met een + en een - , Gebruik de + bij veel reflecterend licht (bv in de sneeuw, op het
strand en op het water). Gebruik de - bij schaduwrijke opnamen ( bv buitenfoto’s zonder lucht erop,
dichtbij opnamen met donkere bloemen).
Witbalans
Zorgt voor de juiste kleurtemperatuur. Elke lichtbron heeft zijn eigen kleur. Met de instelling van de
witbalans kan de kleur van het licht bij de opname beïnvloed worden. Opnamen bij kunstlichtlampen
kunnen b.v. als daglichtopname gemaakt worden, maar ook andersom. In de automaatstand wordt
meestal de juiste keuze door de kamera zelf gemaakt, maar soms is een bewuste afwijking mooier.
Compositie
De wijze waarop het beeld in lijnen en vlakken is opgebouwd.
Scherptediepte
Het deel van de opname, van vóór- naar áchtergrond, dat scherp weergegeven wordt.
Hoe kleiner het diafragma (lensopening), hoe groter het gedeelte dat er scherp opkomt.
Kleurgebruik, kleurcontrast, kleurharmonie, complementaire en tegengestelde kleuren
Het toepassen van kleuren is héél persoonlijk en gevoelsmatig. De oer basis ligt bij de 3 primaire
kleuren rood, groen en blauw. In de kleurencirkel liggen ze recht tegenover de secundaire (of
complementaire) kleuren cyaan (blauw/groen), magenta (hardroze) en geel. Een foto met maximaal
kleurcontrast zien we tussen een kleur én zijn complement. Ook primaire kleuren náást elkaar knallen
eruit. Kleurharmonie vindt plaats bij gebruik van kleuren die dicht naast elkaar liggen. Zelfs binnen de
pasteltinten gelden dezelfde regels.
Durf gerust af te wijken, maak wat ú mooi vindt. In de natuur staat ook alles door elkaar.
Selectieve scherpte
Het gedeelte in de opname waar doelbewuste en weloverwogen op scherpgesteld is en alleen scherp
móet zijn.
Perspectief (kikker, vogel en lijn)
Perspectiefwerking is de meest effectieve manier om een foto een diepte effect te geven. Door een
voorwerp in de voorgrond mee te fotograferen, zal de achtergrond optisch verder weg liggen.
Het kikkerperspectief geeft een sterk accent aan de kijkrichting van laag naar hoog, terwijl het
vogelperspectief tegenovergesteld werkt. Lijnperspectief is horizontaal, als bij een treinrails.
Harmonie en “de kunst van het weglaten”
Harmonie is rust. Een foto moet een moment van kijkgenot teweeg brengen. Alle storende elementen
worden buiten beeld gehouden. Kleuren stemmen overeen. De beeldopbouw is goed. En de elementen
zijn zorgvuldig bij elkaar gezocht.
Er worden té veel foto’s gemaakt met het streven, er zoveel mogelijk op te krijgen. Knip het in stukjes.
Maak méér foto’s en selecteer zorgvuldig. Kruip dichter op het onderwerp, zoom in, focus op detail.
Hoe minder soms, hoe fraaier.
Een oude wijsheid: “Perfectie is bereikt, niet als er niets meer valt toe te voegen, maar als er
niets meer over is om weg te laten”.
Besproken tips;
1. Fotograferen betekent letterlijk; schrijven met licht! Maak de vertaalslag! Met de juiste
instellingen en één druk op de ontspanknop wordt het beeld weggeschreven op het chipje van de
kamera. Zet er wat moois op. U bent de regisseur
2. Vermijdt hard zonlicht. Hierdoor ontstaat een dominante slagschaduw. Het contrast is té groot, bij
een fotoafdruk zullen de donker doortekenende gedeelten in de opname zwart worden óf de licht
doortekenende gedeelten komen té wit of “uitgevreten” op papier. Ook bij projectie of op
beeldscherm is dit zo. Het draait dus allemaal om contrastbeheersing. Natuurlijk kunnen digitale
opnamen tegenwoordig met fotobewerking programma’s al behoorlijk bijgestuurd worden, maar
dat vereist ook weer de nodige vaardigheid. De juiste instelling bij de start blijft daarom essentieel.
Eenmaal opgeslagen in Jpeg blijft een “doorzichtige plek” definitief een witte vlek op de foto.
3. Fotograaf eens in tijdzones. Het geeft eens te meer aan hoe snel de seizoenen wisselen.
4. Fotografeer dus liever bij diffuus licht. Een dun wolkendek geeft prachtig verstrooid licht,
waardoor alle details en kleurnuances van de bloementuin beter vastgelegd worden.
5. Tot een afstand van 2 á 3 meter kan het inflitsen van uw onderwerp, juist bij zonnig weer, helpen
om de schaduwpartijen iets “op te lichten” en het contrast hiermee wat af te zwakken. Vooral bij
tegenlichtopnamen kan het fraai zijn. Ook de combinatie van daglicht met kunstlicht geeft sfeer.
6. Gebruik bij “dichtbij opnamen” aan de schaduwzijde van het onderwerp (nét buiten het
opnamevlak) een wit stuk karton om “bij te schijnen”. Op statief of een ander helpt vasthouden.
7. Het zonlicht verandert voortdurend van kleurtemperatuur. Fotografeer (vooral in de zomer met een
hoge zonnestand) bij voorkeur vóór 10 uur ’s ochtends of ná 5 uur ’s middags i.v.m. de “warmere”
kleur van het licht. Gloeilampen hebben een “lage” kleurtemperatuur, ze missen uit het spectrum
de blauwe straling. Vandaar dat de witbalans op de digitale kamera’s dan aangepast moet worden.
8. Plaats het hoofdonderwerp op de gulden snede. Deel het beeld denkbeeldig in 9 gelijke vlakken
door het trekken van 4 strepen. De snijpunten zijn strategische punten in de foto.
9. Bepaal in uw opname een soort “invoerende lijn”. Een logische kijkrichting voor de aanschouwer
begint links onderin het beeld en eindigt met een krul rechts bovenin tot in het centrum terug.
10. Werk met diagonalen. Lijnwerking van hoek naar hoek geeft meer spanning en dynamiek in uw foto.
11. Plaats dingen uit het midden. Vlakverdeling met een korte én lange kant, kijken prettiger. Maar….
durf gerust óók eens iets pontificaal in het midden te zetten. Zet er dan niet te veel op en zorg voor
de juiste symmetrie.
12. Fotografeer niet alleen tijdens, maar ook vóór of ná de bloei. Het is 3x genieten!
13. Net als bij bloemschikken, maak gebruik van oneven aantallen.
14. Beperk de veelheid in de opname. Maak er geen zoekplaatje van. Concentreer op één detail of
onderwerp. Denk aan “de kunst van het weglaten”.
15. Onthoud, voor een goed eindresultaat draait het niet alleen om de hoeveelheid knopjes van de
kamera, maar veel meer om degene die er achter staat.
Bedankt voor uw aandacht, veel plezier in uw tuin, mét of zónder kamera! Mvg. Marcel Batist.
Download