File - College Essen 101

advertisement
I.




BEELDHOUWKUNST
1. De prehistorie
Vooral grotschilderingen
De Venussen
- Cultusbeelden
- Vruchtbaarheidssymbolen
 ♀ : borsten en bekken
2. Egypte
Hiërogliefen
- Aspectief : bepaalde aspecten worden in de verf gezet
Vb. heupen : gedraaid
- Orde, consistentie
Beeldhouwkunst
- Ter nagedachtenis farao
- Cultusbeelden
Vb. 1 ‘De schrijver’
Curulus = voornaam persoon aan hof farao,
hier in volle schrijfhouding
 Hij is weldoorvoed  welstand
Vrij klein onopvallend beeld
Star, gespannen
Ogen gemaakt in glas !
 Pupil = half gepolierde edelsteen
 Zelfde vorm/reflectie als lens mens
Vb. 2 ‘Nefertiti, Vrouw farao Egnaton’
-
Super verfijnd
Beelden Egypte zijn meestal stram buiten dit en dat
van de schrijver
Vb. 3 ‘Dodenmasker Toetanchamon’
-
Obscuur klein faraootje
Graf volledig bewaard !
 Museum Caïro





3. Vroege Grieken
Kalos kagathos = ‘wat mooi is, is goed’
Strakke stramme houding
♂ : naakt afgebeeld
Geheimzinnige, archaïsche glimlach
Korè : ♀ : zelfde starheid, maar altijd gekleed
Vb. 1 ‘Wagenmenner van Delphi’
-
Fameuze 5de eeuw
BRONS
Niet meest moderne grafische vormen
Toont beeld/persoon VOOR of NA inspanning
(beheerst)
Verfijnde legering: vsl metalen
De wagenmenner heeft net overwinning behaald
(lint!)
Vb. 2 ‘Diskobolos van Myron’
-
Beeld staat vol denkbeeldige driehoeken
Kalos kagathos !
 Torso en benen = 3 x lengte hoofd
 Bil en heupen = 2/3 van torso
 Heel verhoudingssysteem rond hoofd !
Nog net niet in actie
Houding is bijna anatomisch onmogelijk
 Been discuswerper staat anders
 Fout afbeelden geeft reëler beeld van een atleet
in volle uitvoering van zijn sport
Vb. 3 ‘De diadeemdrager’ < Polykleitos
-
-
De verinwendiging van de overwinning vlak na de
strijd
Anatomisch niet mogelijk, maar verhoudingssysteem
!
 Liesplooi
 Te lange benen
Beelden waren oorspronkelijk beschilderd
Vb. 4: ‘Speerdrager’ < Polykleitos
Contraposthouding = heupen bewegen mechanisch de
foute kant op, idem voor schouderlijn
= Chiasme schouder – heup
-
= S-beweging
Speerdrager gaat naar de wedstrijd
 Concentratie, ♂ kracht
Vb. 5: ‘Apollo, hagedisdoder’ < Praxiteles
-
Contrapost
Niet meer de pure verinnerlijking , al een beetje actie
In Hellenisme komen kleine anekdoten, elementen in
beeld
Koud, emotieloos gezicht
Vb. 6: ‘ Venus van Knidos’ < Praxiteles
-
Praxiteles heeft hiervoor een proces gehad
 ♀ naakt !
 Beeld verbannen
 Heeft zich proberen te redden : ‘Godin voor ritueel van
baden’
-
PEPLOS: Grieks kledingstuk
Vb. 7: Venus Capitolina
-
Beelden ~posters
Rituele handeling van baden wordt gesuggereerd door badlaken
Eigenaar heeft beeld laten inmuren in nis, waardoor het in Renaissance
compleet gaaf werd teruggevonden
Vb. 8: Venus van Milo
-
S- bocht
Sierlijk
Vb. 9: ‘Nike of Samothrace ‘
-
Boegbeeld van Louvre
De gevleugelde overwinning land
 Kleed kleeft aan lichaam door inspanning  peplos drenken in olie
Vb. 10 ‘De Laocoöngroep
-
Thermen Caracalla
Priester uit Troje, zegt dat ze paard niet moeten binnenhalen, wordt
gewurgd door slangen : PATHOS
Hellenisme
 Anekdotisch – details
Vb. 11: ‘De Nijl als riviergod’
-
Hoorn des overvloeds = symbool voor goede dat de Nijl brengt
Kleine wezentjes die Nijl soigneren en krokodil koeioneren
Sfinx mét neus
Vb. 12: ‘De stervende Galliër’
-
-
Galliër
 Snor
 Keltisch juwel
Wonde , maar sereen
4. Middeleeuwen
 Portaalkunst
5. Renaissance
 Herneemt thema’s – ideeën oudheid
 Michelangelo Buenarotti (±1500)
 Beeldhouwer, tekenaar, architect, schrijver, schilder
 Perfectionist : streeft naar schoonheid/mystiek , mens en lichaam
centraal
Vb. 1: De David
-
-
Gespannen  in rust
Contraposthouding (~Oudheid)
David herneemt mentaal zijn aanval op Goliath
door
 Gemene blik
Bijbels voorwendsel om ♂ naakt af te beelden
 Erotisch, hij was homo
Heeft pupillen zo uitgehouwen dat ze zonlicht
vangen
Vb. 2: Pietà
-
Vroomheid
Vrouw met dode Christus
Fout?
 Haar leeftijd : toen Jezus stierf was hij 33j, zij
moet dan tussen 50-60 j zijn geweest  tand des tijds
heeft geen vat, want maagd
II.
DE WEG NAAR ABSTRACTIE
 Abstrahere : ‘iets trekken uit’
 Een bepaald aspect uit de werkelijkheid halen
 Niet-figuratieve kunst = verwijst niet naar voorwerp/persoon ≠ rationeel,
doordacht
1. Malevitch
Vb. 1:
-
pure eenvoud
Eenvoudige aanschouwing van eenvoudige
vorm
Vb. 2 :
-
-
1 grote passie: vliegen !
Contrast
Natuur >< cultuur
Luchtruim >< vliegtuig
Op horizon na: geen rechte lijn in natuur
Eenvoud, soberheid : geen chaos !
Vb. 3:
-
lijnen vormen vlucht van vliegtuig
Kleuren hebben perspectiefwerking
 Rood naar voor
 Zwart naar achter
Vb. 4:
abstracte kunst heeft geen link met de
werkelijkheid
2. De Stijl
 Piet Mondriaan was aanvankelijk nog geen abstract kunstenaar
 Weergave werkelijkheid moet wijken voor selectie van vormen
~destillaat van de werkelijkheid
 Toenemende mate van vereenvoudiging
 Kromme lijnen overleven niet
Vb. 1:
-
Gulden snede verhouding
Primaire kleuren
Rechte lijnen haaks op elkaar
Verwerkt in logo Loréal
 Hygiënisch
 Ordelijk
 Aandacht voor schoonheid
Vb. 2:
-
Wiskundig
Vb. 3 :
-
Hij is naar VS geweest
Drukte NY?
Vb. 4:
Men gaat strakke geometrie van de Stijk ook
toepassen in bouwkunst , meubelen
3. Hard Edge
 Herneemt vormtaal, maar niet mathematische achtergrond
 De hard-edge richting was een stroming die duidelijk meer op het verstand
gebaseerd was. Het accent wordt gelegd op de (wissel)werking van
contrasterende kleuren. Deze worden in egale geometrische,
of organische vormen opgebracht en d.m.v. haarscherpe begrenzingen van
elkaar gescheiden.
Kunstenaars die zich met hard-edge bezig houden, maken gebruik van
kleuren met als doel het waarnemen van kleuren te intensiveren. De
beoefenaars maken gebruik van grote monochrome kleurvlakken, waarvan de
begrenzingen elkaar haarscherp raken, zodat het oog er een lijn of rand
tussenplaats.
Hard Edge (1955-ca.1969) werkt koel en onpersoonlijk. Sporen van de
vervaardigingswijze zijn niet of nauwelijks zichtbaar.
4. Op art
 Het lijnenspel stelt niets voor
 Speelt met visuele effecten en manier waarop onze
hersenen recht en krom ervaren
 Introduceert beweging in onze hersenen
 Suggereert dieptes/ reliëf
Vb. Vasarely
5. Vasily Kadinsky
 Had technische opleiding
 Kenmerken
 Kleuren
- Rood, geel = gezellig
- Groen, wit, geel = hygiënisch
- Geel, oranje= opvallend
- Zwart: duikt naar achter
 Vormen
- Cirkel = rustgevend
- Diagonaal = dynamisch
- Driehoek = stabiel
- Wervellijn = speels
Vb. 1:
-
Chaotisch, maar geen pure chaos
≠ orde, sereniteit
Vb. 2 :
-
roostertjes, bogen
Wachtkamer dokter
Vb. 3:
drukker
Bepaalde vormen en kleuren hebben
neiging naar achter te stappen
Vb. 4 :
spel van cirkel en rechten
Cirkel = enige stabiele element, brengt
perspectief
III.
Minimalisme
 Philip Glass heeft het geïntroduceerd
 Relatief makkelijke akkoorden = ‘easy listening’
>< Stravinsky
 Begeesterd door Egypte
 Gaat er een stuk over schrijven : Window of Appearances
 Medinet Habu
 Speciaal
 Repetitief
IV.
Conceptuele kunst
1. Cézanne
 Laat-impressionisme
 Gaat langzaam iets nieuws zoeken
 Meer en meer herleiden naar abstractie
 Vormen moeten wijken voor kleurvlakken ~PIXEL
2. Braque
 Man met een gitaar
SYNTHETISCH KUBISME
 Werkelijkheid in vlakken
 Alle aspecten van object worden
getoond
 Tonen van werkelijkheid in al zijn
facetten
Één toonpalet
3. Picasso
 Les demoiselles d’Avignon
-
In het begin vrij figuratief
Oorspronkelijke titel : bordeelscène
Invloed Afrikaanse kunst
 Enorme authenticiteit
 Guernica
-
aanklacht
 Oefening voor Duitse
bommenwerpers
Spaanse burgeroorlog
Spaanse symbolen
 Dali
 Stieren
Protest >< fascisme
4. Marcel Duchamp
 Een voorwerp heeft geen definitieve betekenis, maar wordt bepaald door
context waarin het zich bevind
 Voorwerp gaat interageren met kijker
 Het gaat om idee/concept
 Je zoekt een zin maar vindt die niet
5. Opalka
 Heeft jaren getallen geschilderd
 De fond werd elke keer één tint lichter
~metafoor voor de tijd
 Het idee ‘tijd’
 Dood
 Vergankelijkheid
 Evolutie
Download