Achtergrondinformatie – toelichtingen bij ppt1 Dia 1 Klimaatverandering Onomstotelijk wetenschappelijk bewijs Deze presentatie geeft een inleiding op het thema klimaatverandering en een (kort) overzicht van de huidige wetenschappelijke kennis. Zij werd voor het laatst bijgewerkt in februari 2009. Dia 2 Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen “klimaat” en “weer”. Heel wat mensen zijn zich niet bewust van het verschil tussen beide. Weer is de toestand van de atmosfeer op een gegeven tijdstip en plaats met betrekking tot de temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid en luchtdruk. Klimaat is het gemiddelde weerpatroon van een bepaald gebied over een lange tijd. Het klimaat vertoont schommelingen door natuurlijke oorzaken. Dat is altijd zo geweest en zal ook altijd zo blijven. Klimaatbeïnvloedende factoren zijn bijvoorbeeld veranderingen in de straling van de zon, vulkaanuitbarstingen waarbij grote hoeveelheden stof vrijkomen – waardoor de warmte van de zon terug naar de ruimte wordt weerkaatst – en natuurlijke schommelingen in het klimaatsysteem zelf, zoals veranderingen in oceaan- en luchtstromingen en El Niño. Natuurlijke oorzaken kunnen de ongehoord snelle opwarming die we vaststellen echter slechts voor een klein deel verklaren. Er is onomstotelijk bewijs, dat wordt onderschreven door de overgrote meerderheid van klimaatwetenschappers, dat de huidige ontwikkelingen te wijten zijn aan de toenemende concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer als gevolg van de menselijke activiteiten, in het bijzonder van de verbranding van fossiele brandstoffen voor energie, die leidt tot de uitstoot van CO2. Dia 3 - 7 Feiten over klimaatverandering De meest betrouwbare cijfers over de waargenomen veranderingen in het klimaat staan in het 4e evaluatierapport van het IPCC. De samenvatting van het syntheserapport is beschikbaar op http://www.ipcc.ch/pdf/assessmentreport/ar4/syr/ar4_syr_spm.pdf (pagina 2). Nog een aantal “klimaatweetjes”: • 12 van de afgelopen 13 jaren waren de warmste ooit; • de temperatuur is in Europa met bijna 1 °C gestegen sinds 1850; • jaarlijks krimpt de ijslaag van de Noordelijke IJszee met een oppervlakte zo groot als Schotland; • de zeespiegel stijgt jaarlijks 3,1 mm; • de jaarlijkse sneeuwval in het noordelijk halfrond is sinds 1966 met 10 % afgenomen; • het aantal door het klimaat veroorzaakte rampen op jaarbasis is in Europa sinds 1990 verdubbeld; • neerslag in de afgelopen eeuw: Noord-Europa 10 tot 40 % meer, Zuid-Europa 20 % minder; • in september 2008 voer het eerste handelsschip door de noordwestelijke doorgang, die vroeger door ijs was geblokkeerd. Bijkomende vaststellingen uit het 4e evaluatierapport: • in de afgelopen 50 jaar is het aantal koude dagen, koude nachten en de vorstfrequentie afgenomen terwijl het aantal hete dagen en nachten is toegenomen; • de meeste landgebieden hebben alsmaar vaker te maken met hittegolven; • zware regenval komt alsmaar vaker voor in de meeste gebieden; • sinds 1975 komen extreem hoge zeeniveaus wereldwijd steeds vaker voor; • steeds intensere tropische cyclonen in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan sinds ongeveer 1970; • de gemiddelde temperatuur in het noordelijk halfrond was in de tweede helft van de 20e eeuw naar alle waarschijnlijkheid hoger dan in eender welke periode van 50 jaar in de afgelopen 5 eeuwen en was zelfs de hoogste van de laatste 1 300 jaar; • uit waarnemingen op alle continenten en de meeste oceanen is gebleken dat vele natuurlijke systemen regionale veranderingen in het klimaat ondergaan, in het bijzonder temperatuurstijgingen, die vooral opvallen in gletsjergebieden; • het steeds vroeger beginnen van de lente en de uitbreiding van de leefgebieden van planten en dieren naar grotere hoogten en naar de polen toe, houden hoogst waarschijnlijk verband met de recente opwarming; • in bepaalde mariene en zoetwatersystemen kunnen we ons verwachten aan verschuivingen en veranderingen in de overvloedige aanwezigheid van algen, plankton en vis als gevolg van stijgende watertemperaturen alsook aan veranderingen in de ijskappen, het zout- en zuurstofgehalte en de stromingen. Dia 8 en 9 Wat veroorzaakt klimaatverandering? De energie van de zon warmt het oppervlak van de aarde op en naarmate de temperatuur stijgt, wordt de warmte opnieuw in de atmosfeer uitgestraald in de vorm van infraroodenergie. Een deel van deze energie wordt in de atmosfeer opgenomen door “broeikasgassen”. De atmosfeer werkt eigenlijk zo’n beetje als de wanden van een kas: het zichtbare licht wordt doorgelaten en de infraroodenergie wordt geabsorbeerd, waardoor het binnenin warm blijft. Dit natuurlijke proces wordt het “broeikaseffect” genoemd en is van cruciaal belang voor het leven op aarde. Zonder dit broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde - 18 °C bedragen, terwijl dat nu + 15 °C is. Door zijn activiteiten verhoogt de mens echter de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer (in het bijzonder van kooldioxide, methaan en distikstofoxide), waardoor het natuurlijke broeikaseffect wordt versterkt en de aarde opwarmt. Deze door de mens veroorzaakte bijkomende opwarming wordt het “versterkt” broeikaseffect genoemd. Deze grafische voorstelling kan in een hoge resolutie worden gedownload op: http://ec.europa.eu/environment/climat/campaign/pdf/greenhouse_effects_nl.pdf [pdf] Dia 10 Meer informatie over de 6 broeikasgassen vindt u op: http://ec.europa.eu/environment/climat/campaign/pdf/gases_nl.pdf. Dia 11 en 12 Waar is het bewijs? Het 4e evaluatierapport van het IPCC Er is sterker bewijs dan ooit dat de opwarming van de aarde sinds de industriële revolutie grotendeels te wijten is aan de toenemende uitstoot van broeikasgassen als gevolg van menselijke activiteiten. Steeds betere computermodellen, samen met toenemend bewijs in de vorm van stijgende temperaturen, het vaker voorkomen van extreme weersomstandigheden en andere effecten, ondersteunen de voorspellingen van de wetenschappers over klimaatverandering. Uit computermodellen blijkt dat de temperatuur in de 21e eeuw in principe verder zal stijgen, met de nodige gevolgen voor zowel de natuur als de mens. Voor de wetenschappelijke kennis over klimaatverandering was de oprichting van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in 1988 door de Verenigde Naties een cruciale stap. Het IPCC verenigt honderden wetenschappers die onderzoeken en andere relevante informatie beoordelen en onderling vergelijken om wereldwijd tot een wetenschappelijke consensus over klimaatverandering te komen. Deze werkgroep is de internationale autoriteit bij uitstek op het gebied van klimaatverandering, hoewel dient opgemerkt dat het zelf geen wetenschappelijk werk verricht, maar het meest recente werk van duizenden experts en wetenschappers van over de hele wereld verzamelt in exhaustieve werken over de nieuwste wetenschappelijke consensus. Het vierde grote rapport van het IPCC werd na zes jaar werken eind 2007 gepubliceerd. In het rapport wordt “boven iedere redelijke twijfel” vastgesteld dat de door de mens gegenereerde uitstoot van broeikasgassen de oorzaak is van de opwarming van de aarde, met een stijging van de gemiddelde temperaturen wereldwijd, die een vernietigend effect zou kunnen hebben op de mens, onze economieën en het milieu. Een belangrijke conclusie is dat de maatregelen tegen klimaatverandering en aanpassingsinitiatieven aan de gevolgen van het fenomeen tegen een redelijke prijs kunnen worden uitgevoerd, die zeker veel lager ligt dan wanneer we nu niets ondernemen en de gevolgen hiervan later moeten dragen. Dia 13 Wat doen de regeringen eraan? Sinds klimaatverandering een bron van bezorgdheid is geworden, hebben regeringen van over de hele wereld over het fenomeen gesproken. Het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) werd in 1992 opgesteld en schept het institutioneel kader voor internationale onderhandelingen. Alle grote landen zijn partij, maar het Raamverdrag legt geen bindende verplichtingen op aan landen. In 1997 ging de internationale gemeenschap een stap verder en bereikte zij een akkoord over het Protocol van Kyoto. Binnen het kader van het UNFCCC stelt het protocol juridisch bindende limieten vast voor de broeikasgasemissies van de industrielanden en voorzag het in innovatieve marktconforme implementatiemechanismen – de zogenoemde flexibele mechanismen van Kyoto – die de kosten van de emissievermindering laag moeten houden. De uiteindelijke doelstelling van het UNFCCC is de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau waarop rampzalige gevolgen van de menselijke activiteit op het klimaatsysteem worden vermeden. De verbintenissen die in het kader van Kyoto werden aangegaan, zijn slechts een eerste stap in de strijd tegen klimaatverandering. De EU wil ervoor zorgen dat de gemiddelde temperatuur wereldwijd niet meer dan 2 °C boven het niveau van vóór de industriële revolutie uitstijgt. Daarom moet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen vóór 2020 zijn hoogtepunt bereiken en vervolgens tegen 2050 sterk verminderen. De noodzakelijke vermindering van de wereldwijde uitstoot kan slechts worden gerealiseerd indien alle landen hun deel doen, al naar gelang hun verantwoordelijkheid en vermogen. En zelfs als de temperatuurstijging beperkt blijft tot minder dan 2 °C, zullen de landen nog steeds aanzienlijke inspanningen moeten leveren om zich hieraan aan te passen. Er worden internationale onderhandelingen gevoerd die moeten uitmonden in een wereldwijde overeenkomst voor de periode na 2012 op de VN-conferentie over klimaatverandering in Kopenhagen (december 2009). De succesvolle afronding van deze gesprekken is een topprioriteit voor de EU. De Europese Commissie heeft drie belangrijke uitdagingen vastgesteld: doelstellingen voor de industrielanden en passende maatregelen voor de ontwikkelingslanden; de noodzakelijke aandacht voor de financiering van de door de ontwikkelingslanden getroffen maatregelen (zowel om de broeikasgasemissies te verminderen als om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering); de noodzaak van een doeltreffende mondiale koolstofmarkt. U vindt meer informatie over de internationale onderhandelingen op: http://ec.europa.eu/environment/climat/campaign/what/fightingcc_nl.htm. Dia 14 De Europese Unie neemt het voortouw in de strijd tegen klimaatverandering De EU heeft in haar klimaat- en energiepakket, waarover de lidstaten eind 2008 overeenstemming hebben bereikt, juridisch bindende doelstellingen vastgesteld voor de middellange en lange termijn. Het pakket omvat ook een aantal concrete maatregelen om deze doelstellingen te realiseren. De hoofddoelstelling om de uitstoot met 20 % te verminderen (ten opzichte van 1990) is unilateraal, d.w.z. dat de EU-lidstaten zich ertoe verbonden hebben dit te doen ongeacht de verbintenissen van andere landen. Indien andere landen eveneens een gelijksoortige actie ondernemen, zal de EU overwegen om de reductiedoelstelling voor 2020 op te trekken tot 30 %. In het pakket wordt ook erkend dat op de lange termijn een nog grotere vermindering nodig zal zijn. Momenteel wordt binnen het kader van de Verenigde Naties onderhandeld over een nieuwe wereldwijde overeenkomst inzake klimaatverandering, waarbij gestreefd wordt naar een akkoord vóór de internationale conferentie in Kopenhagen eind 2009. Tegen die tijd moet eensgezindheid worden bereikt om ervoor te zorgen dat een internationale klimaatregeling van kracht is na 2012, het jaar waarin het Protocol van Kyoto afloopt. Dia 15 - 17 Wat kunt u eraan doen? Bijkomende tips voor dingen die u persoonlijk kunt doen om klimaatverandering te helpen bestrijden, vindt u op: http://ec.europa.eu/environment/climat/campaign/control/takecontrol_nl.htm. Algemene tips over milieuvriendelijker leven: http://www.eea.europa.eu/green-tips/. Aanvullende informatie over het IPCC en het UNFCCC: http://unfccc.int http://www.ipcc.ch